Posts tonen met het label Rusland. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rusland. Alle posts tonen

donderdag 3 mei 2007

Boris Jeltsin in zijn tijd (deel twee)

(Met enige vertraging, het tweede deel)

Vanaf 1986 zette de nieuwe partijleider Gorbatsjov een hervormingprogramma door om de Sovjetunie beter opgewassen te maken tegen de vanuit Washington met kruisraketten, Pershings en de ontwikkeling van het 'Star Wars'-ruimteschild aangejaagde wapenwedloop. Marktwerking moest meer dynamiek ik de economie brengen, openheid moest het mogelijk maken om corrupte en tegenwerkende functionarissen terzijde te schuiven. Een vleugje democratisering mocht dienen om goodwill onder de bevolking op te wekken - een goodwill die het bewind hard nodig zou hebben, want de markthervormingen dreigden het beetje bestaanszekerheid dat de mensen hadden, door middel van prijsstijgingen en bedrijfssluitingen aan te tasten.

Het hele imago van een zich richting democratie en vrije markt hervormende Sovjetunie kon tevens vertrouwen wekken in het buitenland, zodat overeenkomsten richting wapenbeheersing makkelijker werden en de haviken in Washington hun escalatie van de wapenwedloop minder makkelijk door konden zetten. Raketten richten op een land waar stappen richting democratie gezet worden is lastiger uit te leggen dan dezelfde raketten richten op een starre Stalinistische staat. En precies het afremmen van de wapenwedloop - die voor de Sovjetunie nauwelijks meer was bij te benen - kwam de leiding rond Gorbatsjov zeer goed uit.

De doeleinden van de hervormingen lagen dus in het herstellen en versterken van de concurrentiepositie van de Sovjetunie. De logica van de concurrentie dreef het beleid van de staatskapitalistische heersers van de Sovjetunie. Democratie en openheid waren geen doel op zich, maar middelen voor machtsherstel en machtsbehoud van de staat, en vooral van de heersers in die staat. Dat zagen veel topfunctionarissen in die staat zelf in. Vandaar dat ook mensen met nogal wat bloed aan hun handen in de jaren tachtig de overgang maakten van keiharde apparatsjik naar 'democraat'. Het doel was immers niet veranderd, alleen de aanpak.

Eén van degenen die deze overgang maakte was Boris Jeltsin. Data en gegevens over Jeltsins carrière vind je trouwens, net als ik, in "Russia: Highlights of Yeltsin's life" , Radio Free Europe/ Radio Liberty, 27 april 2007. De opkomst van Jeltsin als boerenzoon via het partijleiderschap in de regio Sverdlovsk naar partijbaas in Moskou schetste ik in deel één van dit verhaal. Daar kan aan toegevoegd worden dat, wie in die periode zo snel opklom, een keihard figuur zonder veel gewetensproblemen met onderdrukking en verraad moet zijn geweest. Dat gold dan ook voor Jeltsin zelf.

Matt Taibbi, Amerikaans journalist die tijdens het presidentschap van Jeltsin in Rusland woonde, vertelt over de jonge jaren van de latere 'democraat'. De grootvader van Jeltsin, een niet totaal verpauperde boer, werd als 'koelak'(rijke boer) weggezuiverd tijdens de collectivisatie van de landbouw. De vader vertrok met het gezin om te werken in de bouw. Taibbi gaat verder: "In die tijd werkte de familie Jeltsin in een arbeidersbarak waar mannen, vrouwen, kinderen en bejaarden bovenop elkaar sliepen als dieren en vochten, letterlijk vochten, met vuisten en loden pijpen, om broodkorsten, of om wat centimeters ruimte om 's nachts op te slapen. De communistische regering vond haar leiders onder de gemeenste en hebzuchtigste van de kinderen die overleefden en gedijden in plaatsen als deze. Boris Jeltsin was zo'n kind."

Hij voegt eraan toe: "Bij de eerste de beste gelegenheid sloot hij zich bij de communisten aan die zijn grootvader hadden geliquideerd en zijn vader hadden vervolgd. Hij stal; en sloeg gezichten in elkaar op professionele basis, en steeg snel in de communistische rangen om baas te worden in de Sverdlovsk-regio, waar hij opnieuw beroemd was vanwege twee dingen: zijn heldhaftig drinken, en zijn scherpe politieke neus voor het plunderen en verdelen van de buit van Sovjetcontracten in bouw en wegenaanleg." Taibbi ziet hier, door zijn anti-Marxistische bril, iets communistisch in. Mij doet het allemaal meer denken aan de opkomst van grote ondernemers als Carnegie, Morgan en anderen in de laatste decennia van de negentiende eeuw, zogeheten robber barons. Maar het beeld dat hij schetst lijkt mij grimmig-realistisch.

Dat was dus de Boris Jeltsin die van Gorbatsjov de partijorganisatie in Moskou mocht leiden Zoals vuistslagen en diefstal in eerdere jaren zijn weg omhoog typeerden, zo werd een vertoon van democratie en hervormingsijver nu zijn visitekaartje. De drank bleef, evenals de weergaloze ambitie waarvoor hij nu een nieuwe tactiek hanteerde.

Jeltsin werd populair omdat hij zich op de hoogte stelde van wat er onder de bevolking leefde. Hij ging vaak met de metro rond, in plaats van met de partijlimousine. Dit contact met de bevolking doordrong hem ervan hoe diep de maatschappelijke crisis, hoe groot de onvrede, en hoe urgent dus de noodzaak tot veranderingen waar de bevolking iets positiefs van merkte. Dat maakte hem tot radicaler hervormer dan de immer schipperende Gorbatsjov.

Nadat Jeltsin op een partijbijeenkomst van topfiguren de aarzeling en halfslachtigheid van Gorbatsjov kritiseerde, kreeg hij van Gorbatsjov en conservatievere partijbazen de wind van voren in een golf van botte kritiek. Jeltsin trad af wegens de spreekwoordelijke gezondheidsredenen waarmee machthebbers hun stappen in de carrière wel vaker afdekken. Het was herfst 1987.

Maar in de eerste maanden van 1989 dook hij weer op. In dat jaar vonden verkiezingen plaats waar meerdere kandidaten aan mee konden doen, en waaraan openlijke campagnes van rivalen en zelfs rivaliserende stromingen aan vooraf gingen. In diverse deelstaten waren groeperingen opgekomen die nationale autonomie, later zelfs onafhankelijkheid, bepleitten: zogeheten Volksfronten. Die verschenen in de Baltische staten, in de Oekraine, in Armenië. In Rusland zelf groepeerden hervormingsgezinde leden van de Communistische partij en schoven kandidaten naar voren. Eén van hen was Boris Jeltsin, en hij werd - zoals veel andere hervormers - gekozen, in de eerste min of meer democratische verkiezingen sinds kort na de Oktoberrevolutie. Het jaar erop vonden soortgelijke verkiezingen in de deelrepubliek Rusland plaats, waarna het gekozen parlement Jeltsin tot president van de Russische Republiek koos.

Jeltsin was helemaal terug, nu als aanvoerder van de hervormingsvleugel, in en deels al buiten de Communistische Partij. Dat maakte Jeltsin niet tot degene die democratie bracht aan Rusland. Het is anders: de opkomst van democratische krachten gaf Jeltsin een handvat, een achterban, een hefboom voor het veroveren van machtsposities. Niet Jeltsin brengt democratie; democratische krachten duwen Jeltsin naar voren en verschaffen hem kansen. Jeltsin werd democraat omdat dit hem als machtspoliticus van pas kwam. Best mogelijk dat hij het meende: mensen geloven wel vaker in opvattingen die hen goed uitkomen.

Gorbatsjovs perestrojka en glasnost was intussen aan de regie van de grote leider ontsnapt. De crisis was zo diep, de onvrede zo groot, dat de gecontroleerde opening, het tolereren van kritiek en botsende standpunten, het vrijlaten van dissidenten, al snel overging in een vloedgolf van protesten, bijeenkomsten, demonstraties en, vooral vanaf de zomer van 1989, grote mijnstakingen. De verkiezingen van 1989 en 1990 gaven uitdrukking aan de opkomst van brede protestbewegingen.

Op het economisch front regeerde steeds meer de chaos. Dat kwam deels door de diepte die de crisis als vóór de perestrojka had bereikt vanwege de glasnost, de openheid, was die crisis niet langer meer te ontkennen en via propaganda over Glorieuze Socialistische Opbouw te maskeren. Maar de hervormingen zelf hielpen ook niet bepaald. Dat was ook niet vreemd. Door marktwerking toe te laten in een vastgeroeste staatseconomie, werden enorme aantallen fabrieken met sluiting bedreigd. Dat was sociaal een ramp, vanwege de werkloosheid die het meebracht.

Maar ook economisch was het, hoe gek dat in liberale oren ongetwijfeld ook klinkt, niet efficiënt. Al die verliesgevende , gesubsidieerde staalfabrieken en kolenmijnen leverden namelijk nu net wèl de grondstoffen voor de handvol industrieën die wèl winstgevend konden draaien. Sluit al die verliesgevende mijnen en staalfabrieken, en je knijpt ook de concurrerende bedrijven af. Zo dreigde uit naam van marktconforme efficiency de hele economie zo ongeveer lamgelegd te worden.

Voor het overlaten van de prijzen aan de markt gold iets dergelijks. Als elke fabriek zijn eigen prijzen mocht vaststellen dan konden ze die veelal straffeloos enorm laten stijgen. dat werd in de hand gewerkt door de enorme monopolisering in de economie. Van allerlei onderdelen en artikelen was er maar één producent. Die kon dus, zonder angst voor concurrentie, de prijs omhoog gooien. Privatisering van die staatsmonopolies - een idee dat in deze jaren veld begon te winnen -was geen oplossing; dat veranderde slechts staatsmonopolies in particuliere monopolies.

Het recept van marktwerking en privatisering leidde hooguit tot de opkomst van handjesvol winstgevende bedrijven te midden van een sociale ruïne. Maar voor het probleem waar de leiding van de Sovjetunie een oplossing zocht - het versterken van de concurrentiekracht van de economie als geheel, niet enkel van wat onderdelen ervan - bood dit utopische liberalisme geen oplossing. Over de omvorming van staatskapitalisme naar een meer op de vrije markt gebouwd kapitalisme in de tijd van Gorbatsjov en Jeltsin, zie: Chris Harman, "From fire to frying pan" , Socialist Review 222, augustus 1998.

Intussen lieten alle door hervormingen bedreigde functionarissen, ministers, directeuren, generaals en andere bureaucraten zich niet onbetuigd. Zij verzetten zich, openlijk maar vaak ook achter de schermen, tegen Gorbatsjov s hervormingen en vooral tegen de mate waarin die uit de hand liepen en een werkelijke democratische beweging in het leven hielpen roepen. Alle economische problemen waren munitie in de handen van deze conservatieven. Maar ook zij wisten dat terugkeer naar de vertrouwde Stalinistische structuren een gepasseerd station was. Ze drongen aan op tragere markthervormingen, met wezenlijk minder ruimte voor kritiek en democratische pressie. Tragere perestrojka, zonder glasnost en zeker zonder democratie, dat was hun opzet.

In augustus 1991 zette een handvol van dit type conservatieve functionarissen Gorbatsjov af in een staatsgreep die er aanvankelijk erg griezelig uitzag. Gorbatsjov werd ontvoerd naar een verblijf aan de Zwarte Zee. Het gezelschap, onder leiding van ene zekere Janajev, minister, hield snel een persconferentie. Die maakte veel duidelijk voor de opmerkzame waarnemer. De hele wereld kon de handen van Janajev nerveus zien beven. Dat gaat niet erg goed met die coupplegers, zal menigeen toen gedacht hebben. En inderdaad, het werd een klucht, maar niet zonder tragische kanten.

Al op dag één van de staatsgreep gingen mensen de straat op uit protest. En één van hen was Boris Jeltsin, die op een tank klom, tot verzet opriep en de staatsgrijpers de wacht aanzegde. dat was een moedige daad, niemand kon zeker weten of in een naburig gebouw geen scherpschutter zat, en hoe zwak de staatsgreep stond was toen nog niet duidelijk (al sluit ik niet uit dat Jeltsin informatie had waaruit die zwakte al bleek). Tienduizenden mensen verdedigden het parlementsgebouw tegen een dreigende bestorming door militairen. In de derde nacht kwam er zo'n bestorming, en drie demonstranten kwamen om. Maar de aanvallers trokken zich terug. Elders in het land demonstreerden mensen tegen de staatsgreep, hier en daar vonden mijnstakingen plaats, en veel functionarissen gaven slechts halfslachtige steun aan de staatsgreep.

De dag erop zakte de coup in elkaar, Gorbatsjov keerde terug, maar aan het hoofd van een totaal in diskrediet geraakte Communistische Partij. Jeltsin, diehet jaar ervoor zijn partijlidmaatschap al had afgedankt, was de grote held, ontbond meteen de Communistische Partij en liet Gorbatsjov het decreet waarin hij dat besloot, ondertekenen, in een vernederende demonstratie van de nieuwe machtsverhoudingen. Enkele maanden later regelde de Russische president Jeltsin, samen met zijn Oekraiense, Kazachse en Witrussische collega's, de ontbinding van de Sovjetunie. Gorbatsjov, formeel nog steeds president van de Sovjetunie, stond buitenspel en kon slechts machteloos toekijken.

De sterke man in het nieuwe Rusland was president Jeltsin. De weg naar een snelle overgang in de richting van een vrije martkteconomie gecombineerd met een liberaal-democratisch staatsbestel leek nu open te liggen. Het eerste gebeurde, min of meer, en tegen een hoge prijs. Het tweede kwam slechts in de vorm van een karikatuur tot stand. Maar daarover in een volgend stuk meer.

woensdag 25 april 2007

Boris Jeltsin in zijn tijd

Boris Jeltsin, de schilderachtige schurk die van 1990 tot 1999 president was van Rusland, is vandaag begraven. Over zijn schilderachtigheid is voldoende op TV te zien geweest: het gezamenlijke lachsalvo van Jeltsin met een president Clinton die letterlijk dubbel voorover slaat, de enthousiaste pogingen van Jeltsin om een harmonieorkest, een militaire kapel of zo, te dirigeren. En ja, met Jeltsin viel er bepaald meer te lachen dan met de huidige president Putin.

Maar voor de beoordeling van een Russisch president zou ik toch graag andere maatstaven hanteren dan de criteria voor kleinkunst. Voor een beoordeling van Jeltsins presidentschap wegen zijn daden toch zwaarder dan zijn dronkemanscapriolen, hoe vermakelijk ook. Maar juist die daden, de schurkenstreken van de man, bleven echter nogal onderbelicht. Als ze al aan de orde kwamen, dan op een toon van: maar hij bracht toch maar vrijheid en democratie aan Rusland. Zelfs als dat waar zou zijn, dan is dat een wel heel schrale troost voor de tienduizenden doden en hun nabestaanden in Tsjetsjenië - slachtoffer van een tweetal invasies waartoe Jeltsin opdracht gaf. En het is niet eens waar.

Jeltsin is geboren in een boerengezin in Siberië, in 1931 (voor biografische details heb ik gebruik gemaakt van: "Russia: Boris Yelsin dead at 76" , op de website van Radio Free Europe/Radio Liberty , 23 april 2007). Dat was de tijd van de grote 'collectivisatie' van de landbouw in de Sovjetunie: een grof-gewelddadige poging om boeren te onderwerpen aan een door de staat opgelegd grootgrondbezit. Die collectivisatie had tot doel de landbouwproductie te stroomlijnen om de snelle industrialisatie waar het bewind onder Stalin te stimuleren. Doordat de staat via deze collectivisatie greep kreeg op de landbouw kon de staatsleiding 1. landbouwoverschotten exporteren om machines van te kopen; 2. landbouwoverschotten verwerven om de snel groeiende stadbevolking te voeden; 2. door grootschaligheid op het platteland besparen op arbeidskrachten. 'Overtollige' boeren moesten aan het werk in de snelgroeiende industrie, in de mijnen, in de aanleg spoorwegen en kanalen.

De collectivisatie van de landbouw was daarmee onderdeel van de pogingen van het Stalinistische bewind om Rusland in hoog tempo om te vormen tot moderne industriestaat, militair en economisch opgewassen tegen rivalen als Engeland, Frankrijk, Japan en Duitsland. De vlag waaronder dit gebeurde was rood; maar de context van dit gebeuren was de internationale concurrentie, het doel ervan machtsbehoud en machtsversterking van de top van staatsfunctionarissen, fabrieksdirecteuren, partijbonzen en officieren in leger, politie en geheime dienst. Die top presideerde over de kwijnende restanten van een vanuit de oktoberrevolutie in 1917 gevormde revolutionaire machtsstructuur.

Met het inzetten van collectivisatie en geforceerde industriële groei ging de volslagen sloop van die restjes revolutie gepaard. Het aantal gevangenen in strafkampen steeg van enkele tienduizenden in de jaren twintig naar miljoenen mensen in de jaren dertig. Kritische leden van de Communistische Partij werden niet langer alleen op een zijspoor gezet, maar verbannen, opgesloten, gefolterd en in de loop van de jaren dertig in groten getale afgemaakt. Opponenten van buiten de partij ondergingen een soortgelijk lot. Het beetje rechten dat arbeiders in de fabrieken nog hadden werd verpletterd, en op het platteland ging de collectivisatie gepaard met terreur tegen boeren die protesteerden. Rechten die kort na de revolutie werden erkend en doorgevoerd, werden nu teruggedraaid. Abortus werd weer verboden, het verbod op homoseksualiteit, geschrapt na 1917, kwam weer terug.

Tussen 1929 en 1939 vond in Rusland feitelijk een eenzijdige burgeroorlog plaats: een burgeroorlog, vanwege het grove geweld dat de staat inzette tegen grote delen van de bevolking; eenzijdig, omdat in deze confrontatie alleen de staat substantieel over wapens beschikte. Het was een contrarevolutie, waarmee de eerder beschreven toplaag zich een positie als heersende klasse verwierf. Ze stond nu aan het hoofd van een een maatschappij die in het teken stond van supersnelle economische groei om de concurrentie van andere staten te lijf te gaan. Die groei werd bereikt door boeren en arbeiders grof uit te buiten; de topfiguren in de fabrieken en de ministeries leefden er goed van.

Het hele maatschappelijk bestel kreeg een keihard kapitalistisch karakter, met de staat als kapitalist, en het bureaucratisch machtsapparaat als het topmanagement van die staat-als-kapitalist. Jeltsin hoefde in 1991 dan ook het communisme niet af te schaffen; iedere aanzet richting socialisme, laat staan communisme, was in de hoogtijdagen van Stalin allang de nek om gedraaid.

Dat was de maatschappij waarin Jeltsin opgroeide en carrière maakte. Zijn afkomst was onderaan de sociale ladder. Maar hij kwam snel hogerop: hij ging naar een technische school in de Oeral, werd voorman en later leidend ingenieur in een bouwbedrijf. Zoals zovelen in een soortgelijke positie werd hij lid van de Communistische Partij: dat was wat je deed als je hogerop wilde komen, via die partij werden de hogere functies verdeeld. Zoals in Rusland het kapitalisme heerste, maar dan in de vorm van staatskapitalisme, zo zag je in Rusland ook het opklimmen van mensen die vakbekwaamheid combineerden met loyaliteit aan de staat en een bereidheid om als individu hogerop te komen zonder zich over het enorme maatschappelijk leed om zich heen al te druk te maken. Van krantenjongen tot miljonair werd in Stalinistisch Rusland: van boerenzoon tot partijchef. Zo ging het met velen, zo ging het ook met Jeltsin.

In 1976 kwam hij aan het hoofd van de regionale partijorganisatie van de Communistische Partij in de Siberische industriestad Sverdlovsk te staan. Het was de tijd van partijleider Breznjev, toen langzaam maar zeker het Russische staatskapitalisme vastliep in bureaucratische inefficiëntie en corruptie. Bijna niemand durfde initiatieven te nemen, uit angst voor schade aan de carrière of verlies van vrijheid.

Hielenlikkerij naar boven, vertrapping van elke kritiek - het was niet alleen inhumaan, het ondermijnde de kracht van Rusland als grote mogendheid. En juist die concurrentiekracht versterken was de obsessie waardoor de Stalinistische heersers zich lieten drijven. Voor die concurrentiekracht was voortdurende technologische vernieuwing nodig, vooral om de wapenwedloop met de VS bij te houden. Verder drukten de kosten van het enorm log geworden bureaucratische apparaat zwaar.

Na de dood van Breznjev in 1982 ontstond een langdurig gevecht in de top van de Communistische Partij. Alles bij het oude laten, genieten van de corrupte voorrechten , en elke uiting van dissidentie en protest platwalsen? Of zoeken naar hervormingen om de economische groei te versnellen, de technologische groei te stimuleren, de corruptie bestrijden, en daartoe een wat kritischer geest aan te wakkeren, met alle risico's van dien?

Andropov, opvolger van Breznjev, neigde tot het tweede. Dat was niet vreemd: hij was langdurig chef geweest van de geheime dienst KGB, en wist als weinig anderen hoe het land ervoor stond, hoe groot de apathie maar ook de onvrede was. En hij kon weten waar onvrede toe kon leiden. Hij was ambassadeur van de Sovjetunie geweest in Boedapest, Hongarije, in 1956, toen de Sovjetunie er slechts met grote aantallen Russische tanks en soldaten in slaagde de revolutie in dat land te verslaan. Andropov was zich de noodzaak van hervormingen dan ook bewust. Niet uit menslievende motieven, maar simpelweg uit een streven naar machtsbehoud in een situatie van groeiende maatschappelijke crisis.

Meer over deze periode vind je trouwens in "From Stalin to Gorbachev" , door Chris Harman, nawoord bij heruitgave van Tony Cliff, "State Capitalism in Russia", dat ik voor dit artikel heb geraadpleegd. Dat laatste boek, al geschreven in de Koude Oorlog, biedt de fundamenten van de opvatting die ook de mijne is, namelijk dat de Russische maatschappij onder Stalin omgevormd werd tot een vorm van kapitalisme. De analyse van de Stalinistische contrarevolutie zoals ik die hierboven heb uiteengezet is mede hierop gebaseerd.

Terug naar Andropov in 1983. In de korte tijd dat hij aan de macht was, kon hij weinig bereiken. Hij was nierpatiënt en al snel te ziek om veel te ondernemen. Maar hier en daar wist hij via het stimuleren van de carrières van hervormingsgezinde figuren in de top van de Communistische Partij enigszins een stempel op de koers van die partij te drukken. Eén van die hervormers die van Andropov een klein zetje kregen was een functionaris die in soortgelijke omstandigheden was opgegroeid, maar dan in Zuid-Rusland. Hij had een vergelijkbare carrière gemaakt als Jeltsin, niet in de industrie maar in de landbouw. Zijn naam was Michael Gorbatsjov.

Na de dood van Andropov in 1983 volgde nog een korte periode waarin Breznjev-kloon Tsjernenko - vrijwel meteen ziek, en overduidelijk geen sterk figuur - aan het hoofd van de Sovjetunie stond. In maart 1985 overleed hij. De machtsstrijd achter de schermen - alles wat er in Moskou in die tijd toe deed, vond plaats achter de schermen - leidde tot een belangrijke beslissing: Gorbatsjov werd Secretaris generaal van de Communistische Partij, en daarmee de sterke man van de Sovjetunie.

In 1986 en 1987 ontvouwde Gorbatsjov een omvangrijk hervormingsprogramma, onder de etiketten 'Perestrojka' en 'Glasnost'. De perestrojka hield vooral economische hervormingen in, met daarin een gedeeltelijke, aanvankelijk nog erg voorzichtige, invoering van marktmechanismen in de economie als kern. Glasnost stond voor openheid: door mensen aan te moedigen om kritiek te uiten, hoopte Gorbatsjov en zijn mensen dat wantoestanden sneller aan het licht zouden komen. Een kritische publieke opinie diende als hefboom tegen corrupte functionarissen en partijleiders die de hervormingen wilden dwarsbomen.

Perestrojka en glasnost openden uiteindelijk de sluizen voor een chaotisch proces waarin zowel het machtsmonopolie van de Communistische Partij als de volledig door de staat geleide economie ten onder gingen. Maar dat was geenszins de opzet van Gorbatsjov toen hij aan zijn hervormingen begin. Het was feitelijk bedoeld als een krachtdadige reorganisatie, zoals je die regelmatig bij grote multinationale ondernemingen ziet. Doen van de Russische versie hiervan was juist versterking van de éénpartijstaat en de staatseconomie, door de zaak te stroomlijnen en zo dynamiek en efficiëncy te bevorderen.

Gorbatsjov kon dat allemaal niet alleen, hij had bondgenoten nodig. Hij benoemde mensen op hoge plekken waarvan hij steun aan zijn hervormingen verwachtte. Eén van hen was Boris Jeltsin. Hij kwam aan het hoofd te staan van de Communistische Partij in de hoofdstad Moskou. Al snel bleek dat hij sneller wilde, en ook verder wilde gaan in zijn hervormingsstreven, dan Gorbatsjov verstandig vond. Maar daarover in een volgend stuk meer.