Posts tonen met het label media. Alle posts tonen
Posts tonen met het label media. Alle posts tonen

woensdag 26 december 2007

Democratie, revolutie en de ontwikkelingen in Venezuela (deel 3)

De vorming van de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela toont geenszins aan dat venezuela in een dictatuur-Cubaanse-stijl verandert. Hoe zit dat met het andere verwijt van oppositie-intellectueel Teodor Petkoff aan de doelstellingen van Chavez (zie deel 2 van deze reeks): het 'eeuwige aanblijven' van Chavez, zoals dat later ook in het grondwetsvoorstel was opgenomen?

Dat voorstel behelsde het schrappen van de bepaling dat een president niet meer dan twee ambtstermijnen mocht krijgen. Anders gezegd: kiezers konden hem zo vaak als zij wilden tot president kiezen en herkiezen. Van een besluit van Chavez zelf om zich het eeuwige presidentschap toe te eigenen was totaal geen sprake. Dat maakt de uitspraak van Petkoff al tamelijk leugenachtig.

Nu kun je over de bepaling zelf verschillend denken, Het argument voor beperking van ambtstermijnen heeft een democratisch aspect: je voorkomt dat iemand zodanig vergroeit met de machtsstructuur, en tegelijk zo verslaafd raakt aan die macht, dat een oppositie feitelijk kansloos wordt een gekozen president steeds meer een autoritaire sterke man wordt. Door het aantal ambtstermijnen te beperken doorbreek je dit mechanisme en creëer je meer openheid voor nieuwkomers en oppositionele politici. Dat is de gedachtegang, en helemaal onzinnig uit democratisch oogpunt is dat niet.

Maar er staat iets tegenover: het idee dat niemand anders dan de bevolking uit mag maken of en hoe vaak iemand wordt herkozen - hoe riskant jij of ik het ook mag vinden om iemand eindeloos te herkiezen. Laten mensen die tegen een derde herverkiezing van Chavez zijn, met een sterke kandidaat plus programma komen, de meerderheid overtuigen, en netjes de verkiezingen winnen. Het recht van een democratisch gevormde meerderheid om te kunnen kiezen, en dus herkiezen, mag toch zwaarder wegen dan de wens om de kiezers als het ware tegen zichzelf te beschermen door het onmogelijk te maken om de kandidaat van hun voorkeur te blijven herverkiezen als ze dat willen?

Zelf vind ik het tweede principe – de wil van de meerderheid krijgt voorrang – sterker dan het eerste – niemand mag door eindeloze herverkiezing met de macht vergroeien. Maar ook al was dat niet zo, dan nog: beide principes stoelen op een democratische gedachtegang. Het idee dat door onbeperkte herverkiezing mogelijk te maken de democratie overboord gezet wordt, is misplaatst. Daar komt nog bij dat de afschaffing van de beperking van het aantal ambtstermijnen netjes werd voorgelegd, eerst aan de gekozen volksvertegenwoordiging, en vervolgens via het referendum aan de kiezers zelf. Erg antidemocratisch is dat bepaald niet.

De praktijk laat dat ook zien. De VS beperkt het aantal ambtstermijnen tot twee. Frankrijk niet. Is de VS een democratie, en Frankrijk een dictatuur? Toen Poetin president werd van Rusland, was dat land min of meer een democratie, met min of meer serieuze verkiezingen waarbij niet van te voren totaal vast stond wie ging winnen. De president mocht twee ambtstermijnen dienen, en niet meer. Is door die beperking voorkomen dat Poetin nog meer met de macht is vergroeid en het politieke proces zodanig naar zijn hand heeft weten te zetten dat hij zo ongeveer zijn opvolger kan aanwijzen en voor zichzelf een rol als sterke man met andere functie kan regelen?

Er is simpelweg geen aantoonbaar verband tussen het aantal toegestane ambtstermijnen enerzijds, en het bestaan van sterke democratische verhoudingen en mechanismen anderzijds. Het bezwaar tegen onbeperkte herkiesbaarheid van een president houdt dan ook geen stand.

Een derde thema dat keer op keer in het anti-Chavez-kamp opduikt is het verwijt dat hij de onafhankelijke media zou dwarsbomen of erger. Het verwijt is niet steekhoudend. Maar vooraf mag opgemerkt worden dat critici met ‘onafhankelijke media’ doorgaans commerciële media bedoelen. Die zijn natuurlijk helemaal niet werkelijk onafhankelijk – niet van degenen wiens eigendom ze zijn, niet van het grote geld, niet van de klasse van grote ondernemers wiens spreekbuis ze feitelijk zijn.

Als het waar zou zijn dat Chavez de grote kranten en TV stations van staatswege zou laten overnemen, dan zou dat nog geen inbreuk op de onafhankelijke media zijn, het enige dat zou veranderen is dat die media hun commerciële afhankelijkheid zouden moeten inruilen voor een politieke afhankelijkheid. Of dat een stap vooruit zou zijn, of achteruit, is niet bij voorbaat duidelijk. Dat hangt af van het soort staat dat deze maatregel neemt, en van hoe die maatregel verder wordt doorgevoerd en uitgewerkt. Maar met het ondermijnen van de onafhankelijke media zou zo’n stap niets te maken hebben.

Maar van zo’n stap is niet eens werkelijk sprake, althans niet buiten de paranoïde verbeelding van rechts en uiterst rechts, binnen en buiten Venezuela. Het belangrijkste ‘vergrijp’ waarnaar zij het afgelopen jaar hebben gewezen is de zogenaamde
sluiting van het RCTV televisiestation in mei. In werkelijkheid ging het om een doodgewoon besluit van de regering om de etherlicentie van het bedrijf – in handen van een met de oppositie verbonden particuliere onderneming – niet te verlengen. De regering had daar gewoon mee gewacht tot de termijn waarvoor de licentie gold was verstreken.

Redenen voor het besluit waren talloze overtredingen van de wetgeving, maar vooral het feit dat de zender in 2002 rechtstreeks verweven was met de complotteurs die met een staatsgreep Chavez voor korte tijd omverwierpen. Opmerkelijk is niet dat deze zender voor zo’n overduidelijk onwettige betrokkenheid zijn uitzendrechten kwijtraakt. Opmerkelijk is vooral dat Chavez daarmee wacht tot de legale geldigheid van de licentie afliep. Wederom is de bewijsvoering voor de bewering dat Venezuela naar een dictatuur afglijdt niet zeer sterk.
(wordt vervolgd)

donderdag 13 december 2007

Mak en Melching in Europa (deel 2)

Melching zou in zijn kritiek op Mak en de serie 'In Europa' wat sterker staan als zijn eigen betoog nauwkeurig en kloppend was. Zijn kreupele analyse van de grootmachtstatus van Oostenrijk-Hongarije sprak echter al boekdelen. En er is meer. Melching zegt dat in de serie Russische soldaten in Frankrijk een oorlog helpen voeren die "niet de hunne is". Melching daarover: "wat krijgen we nou? Frankrijk en Rusland waren al sinds 1894 trouwe bondgenoten (…) Rusland leende soldaten uit om de tekorten in Frankrijk op te vullen."

Ja, dat kan allemaal best wezen. De Russische tsaar en de Franse president waren bondgenoten, maar aan de Russische soldaten was niets gevraagd. Blijkbaar vindt Melching het normaal dat die her en der uitgeleend kunnen worden, zonder dat ze daar iets over te zeggen hebben. Maar werd de oorlog van tsaar en president daarmee de oorlog van die soldaten zelf? Weet Melching niet dat Russische regimenten in de zomer van 1917 ook in Frankrijk aan het muiten sloegen, en slechts met kanonnenvuur weer onderworpen konden worden?
Leon Trotski beschrijft de gebeurtenissen in mooie passages tegen het eind van hoofdstuk 34 van zijn magistrale ‘Geschiedenis van de Russische Revolutie’ (de link is naar de Engelse vertaling; de Nederlandse vertaling staat nog niet compleet online). Maar dat boek zal wel niet goed genoetg zijn voor onze vakhistoricus, de schrijver één van de zowel door Melching als Mak verfoeide 'onverantwoordelijke leiders'. Is het Melching trouwens ook ontgaan dat juist ook de muiterijen van regimenten in Petrograd zelf beslissend bijdroegen tot de val van de tsaar in maart 1917, en daarmee tot de Russische Revolutie? Russische soldaten maakten al doende heel duidelijk dat deze oorlog 'niet de hunne' was – niet in Frankrijk, en niet in Rusland zelf.

Melching gaat nader in op de – inderdaad problematische – kijk van Mak op de Europese geschiedenis. Maks idee is dat de massa de macht in handen gaf, en hem keer op keer weggaf aan gevaarlijke leiders. "Dat leidde tot twee wereldoorlogen en gruwelijke dictaturen", zo
verwoordt Melching Maks visie.

Dan vraagt hij zich af: "van wie had de massa die macht dan in eerste instantie gekregen?" Dat de massa die macht – door strijd te voeren voor algemeen kiesrecht bijvoorbeeld – deels zelf zou kunnen hebben veróverd, komt niet bij de hooggeleerde heer op. Maar toch raakt hij daarmee een gevoelige zenuw in Maks redenering.
Je kunt namelijk nog een stap verder gaan en vragen: hád de massa aan het begin werkelijk 'de' macht wel in handen, en was ze dus wel in een positie om die weer weg te geven? Dat algemeen kiesrecht was lang niet overal van kracht, en zelfs waar dat wel het geval was, bleef de invloed van bijvoorbeeld generaals en hoge bureaucraten sterk, en nam de macht van grote bedrijven en hun eigenaars zelfs nog toe. Waar was dan wel die macht van de massa? Mak is hier niet overtuigend, maar Melching vraagt niet echt door.

Melching wijst vervolgens op gebeurtenissen waardoor de massa haar vermeende macht dan weer kwijt zou raken. Zij gaf die macht inderdaad niet weg, de macht werd van de massa afgepakt, daarin heeft Melching - voorzover de massa macht bezat dus – wel gelijk. Maar het gaat meteen daarop weer mis als hij beschrijft hoe en wat.
"Lenin en Stalin kwamen aan de macht door een staatsgreep." Mak geeft een zinnige repliek aan Melching door te vragen wanneer Stalin dan wel zijn staatsgreep pleegde. "Heeft hij het over de Oktoberrevolutie, of over de moord op Kirov in 1934, waarop doelt hij eigenlijk?" Stalin vestigde zijn macht in een sluipend, nu en dan schoksgewijs versneld proces waarin een staatsbureaucratie hara macht vestigt ten koste van allengs zwakkere resten van de revolutionaire democratie die in Oktober 1917 in de Oktoberrevolutie was doorgebroken. Van een 'staatsgreep' van Stalin, compleet met datum en al, was inderdaad niet overduidelijk sprake.

Van een staatsgreep van Lenin nog veel minder trouwens – en dát laat Mak dan weer liggen. Dat komt vermoedelijk omdat ook voor hem Lenin één van de schurken uit het stuk is, één van die "onverantwoordelijke leiders" die ons "gruwelijke dictaturen" hebben opgeleverd. Het is misschien een taai en door vrijwel iedereen geloofd sprookje, maar wel een sprookje.

De zogeheten Oktoberrevolutie van 1917, die gewapende opstand van enkele tienduizenden Rode Gardisten en revolutionaire soldaten, deed niets meer dan de restanten van een volstrekt gediscrediteerde Voorlopige Regering van premier Kerenski wegvagen, om daarmee een weg te banen voor de macht van gekozen raden van arbeiders-, soldaten- en boerenafgevaardigden, de zogeheten Sovjets. Dit was geen staatsgreep, beste heren Mak en Melching. Dit de climax van een revolutie, en één waarin de ‘massa’ nu eens wèrkelijk bezig was de macht in handen te nemen, en zich die macht slechts na een zeer hardnekkige en bloedige strijd liet ontnemen.

Melching verwijt Mak dat hij de Europeanen van destijds als dommeriken neerzet. Inderdaad stoort ook mij het hele kernidee van Mak en de serie: de massa had de macht, de massa heeft het verprutst door die macht weg te geven aan foute types. Die hypothese lijkt me niet alleen onjuist, maar opent – mede daardoor - ook de deur naar het elitaire en antidemocratische idee dat de macht in handen van de meerderheid van de bevolking dus niet in goede handen is.

Maar Melching doet Mak ook wel enigszins onrecht. Als Mak verzucht: "Hoe konden de mensen toch zo stom zijn?" dan ziet Melching hierin alleen maar arrogante neerbuigendheid. Mij lijkt het veel aannemelijker om hierin oprechte verbazing te zien: hoe hééft dit allemaal kunnen gebeuren? De 'domheid' van de mensen behoeft bij Mak juist een verklaring, die is voor hem blijkbaar bepaald niet vanzelfsprekend. En als de serie van Mak ertoe bijdraagt dat meer mensen zich dit soort vragen gaan stellen is dat een goede zaak, hoezeer ik het met veel van zijn redeneringen oneens ben.

Het begrijpen van het verleden is met het stellen van dit soort vragen gediend, ook als de antwoorden die Mak geeft niet bevredigen. Het inzicht in machtsmechanismen die nog steeds werken en waar de beantwoording van die vraag een bijdrage aan levert, heeft maar al te zeer een actuele waarde. Want aan "onverantwoordelijke leiders" die aan de "massa" het beetje macht dat ze, dat we, hebben veroverd afhandig proberen te maken, ontbreekt het vandaag allerminst. Ik heb namelijk geen zin in een ingelast deel 36, over de onweerstaanbare opkomst van Geert Wilders. Intussen zou ik tegen Geert Mak en de mensen die de documentaire maken willen zeggen: gewoon doorgaan, en laat historici maar in hun vak gaarkoken zolang ze niet verder komen dan misplaatste pedanterie.

Mak en Melching in Europa

Sinds een paar weken vertoont de VPR een televisieserie over de Eurp[ese geschiedenis, onder de titel 'In Europa'. De serie is een visuele follow-up van het gelijknamige boek van Geert Mak. Bij de serie hoort ook een website, onder de originele naam 'In Europa'. Het wachten is nog op de verfilming, en de musicalproductie verzorgd door Joop van der Ende.

Ik heb nog geen aflevering gezien, eerlijk gezegd. Niet uit desinteresse, maar omdat ik sowieso weinig TV kijk, en er domweg nog niet toe kom de afleveringen via internet te gaan bekijken. Wel heb ik op de mooie website rondgekeken, en volg ik met belangstelling de publiciteit rond deze serie. Want het met beeldmateriaal en interviews inzichtelijk maken van de recente geschiedenis van dit werelddeel voor een breed publiek vind ik een zeer zinnige, sympathieke onderneming. Dat de kwaliteit ervan volgens minstens één vakhistoricus de toets der kritiek niet kan doorstaan vraagt dan ook enige aandacht. Per slot van rekening heb ik, ergens in het grijze verleden, eens een studie geschiedenis gevolgd. En, zoals dat met studies gaat: eerst volg je de studie, en dan volgt de studie jou.

De vertoornde vakhistoricus is Willem Melching. In een
artikel in De Volkskrant noemt hij enkele fouten. In de serie zien we een man van de Eifeltoren springen. In 1912, volgens de serie, en hij probeerde of hij kon vliegen. In 1901, schrijft Melching streng, en hij testte alleen maar een parachute. Verder situeert Maks serie het uitgaanscentrum van Berlijn aan de Alexanderplatz. Fout, bromt Melching, dat moest de Friedrichsstrasse zijn, en verder het westen van de stad. Dat soort zaken.

Iets ernstiger is het verwijt dat de serie een kaart van Duitsland uit 1945 presenteert als een kaart uit het begin van de eeuw. Ook is het wat slordig om het Oostenrijks-Hongaarse rijk tot aan de Zwarte Zee te laten doorlopen, terwijl aan die kust de staten Roemenië en Bulgarije lagen.

Wat moeten we hiermee? Ik voel wel mee met de ergernis van Geert Mak, en met diens sarcastische
opmerking: "Het is en blijft knap werk, een oordeel vellen over een serie van 35 delen, op basis van anderhalve aflevering." Mak gaat kort in op de vermeende fouten: inderdaad, hij had moeten zeggen 'bijna tot aan de Zwarte Zee' Inderdaad, de reden van de sprong van de Eiffeltoren was verkeerd weergegeven. Maar de kaart, zo legt Mak uit, was wel degelijk uit het begin van de eeuw. Alleen werd die later gefilmd, in het ballingsoord van kiezer Wilhelm II. Heel veel stelt het allemaal niet voor, bij nadere beschouwing.

Maar Melching ging verder dan een kort stuk in de Volkskrant. Een langer
stuk in het Historisch Nieuwsblad komt met meer verwijten. Zo sneert hij dat Mak ten onrechte de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie neerzet als een 'supermacht'. Nee, zegt Melching: "Oostenrijk was weliswaar na Rusland qua oppervlakte weliswaar het grootste land van Europa, maar het rijk was verdeeld over talloze nationaliteriten, die zich graag los wilden maken van Wenen."

Dat is een hele rare conclusie van mijnheer Melching, en niet alleem omdat ik nog nooit een taal gezien heb die zich op eigen houtje van wat dan ook wil losmaken. Heeft hij wel eens van Tsaristisch Rusland gehoord, een land dat ook "verdeeld was over talloze nationaliteiten en talen, die zich graan los wilden maken", in dit geval van Moskou? Of van de Sovjetunie – die aan dit losmakingsproces voor een belangrijk deel ten gronde is gegaan? Of zullen we het eens hebben over de Britse, Franse en Nederlandse koloniale rijken, bijeengeroofd en daardoor ook vol van "talloze nationaliteiten en talen, die zich graag los wilden maken" van het 'moederland'? Is het feit dat een supermacht een heleboel volkeren onder zich heeft, een reden om het geen supermacht te noemen? En is het feit dat een supermacht, door de revoltes van onderworpen volkeren kwetsbaar wordt, een reden om niet van een supermacht te spreken?

Vervolgens komt Melching met een prachige demagogische vergelijking. "De Oostenrijkse staalproductie bedroeg in 1913, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, slechts 8 procent van de Amerikaanse en 15 procent van de Duitse. Wèl wist Oostenrijk met 2,6 tegen 2,8 miljoen ton een nipte voorsprong te behouden op… België. Hoezo, supermacht?"

Misschien is deze sneer overweldigend overtuigend voor mensen die behept zijn met de in Nederland helaas gangbare neerbuigendheid jegens België en Belgen. Een hooggeleerd vakhistoricus moet echter beter weten, zeker als hij zoveel kapsones in stelling brengt. België was, na Engeland, het tweede land waar grootschalige industrialisatie op gang kwam. Het kende een voor die tijd geavanceerde steenkool – en hoogovenssector. Het was, niet qua oppervlakte maar wel qua economie, een redelijk grote mogendheid. Het beschikte bovendien over een flink koloniaal rijk, en kwam daarmee tenminste in de buurt van supermachtstatus. Het feit dat Oostenrijk, waar de industrialisatie veel later op gang kwam, dit België qua staalproductie inmiddels had ingehaald, suggereert op zijn minst toch een stevige economische dynamiek. Melchings sneer is dan ook een a-historische domheid.

De openingszinnen van Melchings stuk in De Volkskrant luiden: "De tv-serie ‘In Europa’ bevat feitelijke onjuistheden. Is dat erg? Ja, want feiten zijn de basis van elke historische redenering". Daar kan ik bij deels in vinden. Deels – want jet is een nogal simplistisch idee dat de geschiedenis zou bestaan uit een grote doos vol vaststaande, maar loshangende, feiten, die vervolgens in een redenering passen. Veel van de feiten blijken niet zo simpel te liggen terwijl omgekeerd de samenhang tussen feiten zelf ook meer is dan e alleen maar een redenering. Het hele historische proces zelf heeft iets ‘feitelijks’- hoe moeilijk het ook is om vast te stellen hoe dat precies werkt.

Maar het verlangen naar feitelijke correctheid dat Melching, theoretisch dus wat krakkemikkig, hier verwoordt, deel ik. Als een historisch betoog vol aantoonbare onjuistheden zit, dan ondermijnt dat mijn vertrouwen in wat er in betoogd wordt, juist ook in die beweringen die ik niet, of niet makkelijk, zelf kan controleren. Maar het maakt dan wel uit of het hier om werkelijk stevige missers gaat of – zoals in het geval van Mak en de serie, om betrekkelijke kleinigheden. "Melching zoekt spijkers op laag water", moppert Geer Mak. Naar mijn idee heeft hij daarin gelijk.
(wordt vervolgd)

dinsdag 4 september 2007

CDA en SP: twee maten voor vergelijkbare fratsen

"CDA duldt geen kritiek in eigen blad". Dat bericht het dagblad Trouw op 31 augustus.

De partijtop heeft hoofdredacteur Thijs Jansen van het partijblad Christen Democratische Verkenningen de laan uit gestuurd. Volgens het Wetenschappelijk Instituut (WI) van het CDA vaarde het blad een "te onafhankelijke koers". Kritische geluiden, onder meer over de Irak-oorlog waar diplomaat en ex-minister Kooijmans uitvoerig het woord over kreeg, schoten in het verkeerde keelgat. Al eerder hield Dorien Pesser het voor gezien als redacteur, omdat ze de druk van toenmalig WI-baas Ab Klink (inmiddels minister) niet vond kunnen. De zaak komt voor de rechter. Volgens het WI nam Jansen teveel vrijheid, volgens Jansen is de redactionele onafhankelijkheid in het geding.

Het hele verhaal klinkt bekend. Vervang wat namen en wat details, dan heb je de schorsing eerder dit jaar van Elma Verhey, hoofdredacteur van het SP-partijblad De Tribune in beeld. Zelfde soort conflict, vergelijkbare krampachtige reactie van hogerhand in de partij om kritische geluiden in een partijpublicatie. Maar er zijn twee grote verschillen.
De eerste is intern, binnen de partijen zelf. Binnen de SP was de schorsing van Verhey aanleiding tot rebelse geluiden, mensen drongen aan op een meer democratische gang van zaken binnen de SP. Niet alle kritiek sneed hout, en de schorsing van Verhey was niet de enige zaak die de gemoederen in SP-kringen in beweging bracht. De zaak van Yilderin, het Statenlid dat met voorkeursstremmen van enkele andere Statenleden in de Eerste Kamer kwam tegen de wil van de SP-leiding in, trok meer aandacht. Zie op dit weblog onder meer: "SP-crisis: over democratie en verkeerde 'vrienden'". Maar er wàs discussie in de partij, en die discussie belandde via de media ook buiten die organisatie.
Hoe anders is dat - voorzover ik zie - in het CDA. Ongetwijfeld wordt er binnen die partij beleefd gesproken over de zaak. Maar van een gonzend democratiseringverlangen merk je toch bijzonder weinig. Veel wijst erop dat het wegwerken van een kritische redacteur binnen het CDA als in het geheel niet abnormaal wordt gezien. Het is maar dat we het weten.
Een tweede verschil zit in de media-aandacht. Kranten konden hun lol niet op toen ze de SP neer konden zetten als "centraal geleide", met andere woorden autoritaire en ondemocratische partij. Alsof er ook niet-centraal geleide politieke partijen zijn. Verwijzingen naar het maoïstisch verleden waren niet van de lucht.
Nu er in een gevestigde rechtse partij als het CDA iets soortgelijks speelt, ontbreken zulke tendentieuze typeringen, geen gevestigde krant die het democratische gehalte van het CDA als partij in twijfel trekt. Verder dan de opmerking van Trouw dat kritiek in eigen partijblad niet getolereerd wordt, gaat die krant niet, verwijzingen naar de traditie van de inquisitie die ten grondslag zou kunnen liggen aan het wegwerken van de hoofdredacteur lezen we nergens. Ook het woord 'censuur'- zo veelvuldig en vaak zo ten onrechte in het rond gestrooid rond de SP-perikelen, is nu in geen velden of wegen te bekennen. Gewoon een verschil van inzicht over de grenzen tussen partijbevoegdheid en redactionele onafhankelijkheid, veel verder gaat de kritische toonzetting nauwelijks.
Anders gezegd: gevestigde media leggen weer eens twee maatstaven aan. Eentje voor de gevestigde rechtse politiek, ondemocratisch als die is; die rechtse politiek, waar het CDA deel van is, komt bijna overal mee weg. En een andere maatstaf voor links, bij wie zelfs het kleinste vergrijp tegen democratische normen breed wordt uitgemeten.
Begrijp me niet verkeerd: juist links hoort democratie, juist ook in eigen kring, bloedserieus te nemen. Rechts is inherent ondemocratisch, omdat het gevestigde machtsverhoudingen in stand houdt. Links hoort het streven naar meer democratie dat haar wezenlijk eigen is, ook op zichzelf toe te passen. In die zin moet links nog strenger zijn voor zichzelf als voor haar rechtse tegenpolen.
Juist daarom had en heb ik ook stevige kritiek manier waarop de SP-leiding opereerde rond Verhey en ook rond het SP-weblog van Yilderin, ook al had de leiding gelijk dat Yilderin verkeerd handelde door zijn Senaatzetel tegen de geldende afspraken binnen die partij toch in te nemen. Zie hierover naast het al eerder genoemde stuk op mijn weblog ook "Rebellie in de SP: terecht maar oppervlakkig" op hetzelfde blog.
Maar de taak om die strengheid te hanteren is aan links zelf. Dat kunnen we niet toevertrouwen aan aan media die bijziend zijn aan één oog, schandaal trappen als er stront aan de knikker is bij de SP maar vergelijkbare narigheid bij het CDA vrijwel met de mantel der liefde bedekken.

dinsdag 28 augustus 2007

Teleac biedt geschiedvervalsing over Russische Revolutie

Teleac over de Russische Revolutie afgelopen avond - dat moest ik toch eventjes bekijken. Ik was getipt door een vriend van me (bedankt Peerke), ik kijk weinig TV. Maar goed, soms maak ik een uitzondering. Welnu, ik heb geen spijt, ik heb me weer vrolijk zitten ergeren. De gevestigde orde is weer met terugwerkende kracht een tijdje gered door middel van het onfeilbare wapen van de geschiedvervalsing.
Het verhaal werd verteld met als rode draad de matrozen van de marinebasis Kronstadt, vlakbij Petrograd (het huidige St. Petersburg, en destijds de hoofdstad). Eerst kregen we een impressie van de Februarirevolutie: de demonstraties, stakingen en muiterijen die in maart 1917 de Tsaar ten val brachten. Grote betogingen waarin zich "socialistische agitatoren" (volgens de ondertiteling zelfs "socialistische oproerkraaiers", maar de Engelse tekst preekt van "agitators") mengden. Dat die 'socialistische agitatoren' gewoon arbeiders waren die samen met hun collega's in beweging kwamen tegen ondraaglijke toestanden zou je uit de 'documentaire' niet opmaken.
We krijgen te zien hoe de Tsaar soldaten inzet tegen de revolutionaire demonstranten. Die openen na aarzeling het vuur: pakweg vijftig doden. We krijgen ze niet echt te zien. De revolutie brengt ook de matrozen van Kronstadt in beweging. Die rekenen af met hun meest gehate officieren. Zo schieten ze een admiraal dood. Die executie krijgen we wél te zien, van tamelijk dichtbij. Hoge officieren zijn personen wiens leed ons als kijker aangaat. Demonstranten zijn uitschot die we niet als mens, niet als individu, hoeven te zien. Zo wordt van hogerhand de klassenstrijd gevoerd met beeldmateriaal als misleidend wapen.
Het verhaal gaat verder. We krijgen iets te horen over sovjets, de raden die overal in fabrieken, regimenten, dorpen van de grond komen. Rechtreeks gekozen gedelegeerden, die elk moment door hun kiezerskunnen worden teruggeroepen, aan de tand gevoeld en vervangen - maar daarover vertelt de documentaire niets. Alleen een opmerking over 'directe democratie op zijn best en op zijn slechtst'. gelukkig is er wel iets over te lezen, als je werkelijk belangstelling hebt voor hoe het zat. "How workers' power was organised", van Amy Muldoon, deel van een mooie artikelenreeks in het revolutionaire blad de Socialist Worker (USA). Er staan nog verdere leestips bij de artikelen ook.
Dan komt Lenin terug, in de fameuze 'verzegelde trein'. Hij kwam terug, zo leren we van de documentaire, om de revolutie te 'kapen'. Zijn programma, uiteengezet in de Aprilstellingen: alle macht aan de sovjets, en een einde aan de oorlog. Hoe deze revolutionair democratische eisen zich verhouden tot het kapen van de revolutie, legt de documentaire niet uit. In die Aprislellingen staat nog wel iets meer ook: bijvoorbeeld dat, zolang de brede massa's nog enig vertrouwen hebben in de Voorlopige Regering, de taak van Bolsjevieken bestaat uit geduldig uitleggen waarom die regering vervangen zou moeten worden door sovjetmacht. Lenin wilde een door de meerderheid gedragen revolutie, geen staatsgreep achter de rug van de bevolking om. De documentaire geeft ten onrechte echter een heel ander beeld. Die Aprilstellingen zijn trouwens, voor begrip van de Bolsjevistische strategie, een onmisbaar document.
De twee leuzen sluiten aan bij wat veel arbeiders, en ook de matrozen van Kronstadt, willen. In juli komen zij in opstand en eisen dat de sovjets aan de macht komen. Demonstranten gaan ook bij Lenin langs en verlangen een toespraak. Lenin heeft, volgens de documentaire , weinig te melden dan beleefdheden, wist niet voed wat te zeggen. Hij 'wantrouwde spontaan revolutionair initiatief', zo zegt de docu. Het zou een boek vergen om die onzin te weerleggen, maar de reden dat Lenin weinig wilde zeggen was een andere.
Hij vond het nog lang niet het moment om in opstand te komen. Weliswaar waren arbeiders en soldaten in de hoofdstad bereid tot opstand, maar dat gold niet voor de rest van het land. En een geïsoleerde opstand in de hoofdstad zou omsingeld worden door regeringstroepen, en vervolgens verpletterd. Dat wilde Lenin voorkomen. Mede daarom sprak hij sussende woorden tot de betogers: hij wilde de atmosfeer niet nog meer verhit maken dat hij al was. Maar dit is de documentairemakers allemaal te ingewikkeld en doet afbreuk aan hun favoriete beeldvorming van Lenin als kaper van de revolutie, dus deze informatie blijft ons bespaard.
De juli-opstand zet niet door. Volgens de documentairemakers hadden de demonstranten kunnen winnen, maar hadden ze niets om voor de regering in de plaats te zetten. Weer een misser. De demonstranten wilden de sovjets alle macht in handen geven. maar de leiders van de sovjet wilden dat niet. Toen dat duidelijk werd, kwamen de demonstranten niet verder. Na een paar dagen riepen juist de Bolsjevistische leiders hun aanhangers op om de acties te beëindigen. Ook dat is een detail dat netjes wordt weggelaten. Bolsjevieken zijn immers enkel alleen maar fanatici, en van die boodschap mag niet worden afgeweken.
Na de julidagen jaagt de regering de Bolsjevieken ondergronds. Vervolgens krijgen we te horen dat de behoefte aan een sterkere regering groeit. Wiens behoefe daar domineert, die van gefrustreerde hoge officieren en ondernemers, of die van gewone hongerige arbeiders en soldaten, dat wordt weer wat minder duidelijk. Maar hoe dan ook, generaal Kornilov probeert de macht aan zich te trekken, premier Kerenski schrikt en roept de sovjets te hulp en voorziet ze zelfs van wapens. Sovjet-activisten verslaan de militaire machtsgreep door op de soldaten van Kornilov in te praten. de staatsgreep - een woord dat ik in de docu niet gehoord heb trouwens - verdampt binnen een paar dagen.
Maar nu is de sovjet bewapend, zo vertelt de docu enigszins verontrust. Wat de docu een klein beetje verzwijgt is wie er vooraan stond in de verdediging van de sovjets: de Bolsjevieken. Wat de documentaire verdonkeremaant is het feit dat in de weken erna de Bolsjevieken gekozen meerderheden in steeds meer sovjets krijgen. Dat de Bolsjevistische partij intussen snel groeide, tot ze in oktober rond de kwart miljoen leden had houden de filmmakers ook liever geheim, evenals de verschrompelende steun voor de andere partijen - die trouwens niet eens worden genoemd.
Wel krijgen we te horen dat Lenin in oktober opeens op een machtsovername. Dat die Bolsjevistische meerderheden inde sovjets - bepaald relevant voor een partij die "alle macht aan de sovjets" in haar vaandel heeft staan - een rol zouden kunnen spelen bij de timing van Lenins voorstel, blijft echter weer buiten beeld. Lenin als revolutionair democraat - en dàt was Lenin, in de kern - dat mag onder geen beding tot de kwetsbare kijker doordringen.
De opstand zelf - de Oktoberrevolutie - wordt gekenschetst als een pure staatsgreep van enkele tienduizenden gewapende aanhangers van Lenin. Dat in het, rond die tijd bijeengeroepen, Al-Russische Congres van Sovjets de Bolsjevieken en sympathisanten een meerderheid hadden, verzwijgt de propag.., excuus, de objectieve documentaire. Dat het de bedoeling was dat de gewapende opstand de macht in handen van die sovjets zou brengen blijft zodoende wat wazig.
Nar de Oktoberrevolutie vestigt Lenin - aldus de film - meteen een keiharde dictatuur, met de al snel doldraaiende geheime dienst Tsjeka als wapen. We zien hoe een Tsjeka-agent een clown die satire bedrijft over de Bolsjevieken, tijdens een voorstelling neerschiet. Wéér de aandacht voor individuele slachtoffers van revolutionair geweld, of wat daar voor door moet gaan. Ik sluit overigens niet uit dat zoiets nog werkelijk plaatsgevonden heeft ook, maar daar zou ik dan toch wel iets meer over willen weten.
O ja, we kregen ook nog de episode opgedist van de gekozen Grondwetgevende Vergadering, waarbinnen de Bolsjevieken slechts een minderheid aan stemmen kregen. Dus lieten de Bolsjevieken die uiteenjagen, een overduidelijk teken van Lenins dictatoriale ambities. Wat hier niet bij verteld werd is de redenering van Lenin: de sovjets - niet alleen gekozen, maar ook rechtstreeks onder controle van kiezers - vormden een directere, 'hogere' vorm van democratie naar zijn idee.
Niet vermeld ook werd het feit dat de verkiezingen kort na de Oktoberrevolutie werdeen gehouden. De impact ervan was buiten de grote steden nog aan het doordringen. Vandaar ongetwijfeld dat het stemmental voor de Bolsjevieken in en om de grote steden het grootst was: daar was de betekenis van de Oktoberrevolutie - sovjetmacht, arbeiderscontrole in de fabrieken, land aan de boeren, en een eind aan de oorlog - heel veel mensen duidelijk. Anders gezegd: hoe bekender de Oktoberrevolutie, hoe groter de steun aan de makers en voorstanders ervan - toch een wat ander beeld dan wat de documentaire ons voorschotelt.
Een derde facet in de hele toestand rond die Grondwetgevende Vergadering zat in de kandidatenlijsten. De overgrote meerderheid werd gewonnen door de Sociaal-Revolutionairen (SRs), een gematigd-linkse partij met grote achterban onder boeren, en geleid door stedelijke intellectuelen. De leiding ervan was tegen de oktoberrevolutie en tegen de Bolsjevieken. Maar een flinke stroming wilde wèl met Lenin samenwerken, steunde de Oktoberrevolutie en had er voor een deel zelfs aan meegedaan. De partij splitste zich. Maar deze splitsing was nog niet doorgevoerd op de kieslijsten voor de Grondwetgevende Vergadering. Daardoor was de steun aan juist de linkse SR's in vde verkiezingen onzichtbaar, en dus ook de steun die de Oktoberrevolutie buiten de Bolsjevieken zelf wel degelijk had.
Alles bij elkaar hadden de Bolsjevieken dus hele goede redenen om de uistlag van de Grondwetgevende Vergadering niet als het hoogste en laatste woord in democratisch opzicht te beschouwen. Lenin zelf geeft zijn kijk op de zaak in hoofdstuk V uit zijn "De Proletarische revolutie en de renegaat Kautsky", een prachtig en erg vermakelijk boek trouwens.
Het uiteenjagen van die Vergadering, ook wel bekend als Constituante, leidde slechts tot weinig protesten. De nasleep van het protest echter dàt plaats vond laat echter meteen zien hoe de sovjetsdemocratie werkte. John Reed, revolutionair journalist in die tijd, schetste de episode in "Soviets in action". Bolsjevistische rode gardisten schoten dat protest uiteen, in een nogal domme actie naar zijn en ook mijn idee. Maar het vervolg verheldert veel. Meteen dwongen arbeiders nieuwe verkiezingen in sovjets af, en vervingen Bolsjevistische door andere afgevaardigden. Zo direct werkt sovjetdemocratie, als hij werkt. Maar dat mag de tere kijkersziel niet weten.
Ten slotte krijgen we nog te horen hoezeer Lenin de baas wilde spelen. Hij wilde met geen enkele andere partij samenwerken, zo vertelde de docuentaire ons op zeer besliste toon. Het is een doodgewone leugen. Tussen november 1917 en mei 1918 vormden Bolsjevieken en linkse Sociaal-Revolutionairen een coalitie, gesteund door een meerderheid inde sovjets. En het waren de Sociaal-Revolutionairen die de coalistie verbraken - niet de Bolsjevieken.
De documentaire sloot af met een vooruitblik over de burgeroorlog - die volgens de docu kennelijk vooral plaatsvond tussen Bolsjevieken en degenen die, zoals de matrozen van Kronstadt, de revolutie wilden verdedigen. Daarover is meer te zeggen, maar dat doe ik hier niet. Wel wil ik even opmerken dat die andere burgeroorlog, tussen enerzijds voormalige Tsaristische generaals, rechtse terreurbendes en 14 interventielegers - Britse, Amerikaanse, Franse en Japanse, onder andere - en anderzijds de Bolsjevieken en hun bondgenoten, niet eens wordt genoemd. Maar misschien krijgen we daar in de volgende uitzending, dinsdag 4 september 23.20 op Nederland 2, net zulke verhelderende uiteenzettingen over te zien als we nu mochten aanschouwen.
(bijgewerkt 29 augustus s ochtends)

woensdag 18 juli 2007

NOVA, Nation, David Corn

Dat was wel een aardig onderdeel van NOVA, over de stemming in de Senaat van de VS, over een vorm van troepenterugtrekking uit Irak. Een meerderheid was daar wel voor. Maar de meerderheid was niet groot genoeg om de resolutie in die richting aangenomen te krijgen.

Let wel: het voorstel - door Democraten ingediend - betekende geen complete aftocht uit Irak. Binnen 120 dagen moest met terugtrekking worden begonnen, in april 2008 moest die afgerond zijn. Maar de terugtrekking zou onvolledig zijn. "Een niet gespecificeerd aantal troepen zou kunnen achterblijven om een aantal specifieke taken uit te voeren: antiterreuracties, de bescherming van Amerikaans bezit en het trainen van Iraakse troepen", aldus een bericht op de website nieuws.nl.

Dat opent natuurlijk de deur voor eindeloos daar blijven. Bush verkoopt de hele oorlog daar immers als antiterreuractie, en Amerikaanse soldaten behandelen heel Irak zo ongeveer als Amerikaans bezit. Toch was de stemming veelbetekenend: ze liet zien dat het verlangen om zich uit Irak uit de voeten te maken ook een hoog machtsorgaan als de Senaat niet onberoerd laat en senatoren tenminste tot gebaren richting aftocht beweegt. En de meerderheid kwam maar acht stemmen te kort.

Maar dat vond ik niet de interessantste kant van de, tamelijk korte, NOVA-reportage. Veel opmerkelijker vond ik de keus van de man die commentaar mocht leveren op het gebeuren. Geen man van de New York Times of Washington Post, ook niet van CNN en al helemaal niet van Fox News.

Nee, we kregen de inzichten voorgeschoteld van David Corn, columnist van het blad The Nation. Dat blad is een vrij progressief magazine, dat je ergens kunt plaatsen in de linkervleugel van de Democratische partij. Zeer fel tegen Bush, zijn oorlogen en zijn aanvallen op democratische rechten, maar veel te mild tegen de Democratische oppositie.

Toch is de website van het blad ruimschoots de moeite waard om regelmatig te bezoeken. Kort geleden verscheen er bijvoorbeeld een omvangrijk en onthutsend stuk over de Irak-oorlog: "The Other War : Iraq Vets bear Witness". Amerikaanse militairen vertellen wat ze hebben gezien en gedaan in die strijd: de huiszoekingen, de intimidaties, de wreedheden. Het weblog Kritisch Links heeft er aandacht voor en geeft een uitvoerig citaat uit het artikel waaruit je wel een indruk krijgt.

David Corn heeft zelf ook een weblog, waarin hij uitvoerig verslag doet van verwikkelingen in en rond de politieke top in Washington. Beslist ook een plek om af en toe eens te gaan neuzen, vooral als er bijzondere zaken spelen in Senaat, Huis van Afgevaardigden of het Witte Huis. Heel radicaal is het niet, erg informatief echter vaak wel.

vrijdag 6 juli 2007

Vermist: het NOS Journaal

Zeg, weet iemand waar het NOS Journaal is gebleven? Ik zet geregeld om 20.00 uur mijn TV aan, zie daar dan wel een programma dat 'NOS Journaal' genoemd wordt, maar een nieuwsprogramma is het toch niet. Infotainment, lifestyle, een vleugje actualiteitenrubriek op de betere momenten, afgewisseld door hooguit een paar nieuwsberichten, dan heb je het gehad.

Zo ook weer vanavond. Het 'Journaal' opende met een vlootschouw in Zeeland, ter herdenking van de geboortdag van de zeventiende eeuwse Michiel de Ruyter. Jammer van het winderige weer waardoor de horeca inkomsten misliep en niet alle delen van het militaire spektakel door konden gaan, zo was de toonzetting. Dat al dat wapentuig bedoeld is om oorlog mee te voeren, werd nogal aan het zich onttrokken, de enige militaire verrichting die genoemd werd, was de slag bij Chatham tegen de Engelse vloot, in die zeventiende eeuw dus. "Helden mogen weer", kraaide Philp Freriks vrolijk tijdens deze reportage van het Staatspropagandaministerie.

Hierna een verslag van het proces tegen Henk van D., veroordeeld wegens verkrachting en moord van het meisje Suzanne. Dat was inderdaad nieuws, en daarmee tamelijk uitzonderlijk in de uitzending. Voor de hierop volgende reportage over een eiland waarop grootschalig windenergie geproduceerd ging worden, geldt dat iets minder. Het verslag hierover werd gecombineerd met berichtgeving over de mogelijke bouw van vijf kolencentrales. Misschien meer iets voor een actualiteitenrubriek, maar op zich geen onzinnige berichtgeving.

Daarna kwam Londen aan de beurt, en werd een absurd hoog lifestyle/infotainment-niveau bereikt. In de Britse hoofdstad vinden komend weekend niet alleen Wimbledon-wedstrijden en het Live Earth-klimaatconcert, maar ook de start van de Tour de France. En dat allemaal onder stevige terreurdreiging, exact twee jaar na de aanslagen van 2005. Die onverstoorbare Britten toch. Fraaier werd het, toen de reportage afgerond werd met berichtgeving over het toenemend fietsgebruik in Londen, gevolgd door speculaties of een Brit ooit Tourwinnaar zou kunnen worden. "Lekker belangrijk", zouden de Heideroosjes er wellicht over kunnen zingen, als ze een nieuw couplet nodig hebben voor het lied dat zo heet.

Het was tijd voor de korte berichten. Een dode schoonmaker gevonden in een basisschool in Enschede. Een verbod op slokhalsoperaties in 12 ziekenhuizen waar het aan passende ervaring in die operaties ontbrak. Een poging tot oplichting van de ouders van het ontvoerde meisje Madeleine. Invallen in ziekenhuizen in Australië, op zoek naar terroristische artsen in verband met de terreurpaniek vorige week in Londen en Glasgow. We zijn weer helemaal bijgepraat als dat alles tot je genomen hebt, nietwaar?

Het werd weer tijd voor infotainment. Een vrij lange reportage over de Xbox 360, de nieuwe spelcomputer van Microsoft. Dat ding schijnt om de haverklap[ tuk te gaan, zoals inmiddels het bedrijf zelf ook erkent. Sinds wanneer is het nieuws dat Microsoft troep maakt? En is dit niet eerder een onderwerp voor Kassa of Radar?

Het laatste onderwerp vóór het weer was tegelijk het minst onzinnige, een volgorde die de prioriteiten van een verregaand verziek NOS Journaal wel mooi symboliseert. Het ging over het klimaat, naar aanleiding van de Live Earth concerten morgen. We kregen keurig uitgelegd dat het weer, hoe van slag ook, niet hetzelfde was als het klimaat. het eerste is korte termijn, het tweede lange termijn. We kregen ook berichtgeving van noodweer in de VS: hitte en droogte in het ene deel, overstromingen elders. Ook andere landen hadden wateroverlast. Ten slotte in dit onderdeel nog het nieuws dat het kabinet 50 miljoen euro uittrekt om gevolgen van klimaatverandering en maatregelen ertegen te onderzoeken.

Dom was wel de opmerking dat het met dat klimaat allemaal misschien nog mee zou kunnen vallen als mensen morgen door de concerten zouden worden wakker geschud. Alsof er nog veel mensen zijn die nooit van klimaatrsverandering gehoord hebben, en alsof die door een mega-concert wakker zuillen worden. Al met al was dit geen slecht onderdeel; met enige nadere uitwerking zou je er een flink stuk actualiteitenrubriek mee kunnen vullen. Echt scherp nieuws was het echter net zo min als het overgrote deel van het zo verkeerd genoemde NOS-'Journaal'.

Na het weer kregen we nóg een herdenking, als toegift: het Kalashnikov-machinegeweer is jarig, en dat werd in een museum in Moskou herdacht Weer zo'n non-item. Philips Freriks noemde het wapen "de kameraad van elke guerrilla-strijder en van elke revolutionair." Ik krijg bijna de neiging om meteen zo'n ding te bestellen en samen met enkele kameraden van vlees en bloed eens een bezoek te brengen aan degenen die zo'n als nieuws verpakte wanprestatie leveren. Ik zal me nog even bedwingen.

Na zo'n soort 'Journaal'-uitzending bedenk ik me ook vaak: wat zou er nu allemaal gebeurd is dat we van de NOS blijkbaar niet mogen weten, wat aan het zicht onttrokken moet worden via berichten over spelcomputers, verjaarde zeehelden en Britse tourwinnaars in de verre toekomst? Ik doe een paar suggesties van ten onrechte niet vermeld nieuws:

*Het Pakistaanse presidentiële vliegtuig is beschoten, met president Musharaff erin. Het lijkt op een aanslag, al staat dat nog niet vast. Dit vindt plaats tegen de achtergrond van grote spanning in het land, met een bloedige confrontatie die nog niet is afgelopen tussen veiligheidstroepen enerzijds, en gewapende activisten in en om de Rode Moskee in Islamabad anderzijds. Niet alleen Aljazeera, waar ik de berichten zag, maar ook de BBC heeft berichtgeving hierover prominent op hun website. Wat in Pakistan - een kermacht, verscheurd door conflicten en vlakbij oorlogsgebied Afghanistan, lijkt me niet helemaal onbelangrijk.

* In dat oorlogsland Afghanistan doden NAVO-troepen 33 Talibanstrijders, aldus een bericht op de Volkskrant-site. ook zijn er weer drie NAVO-militairen gedood. Intussen meldt de Los Angeles Times dat diverse onderzoeken, waronder één van de VN, laten zien dat aanvallen van VS en NAVO meer burgerslachtoffers eisen dan aanvallen door de Taliban (natuurlijk 'per ongeluk', zoals dit bericht bij monde van een NAVO-woordvoerder laat blijken, maar toch). Ook geen irrelevant nieuws voor de betrokken kijker die zich een mening wil vormen over de Nederlandse oorlogsdeelname via de missie in Uruzgan. Maar blijkbaar niet relevant genoeg voor het Staatsministerie van Propaganda en Afleiding dat de inhoud van het 'Nieuws' blijkbaar bepaalt.