"Als de Ravotr ondergetekende probeert te overtuigen van het fascistoïde krakter van de PVV dan bakt hij er tot nu toe weinig van." Zo concludeert Rick Gallagher na een uitvoerige reactie geplaatst bij deel 5 van mijn serie over Wilders, "Hoe je een fascist herkent".
Hij draagt voor dit strenge oordeel een hele reeks argumenten geen. Geen van alle maken op mij een zeer overtuigende indruk. Deels omdat ze ingaan op dingen die ik helemaal niet beweer. Deels omdat ze niet ingaan op wat ik wel beweer. Dat, en nog wat dingen meer, hoop ik in het onderstaande, te laten zien - overigens in een verwante polemisch-kritische maar persoonlijk-respectvolle geest als waartin Rick zijn reactie blijkens de afsluiting van zijn eerste commentaar bedoelt. Mijn stuk is lang, ik weet het. Maar ik vond het niet goed om de zaak op te splitsen, mede omdat ik verder wil en deze reactie niet te lang moest blijven wachten, naar mijn idee.
Over de gehanteerde methode
Ricks eerste bezwaar is dat ik niet begin met een uiteenzetting van wat fascisme eigenlijk is, maar dat ik slechts 'elementen' aandraag die Wilders' politiek op fascisme doen lijken. "Het grootste bezwaar evenwel is dat deze fragmentarische behandeling betrekking heeft op het niveau van de ideologie." Rick vervolgt dan met een uiteenzetting over de marxistische methode zoals die volgens hem gebruikt zou moeten worden om het fascisme van Wilders te analyseren. Eerst een analyse van de maatschappijvorm, met daarin de productiewijze centraal. Dan de strijd tussen klassen en dergelijke, en de conflicten binnen die klassen. Vervolgens, als derde niveau de politieke, ideologische en historische aspecten. Rick zegt het niet met zoveel woorden, maar hij verwijt mij klaarblijkelijk dat ik mijn verhaal begin bij de ideologische bovenbouw in plaats van bij de doorslaggevende materiële basis.
Rick haalt echter een paar dingen door elkaar. De vraag wat wezenlijk is, en wat slechts symptomatisch, in een verschijnsel als Wilders is niet hetzelfde als de vraag waar je een uiteenzetting daarover dient te beginnen. Marx begint Het Kapitaal ook niet met het schetsen van de structuur van de maatschappij, om vervolgens over klassenstrijd te schrijven en af te sluiten met ideologische,. historische en politieke aspecten. Integendeel. Hij begint zijn uiteenzetting met een diepgravende verhandeling over de waar , om daarin de aspecten ruilwaarde en gebruikswaarde te onderscheiden, de circulatie van waren te behandelen, de rol van geld - en geleidelijk ontvouwt hij vanuit deze nogal abstracte categorieën steeds concreter hoe de kapitalistische maatschappij functioneert, hoe ze is ontstaan, wat de dynamiek is - en waarheen ze beweegt.
Marx houdt zich dus geenszins aan het schema van Rick: waar hij mee begint komt pas in de loop van de analyse op steeds verschillende manieren naar voren, de verschillende aspecten waaraan Rick keurig een volgorde toekent, zijn bij Marx vervlochten inéén. Waar Rick een sonate of symfonie van Beethoven wil horen, met een eerste deel van thema's en variaties, een tweede en vervolgens een slotdeel, daar geeft Marx eerder een fuga van Bach met eindeloos complex doorheengeweven meerstemmigheid, tot een meesterlijk geheel verweven.
Reden waarom ik dat zeg is niet dat ik hier iets vergelijkbaars doe als Marx, integendeel. Ik kom ermee om te laten zien dat er verschillende manieren zijn van uiteenzetting, en om aan te geven dat hoe iets wordt uiteengezet sterk kan verschillen van de analyse die aan de uiteenzetting vooraf ging. Immers, Marx is zijn onderzoek dat tot Het Kapitaal leidde, niet begonnen met de abstracte studie naar het wezen van de waar. Integendeel, hij heeft eindeloos statistieken zitten verzamelen, boeken gelezen over geschiedenis, politiek, economische theorie. Als Het Kapitaal de lijn had gevolgd waarop Marx tot zijn conclusies was gekomen, dan was het een heel ander boek geworden. Hij is juist via onderzoek tot de kern gekomen, van het concrete naar het abstracte; maar heeft bij zijn uiteenzetting dat eindpunt tot vertrekpunt van zijn betoog gemaakt, en gaat dan van het abstracte naar het concrete. Hoe Marx dingen ontdekte is iets anders dan hoe hij zijn ontdekkingen bracht.
Welnu, ik hou een heel ander soort verhaal hier. De stukken in de serie houden zijn geen afgeronde analyse in, maar zijn eerder verslagen van de verkenningstochten rond het verschijnsel-Wilders. Mensen mogen meelezen met het hardop-denkwerk rond Wilders waar ik mee bezig ben. Aan de hand daarvan maak in aspecten van de ideologie, werkwijze en doelstelling van het verschijnsel-Wilders een beetje inzichtelijk, en licht ik toe waarom het hier een fascistische dreiging betreft. Ik begin dus niet alleen mijn verkenning, maar ook mijn uiteenzetting, met de verschijningsvormen, om stap voor stap tot (in de buurt van) de kern te raken. Niet alleen mijn onderzoek, maar vooralsnog ook mijn uiteenzetting, gaat hier van het concrete naar het (enigszins) abstracte.
Dat ik met de ideologie van Wilders begin is dan ook helemaal niet per se omdat ik dat de kern van de fascistenzaak vind. De reden is een andere. Ik probeer iets duidelijk te maken aan de hand van die aspecten van Wilders die eenvoudwig waarneembaar zijn, die voor iedereen, marxist of niet, te volgen zijn. Dan kom je al gauw bij zijn provocerende uitspraken, beleidsvoornemens, politieke programma terecht - bij zijn ideologie dus. De verkenning van die aspecten laat - dat probeer ik aannemelijk te maken - opvallende overeenkomsten zien met het gedachtengoed van fascistische personen en organisaties.
Maar ik maak heel erg duidelijk dat ik dit als zodanig nog niet als doorslaggevend bewijs zie. Lees mijn afsluiting van deel vijf nog maar eens. Nadat ik zijn pleidooi voor openlijke ongelijkheid heb bekeken, zeg ik "in combinatie met racisme en nationalisme is de fascistische inslag van Wilders' politiek langzamerhand toch onmiskenbaar. Maar aanwijzingen in fascistische richting, hoe onmiskenbaar ook, zijn nog geen sluitende bewijsvorming om Wilders tot fascist te bestempelen..." Ook voor mij is ideologie niet beslissend. Laat ik daar meteen aan toevoegen dat deze passage ook een weerlegging inhoudt van het volgens Rick zo fragmentarische karakter van mijn argumentatie. De elementen die ik aandraag zijn "in combinatie" een aanweizing voor een "fascistische inslag" - dus niet los van elkaar. Het gaat bepaald om meer dan - zoals Rick het noemt - "een waslijst van ideologische overeenkomsten".
Ideologie niet zo ondergeschikt
Wel denk ik dat bij het typeren van een persoon als zijnde een fascist, ideologie wel veel belangrijker is dan zowel Pepijn als Rick doen voorkomen. Fascisme is een beweging met een bepaald doel, een stroming die bepaalde opvattingen in de praktijk wil brengen op een bepaalde manier. Afzonderlijke fascisten worden wel degelijk in hoge mate gekenmerkt door een stelsel van samenhangende opvattingen, door wereldbeeld, door een ideologie. Een beweging is het inderdaad pas als de ideologie geworteld is in een specifieke praktijk, met een specifieke rol in de strijd tussen de klassen in de kapitalistische maatschappij.
Dat "het analyseren van brokstukken van de Wildersiaanse ideologie" iets anders is dan "een analyse van de reële, empirisch bestaande, objectief bestaande structuur en dynamiek van de Nederlandse klassenmaatschappij" is, was mij bekend voordat ik deze zinsnede van Rick onder ogen kreeg. Maar het analyseren van de Wildersiaanse ideologie - het gaat om meer dan brokstukken, het gaat om een samenhang erin - werpt wel licht op aspecten van dingen die in deze maatschappij gaande zijn. Ideologie heeft óók realiteitsgehalte.
De afzonderlijke fascist herken je immers wel degelijk in belangrijke mate aan zijn ideologie, en aan de wijze waarop aan die ideologie geprobeerd wordt praktisch gevolg te geven. Een analyse van een persoon als Wilders die met de ideologische aspecten begint? Ik zie niet wat daar mis aan is. Zolang het maar niet daarbij blijft steken. Maar als Rick denkt dat ik niet verder kom dan ideologie dan maakt hij dezelfde fout als Pepijn: voorbarige verwijten over een nalatigheid die je eventueel pas kunt vaststellen als de serie klaar is. Niet eerder.
Fascisme destijds
Rick legt, in nogal complexe bewoordingen, maar op zich goeddeels correct - uit, waarin volgens de marxistische traditie waarop hij zich beroept het fascisme bestaat. Het gaat om een politiek project waarin een deel van de kapitalistenklasse een diepe crisis oplost door 1. de arbeiderklasse te verpletteren, en 2. de burgerlijk-democratische verhoudingen bruut opzij te schuiven. Om dit te bereiken wordt een massabeweging gevormd van delen van de middenklasse, plus lompenproletariërs en gedemoraliseerde delen van de arbeidersklasse. "Het fascisme zocht de oplossing van de maatschappelijke crisis in de instelling van een dictatoriaal regime dat de atomisering van de arbeidersklasse effectueerde."
Ik ben het daar allemaal best wel mee eens, op één punt na. Als hij zegt "met nationalisme als principieel ideologisch cement smeedde het fascistische grootkapitaal destijd een sociale beweging wiens zwaartepunt destijds lag..." dan verwart hij de klasse ten gunste waarvan het fascisme opereert - de klasse van grote ondernemers - met degenen die daadwerkelijk een fascistische beweging smeedden.
Het was niet het "grootkapitaal" dat de nazi-partij vormde, en met racisme een SA tot hysterische dieptepunten van gewelddadigheid dreef. Het waren elementen uit de middenklasse - een korporaal/ schilder, een slagerszoon - plus enkelingen uit de grootgrondbezittende klasse (het aantal SS-ers met een aristocratische achtergrond was trouwens opvallend), die een fascistische beweging vormden, en als wezenlijk deel daarvan ook een paramilitaire organisatie. De steun van uit de grote ondernemers was aanvankelijk marginaal.
Pas toen Hitler een geloofwaardige kandidaat voor de macht was geworden omdat zijn beweging een enorme kracht had ontplooid tussen 1929 en 1932, toen begonnen grotere aantallen grote ondernemers contact met de nazi's te zoeken en op grotere schaal geld in de partijkas te storten. Niet het "grootkapitaal" - dat de nazi's met grote afkeer bezag en hen slechts steunde uit angst voor de arbeidersbeweging, vooral voor hen nog veel engere communisten - maar een naar rechts geradicaliseerd delen van de middenklasse "smeedde (...) een sociale beweging aaneen" die het vuile werk ten gunste van dat "grootkapitaal" mocht opknappen.
Over democratie
Maar ik wijd uit. We gaan terug naar Wilders-als-wel-of-geen-fascist. Nadat Rick zijn samenvatting van een marxistische theorie rond het fascisme heeft gegeven, beginnen de schermutselingen tussen hem en mij pas goed. En dan gaat het al vrij snel mis.
Na al deze uiteenzettingen vertelt Rick dat hij bezwaar maakt "tegen de mening van Ravotr dat de poging van Wilders om Moslims tot tweederangsburgers te degraderen, van deze racist ook een fascist maakt." Probleem: ik ben die mening helemaal niet toegedaan, en dat is uit de al eerder geciteerde slotzinnen van deel vijf al glashelder op te maken. Slechts in combinatie met al genoemde andere aspecten wijst het streven om Moslims achter te stellen op een fascistische inslag bij Wilders, en zelfs dan is het - hoe vaak moet ik dat herhalen voor het gelezen wordt? - niet doorslaggevend als bewijs. Dus het bezwaar dat Rick maakt is vooral een product van zeer slordig lezen, en wellicht het raden naar bedoelingen die echter nergens uit blijken. Voor iemand die beweert het marxisme als 'wetenschappelijke methode' te hanteren is dit slordige lezen toch wel tamelijk onder de maat.
Maar Rick vervolgt dan met een interessante uiteenzetting van theoretisch belang: hij legt uit dat uitsluiting van bepaalde bevolkingsgroepen niet betekent dat de burgerlijke democratie niet meer bestaat, niet wijst op het bestaan van een regelrechte dictatuur. Hij noemt voorbeelden: de staat Israël, landen als Nederland voordat bijvoorbeeld vrouwen kiesrecht hadden. Hij stelt zelfs: "Ik durf zelfs te beweren dat de maatschappelijke uitsluiting van etnische minderheden compleet compatibel is met het bestaan van de burgerlijke (!!!) democratie."
In essentie heeft hij gelijk: ook de VS in de tijd van de slavernij was geen dictatuur, net zo min als de staat Israël dat nu is. Maar "compleet compatibel" gaat wel veel te ver. Het suggereert dat er tussen het inperken van burgerrechten en het democratische deel van "burgerlijke democratie" geen echte spanning bestaat.
Ik zou toch denken dat de VS in de tijd van de slavernij, minder een (zelfs burgerlijke) democratie was dan sindsdien? En dat de invoering van algemeen kiesrecht voor mannen èn vrouwen een uitbreiding van die democratie betekende? En dat dus het ongedaan maken van zulke emancipatoire maatregelen afbreuk doen aan die (nog steeds burgerlijke, dus door het kapitalisme ingeperkte) democratie? Ja, het maakt uit als bijvoorbeeld in Israël een generaal de macht grijpt en heet beetje democratie door dictatuur vervangt. Maar het maakt toch wel degelijk ook uit of binnen de burgerlijke democratie de democratische rechten van hele bevolkingsgroepen worden ingeperkt of erger?
Daar komt nog iets bij, iets dat relevant is voor de Wilders-discussie. Ja, de VS was ook voor de afschaffing van de slavernij een soort van burgerlijke democratie. Maar die stond onder spanning, juist vanwege het voortbestaan van die slavernij. De slavenhoudende grondbezitters vormden een deel van de heersende klasse wiens positie en ambities steeds meer op gespannen voet met de democratie kwamen te staan.
Toen via democratische verkiezingen in 1860 Lincoln, de man van de Noordelijke kapitalistenklasse tot president werd gekozen, scheidden de staten waarin de slavenhouders de baas waren zich af. Om zelfs maar de burgerlijke democratie te redden was een burgeroorlog nodig, door marxisten wel de tweede Amerikaanse burgerlijke revolutie genoemd. Zo "compleet compatibel" met burgerlijke democratie is de uitsluiting van etnische minderheden nu ook weer niet.
En degenen die de erfenis van de slavenhoudersstaten hooghouden, mèt het bijbehorende racisme, degenen die met de vlag van de zuidelijke Confederatie zwaaien, of ze nu in de rechterflank van de Republikeinse partij opereren en rechtstreeks bij de Ku Klux Klan - het zijn nauwelijks serieuze burgerlijke democraten. Voor sommigen van hen lijkt de typering "fascist" toch niet misplaatst...
Dat brengt ons terug bij Wilders. Ik schrijf, naar aanleiding van Wilders' idee om het gelijkheidsbeginsel van artikel 1. van de Grondwet te schrappen: "ongelijkheid als principe, en niet als uitkomst - dit is een wezenlijke breuk met zelfs de beperkte burgerlijke vorm van democratie die Nederland kent." Dat is, zo zie ik nu, een problematische formulering. "Inbreuk" in plaats van "breuk" was al beter geweest.
Het probleem zit erin dat je de zin op twee manieren kunt uitleggen. Je kunt erin lezen dat, als dit ongelijkheidsprincipe wordt doorgevoerd, Nederland dan geen burgerlijke democratie meer zou zijn. Dat zou onzin zijn, om redenen die Rick uitlegt: ook met achterstelling van etnische groepen is een maatschappij nog burgerlijk-democratisch te noemen als er een gekozen parlement functioneert, met het bijbehorende staatsbestel. Wel zou het die burgerlijke democratie minder democratisch maken. Een totale breuk is het niet, een serieuze inbreuk echter wel.
Maar mij ging het om iets anders, namelijk om wat dit voorstel zegt over degene die het voorstel doet, over Wilders dus. Het slopen van het gelijkheidsbeginsel is nog geen totaal einde aan de burgerlijke democratie in Nederland. Maar dat Wilders het gelijkheidsbeginsel openijk en principieel wil slopen, laat wel zien dat hij op een wezenlijk punt breekt met die democratie. Het tekent hem, als openlijke antidemocraat. Dat stel ik vast, net zoals ik zijn racisme en zijn paranoïde nationalisme vaststel. Een racistische nationalistische antidemocraat - daar ben ik tot nu toe aanbeland. Verwantschap met fascistische ambitie en opvattingen meen ik daarmee wel degelijk te hebben aangetoond.
Kansloze fascisten zijn ook fascisten
Rick ziet dat ik met het wijzen op de autoritaire dynamiek die voor uitvoering van Wilders' neoliberale program volgens mij vereist is "eindelijk in de buurt van het 'wezen' van fascisme" ben gekomen. Maar het is hem allemaal nog niet goed genoeg. Met zwaarwichtige verwijzingen naar het marxisme als "'realistische 'theorie" die de "ontwikkelingen van een bestaande maatschappij analyseert in plaats van hier een normatief gefundeerde fantasie tegenover stelt" klaagt hij dat ik er niet in slaag om te laten zien waar toch die "klassenbeweging" is die vandaag de dag naar fascisme neigt. De militante middenklasse, de kapitaalsgroepen die deze middenklasse opstoken om de arbeidersbeweging te verpletteren - ik laat ze niet zien, en dat is , marxistisch gezien, klaarblijkelijk een doodzonde.
Ik herhaal het nog maar eens: de serie is nog niet af! Op delen hiervan ga ik nog in. Maar mijn doel tot nu toe is veel bescheidener dan het via kunstgrepen opleuken van Wilders als aanvoerder van een - inderdaad niet-bestaande - gigagrote fascistenbeweging. Ik ben slechts bezig met de politicus Wilders als fascist neer te zetten. En dat is - nogmaals - niet uitsluitend, maar wel in hoge mate, een kwestie van het ontleden van de ideologie, en het relateren daarvan aan een in de kapitalistische maatschappij gewortelde politieke ambitie. Dáár ben ik mee bezig.
Klagen dat ik niet tegelijk nog met iets heel anders bezig ben is doodgewoon ook nog eens off-topic, hoe vaak het woord klasse, klassenfractie, grootkapitaal, maatschappijformatie en crisis ook worden herhaald, en in wat voor gewichtige combinatie ook. Het is een beetje alsof een schrijver van limericks wordt verweten dat zijn creaties niet voldoen aan de eisen die men aan een sonnet mag stellen. Het is alsof een countryzanger te horen krijgt dat hij slechte aria's in een opera aan het zingen is.
En al klagend sluipen de denkfouten binnen. Ik citeer: "Dat de preconditie voor de realisering van Wilders' programma bestaat uit de vestiging van een dictatuur (wat ik overigens betwijfel), creëert nog niet de klassenbeweging die een dergelijke herstructurering kan verwezenlijken." Dat Wilders op dictatuur af zou moeten koersen als hij zijn doelen werkelijk wil bereiken, wil niet zeggen dat hij daar ook de machtsmiddelen voor heeft. Dat is wat hier na enige ontcijfering kennelijk staat. Maar dat is de kwestie nog helemaal niet. Ik ben Wilders aan het typeren. De inschatting of zijn project kans op succes heeft is een eventuele volgende stap in de analyse. Niet alles tegelijk!
Rick zegt ook nog: "Als, zoals de Ravotr meent, het programma van Wilders de instelling van een dictatuur vereist, dat ins het enige mogelijke resultaat van de huidige stand van zaken dat er van een integrale uitwerking van het programma van Wilders geen sprake kan zijn." Dat is zeer wel mogelijk, maar dan nog: de "huidige stand van zaken" kan veranderen. Als het al zo is dat, zoals Rick betoogt, "de huidige crisis van het kapitalisme(...) vele malen minder" is dan in de jaren dertig toen de nazi's opkwamen, dan moet daar meteen bij dat zoiets kan veranderen. Het kapitalisme is, om maar eens in een taal te spreken die Rick zo graag hanteert, is een dynamisch en contradictoir systeem waarin de opeenhoping van tegenstellingen tot uitbarsting komt in steeds weerkerende crisisverschijnselen met potentieel catastrofale gevolgen. Anders gezegd: wat zo is hoeft niet zo te blijven.
Maar er is nog iets. Misschien is het project van Wilders vooralsnog kansloos. Laten we het hopen en tot zijn kansloosheid bijdragen! Maar dat zegt niets over de vraag of hij wel of geen fascistisch politicus is. Je hebt ook mislukte fascisten, gesjeesde fascisten, kansloze fascisten. De tegenwerping van Rick raakt, zoals te vaak in dit stuk, niet aan wat ik betoog, maar aan wat hij denkt dat ik betoog, of wat hij vindt dat ik, als serieus marxist, zou moeten proberen te betogen en bewijzen.
Over marxistische categoriën
Soms krijgt Rick's streven om mij te kapittelen voor de vermeende afwezigheid van marxistische analyse trouwens wat koddige, maar ook verontrustende, trekjes. Als hij tracht te weerleggen dat Wilders bezig is méér te doen dan langs electorale weg steun bouwen, dan schrijft hij: "Als Wilders "boze mensen"(lekker marxistische categorie trouwens) wil gebruiken als 'stormram'..."
"Lekker marxistische categorie"!? Vanwaar die vraag, beste Rick? Is de implicatie hier dat "boze mensen" voor marxisten een ontoelaatbare zinsnede (pardon, 'frase' zegt de officiële marxist geloof ik liever) is, en dat ik "wildgeworden kleinburgers" had moeten neerpennen, of "losgeslagen lompenproletarische elementen"? Moeten we, juist als marxisten, ook niet zoeken naar woorden die ook door niet-marxisten een klein beetje te volgen zijn? Moet marxistisch woordgebruik dienen ter verheldering - of alleen als vertoon van orthodoxie?
Ik stel er juist op mijn weblog een eer in om, als marxist, de werkelijkheid te beschrijven en te anaalyseren zonder keer op keer het, te vaak als elitair jargon werkende, typerende marxistisch woordgebruik te hanteren. Soms moet je precies zijn en het over "arbeidersklasse" hebben. Soms is echter "brede lagen van de bevolking" net zo functioneel. Soms moet je precies zeggen tot welke klasse, klassefractie of laag "boze mensen" behoren, Maar soms is het voldoende om aan te geven dat het hier om, tsja, boze mensen gaat.
Het voordeel van "boze mensen" en "brede lagen van de bevolking" boven veel van de soort woorden waaraan Rick te vaak de voorkeur geeft, - klassenfracties, proletariaat, grootkapitaal, klassebeweging, de hele rimram - is dat de eerste woorden iets makkelijker door niet-marxisten worden begrepen. En dat is, dunkt mij, toch ook het doel van uiteenzettingen van marxisten. We moeten leren om onze marxistische theorie niet alleen zo goed mogelijk te hanteren, maar ook op een toegankelijke manier te communiceren. En dat in die communicatie het marxistische woordgebruik, de 'marxistische categorieën' niet erg prominent naar voren geschoven worden, lijkt mij eerder een voordeel dan een nadeel.
Vergelijking gaat mis
Nogmaals terug naar Wilders. Rick erkent tegen het einde van zijn reactie: "de PVV draagt zeker de potentie in zich om onder de 'juiste' omstandigheden uit te groeien tot fascisme." Maar hij zegt dan: "Maar om te beweren dat zij daarom nu al fascistisch is is van dezelfde teleologie als de bewering dat de bolsjewistische partij 'eigenlijk' de embryonale vorm van de stalinistische dictatuur was, of de bewering dat de SDAP 'eigenlijk' een voorbode was van de neoliberale PvdA."
Dat klinkt alweer zeer gewichtig, mede door dat nodeloos moeilijke woord "teleologie". De strekking is kennelijk dat ik de PVV analyseer aan de hand van waar ik denk dat het naar toe gaat, en niet aan de hand van wat ze nu waarneembaar aan het doen is. De vergelijkingen met bolsjewieken en SDAP moeten het kwalijke karakter van die methode illustreren. Maar Rick slaat de plank hier driedubbel mis.
In de eerste, maar niet de belangrijkste, plaats, heb ik het in mijn stukken vrij weinig over de PVV gehad. Ik kwalificeer Wilders als fascist. Over zijn PVV ben ik tot nu toe veel terughoudender, Rick heeft de alinea ervoor nog geciteerd hoe ik in dit verband spreek van "fascisme in nogal embryonale ... toestand". Mijn belangrijkste onderwerp is tot nu toe echter Wilders zelf.
In de tweede plaats illustreer ik zijn fascistische politiek met de opvattingen die hij nu heeft, de activiteiten die hij nu onderneemt, en de dynamiek die dat heeft. Ik leid zijn fascisme niet met terugwerkende kracht af uit de uitkomst van zijn activiteiten, zoals het woord "teleologie" en de vergelijkingen die Rick maakt, suggereren. Wel wijs ik op een dynamiek, en logica die besloten ligt in wat Wilders beoogt en hoe hij opereert. Dat is echter niet hetzelfde.
In de derde plaats - zelfs al zou ik wel 'teleologisch' bezig zijn in de door Rick bedoelde zin, dan nog gaan zijn vergelijkingen lelijk de mist in. Zowel de bolsjewistische partij als de SDAP zijn opgezet als voertuigen tot emancipatie van de arbeidersklasse. De stalinistische dictatuur en de neoliberale PVDA zijn van die emancipatie, ieder op zeer verschillende manier, een dodelijke vijand. van bolsjevisme naar stalinisme, van SDAP naar PvdA - het is een proces een verregaande verloedering, ontaarding, ontkenning van waar het oorspronkelijk om ging.
Bij de PVV is dat toch heel duidelijk anders. Zelfs als ik zou erkennen dat Rick en Pepijn gelijk hebben en dat het de PVVniet om fascisme gaat, dan nog ligt fascisme wel degelijk in het verlengde van wat Wilders beoogt. Het is er een extremer versie van, op een bepaalde manier nagestreefd. Fascisme is - ook Rick en Pepijn erkennen dat indirect - wel degelijk verwant aan aar Wilders mee bezig is. Van Wilders naar fascisme gaan betekent: drastisch de ingeslagen weg vervolgen. Van Lenin naar Stalin, of van Troelstra naar Bos betekent: drastisch de ingeslagen weg verlaten en een tegengestelde richting ingaan. Dat is toch wel heel iets anders.
Ter afsluiting
Ricks reactie kreeg een korte repliek van NKOS. Die betoogde dat er bij Wilders wel degelijk van een een fascistisch gedachtengoed en poging om een bijbehorende beweging op te bouwen is. Op diens reactie volgt een tweede reactie van Rick waarin hij nog een paar aanvullende punten maakt die aandacht vragen.
Zo zegt hij: "Ik maak bezwaar tegen redeneringen met de volgende logische structuur: 1. Wilders is gevaarlijk rechts en 2. Fascisme is gevaarlijk rechts dus 3. Wilders = fascist." Ik deel dat bezwaar. Ik wil er even op wijzen dat noch NKOS, noch ondergetekende, die fout maakt, en dat Rick het tegendeel niet eens probeert aan te tonen.
Dan zegt Rick: "het staat je natuurlijk vrij om Wilders een fascist nte vinden omdat hij een bepaald gedachtengoed heeft (...) Maar voor marxisten als Peter en mij zou dat niet het criterium moeten zijn." Daar blijf ik het mee oneens. Een fascistisch individu kun je wel degelijk herkennen aan de opvattingen van dat individu, aan diens ideologie. Dat maakt een partij waarin dat individu werkt nog niet tot fascistisch, evenmin als deelname van zo'n individue aan een regering een land fascistisch maakt. Maar ik noem bijvoorbeeld de nep-historicus David Irving een nazi - of hij nu in nazi-kringen verkeert of niet. Zijn openlijk uitgedragen opvattingen maken hem tot nazi.
Op vergelijkbare manier tracht ik te laten zien dat Wilders een fascist is. Op dit niveau is ideologie heel wat minder bijkomstig in de analyse dan Rick beweert, en ik zie niet wat daar onmarxistisch aan zou wezen. Analyse van ideologie is, juist ook in dit vraagstuk, wezenlijk. Dat die analyse gerelateerd dient te zijn aan de functie die fascistische politiek inneemt in de klassenstrijd is helemaal waar. Daar ben ik dan ook mee bezig, ook al is mijn woordkeus een andere dan Rick wellicht zou wensen.
Een slotopmerking. Rick wil mij trachten te overtuigen door een beroep te doen op ons gezamenlijke marxisme. Dat is op zichzelf uitstekend, al vind ik zijn pogingen tot nu toe niet geslaagd. Maar wel wil ik er op wijzen dat dit weblog geen marxistisch theoretisch magazine voor marxisten-onder-elkaar beoogt te zijn. Ik probeer mijn stukken welbewust te schrijven op een manier die voor niet-marxisten te volgen is. En als het zo is dat de meeste bezoekers van mijn weblog marxisten zijn, zoals Rick vermoedt, dan vindt ik dat eerder een zwakte dan een kracht.
De taak van marxisten is toch immers niet voornamelijk te bewijzen aan elkaar wie de beste marxistische analyse maakt. De taak van marxisten is om een analyse te maken die klopt - en om dat zo te doen dat niet-marxisten er de zin en het nut van beginnen in te zien. Ook dàt is realisme: ingaan op de dingen zoals ze zijn, desnoods voorbij de categorieën waarin juist ook marxisten de dingen te vaak te snel proberen te vangen.
Posts tonen met het label fascisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fascisme. Alle posts tonen
zaterdag 11 augustus 2007
vrijdag 10 augustus 2007
Over Wilders-als-fascist (1): Pepijn Brandons pre-emptive strike
De deze week hervatte serie "Hoe je een fascist herkent" beoogt aannemelijk te maken dat Wilders een fascistisch politicus is, die bezig is een fascistisch politiek project op de kaart te zetten met buitengewoon griezelige implicaties. Niet iedereen was blij met de richting van die stukken. Pepijn Brandon kon al na drie delen van de serie zijn zorgelijke ongeduld niet bedwingen. Van hem plaatste ik dan ook op 3 april een gastcolumn. Rick Gallagher werd het na vijf delen allemaal te gortig. Hij schreef als commentaar bij deel 5 een tweetal uitvoerige reacties. Allebei hartelijk dank trouwens!
Maar hoe opgewekt ik ook werd van het feit dat Pepijn en Rick zich in de discussie stortten, van de inhoud van hun reacties val ik niet ondersteboven. Geen van beide schrijvers raken de kern van wat ik aan het doen ben. Geen van beiden hebben voldoende oog voor het feit dat ik nog maar in de aanloop ben, onderweg in mijn betoog. Pepijn reageert vooral op conclusies waarvan hij vreest dat ik ze zal gaan trekken maar die ik nog helemaal niet getrokken heb. Rick dicht mij opvattingen toe die ik helemaal niet heb, om daarvan klinkende weerleggingen te geven. Allebei verwijten ze me dat ik op wezenlijke aspecten van wat fascisme wel en niet is, niet ben ingegaan.
Om met dat laatste te beginnen: geduld, kameraden! Brandend geduld, desnoods, maar toch geduld. De serie is nog helemaal niet af, en kritiek leveren omdat deel zes tot en met elf nog niet zijn verschenen, omdat mijn betoog nog allerlei aspecten niet heeft behandeld - is dat een redelijk soort van polemiek bedrijven?
Rick Gallaghers reacties komen in een volgend stuk aan bod. Laat ik beginnen met Pepijn. Hij "wacht met spanning het vervolg af. Ook met lichte vrees, moet ik toegeven." Ik concludeer alvast twee dingen: hij heeft het vervolg niet afgewacht, noch in spanning, noch anderszins. Anders was deze gastcolumn er niet. Bovendien: angst - ook in de vorm van "lichte vrees"- is een slechte raadgever.
In de wereldpolitiek leidt angst voor niet-bestaande dreigingen nogal eens tot oorlogen tegen niet-bestaande bezitters van gevaarlijke wapens en verzonnen sponsors van terrorisme. Dit soort pre-emptive strikes pakken nogal eens verkeerd uit, zoals de hoofdbewoner van het Witte Huis kan uitleggen, als hij tenminste uit zijn woorden komt.
Maar ook pre-emptive strikes in politieke discussie leiden nogal makkelijk tot missers. Angst voor niet-bestaande conclusies zijn daarvan een voorbeeld. Argumenten aandragen tegen dingen die ik helemaal niet beweer hoort daarbij. Gebrekkige logica en innerlijke tegenstrijdigheid van zijn betoog al evenzeer. Van alle drie is in Pepijns betoog in ruime mate sprake.
Om met dat laatste te beginnen. Hij zegt: "hoe herken je een fascist? Interessante en belangrijke vraag." Even eerder waarschuwde hij echter dat "een verkeerde vraagstelling wel eens (...) tot een overdreven galop in het onderzoek en een modderige conclusie aan het eind" kan leiden. Wat is het nu, Pepijn? Een interessante vraag? Of een verkeerde vraagstelling? Allebei gelijk, in weergaloos dialectische samenhang? Of bedoel je gewoon dat de vraagstelling wel goed is maar het antwoord je niet bevalt? Uit het vervolg van zijn betoog blijkt vooral het laatste - maar what a muddle, zou Tony Cliff, oer-Internationaal Socialist, verzuchten.
Dan zegt Pepijn: "in deel 2 en 3 neemt Peter wel alvast een voorschot op de beoordeling van Wilders." Nee hoor, dat doe ik helemaal niet. Ik draag in de delen tot nu toe - twee en drie, maar ook de twee delen daarna - slechts bouwstenen aan voor zo'n beoordeling, ik neem geen voorschotten erop. Iedere bank en iedere aannemer kan desgewenst het verschil tussen een voorschot en een bouwsteen uitleggen.
Ik wijs op het racisme van Wilders, en laat zien dat dit veel dieper en verder gaat dan het wijdverspreide alledaagse onderbuikracisme. Ik wijs op het felle nationalisme waar dit racisme in zit ingebed. Ik zeg dat Islamofobie griezelige parallellen vertoont met antisemitisme. Ik zeg bijvoorbeeld: "Die verwevenheid van racisme geeft aan de opvattingen van Wilders een extra gevaarlijke dimensie - een dimensie waarin hij zich verwant betoont aan fascistische stromingen en personen elders." (deel 3)
Verwantschap laten zien zoals ik doe, tussen Wilders en fascistische politici en verschijnselen, is geen bewijs voor Wilders' fascistische aard. Het is een serieuze aanwijzing in die richting, een bouwsteen van de argumentatie waarin ik dat wil laten zien. De weg ligt hier nog open voor een conclusie die zegt: ja, het lijkt op fascisme maar het is het niet - bijvoorbeeld om redenen die Pepijn noemt. Ik denk dat zo'n conclusie onjuist zou zijn, en Pepijns betoog geeft mij geen redenen om dat te herzien. Maar ik ben nog onderweg. Mijn opmerkingen over het racisme en nationalisme van Wilders beogen niets meer te zijn dan seinpalen onderweg naar de eindbestemming. Pepijns reactie is hierdoor misplaatst en voorbarig.
Hetzelfde geldt voor zijn verzuchting over datgene waar ik in mijn reeks nog niet op ben ingegaan. Pepijn onderkent dat racisme en nationalisme belangrijke elementen zijn van fascistische politiek. Maar hij mist in mijn analyse van de klassenbasis die fascisme zo'n typerend en specifiek soort van uiterst rechtse politiek maakt: de naar rechts radicaliserende middenklasse, waarvan delen zich laten omvormen tot paramilitaire beweging die de arbeiderklasse kan breken om daarmee de crisis van het kapitalisme op te lossen op voorwaarden die de winstgevendheid van het kapitaal kan redden over de rug van die arbeiders.
Dictatuur ten gunste van het grote kapitaal, doorgedrukt via een kleinburgerlijke massale terreurbeweging - dat is de strekking van het fascisme. Pepijn geeft het helder aan, en ik deel deze definiëring in grote lijnen. Maar als Pepijn uitroept, over mijn betoog tot zo ver: "Maar waar is de militante massabeweging van de middenklasse als antwoord op de organische crisis? " dan antwoord ik: ergens in deel 6 tot en met 11 (of whatever) van deze serie... Dan ga ik er op in, op mijn tijd en op mijn manier. Sorry to keep you waiting, old chap...
Ik weet heel goed dat de ideologische kenmerken van iemand niet voldoende zijn voor een sluitende bewijsvoering over diens politieke identiteit, al zou ik het ideologische element hierin bepaald ook niet "ondergeschikt" willen noemen zoals Pepijn doet. Nogmaals, de ideologische kenmerken, de plannen en uitingen van Wilders zijn voor mij bouwstenen, wegwijzers. Ze zetten me op het spoor richting Wilders-als-fascist, en ze ouden anderen op dat spoor moeten zetten. Ze zijn als zodanig inderdaad nog geen doorslaggevend bewijs. Pepijn polemiseert hier tegen een niet-bestaande misvatting.
Denkt Pepijn al te weten hoe ik de "militante massabeweging van de middenklasse" als onderdeel van het Wilders-fenomeen uit de hoge hoed ga toveren? Het lijkt er enigszins op als hij schrijft over "een aantal nuttige onderzoeken die laten zien dat in de marge van Wilders' partij een aantal neonazi's ronddobberen" om vervolgens te waarschuwen: "dit verheffen tot een centraal definiërend kenmerk voor wat Wilders aan het opbouwen is, zou geen serieuze analyse zijn maar een kinderachtige discussieertruc."
Vraagje, Pepijn. Waaruit blijkt in mijn stukken dat ik deze "kinderachtige discussieertruc" hanteer of ga hanteren? Waaruit blijkt dat ik denk de aanwezigheid van een paar neonazi's in Wilders' kielzog niet alleen een symptoom van Wilders ' fascistische inslag zou kunnen zijn - wat mij aannemelijk lijkt, maar waar ik nog op terugkom - maar zelfs een "centraal definiërend kenmerk" van wat dan ook?
Misschien heeft deze opmerking van Pepijn ergens polemische waarde, maar ze raakt nergens serieus aan wat ik betoog. Ik heb het over de tendenzen tot vorming van een uiterst-rechtse massabeweging in deze stukken nog helemaal niet gehad. Het lijkt of hier de angst voor waar mijn betoog mogelijkerwijs op gaat uitdraaien, hier de overhand heeft gekregen op het reageren op wat ik daadwerkelijk beweer. Het leest hier als een ideologische pre-emptive strike van zijn kant tegen een volstrekt onbewezen, door angst ingegeven, ontsporing aan mijn kant. Ik vind zoiets een miskleun.
Een denkfout ligt ten grondslag aan Pepijns woorden: "als Wilders een fascist was, dan zouden beide punten (dit slaat op zijn racisme, en het feit dat hij vijand is van onze rechten, rooieravotr) ondergeschikt zijn aan iets anders: we zouden Wilders' beweging op straat en waar ze verder ook maar bijeenkomt moeten confronteren en blokkeren, met alle mogelijke middelen om een herhaling van Auschwitz te voorkomen."
Hier verwart Pepijn twee niveaus, twee lagen in de discussie. Iemand kan - vanwege diens opvattingen, doeleinden, ambities en de pogingen om daaraan een bijbehorende praktijk te verbinden - als persoon een fascist zijn. Hierin is trouwens de ideologie van zo'n persoon trouwens helemaal niet zo ondergeschikt als Pepijn doet voorkomen, lijkt me zo. Wie een nazi-staat wil invoeren zoals Hitler dat deed, en daartoe boeken schrijft is óók een nazi, ook als hij nergens lid van is en verder 'alleen maar' lezingen geeft. Dat betekent nog niet dat hij dùs ook al over een massabeweging beschikt die ook maar iets voorstelt. Het gaat hier om doelstelling en dynamiek, niet om het resultaat.
Een klein voorbeeld. Het feit dat Pepijn Brandon er net als ondergetekende vooralsnog niet in geslaagd is om een Leninistische massapartij van de grond te krijgen doet aan zijn en mijn ambitie in die richting niets af. Zelfs al waren hij of ik de enigen met deze opvattingen in Nederland, dan nog gold dat. Hij en ik zijn Leninist vanwege onze opvattingen, en vanwege onze inzet om daaraan een praktijk te verbinden - niet vanwege het effect dat we daarmee tot nu toe behalen.
Voor fascisten geldt iets dergelijks. De jaren vijftig en zestig wemelen van de eenlingen die het Derde Rijk verheerlijkten en tot nieuw leven wilden brengen. Ze bereikten vrijwel niets. Maar hun ideologie en hun - gelukkig vaak wel zeer knullige - pogingen om die ideologie in praktijk te brengen wezen op hun politieke identiteit. Ook zulke mensen noemen we fascisten, toch? En als Constant Kusters straks zijn zieltogende Nederlandse Volksunie (NVU) uitgegooid wordt door gefrustreerde partijgenoten, om zich vervolgens op Ameland terug te trekken om zijn memoires "Mijn Ramp" te gaan schrijven waarin hij zijn huidige opvattingen uiteen blijft zetten - is hij dan opgehouden een neo-nazi te zijn omdat hij zin beweginkje kwijt is?
Anders gezegd: je kunt fascist zijn, ook als je geen massabeweging in je kielzog hebt. Pepijn weet dat ook wel. We duidden Pim Fortuyn in De Socialist in 2002 aan als "fascist zonder fascistische beweging", toch? Het laat zien dat zoiets - ongeacht hoe we achteraf tegen deze typering aankijken - in principe ook voor Pepijn tot de mogelijkheden behoort. Volgens mij was deze typering destijds trouwens juist, en gaat die in hoge mate ook voor Wilders op.
Maar die erkenning impliceert helemaal niet dat we nu met blokkades en confrontatie de Wilders-beweging moeten stoppen. Hier verwart Pepijn de vraag hoe je een fascistisch politicus die nog geen beweging heeft dwarsboomt met de vraag hoe je een fascistische beweging die al wel op straat is, het beste bestrijdt.
Zeggen dat Wilders een fascist is betekent helemaal niet dat de bestrijding van zijn vorm en fase van fascisme hetzelfde dient te geschieden als de strijd tegen bijvoorbeeld de NVU. Ook fascisme heb je in meerdere vormen en vooral stadia van opbouw, en hetzelfde geldt voor de bestrijding ervan. Wilders' fascisme blootleggen is in die bestrijding een wezenlijk onderdeel. En daar ga ik dus onverstoorbaar mee door.
Maar hoe opgewekt ik ook werd van het feit dat Pepijn en Rick zich in de discussie stortten, van de inhoud van hun reacties val ik niet ondersteboven. Geen van beide schrijvers raken de kern van wat ik aan het doen ben. Geen van beiden hebben voldoende oog voor het feit dat ik nog maar in de aanloop ben, onderweg in mijn betoog. Pepijn reageert vooral op conclusies waarvan hij vreest dat ik ze zal gaan trekken maar die ik nog helemaal niet getrokken heb. Rick dicht mij opvattingen toe die ik helemaal niet heb, om daarvan klinkende weerleggingen te geven. Allebei verwijten ze me dat ik op wezenlijke aspecten van wat fascisme wel en niet is, niet ben ingegaan.
Om met dat laatste te beginnen: geduld, kameraden! Brandend geduld, desnoods, maar toch geduld. De serie is nog helemaal niet af, en kritiek leveren omdat deel zes tot en met elf nog niet zijn verschenen, omdat mijn betoog nog allerlei aspecten niet heeft behandeld - is dat een redelijk soort van polemiek bedrijven?
Rick Gallaghers reacties komen in een volgend stuk aan bod. Laat ik beginnen met Pepijn. Hij "wacht met spanning het vervolg af. Ook met lichte vrees, moet ik toegeven." Ik concludeer alvast twee dingen: hij heeft het vervolg niet afgewacht, noch in spanning, noch anderszins. Anders was deze gastcolumn er niet. Bovendien: angst - ook in de vorm van "lichte vrees"- is een slechte raadgever.
In de wereldpolitiek leidt angst voor niet-bestaande dreigingen nogal eens tot oorlogen tegen niet-bestaande bezitters van gevaarlijke wapens en verzonnen sponsors van terrorisme. Dit soort pre-emptive strikes pakken nogal eens verkeerd uit, zoals de hoofdbewoner van het Witte Huis kan uitleggen, als hij tenminste uit zijn woorden komt.
Maar ook pre-emptive strikes in politieke discussie leiden nogal makkelijk tot missers. Angst voor niet-bestaande conclusies zijn daarvan een voorbeeld. Argumenten aandragen tegen dingen die ik helemaal niet beweer hoort daarbij. Gebrekkige logica en innerlijke tegenstrijdigheid van zijn betoog al evenzeer. Van alle drie is in Pepijns betoog in ruime mate sprake.
Om met dat laatste te beginnen. Hij zegt: "hoe herken je een fascist? Interessante en belangrijke vraag." Even eerder waarschuwde hij echter dat "een verkeerde vraagstelling wel eens (...) tot een overdreven galop in het onderzoek en een modderige conclusie aan het eind" kan leiden. Wat is het nu, Pepijn? Een interessante vraag? Of een verkeerde vraagstelling? Allebei gelijk, in weergaloos dialectische samenhang? Of bedoel je gewoon dat de vraagstelling wel goed is maar het antwoord je niet bevalt? Uit het vervolg van zijn betoog blijkt vooral het laatste - maar what a muddle, zou Tony Cliff, oer-Internationaal Socialist, verzuchten.
Dan zegt Pepijn: "in deel 2 en 3 neemt Peter wel alvast een voorschot op de beoordeling van Wilders." Nee hoor, dat doe ik helemaal niet. Ik draag in de delen tot nu toe - twee en drie, maar ook de twee delen daarna - slechts bouwstenen aan voor zo'n beoordeling, ik neem geen voorschotten erop. Iedere bank en iedere aannemer kan desgewenst het verschil tussen een voorschot en een bouwsteen uitleggen.
Ik wijs op het racisme van Wilders, en laat zien dat dit veel dieper en verder gaat dan het wijdverspreide alledaagse onderbuikracisme. Ik wijs op het felle nationalisme waar dit racisme in zit ingebed. Ik zeg dat Islamofobie griezelige parallellen vertoont met antisemitisme. Ik zeg bijvoorbeeld: "Die verwevenheid van racisme geeft aan de opvattingen van Wilders een extra gevaarlijke dimensie - een dimensie waarin hij zich verwant betoont aan fascistische stromingen en personen elders." (deel 3)
Verwantschap laten zien zoals ik doe, tussen Wilders en fascistische politici en verschijnselen, is geen bewijs voor Wilders' fascistische aard. Het is een serieuze aanwijzing in die richting, een bouwsteen van de argumentatie waarin ik dat wil laten zien. De weg ligt hier nog open voor een conclusie die zegt: ja, het lijkt op fascisme maar het is het niet - bijvoorbeeld om redenen die Pepijn noemt. Ik denk dat zo'n conclusie onjuist zou zijn, en Pepijns betoog geeft mij geen redenen om dat te herzien. Maar ik ben nog onderweg. Mijn opmerkingen over het racisme en nationalisme van Wilders beogen niets meer te zijn dan seinpalen onderweg naar de eindbestemming. Pepijns reactie is hierdoor misplaatst en voorbarig.
Hetzelfde geldt voor zijn verzuchting over datgene waar ik in mijn reeks nog niet op ben ingegaan. Pepijn onderkent dat racisme en nationalisme belangrijke elementen zijn van fascistische politiek. Maar hij mist in mijn analyse van de klassenbasis die fascisme zo'n typerend en specifiek soort van uiterst rechtse politiek maakt: de naar rechts radicaliserende middenklasse, waarvan delen zich laten omvormen tot paramilitaire beweging die de arbeiderklasse kan breken om daarmee de crisis van het kapitalisme op te lossen op voorwaarden die de winstgevendheid van het kapitaal kan redden over de rug van die arbeiders.
Dictatuur ten gunste van het grote kapitaal, doorgedrukt via een kleinburgerlijke massale terreurbeweging - dat is de strekking van het fascisme. Pepijn geeft het helder aan, en ik deel deze definiëring in grote lijnen. Maar als Pepijn uitroept, over mijn betoog tot zo ver: "Maar waar is de militante massabeweging van de middenklasse als antwoord op de organische crisis? " dan antwoord ik: ergens in deel 6 tot en met 11 (of whatever) van deze serie... Dan ga ik er op in, op mijn tijd en op mijn manier. Sorry to keep you waiting, old chap...
Ik weet heel goed dat de ideologische kenmerken van iemand niet voldoende zijn voor een sluitende bewijsvoering over diens politieke identiteit, al zou ik het ideologische element hierin bepaald ook niet "ondergeschikt" willen noemen zoals Pepijn doet. Nogmaals, de ideologische kenmerken, de plannen en uitingen van Wilders zijn voor mij bouwstenen, wegwijzers. Ze zetten me op het spoor richting Wilders-als-fascist, en ze ouden anderen op dat spoor moeten zetten. Ze zijn als zodanig inderdaad nog geen doorslaggevend bewijs. Pepijn polemiseert hier tegen een niet-bestaande misvatting.
Denkt Pepijn al te weten hoe ik de "militante massabeweging van de middenklasse" als onderdeel van het Wilders-fenomeen uit de hoge hoed ga toveren? Het lijkt er enigszins op als hij schrijft over "een aantal nuttige onderzoeken die laten zien dat in de marge van Wilders' partij een aantal neonazi's ronddobberen" om vervolgens te waarschuwen: "dit verheffen tot een centraal definiërend kenmerk voor wat Wilders aan het opbouwen is, zou geen serieuze analyse zijn maar een kinderachtige discussieertruc."
Vraagje, Pepijn. Waaruit blijkt in mijn stukken dat ik deze "kinderachtige discussieertruc" hanteer of ga hanteren? Waaruit blijkt dat ik denk de aanwezigheid van een paar neonazi's in Wilders' kielzog niet alleen een symptoom van Wilders ' fascistische inslag zou kunnen zijn - wat mij aannemelijk lijkt, maar waar ik nog op terugkom - maar zelfs een "centraal definiërend kenmerk" van wat dan ook?
Misschien heeft deze opmerking van Pepijn ergens polemische waarde, maar ze raakt nergens serieus aan wat ik betoog. Ik heb het over de tendenzen tot vorming van een uiterst-rechtse massabeweging in deze stukken nog helemaal niet gehad. Het lijkt of hier de angst voor waar mijn betoog mogelijkerwijs op gaat uitdraaien, hier de overhand heeft gekregen op het reageren op wat ik daadwerkelijk beweer. Het leest hier als een ideologische pre-emptive strike van zijn kant tegen een volstrekt onbewezen, door angst ingegeven, ontsporing aan mijn kant. Ik vind zoiets een miskleun.
Een denkfout ligt ten grondslag aan Pepijns woorden: "als Wilders een fascist was, dan zouden beide punten (dit slaat op zijn racisme, en het feit dat hij vijand is van onze rechten, rooieravotr) ondergeschikt zijn aan iets anders: we zouden Wilders' beweging op straat en waar ze verder ook maar bijeenkomt moeten confronteren en blokkeren, met alle mogelijke middelen om een herhaling van Auschwitz te voorkomen."
Hier verwart Pepijn twee niveaus, twee lagen in de discussie. Iemand kan - vanwege diens opvattingen, doeleinden, ambities en de pogingen om daaraan een bijbehorende praktijk te verbinden - als persoon een fascist zijn. Hierin is trouwens de ideologie van zo'n persoon trouwens helemaal niet zo ondergeschikt als Pepijn doet voorkomen, lijkt me zo. Wie een nazi-staat wil invoeren zoals Hitler dat deed, en daartoe boeken schrijft is óók een nazi, ook als hij nergens lid van is en verder 'alleen maar' lezingen geeft. Dat betekent nog niet dat hij dùs ook al over een massabeweging beschikt die ook maar iets voorstelt. Het gaat hier om doelstelling en dynamiek, niet om het resultaat.
Een klein voorbeeld. Het feit dat Pepijn Brandon er net als ondergetekende vooralsnog niet in geslaagd is om een Leninistische massapartij van de grond te krijgen doet aan zijn en mijn ambitie in die richting niets af. Zelfs al waren hij of ik de enigen met deze opvattingen in Nederland, dan nog gold dat. Hij en ik zijn Leninist vanwege onze opvattingen, en vanwege onze inzet om daaraan een praktijk te verbinden - niet vanwege het effect dat we daarmee tot nu toe behalen.
Voor fascisten geldt iets dergelijks. De jaren vijftig en zestig wemelen van de eenlingen die het Derde Rijk verheerlijkten en tot nieuw leven wilden brengen. Ze bereikten vrijwel niets. Maar hun ideologie en hun - gelukkig vaak wel zeer knullige - pogingen om die ideologie in praktijk te brengen wezen op hun politieke identiteit. Ook zulke mensen noemen we fascisten, toch? En als Constant Kusters straks zijn zieltogende Nederlandse Volksunie (NVU) uitgegooid wordt door gefrustreerde partijgenoten, om zich vervolgens op Ameland terug te trekken om zijn memoires "Mijn Ramp" te gaan schrijven waarin hij zijn huidige opvattingen uiteen blijft zetten - is hij dan opgehouden een neo-nazi te zijn omdat hij zin beweginkje kwijt is?
Anders gezegd: je kunt fascist zijn, ook als je geen massabeweging in je kielzog hebt. Pepijn weet dat ook wel. We duidden Pim Fortuyn in De Socialist in 2002 aan als "fascist zonder fascistische beweging", toch? Het laat zien dat zoiets - ongeacht hoe we achteraf tegen deze typering aankijken - in principe ook voor Pepijn tot de mogelijkheden behoort. Volgens mij was deze typering destijds trouwens juist, en gaat die in hoge mate ook voor Wilders op.
Maar die erkenning impliceert helemaal niet dat we nu met blokkades en confrontatie de Wilders-beweging moeten stoppen. Hier verwart Pepijn de vraag hoe je een fascistisch politicus die nog geen beweging heeft dwarsboomt met de vraag hoe je een fascistische beweging die al wel op straat is, het beste bestrijdt.
Zeggen dat Wilders een fascist is betekent helemaal niet dat de bestrijding van zijn vorm en fase van fascisme hetzelfde dient te geschieden als de strijd tegen bijvoorbeeld de NVU. Ook fascisme heb je in meerdere vormen en vooral stadia van opbouw, en hetzelfde geldt voor de bestrijding ervan. Wilders' fascisme blootleggen is in die bestrijding een wezenlijk onderdeel. En daar ga ik dus onverstoorbaar mee door.
donderdag 9 augustus 2007
Hoe je een fascist herkent (deel 5)
Wilders ontpopt zich steeds meer als vijand van democratische rechten en verhoudingen in iedere serieuze betekenis van het woord. Zijn afwijzing van het bouwen van nieuwe moskeeën, zijn oproep om de helft uit de Koran te scheuren, en deze week ook al zijn pleidooi voor een verbod op de Koran, laten dat wel heel duidelijk zien.
Laten we helder zijn over wat hij beoogt: het gaat hier om een drastische inbreuk op de godsdienstvrijheid, op de persvrijheid, op de vrijheid van meningsuiting. Over die laatste vrijheid heeft hij in zijn "Onafhankelijkheidsverklaring" van 2005 nog plechtig geschreven: "De vrijheid van meningsuiting is het belangrijkste grondrecht." Maar dat geldt blijkbaar alleen voor dragers van de door Wilders favoriet verklaarde joods-christelijke en humanistische cultuur, niet voor Moslims. De Islam kunnen beleven en beoefenen zonder Koran is net zo onmogelijk als het Christendom belijden zonder Bijbel. De logische volgende stap zou zijn dat Wilders pleit voor een verbod op de islam. Het is ongekend grof.
Hoe grof precies, blijkt wel uit reacties van fascistische politici in andere landen. Flip Dewinter, van het Vlaamse Belang (voorheen het Vlaams Blok) wijst een verbod op de Koran af, met een verwijzing naar de vrijheid van meningsuiting als "Europese verworvenheid die we niet op de helling mogen zetten vanwege een fundamentalistische islam die haat en verderf predikt tegen alles wat niet-islamitisch is." Een woordvoerder van de British National Party (BNP), een kleine fascistenclub in Engeland, zegt : "Een verbod zou zinloos zijn. Via internet zouden mensen de Koran toch kunnen lezen. Het is bovendien beter precies te weten wat er precies in dat boek staa5 dan het te verbieden." De BNP-woordvoerder voegt eraan toe dat hij liever de bouw van nieuwe moskeeën wil helpen belemmeren.
Natuurlijk zit er aan de afwijzing van een Koran-verbod door Dewinter en de BNP-woordvoerder een naar luchtje. Het gaat slechts om tactische verschillen in hoe de vijandigheid jegens Moslims georganiseerd moet worden. Bovendien worden fascisten wel eens vaker nerveus over verboden: stel je voor, straks wil iemand hun favoriete anti-Moslim-cartoons ook gaan verbieden, of hun favoriete boeken... Dat Wilders de Koran vergeleek met Hitler's "Mein Kampf" zal menige fascist ook een wat ongemakkelijk gevoel hebben bezorgd.
Maar dat zijn tactische verschillen tussen zeer rechtse figuren. Dat neemt allemaal niet weg dat Wilders, met zijn oproep tegen de Koran, zowel de BNP als het Vlaams Blok rechts inhaalt, dat hij een nog openlijker antidemocratisch geluid laat horen dan Flip Dewinter en de woordvoerder van de BNP. Het is een zoveelste symptoom bij Wilders van het politieke virus dat fascisme heet, al is daarmee de diagnose nog lang niet afgerond.
Antidemocratisch was ook al zijn houding rond de dubbel paspoorten. De nationalistische loyaliteitswaan ervan heb ik in deel drie van de serie al laten zien. Maar er zit een andere politieke kant aan, die de democratische rechten van iedereen raakt. Als - zoals Wilders eerder dit jaar bepleitte- mensen met een tweede paspoort geen kamerlid of bewindspersoon kunnen zijn, dan worden daarmee de dragers van twee paspoorten - vooral Marokkanen en Turken, die vormen Wilders' doelwit - van rechten beroofd die dragers van alleen een Nederlands paspoort wel hebben. Zo schep je ongelijkheid, zo schep je eersterangsburgers en tweederangsburgers.
Maar dat is niet alles. Ook de zogenaamde eersterangsburgers - zij die, omdat ze alleen een nederlands paspoort dragen, wel mee mogen doen van Wilders - raken rechten kwijt. Zij kunnen immers niet meer stemmen op mensen die ze vertrouwen, ongeacht hoeveel paspoorten ze hebben, of misschien wel omdàt ze twee paspoorten hebben. Mevrouw Albayrak mocht van Wilders geen staatssecretaris worden, en dat is een inbreuk op haar rechten. Maar ik mag van Wilders ook niet op Albayrak stemmen (of althans: ik moet accepteren dat ze geen positie mag bekleden, al stemt heel Nederland op haar), en dat is een inbreuk op mijn rechten. Afbraak van rechten van sommigen van ons betekent uitholling van democratische rechten van ons allemaal.
Dat ongelijkheid voor Wilders geen bijkomstig gevolg is van zijn maatschappijbeeld, maar een heilig principe, blijkt uit zijn pleidooi om Artikel 1. van de Grondwet af te schaffen. Dat artikel zegt dat iedereen in hetzelfde geval gelijk behandelt dient te worden, het zogeheten gelijkheidsbeginsel. Anders gezegd: de staat mag niet discrimineren. Welnu, Wilders wil dit artikel vervangen door een nieuw artikel waarin de joods-christelijke en humanistische traditie tot grondslag van de maatschappij worden uitgeroepen.
In plaats van het gelijkheidsbeginsel komt een nationale culturele identiteit die mensen insluit - en anderen uitsluit. Ongelijkheid als principe, en niet slechts als uitkomst - dit is een wezenlijke breuk met zelfs de beperkte burgerlijke vorm van democratie die Nederland kent. In combinatie met racisme en nationalisme en met de gisteren hier uiteengezette antidemocratische strekking van zijn economische plannen is de fascistische inslag van Wilders' politiek langzamerhand toch onmiskenbaar. Maar aanwijzingen in fascistische richting, hoe veelzeggend ook, zijn nog geen sluitende bewijsvoering om Wilders tot fascist te bestempelen...
(wordt vervolgd)
Laten we helder zijn over wat hij beoogt: het gaat hier om een drastische inbreuk op de godsdienstvrijheid, op de persvrijheid, op de vrijheid van meningsuiting. Over die laatste vrijheid heeft hij in zijn "Onafhankelijkheidsverklaring" van 2005 nog plechtig geschreven: "De vrijheid van meningsuiting is het belangrijkste grondrecht." Maar dat geldt blijkbaar alleen voor dragers van de door Wilders favoriet verklaarde joods-christelijke en humanistische cultuur, niet voor Moslims. De Islam kunnen beleven en beoefenen zonder Koran is net zo onmogelijk als het Christendom belijden zonder Bijbel. De logische volgende stap zou zijn dat Wilders pleit voor een verbod op de islam. Het is ongekend grof.
Hoe grof precies, blijkt wel uit reacties van fascistische politici in andere landen. Flip Dewinter, van het Vlaamse Belang (voorheen het Vlaams Blok) wijst een verbod op de Koran af, met een verwijzing naar de vrijheid van meningsuiting als "Europese verworvenheid die we niet op de helling mogen zetten vanwege een fundamentalistische islam die haat en verderf predikt tegen alles wat niet-islamitisch is." Een woordvoerder van de British National Party (BNP), een kleine fascistenclub in Engeland, zegt : "Een verbod zou zinloos zijn. Via internet zouden mensen de Koran toch kunnen lezen. Het is bovendien beter precies te weten wat er precies in dat boek staa5 dan het te verbieden." De BNP-woordvoerder voegt eraan toe dat hij liever de bouw van nieuwe moskeeën wil helpen belemmeren.
Natuurlijk zit er aan de afwijzing van een Koran-verbod door Dewinter en de BNP-woordvoerder een naar luchtje. Het gaat slechts om tactische verschillen in hoe de vijandigheid jegens Moslims georganiseerd moet worden. Bovendien worden fascisten wel eens vaker nerveus over verboden: stel je voor, straks wil iemand hun favoriete anti-Moslim-cartoons ook gaan verbieden, of hun favoriete boeken... Dat Wilders de Koran vergeleek met Hitler's "Mein Kampf" zal menige fascist ook een wat ongemakkelijk gevoel hebben bezorgd.
Maar dat zijn tactische verschillen tussen zeer rechtse figuren. Dat neemt allemaal niet weg dat Wilders, met zijn oproep tegen de Koran, zowel de BNP als het Vlaams Blok rechts inhaalt, dat hij een nog openlijker antidemocratisch geluid laat horen dan Flip Dewinter en de woordvoerder van de BNP. Het is een zoveelste symptoom bij Wilders van het politieke virus dat fascisme heet, al is daarmee de diagnose nog lang niet afgerond.
Antidemocratisch was ook al zijn houding rond de dubbel paspoorten. De nationalistische loyaliteitswaan ervan heb ik in deel drie van de serie al laten zien. Maar er zit een andere politieke kant aan, die de democratische rechten van iedereen raakt. Als - zoals Wilders eerder dit jaar bepleitte- mensen met een tweede paspoort geen kamerlid of bewindspersoon kunnen zijn, dan worden daarmee de dragers van twee paspoorten - vooral Marokkanen en Turken, die vormen Wilders' doelwit - van rechten beroofd die dragers van alleen een Nederlands paspoort wel hebben. Zo schep je ongelijkheid, zo schep je eersterangsburgers en tweederangsburgers.
Maar dat is niet alles. Ook de zogenaamde eersterangsburgers - zij die, omdat ze alleen een nederlands paspoort dragen, wel mee mogen doen van Wilders - raken rechten kwijt. Zij kunnen immers niet meer stemmen op mensen die ze vertrouwen, ongeacht hoeveel paspoorten ze hebben, of misschien wel omdàt ze twee paspoorten hebben. Mevrouw Albayrak mocht van Wilders geen staatssecretaris worden, en dat is een inbreuk op haar rechten. Maar ik mag van Wilders ook niet op Albayrak stemmen (of althans: ik moet accepteren dat ze geen positie mag bekleden, al stemt heel Nederland op haar), en dat is een inbreuk op mijn rechten. Afbraak van rechten van sommigen van ons betekent uitholling van democratische rechten van ons allemaal.
Dat ongelijkheid voor Wilders geen bijkomstig gevolg is van zijn maatschappijbeeld, maar een heilig principe, blijkt uit zijn pleidooi om Artikel 1. van de Grondwet af te schaffen. Dat artikel zegt dat iedereen in hetzelfde geval gelijk behandelt dient te worden, het zogeheten gelijkheidsbeginsel. Anders gezegd: de staat mag niet discrimineren. Welnu, Wilders wil dit artikel vervangen door een nieuw artikel waarin de joods-christelijke en humanistische traditie tot grondslag van de maatschappij worden uitgeroepen.
In plaats van het gelijkheidsbeginsel komt een nationale culturele identiteit die mensen insluit - en anderen uitsluit. Ongelijkheid als principe, en niet slechts als uitkomst - dit is een wezenlijke breuk met zelfs de beperkte burgerlijke vorm van democratie die Nederland kent. In combinatie met racisme en nationalisme en met de gisteren hier uiteengezette antidemocratische strekking van zijn economische plannen is de fascistische inslag van Wilders' politiek langzamerhand toch onmiskenbaar. Maar aanwijzingen in fascistische richting, hoe veelzeggend ook, zijn nog geen sluitende bewijsvoering om Wilders tot fascist te bestempelen...
(wordt vervolgd)
woensdag 8 augustus 2007
Hoe je een fascist herkent (deel 4)
Geert Wilders is een fascistisch politicus. Om dat aan te tonen begon ik in maart van dit jaar de serie "Hoe je een fascist herkent". Het is - op de dag dat Wilders een verbod van de Koran, zelfs in moskeeën zelf bepleit - wel weer eens tijd om deze serie voort te zetten. Waar waar we gebleven?
In deel één gaf ik aan dat het etiket 'fascisme' niet zomaar op iedere nare politieke figuur moet worden geplakt. Fascisme is een doordachte politieke typering, geen scheldwoord. In deel twee bekeek ik het Islamofobe racisme, en liet zien dat dit veel verder gaat dan het alledaagse racisme waar zeer veel politici mee behept zijn. Het is Wilders te doen om "het zaaien van een paranoïde panische angst voor hele bevolkingsgroepen en het stelselmatig aanwakkeren (...)van racistische haat." Deel drie laat zien hoe dat racisme past in een fel nationalisme van veel verder gaat dan de sentimentele aanhankelijkheid aan 'het vaderland', de vlag en het nationale voetbalelftal. "Moslims zijn in Wilders' ogen dan ook niet zozeer profiteurs(...), maar volksvijanden, potentiële landverraders." Daar vertoonde zich "een buitengewoon griezelige parallel met het favoriete racisme van de jaren dertig: het antisemitisme". En de combinatie van racisme en nationalisme zoals Wilders die hanteert "brengt hem vrij dicht in de buurt van mensen als Flip de Winter en Jean Marie Le Pen - mensen die wel degelijk een fascistisch verschijnsel vertegenwoordigen."
Racisme en nationalisme zijn bestanddelen van Wilders' wereldbeeld. Maar er is veel meer dat hem in de buurt van fascistische politiek brengt. Zo zijn er de ongekend grove ideeën die hij heeft over politie en justitie. Tekenend was zijn stelling dat de politie wat hem betreft tijdens rellen met scherp mag schieten. Inhoudelijk was die oproep gebakken lucht: de politie heeft die bevoegdheid allang. Maar de toonzetting: 'mensen maken rumoer op straat? Knal ze neer!' is veelbetekenend. Zelfs de doorgaans niet zachtzinnige VVD noemde het voorstel "idioot". En Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP sneerder: "als hij zo graag een bananenrepubliek wil, moet hij daar misschien maar eens naar op zoek gaan." (Parool, 29 mei 2007)
Deze bloeddorstige mening van Wilders staat niet op zichzelf. In het plan "Justitie en Politie met Ambitie" pleit de groep-Wilders voor strenger straffen; geen enkel oog meer voor de positie van daders - "De rechtspleging moet alleen voor de slachtoffers begrip en compassie tonen" -; verplicht levenslange gevangenisstraf als een zwaar geweldsmisdrijf een derde maal begaan wordt; bij taakstraffen altijd óók een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen; slechtere voorzieningen voor gevangenen - de kosten per gevangene per dag moeten omlaag; standaard meer mensen op één cel; afschaffing van voorzieningen als TV. "Het is geen schande als het nederlandse gevangenisregime een van de zwaarste uit de Europese Unie wordt."
Veroordelen met een werkstraf in publieke ruimten moeten als zodanig herkenbaar zijn., zodat zij die staf "moeten ondergaan op een manier die hen publiekelijk te kijk zet." Dit omdat "de afschrikwekkende werking van straffen aanzienlijk vergroot kan worden door aan de tenuitvoerlegging daarvan een beschamend element toe te voegen." Ieder idee van bescherming van privacy van gestraften gaat overboord. En laat niemand denken dat Wilders zich hierbij wil beperken tot zware criminelen: hij noemt ook "het verwijderen van graffiti en het herstel van vernielde publieke goederen", als voorbeelden "werkzaamheden die herstel van de gevolgen van criminaliteit impliceren." Wat Wilders betreft mensen wegens kleinschalig vandalisme aan een middeleeuwse schandpaalbehandeling blootgesteld. Ten slotte pleit Wilders voor een volledig kraakverbod, zonder uitzonderingen.
Alles bijeen is dit een veel hardere houding die Wilders wil doorvoeren, een houding die richting politiestaat gaat. Maar fascisme is dit als zodanig nog lang niet. We moeten echter zijn autoritaire houding rond politie, justitie, criminaliteit en openbare horde plaatsen tegen de achtergrond van de richting waarin Wilders de hele maatschappij wil verbouwen. Die richting is op brute, nauwelijks verhulde wijze, antidemocratisch en dictatoriaal.
De kern van zijn ambitie wordt duidelijk door een blik op de sociaal-economische programmapunten van Wilders. We vinden ze op een rijtje in zijn "Onafhankelijkheidsverklaring" uit maart 2005. Daar valt sowieso een extreem neoliberale houding op. Alle mogelijke ruimte voor ondernemersvrijheid, ten koste van de rest van de maatschappij. Maar daarin maakt Wilders een sprong waar een gewone neoliberaal voor terugdeinst - een sprong die Wilders doet botsen met ieder idee van bescherming van collectieve rechten van arbeiders. En die breuk, wil hij die echt doorzetten, vereist de instelling van een dictatuur.
Twee voorbeelden maken dat, met enig nadenken, wel duidelijk. Wilders wil de afschaffing van het minimumloon. En hij wil het schrappen van de regel dat afgesloten CAO's bindend worden verklaard voor de hele bedrijfstak. Allebei zijn binnen min of meer democratische verhoudingen uitgesloten.
Neem het eerste punt. De Verenigde Staten, in vele opzichten de neoliberale/ neoconservatieve modelstaat waarin Wilders een voorbeeld ziet, kent een minimumloon. Veel is het niet, maar het principe dat er een niveau van beloning is waar beneden arbeid openlijk tot slavernij verwordt is zelfs daar erkend. En dit in een land waar sociaaldemocratische politiek nauwelijks vorm heeft gekregen en de macht van vakbonden steeds verder is afgebrokkeld onder druk van meedogenloos optredende ondernemers en regeringen die zede ondernemers op vrijwel alle punten ter wille zijn. Wilders wil op sociaal vlak nog veel verder terug de negentiende eeuw in dan Bush.
Is er iemand die gelooft dat hier a. ooit een parlementaire meerderheid voor te vinden is, en b. als zo'n voorstel wordt aangenomen, mensen passief op hun stoel blijven zitten om zich naar de neoliberale slachtbank te laten leiden? Wilders gaat die met scherp schietende politie waar hij voor heeft gepleit in dat geval nog hard nodig hebben, want het aantal "raddraaiers"en "relschoppers" zou op dat moment wel eens snel in de vele tienduizenden kunnen lopen.
Iets dergelijks geldt als hij werkelijk probeert de verbindend verklaring van CAO's op de helling te zetten. Regel is nu dat als de vakbond een CAO afsluit in bijvoorbeeld de metaal, die afspraken gelden in alle bedrijven in die sector - ook bij bedrijven waar weinig of zelfs geen vakbondsleden zijn. Dit voorkomt dat bedrijven er voordeel van ondervinden om geen zaken met vakbonden te doen en zo met lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden weg kunnen komen.
Schaf je deze bepaling af dan moedig je daarmee ondernemers aan om geen CAO's met vakbonden meer af te sluiten. Bedrijven die dat nog wel doen, tolereren daarmee hogere kosten en minder ongebreidelde vrijheid van bazen tegenover arbeiders. Vakbonden zullen dan bedrijf voor bedrijf hun positie moeten verdedigen, de hele balans tussen ondernemers en vakbeweging kantelt enorm in het voordeel van de ondernemers. Dat is wat Wilders beoogt. Van zijn afkeer van vakbonden maakt hij sowieso geen geheim. In een interview met een ondernemersblad spreekt hij van "die gruwelijke vakbewegingen".
Het schrappen van de verbindendverklaring van CAO's is aan die vakbeweging een rechtstreekse oorlogsverklaring. het idee dat FNV en CNV dit gaan accepteren is nauwelijks realistisch. Voor de vakbondsleiding komt daarmee hun machtspositie in de maatschappij op de tocht te staan; voor de vakbondsleden gaat het om directe bescherming van collectief bevochte rechten.
Maar ook veel ondernemers en politici, zowel sociaaldemocraten als gematigd rechtse, zitten op zo'n confrontatiepolitiek niet te wachten. Juist overleg en poldermodel houdt - in hun wereldbeeld - de vakbeweging plooibaar, en daarmee het personeel rustig en de bedrijven zoveel mogelijk vrij van stakingsonrust. De vakbeweging zo frontaal op de kast jagen breng die harmonieuze gang van zaken in gevaar. Wil Wilders dit doordrukken, dan heeft hij daarvoor evenmin een Kamermeerderheid als voor afschaffing van het minimumloon. Dit beleid vergt het verslaan van de vakbeweging èn van niet alleen sociaaldemocratisch links, maar ook de hoofdstroom van bijvoorbeeld het CDA. Zonder een dictatuur is dit onhaalbaar.
Wilders realiseert zich dat zijn beleid inderdaad een autoritair bestuur vergt. In het genoemde interview krijgt hij de vraag voorgelegd: "Zoiets kan alleen als er een tijdelijke dictatuur wordt afgekondigd, denken wij dan hardop. Zou u daar een voorstander van zijn?" Wilders: "Aan een dictatuur van het volk lijkt mij niets mis." Wie daarin de dictator zou zijn laat zich wel raden. Overigens ging het de vraagstellers hier niet om afbraak minimumloon en CAO-regels, maar om andere economische maatregelen die volgens zowel interviewer als Wilders zonder harde hand nogal lastig door te voeren zijn.
De autoritaire dynamiek in Wilders' versie van neoliberalisme is glashelder - voor wie achter zijn woorden van vrijheid kijkt naar de kern van zijn programma. Zeer terecht vroeg Paul Benschop, van Antifascistische Actie (AFA) in een goed artikel op de website van Grenzeloos al aandacht voor de sociaal-economische ideeën van Wilders. Hij noemt dit soort plannen van Wilders een "ongeremde aanval op de eigen achterban."
De racistische en nationalistische haat die Wilders zaait trekt de meeste aandacht. Maar via het stoken van deze haat beoogt Wilders steun te verwerven voor iets dat veel verder gaat: een naakte dictatuur ten gunste van keihard ondernemend Nederland.
Dat Wilders een fascist is, is hiermee nog niet sluitend aangetoond. Maar dat hiermee we hier een element te pakken hebben dat hem tenminste in de buurt van fascistische politiek brengt lijkt mij wel duidelijk.
(wordt vervolgd)
In deel één gaf ik aan dat het etiket 'fascisme' niet zomaar op iedere nare politieke figuur moet worden geplakt. Fascisme is een doordachte politieke typering, geen scheldwoord. In deel twee bekeek ik het Islamofobe racisme, en liet zien dat dit veel verder gaat dan het alledaagse racisme waar zeer veel politici mee behept zijn. Het is Wilders te doen om "het zaaien van een paranoïde panische angst voor hele bevolkingsgroepen en het stelselmatig aanwakkeren (...)van racistische haat." Deel drie laat zien hoe dat racisme past in een fel nationalisme van veel verder gaat dan de sentimentele aanhankelijkheid aan 'het vaderland', de vlag en het nationale voetbalelftal. "Moslims zijn in Wilders' ogen dan ook niet zozeer profiteurs(...), maar volksvijanden, potentiële landverraders." Daar vertoonde zich "een buitengewoon griezelige parallel met het favoriete racisme van de jaren dertig: het antisemitisme". En de combinatie van racisme en nationalisme zoals Wilders die hanteert "brengt hem vrij dicht in de buurt van mensen als Flip de Winter en Jean Marie Le Pen - mensen die wel degelijk een fascistisch verschijnsel vertegenwoordigen."
Racisme en nationalisme zijn bestanddelen van Wilders' wereldbeeld. Maar er is veel meer dat hem in de buurt van fascistische politiek brengt. Zo zijn er de ongekend grove ideeën die hij heeft over politie en justitie. Tekenend was zijn stelling dat de politie wat hem betreft tijdens rellen met scherp mag schieten. Inhoudelijk was die oproep gebakken lucht: de politie heeft die bevoegdheid allang. Maar de toonzetting: 'mensen maken rumoer op straat? Knal ze neer!' is veelbetekenend. Zelfs de doorgaans niet zachtzinnige VVD noemde het voorstel "idioot". En Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP sneerder: "als hij zo graag een bananenrepubliek wil, moet hij daar misschien maar eens naar op zoek gaan." (Parool, 29 mei 2007)
Deze bloeddorstige mening van Wilders staat niet op zichzelf. In het plan "Justitie en Politie met Ambitie" pleit de groep-Wilders voor strenger straffen; geen enkel oog meer voor de positie van daders - "De rechtspleging moet alleen voor de slachtoffers begrip en compassie tonen" -; verplicht levenslange gevangenisstraf als een zwaar geweldsmisdrijf een derde maal begaan wordt; bij taakstraffen altijd óók een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen; slechtere voorzieningen voor gevangenen - de kosten per gevangene per dag moeten omlaag; standaard meer mensen op één cel; afschaffing van voorzieningen als TV. "Het is geen schande als het nederlandse gevangenisregime een van de zwaarste uit de Europese Unie wordt."
Veroordelen met een werkstraf in publieke ruimten moeten als zodanig herkenbaar zijn., zodat zij die staf "moeten ondergaan op een manier die hen publiekelijk te kijk zet." Dit omdat "de afschrikwekkende werking van straffen aanzienlijk vergroot kan worden door aan de tenuitvoerlegging daarvan een beschamend element toe te voegen." Ieder idee van bescherming van privacy van gestraften gaat overboord. En laat niemand denken dat Wilders zich hierbij wil beperken tot zware criminelen: hij noemt ook "het verwijderen van graffiti en het herstel van vernielde publieke goederen", als voorbeelden "werkzaamheden die herstel van de gevolgen van criminaliteit impliceren." Wat Wilders betreft mensen wegens kleinschalig vandalisme aan een middeleeuwse schandpaalbehandeling blootgesteld. Ten slotte pleit Wilders voor een volledig kraakverbod, zonder uitzonderingen.
Alles bijeen is dit een veel hardere houding die Wilders wil doorvoeren, een houding die richting politiestaat gaat. Maar fascisme is dit als zodanig nog lang niet. We moeten echter zijn autoritaire houding rond politie, justitie, criminaliteit en openbare horde plaatsen tegen de achtergrond van de richting waarin Wilders de hele maatschappij wil verbouwen. Die richting is op brute, nauwelijks verhulde wijze, antidemocratisch en dictatoriaal.
De kern van zijn ambitie wordt duidelijk door een blik op de sociaal-economische programmapunten van Wilders. We vinden ze op een rijtje in zijn "Onafhankelijkheidsverklaring" uit maart 2005. Daar valt sowieso een extreem neoliberale houding op. Alle mogelijke ruimte voor ondernemersvrijheid, ten koste van de rest van de maatschappij. Maar daarin maakt Wilders een sprong waar een gewone neoliberaal voor terugdeinst - een sprong die Wilders doet botsen met ieder idee van bescherming van collectieve rechten van arbeiders. En die breuk, wil hij die echt doorzetten, vereist de instelling van een dictatuur.
Twee voorbeelden maken dat, met enig nadenken, wel duidelijk. Wilders wil de afschaffing van het minimumloon. En hij wil het schrappen van de regel dat afgesloten CAO's bindend worden verklaard voor de hele bedrijfstak. Allebei zijn binnen min of meer democratische verhoudingen uitgesloten.
Neem het eerste punt. De Verenigde Staten, in vele opzichten de neoliberale/ neoconservatieve modelstaat waarin Wilders een voorbeeld ziet, kent een minimumloon. Veel is het niet, maar het principe dat er een niveau van beloning is waar beneden arbeid openlijk tot slavernij verwordt is zelfs daar erkend. En dit in een land waar sociaaldemocratische politiek nauwelijks vorm heeft gekregen en de macht van vakbonden steeds verder is afgebrokkeld onder druk van meedogenloos optredende ondernemers en regeringen die zede ondernemers op vrijwel alle punten ter wille zijn. Wilders wil op sociaal vlak nog veel verder terug de negentiende eeuw in dan Bush.
Is er iemand die gelooft dat hier a. ooit een parlementaire meerderheid voor te vinden is, en b. als zo'n voorstel wordt aangenomen, mensen passief op hun stoel blijven zitten om zich naar de neoliberale slachtbank te laten leiden? Wilders gaat die met scherp schietende politie waar hij voor heeft gepleit in dat geval nog hard nodig hebben, want het aantal "raddraaiers"en "relschoppers" zou op dat moment wel eens snel in de vele tienduizenden kunnen lopen.
Iets dergelijks geldt als hij werkelijk probeert de verbindend verklaring van CAO's op de helling te zetten. Regel is nu dat als de vakbond een CAO afsluit in bijvoorbeeld de metaal, die afspraken gelden in alle bedrijven in die sector - ook bij bedrijven waar weinig of zelfs geen vakbondsleden zijn. Dit voorkomt dat bedrijven er voordeel van ondervinden om geen zaken met vakbonden te doen en zo met lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden weg kunnen komen.
Schaf je deze bepaling af dan moedig je daarmee ondernemers aan om geen CAO's met vakbonden meer af te sluiten. Bedrijven die dat nog wel doen, tolereren daarmee hogere kosten en minder ongebreidelde vrijheid van bazen tegenover arbeiders. Vakbonden zullen dan bedrijf voor bedrijf hun positie moeten verdedigen, de hele balans tussen ondernemers en vakbeweging kantelt enorm in het voordeel van de ondernemers. Dat is wat Wilders beoogt. Van zijn afkeer van vakbonden maakt hij sowieso geen geheim. In een interview met een ondernemersblad spreekt hij van "die gruwelijke vakbewegingen".
Het schrappen van de verbindendverklaring van CAO's is aan die vakbeweging een rechtstreekse oorlogsverklaring. het idee dat FNV en CNV dit gaan accepteren is nauwelijks realistisch. Voor de vakbondsleiding komt daarmee hun machtspositie in de maatschappij op de tocht te staan; voor de vakbondsleden gaat het om directe bescherming van collectief bevochte rechten.
Maar ook veel ondernemers en politici, zowel sociaaldemocraten als gematigd rechtse, zitten op zo'n confrontatiepolitiek niet te wachten. Juist overleg en poldermodel houdt - in hun wereldbeeld - de vakbeweging plooibaar, en daarmee het personeel rustig en de bedrijven zoveel mogelijk vrij van stakingsonrust. De vakbeweging zo frontaal op de kast jagen breng die harmonieuze gang van zaken in gevaar. Wil Wilders dit doordrukken, dan heeft hij daarvoor evenmin een Kamermeerderheid als voor afschaffing van het minimumloon. Dit beleid vergt het verslaan van de vakbeweging èn van niet alleen sociaaldemocratisch links, maar ook de hoofdstroom van bijvoorbeeld het CDA. Zonder een dictatuur is dit onhaalbaar.
Wilders realiseert zich dat zijn beleid inderdaad een autoritair bestuur vergt. In het genoemde interview krijgt hij de vraag voorgelegd: "Zoiets kan alleen als er een tijdelijke dictatuur wordt afgekondigd, denken wij dan hardop. Zou u daar een voorstander van zijn?" Wilders: "Aan een dictatuur van het volk lijkt mij niets mis." Wie daarin de dictator zou zijn laat zich wel raden. Overigens ging het de vraagstellers hier niet om afbraak minimumloon en CAO-regels, maar om andere economische maatregelen die volgens zowel interviewer als Wilders zonder harde hand nogal lastig door te voeren zijn.
De autoritaire dynamiek in Wilders' versie van neoliberalisme is glashelder - voor wie achter zijn woorden van vrijheid kijkt naar de kern van zijn programma. Zeer terecht vroeg Paul Benschop, van Antifascistische Actie (AFA) in een goed artikel op de website van Grenzeloos al aandacht voor de sociaal-economische ideeën van Wilders. Hij noemt dit soort plannen van Wilders een "ongeremde aanval op de eigen achterban."
De racistische en nationalistische haat die Wilders zaait trekt de meeste aandacht. Maar via het stoken van deze haat beoogt Wilders steun te verwerven voor iets dat veel verder gaat: een naakte dictatuur ten gunste van keihard ondernemend Nederland.
Dat Wilders een fascist is, is hiermee nog niet sluitend aangetoond. Maar dat hiermee we hier een element te pakken hebben dat hem tenminste in de buurt van fascistische politiek brengt lijkt mij wel duidelijk.
(wordt vervolgd)
zondag 15 juli 2007
Anti-nazi demonstratie: enkele observaties
Met gemengde gevoelens kijk ik terug op de demonstratie gisteren tegen fascisme en racisme , in het bijzonder tegen de Nederlandse Volksunie (NVU) die had willen marcheren maar wiens leidertje Kusters twee dagen van tevoren zijn optocht afblies. De demonstratie voelde als een overwinningstocht, maar tegelijk als een anticlimax. Bovendien werpt ze nieuwe vragen op en stelt ouden opnieuw aan de orde: hoe de strijd tegen fascisme en racisme ervoor staat, wat voor keuzes er gemaakt dienen te worden om werkelijk verder te komen - en hoe groot de kans is dat dit ook zal gebeuren.
Allereerst het overwinningsgevoel. De pakweg 200 demonstranten die op de oproep van Anti Fascistische Actie (AFA) waren afgekomen wisten het te voren of hoorden het die dag: de Nederlandse Volksunie marcheert niet. AFA was zeer op tijd geweest met vergunning aanvragen, NVU was erg laat ermee. Bovenop die blunder stapelde Kusters een tweede: afblazen, en dat rommelig aankondigen (veel antifascisten wisten het nieuws eerder dan delen van Kusters' eigen aanhang).
Het pure feit dat AFA niet had afgewacht op het precieze plan van de nazi's, en gewoon haar werk had gedaan (aanvraag, oproep via internet, posters, flyers, uitnodiging aan bondgenoten) heeft de NVU op het verkeerde been gezet. In de woorden van een commentaarschrijver op Indymedia: "Het was genieten om de route te lopen en bij elke stap te beseffen dat de grote germaanse leider daar op dat moment had willen lopen, Dat was de loer die AFA Den Haag hem gedraaid heeft." Dàt gevoel dus, al had ik het zelf niet zo intens als de schrijver van dat commentaar.
Een overwinning was het, en AFA mag daar trots op zijn. Net als de demonstranten die gekomen waren trouwens. Stel je voor dat er weliswaar geen nazimars waren geweest maar dat mensen hadden gezegd: 'nou dan is het blijkbaar niet meer nodig, we blijven thuis'. Dan hadden nazi's zich rot gelachen dat hun leidertje, door af te blazen, tegenlijk een AFA-actie in het water had doen vallen. Gelukkig gebeurde dat dus niet, al vermoed ik dat de opkomst iets hoger geweest zou zijn als de NVU-mars wèl was doorgegaan.
Maar tevens was er dat gevoel van anticlimax. Weken leef je toe naar zo'n demonstratie, in het bewustzijn dat een confrontatie met zowel nazi's als de Haagse ME er dik inzit. Nu ligt een groot deel van mijn angst voor oom agent weliswaar in een greppel bij Heiligendamm, maar toch. En dan loop je daar opgewekt in Den Haag, in het mooie weer, in een strijdbare maar vooral ook redelijk ontspannen wandeling. Ja , we maakte ons punt: "toen niet, nu niet, nooit meer fascisme." AFA-sprekers legden het keer op keer met korte toespraakjes uit aan omstanders, flyers werden uitgedeeld. Maar, nu de acute aanleiding zichzelf uit de voeten had gemaakt, werd het toch een wat onwezenlijk gebeuren. Maar ik ben blij dat ik gegaan ben.
De demonstratie zelf liet kracht zien, maar ook serieuze zwakten. De sfeer was levendig en strijdbaar en tegelijk vrolijk, mede vanwege de overwegend zonnige muziek. Maar daarmee zijn we grotendeels klaar met het goede nieuws. Allereerst is er de opkomst: pakweg 200 mensen, zo was mijn indruk. Voor een demonstratie die twee weken lang bekend is gemaakt, waarvoor best stevig werk is verzet, tegen een verschijnsel dat in zeer brede kring diepe afschuw opwekt is 200 niet veel. We moeten eens kijken waar dat aan ligt. Daarbij speelt zowel de aanpak van de demonstratie een rol, de soort van inzet van diverse betrokken of anderszins relevante groeperingen - maar vooral de hele politieke context.
Laat ik beginnen - ere wie ere toekomt - met de AFA. Die heeft gewoon gedaan wat realistisch gesproken verwacht kon worden. Ik wees al op de tijdige aankondigingen. Ik weet dat er ettelijke duizenden posters en flyers verspreid zijn. Na afloop zag ik in Den Haag inderdaad bewijs van wilde plakactiviteit. Busvervoer uit meerdere steden, benadering van potentiële
le bondgenoten - het was gedaan. En wat was het resultaat? In grote lijnen dat het vaste publiek van dit soort acties er was: het overgrote deel van de aanwezigen kwam, naar mijn indruk, uit de autonome actiewereld waarbinnen de AFA haar wortels heeft.
Overigens moet mij van het hart dat ook de opkomst uit die kringen me niet meeviel. De autonome scene is groter dan 200 mensen, zoveel mensen komen er soms toch alleen al bij protesten tegen ontruimingen van kraakpanden in Amsterdam. En dit was een landelijke actie, geen plaatselijke. Let wel: dit is geen verwijt, maar een constatering. Maar we moeten wel de reële situatie onder ogen zien: zelfs in de kringen warabinnen AFA haar krachtigste support vindt, heeft de betoging niet heel veel losgemaakt.
Maar mensen uit die actiewereld wáren er tenminste. Mensen van daarbuiten waren er helemaal veel te weinig. De tijdige en open oproep had niet tot substantiële opkomst daarbuiten geleid. Ja, de Internationale Socialisten (IS) waren er, met een bescheiden maar zichtbare groep. Ik zag mensen van Offensief, en uit de berichtgeving op Indymedia begreep ik dat ook de NCPN er was. Verder een kleine handvol losse mensen die op de actie was afgekomen. geen zichtbare aanwezigheid van GroenLinks-jongeren Dwars, alhoewel die de oproep prominent op hun website hadden staan (zeker waren er individuele Dwars-mensen, maar dat is iets anders dan zichtbare aanwezigheid die bijdraagt aan een bredere uitstraling).
Waar ligt dat aan? Volgens mij spelen er meerdere dingen mee. Andere organisaties dan AFA die wèl kwamen, liepen weliswaar mee. Maar hard gemobiliseerd in kringen waar AFA zelf niet komt was er klaarblijkelijk niet, ook niet door de IS. Daarom is klagen dat de AFA geen breder publiek heeft weten aan te boren, op zichzelf ook niet zo heel zinnig. Andere organisaties, waaronder de IS waar ik deel van uitmaak, hadden dat wellicht gekund maar slechts mondjesmaat gedáán. Dat is geen verwijt - voor die keus bestaan redenen. Maar het is wel een feit dat maakte dat de demonstratie extra smal bleef.
Maar IS, Offensief, NCPN - ze wáren er tenminste. GroenLinks en de SP waren er niet, evenmin als tal van andere organisaties. Het beeld van de demonstratie waar ik op hoopte, en dat ik in een eerder stuk schetste - allerlei mensen uit de maatschappij, van vakbondsmensen met petjes op, tot homo's en lesbo's met regenboogvlag, en vooral groepen migrantenvrouwen en mannen, al dat niet traditioneel gekleed - dat beeld was niet aan de orde afgelopen zaterdag. En volgens de norm waaraan ik vond dat de demonstratie had te voldoen om een succes te mogen heten - veelkleurigheid, de aanwezigheid van een flink aantal migranten - was de demonstratie geen succes, want het aantal donkere mensen was minimaal (minder dan tien, zo schat ik).
Dat wijst op een veel dieper probleem, iets dat niet opgelost door naar de diverse organisaties te wijzen en te zeggen: wij hadden meer dit en jullie hadden meer dat mogen doen. Laat ik een vergelijking trekken met een andere demonstratie, ook in juli, ook op termijn van een paar weken georganiseerd. Het was pakweg een jaar geleden, 4 juli, een demonstratie tegen de Israëlische aanvallen op Gaza en vooral Libanon. In korte tijd had een kleine coalitie enkele duizenden mensen op straat weten te krijgen en draagvlak weten te creëren zodat er parlementsleden van meerdere linkse partijen het woord voerden onder een aanzwellende onweersbui op het Museumplein. Het kàn dus in korte tijd, zelfs in vakantietijd, wel degelijk.
En het is niet simpelweg een kwestie van hard werk en een voortvarende open aanpak, al speelt dat mee. Het is boven alles het aanvoelen van het juiste moment, het omzetten van aanwezige verontwaardiging in bredere kring in effectieve actie. Precies die verontwaardiging in bredere kring ontbrak gisteren. Er heerste niet bij grote aantallen mensen het gevoel van : oei, de NVU gaat marcheren, nú wordt het link. Heel veel mensen weten amper wat de NVU is. En wie het wel weet, beschouwt ze, niet helemaal ten onrechte, als een uiterst onaangenaam maar tevens nogal marginaal verschijnsel dat voornamelijk zichzelf belachelijk loopt te maken met rare optochten en brallende brulpartijen.
Nu hadden demonstranten daartegenover wel een verhaal: dat de NVU slechts één van de clubjes is, dat je ze in de marge moet houden omdat ze anders wel degelijk grotere groepen extreem-rechtse jongeren om zich heen kunnen vergaren in het huidige, door Islamofobe politici als Wilders vergiftigde klimaat. Maar het is een wat complexer verhaal, het is niet een boodschap die je in een beknopte leus op muren plakt zodat ook mensen buiten de actiecircuits meteen zeggen: ah ja, nou komt het erop aan, nu ga ik demonstreren.
Het gevoel van urgentie ontbrak eenvoudig voor hele veel mensen. Mensen zien de NVU niet als een enorm en acuut gevaar - en dat is de NVU ook niet. Was dat wel zo geweest, dan was juist de opkomst vanuit groepen migranten veel groter geweest. Jonge Marokkanen zullen deels zijn weggebleven omdat ze, zoals heel veel andere mensen, niet van d e actie wisten. Maar degenen die wel een poster of flyer of internetbericht erover hebben gelezen, hadden blijkbaar eerder het gevoel: 'who cares about these losers?'dan dat ze dachten: 'nu of nooit! Stop de NVU!' Zoals we al zagen: zelfs in de gangbare autonome/ kraakgeoriënteerde actiemilieus was de opkomst niet enorm, kennelijk was ook daar niet een heftig gevoel van urgentie op dit punt.
Toch blijven acties als die van gisteren nodig, juist om te zorgen dat nazi-clubs ook niet worden wat ze nu niet zijn: een acuut groot gevaar. Maar, gezien de context - nazi-organisaties klein en in de marge, andere thema's die mensen veel meer bezighouden - was de bescheiden opkomst niet vreemd, en op zich ook niet beschamend. Het is ook goed om te zien dat antifascisme baat heeft, niet alleen bij antifa-demonstraties maar bij de versterking van héél links. Dat voor groeperingen buiten het AFA deze demonstratie veel minder prioriteit kreeg dan het AFA, en ook ikzelf, hoopte, is waar. En ik vind dat, ook achteraf, wel degelijk spijtig.
Maar de inschatting dat er andere fronten van strijd zijn waar links niet alleen urgenter taken heeft maar ook grotere vooruitzichten op serieuze vooruitgang, lijkt mij op zichzelf niet onjuist. Strijd tegen de voortrazende oorlogen in Irak en Afghanistan is zo'n front. En succesvol verzet daartegen brengt mensen van allerlei kleuren en achtegronden samen, hetgeen racistische muren tussen mensen sloopt en dus ook fascistisch gestook helpt blokkeren. Niet elk verzet tegen fascisme en racisme heeft de vorm van een demonstratie die expliciet tegen tegen racisme en fascisme gericht is.
Neemt allemaal niet weg dat, terwijl andere thema's vaak terecht voorrang krijgen, oplettendheid tegenover georganiseerde nazi-uitingen geboden blijft. Je kunt er van uitgaan dat binnen korte tijd de NVU een nieuwe poging zal wagen, of dat andere nazi-groepen het stokje overnemen (het NVU-debacle van het afblazen van hun optocht zou de positie van Kusters wel eens serieus schade kunnen berokkenen. One down, some more to go!). Dan moeten we wéér kijken hoe we ze dwars kunnen zitten op een manier die effect heeft en tegelijk de kracht van heel links versterkt. Hoe? Dat laat ik rusten voor een eventueel vervolg waarin ik nog iets meer over de dag van gisteren hoop te vertellen. Maar in principe geldt, wat mij betreft: volgende keer staan we er weer, en wel degelijk met méér.
Allereerst het overwinningsgevoel. De pakweg 200 demonstranten die op de oproep van Anti Fascistische Actie (AFA) waren afgekomen wisten het te voren of hoorden het die dag: de Nederlandse Volksunie marcheert niet. AFA was zeer op tijd geweest met vergunning aanvragen, NVU was erg laat ermee. Bovenop die blunder stapelde Kusters een tweede: afblazen, en dat rommelig aankondigen (veel antifascisten wisten het nieuws eerder dan delen van Kusters' eigen aanhang).
Het pure feit dat AFA niet had afgewacht op het precieze plan van de nazi's, en gewoon haar werk had gedaan (aanvraag, oproep via internet, posters, flyers, uitnodiging aan bondgenoten) heeft de NVU op het verkeerde been gezet. In de woorden van een commentaarschrijver op Indymedia: "Het was genieten om de route te lopen en bij elke stap te beseffen dat de grote germaanse leider daar op dat moment had willen lopen, Dat was de loer die AFA Den Haag hem gedraaid heeft." Dàt gevoel dus, al had ik het zelf niet zo intens als de schrijver van dat commentaar.
Een overwinning was het, en AFA mag daar trots op zijn. Net als de demonstranten die gekomen waren trouwens. Stel je voor dat er weliswaar geen nazimars waren geweest maar dat mensen hadden gezegd: 'nou dan is het blijkbaar niet meer nodig, we blijven thuis'. Dan hadden nazi's zich rot gelachen dat hun leidertje, door af te blazen, tegenlijk een AFA-actie in het water had doen vallen. Gelukkig gebeurde dat dus niet, al vermoed ik dat de opkomst iets hoger geweest zou zijn als de NVU-mars wèl was doorgegaan.
Maar tevens was er dat gevoel van anticlimax. Weken leef je toe naar zo'n demonstratie, in het bewustzijn dat een confrontatie met zowel nazi's als de Haagse ME er dik inzit. Nu ligt een groot deel van mijn angst voor oom agent weliswaar in een greppel bij Heiligendamm, maar toch. En dan loop je daar opgewekt in Den Haag, in het mooie weer, in een strijdbare maar vooral ook redelijk ontspannen wandeling. Ja , we maakte ons punt: "toen niet, nu niet, nooit meer fascisme." AFA-sprekers legden het keer op keer met korte toespraakjes uit aan omstanders, flyers werden uitgedeeld. Maar, nu de acute aanleiding zichzelf uit de voeten had gemaakt, werd het toch een wat onwezenlijk gebeuren. Maar ik ben blij dat ik gegaan ben.
De demonstratie zelf liet kracht zien, maar ook serieuze zwakten. De sfeer was levendig en strijdbaar en tegelijk vrolijk, mede vanwege de overwegend zonnige muziek. Maar daarmee zijn we grotendeels klaar met het goede nieuws. Allereerst is er de opkomst: pakweg 200 mensen, zo was mijn indruk. Voor een demonstratie die twee weken lang bekend is gemaakt, waarvoor best stevig werk is verzet, tegen een verschijnsel dat in zeer brede kring diepe afschuw opwekt is 200 niet veel. We moeten eens kijken waar dat aan ligt. Daarbij speelt zowel de aanpak van de demonstratie een rol, de soort van inzet van diverse betrokken of anderszins relevante groeperingen - maar vooral de hele politieke context.
Laat ik beginnen - ere wie ere toekomt - met de AFA. Die heeft gewoon gedaan wat realistisch gesproken verwacht kon worden. Ik wees al op de tijdige aankondigingen. Ik weet dat er ettelijke duizenden posters en flyers verspreid zijn. Na afloop zag ik in Den Haag inderdaad bewijs van wilde plakactiviteit. Busvervoer uit meerdere steden, benadering van potentiële
le bondgenoten - het was gedaan. En wat was het resultaat? In grote lijnen dat het vaste publiek van dit soort acties er was: het overgrote deel van de aanwezigen kwam, naar mijn indruk, uit de autonome actiewereld waarbinnen de AFA haar wortels heeft.
Overigens moet mij van het hart dat ook de opkomst uit die kringen me niet meeviel. De autonome scene is groter dan 200 mensen, zoveel mensen komen er soms toch alleen al bij protesten tegen ontruimingen van kraakpanden in Amsterdam. En dit was een landelijke actie, geen plaatselijke. Let wel: dit is geen verwijt, maar een constatering. Maar we moeten wel de reële situatie onder ogen zien: zelfs in de kringen warabinnen AFA haar krachtigste support vindt, heeft de betoging niet heel veel losgemaakt.
Maar mensen uit die actiewereld wáren er tenminste. Mensen van daarbuiten waren er helemaal veel te weinig. De tijdige en open oproep had niet tot substantiële opkomst daarbuiten geleid. Ja, de Internationale Socialisten (IS) waren er, met een bescheiden maar zichtbare groep. Ik zag mensen van Offensief, en uit de berichtgeving op Indymedia begreep ik dat ook de NCPN er was. Verder een kleine handvol losse mensen die op de actie was afgekomen. geen zichtbare aanwezigheid van GroenLinks-jongeren Dwars, alhoewel die de oproep prominent op hun website hadden staan (zeker waren er individuele Dwars-mensen, maar dat is iets anders dan zichtbare aanwezigheid die bijdraagt aan een bredere uitstraling).
Waar ligt dat aan? Volgens mij spelen er meerdere dingen mee. Andere organisaties dan AFA die wèl kwamen, liepen weliswaar mee. Maar hard gemobiliseerd in kringen waar AFA zelf niet komt was er klaarblijkelijk niet, ook niet door de IS. Daarom is klagen dat de AFA geen breder publiek heeft weten aan te boren, op zichzelf ook niet zo heel zinnig. Andere organisaties, waaronder de IS waar ik deel van uitmaak, hadden dat wellicht gekund maar slechts mondjesmaat gedáán. Dat is geen verwijt - voor die keus bestaan redenen. Maar het is wel een feit dat maakte dat de demonstratie extra smal bleef.
Maar IS, Offensief, NCPN - ze wáren er tenminste. GroenLinks en de SP waren er niet, evenmin als tal van andere organisaties. Het beeld van de demonstratie waar ik op hoopte, en dat ik in een eerder stuk schetste - allerlei mensen uit de maatschappij, van vakbondsmensen met petjes op, tot homo's en lesbo's met regenboogvlag, en vooral groepen migrantenvrouwen en mannen, al dat niet traditioneel gekleed - dat beeld was niet aan de orde afgelopen zaterdag. En volgens de norm waaraan ik vond dat de demonstratie had te voldoen om een succes te mogen heten - veelkleurigheid, de aanwezigheid van een flink aantal migranten - was de demonstratie geen succes, want het aantal donkere mensen was minimaal (minder dan tien, zo schat ik).
Dat wijst op een veel dieper probleem, iets dat niet opgelost door naar de diverse organisaties te wijzen en te zeggen: wij hadden meer dit en jullie hadden meer dat mogen doen. Laat ik een vergelijking trekken met een andere demonstratie, ook in juli, ook op termijn van een paar weken georganiseerd. Het was pakweg een jaar geleden, 4 juli, een demonstratie tegen de Israëlische aanvallen op Gaza en vooral Libanon. In korte tijd had een kleine coalitie enkele duizenden mensen op straat weten te krijgen en draagvlak weten te creëren zodat er parlementsleden van meerdere linkse partijen het woord voerden onder een aanzwellende onweersbui op het Museumplein. Het kàn dus in korte tijd, zelfs in vakantietijd, wel degelijk.
En het is niet simpelweg een kwestie van hard werk en een voortvarende open aanpak, al speelt dat mee. Het is boven alles het aanvoelen van het juiste moment, het omzetten van aanwezige verontwaardiging in bredere kring in effectieve actie. Precies die verontwaardiging in bredere kring ontbrak gisteren. Er heerste niet bij grote aantallen mensen het gevoel van : oei, de NVU gaat marcheren, nú wordt het link. Heel veel mensen weten amper wat de NVU is. En wie het wel weet, beschouwt ze, niet helemaal ten onrechte, als een uiterst onaangenaam maar tevens nogal marginaal verschijnsel dat voornamelijk zichzelf belachelijk loopt te maken met rare optochten en brallende brulpartijen.
Nu hadden demonstranten daartegenover wel een verhaal: dat de NVU slechts één van de clubjes is, dat je ze in de marge moet houden omdat ze anders wel degelijk grotere groepen extreem-rechtse jongeren om zich heen kunnen vergaren in het huidige, door Islamofobe politici als Wilders vergiftigde klimaat. Maar het is een wat complexer verhaal, het is niet een boodschap die je in een beknopte leus op muren plakt zodat ook mensen buiten de actiecircuits meteen zeggen: ah ja, nou komt het erop aan, nu ga ik demonstreren.
Het gevoel van urgentie ontbrak eenvoudig voor hele veel mensen. Mensen zien de NVU niet als een enorm en acuut gevaar - en dat is de NVU ook niet. Was dat wel zo geweest, dan was juist de opkomst vanuit groepen migranten veel groter geweest. Jonge Marokkanen zullen deels zijn weggebleven omdat ze, zoals heel veel andere mensen, niet van d e actie wisten. Maar degenen die wel een poster of flyer of internetbericht erover hebben gelezen, hadden blijkbaar eerder het gevoel: 'who cares about these losers?'dan dat ze dachten: 'nu of nooit! Stop de NVU!' Zoals we al zagen: zelfs in de gangbare autonome/ kraakgeoriënteerde actiemilieus was de opkomst niet enorm, kennelijk was ook daar niet een heftig gevoel van urgentie op dit punt.
Toch blijven acties als die van gisteren nodig, juist om te zorgen dat nazi-clubs ook niet worden wat ze nu niet zijn: een acuut groot gevaar. Maar, gezien de context - nazi-organisaties klein en in de marge, andere thema's die mensen veel meer bezighouden - was de bescheiden opkomst niet vreemd, en op zich ook niet beschamend. Het is ook goed om te zien dat antifascisme baat heeft, niet alleen bij antifa-demonstraties maar bij de versterking van héél links. Dat voor groeperingen buiten het AFA deze demonstratie veel minder prioriteit kreeg dan het AFA, en ook ikzelf, hoopte, is waar. En ik vind dat, ook achteraf, wel degelijk spijtig.
Maar de inschatting dat er andere fronten van strijd zijn waar links niet alleen urgenter taken heeft maar ook grotere vooruitzichten op serieuze vooruitgang, lijkt mij op zichzelf niet onjuist. Strijd tegen de voortrazende oorlogen in Irak en Afghanistan is zo'n front. En succesvol verzet daartegen brengt mensen van allerlei kleuren en achtegronden samen, hetgeen racistische muren tussen mensen sloopt en dus ook fascistisch gestook helpt blokkeren. Niet elk verzet tegen fascisme en racisme heeft de vorm van een demonstratie die expliciet tegen tegen racisme en fascisme gericht is.
Neemt allemaal niet weg dat, terwijl andere thema's vaak terecht voorrang krijgen, oplettendheid tegenover georganiseerde nazi-uitingen geboden blijft. Je kunt er van uitgaan dat binnen korte tijd de NVU een nieuwe poging zal wagen, of dat andere nazi-groepen het stokje overnemen (het NVU-debacle van het afblazen van hun optocht zou de positie van Kusters wel eens serieus schade kunnen berokkenen. One down, some more to go!). Dan moeten we wéér kijken hoe we ze dwars kunnen zitten op een manier die effect heeft en tegelijk de kracht van heel links versterkt. Hoe? Dat laat ik rusten voor een eventueel vervolg waarin ik nog iets meer over de dag van gisteren hoop te vertellen. Maar in principe geldt, wat mij betreft: volgende keer staan we er weer, en wel degelijk met méér.
zondag 8 juli 2007
Tegen die NVU-mars 14 juli: waarom en hoe
Over zes dagen, op 14 juli, verzamelen zich hopelijk een groot aantal mensen op het Malieveld om tegen de aangekondigde optocht van de NVU te demonstreren. De NVU, de Nederlandse Volksunie, is één van de meerdere neo-nazi-partijtjes die Nederland 'rijk' is. Tegenactie tegen dit soort clubs, keer op keer op keer, is nodig - zodat het een mini-partij blijft, van steeds verder afbrokkelend formaat, tot de club en soortgenoten ervan gereduceerd zijn tot minder dan niets.
Nu houden NVU en andere nazi-groepjes wel vaker acties en bijeenkomsten. Lang niet altijd beantwoorden linkse mensen dit met een tegenactie. Waarom deze keer dan wel zoveel energie steken in een tegendemonstratie? Waarin verschilt de veertiende juli van bijvoorbeeld de zevende april, toen dezelfde NVU marcheerde in Oss maar de AFA besloot geen tegenactie op touw te zetten?
Dat zijn belangrijke vragen voor iedere antifascist - en in het verlengde daarvan voor iedereen die door een groeiend fascisme in haar of zijn rechten, vrijheden en zelfs gezondheid en leven bedreigd wordt. Laat ik beginnen met een grote lijn: elke georganiseerde nazi-uiting verdient principieel een krachtige, openlijke tegenactie. Die in Oss in april niet minder dan die in Den Haag komende zaterdag. Ik heb destijds al geschreven dat ik het oneens was met de keus van diverse linkse groepen - AFA, maar ook de SP, om destijds niets (of in het geval van de SP: schoonmaakmosterd na de gifmaaltijd) op touw te zetten.
Waarom is het organiseren van tegenactie zo'n principezaak? Allereerst omdat het georganiseerd spuien van bedreigingen en beledigingen, en de geweldsdreiging die daar van uit gaat, onverteerbaar is. De nazi's die marcheren beledigen en bedreigen migranten, mensen die en concentratiekamp hebben overleefd of nabestaanden van mensen die daar zijn vermoord, linkse activisten van krakers tot vakbondsmensen. Zoiets dient domweg niet ongehinderd plaats te vinden.
De dreiging die nazi-acties met zich meebrengen gaat echter verder. Het zou niet voor het eerst zijn dat nazi's, in het kielzog van één van hun optochten, 's avonds de stad onveilig maken, linkse actievoerders aanvallen maar bijvoorbeeld ook een Turkse winkel in de brand steken. Optochten van nazi's versterken het zelfvertrouwen van hun aanhangers, verlagen de drempel voor sympathisanten om een volgende keer ook mee te lopen. Als dit ongestoord kan plaatsvinden - met politiebescherming, en zonder een zo krachtig mogelijk tegengeluid, dan dreigt er een normalisering van het fascisme, en dat heeft een akelige impact op het leven van migranten, vanlinkse mensen maar uiteindelijk van iedereen die voor haar of zijn democratische rechten op wil komen.
En als fascistische groepen zich kunnen versterken, dan komen hun verder gelegen doelen - het vestigen van een ultrakapitalistische dictatuur, van een keiharde politiestaat - dichterbij. Als nazi-groepen een serieuze omvang en slagkracht krijgen, dan worden ze aantrekkelijke hulptroepen van bijvoorbeeld huisjesmelkers die krakers uit hun woningen willen hebben, van ondernemers die niet willen wachten tot een rechter hun stakingen verbiedt, van rechtse politici wiens ambities verder reiken dan een parlemenszeteltje meer of minder.
Kleine tekenen in die richting zijn er: in februari eerder dit jaar verdreef een knokploeg van 15 mensen met nazi-inslag (ik zeg het maar voorzichtig), voorzien van knuppels en kettingen, een achttal bewoners uit het door de bewoners gekraakte pand (zie berichtgeving in Ravage Digitaal en op Indymedia). We hebben al eens gezien hoe Mussolini's fascistenbendes in het Italië van de jaren twintig zich bewezen in de ogen van ondernemers door bonden van arme boeren en kantoren van socialistische organisaties aan te vallen. Daarna hielpen ondernemers, rechtse politici en de koning hem in het zadel - om aan elke linkse dreiging een einde te maken via een dictatuur.
Maar om zich te bewijzen moeten fascistenbendes zich weten te groeperen, uitstraling, aanhang en ervaring op te bouwen. Dat is het achterliggende doel van nazi-marsen zoals die van de NVU - hoe potsierlijk en operette-achtig hun vertoningen er ook uitzien, en hoe weinig velen onder de NVU-meelopors zich ook bewust mogen zijn van doel en dynamiek van de beweging waarvan ze een, vaak onnadenkend, onderdeel van zijn. Om deze dynamiek in de kiem te smoren is tegenactie, militant en massaal en in alle openheid - wezenlijk. Mòcht dan de economische crisis dieper worden, mòchten ondernemers en Wildersiaanse politicie via straatterreur rechts-autoritaire oplossingen zoeken voor hun problemen - laten we er dan voor gezorgd hebben dat er geen nazi-beweging van enig formaat klaarstaat om hen te helpen die rechts-autoritaire oplossingen ook door te drukken.
Daarom dienen we alert te zijn, ook nu nazi-groepjes nog niet heel veel voorstellen. Rond de NVU-mars in Oss deed AFA volgens Nieuws.nl de uitspraak: "we verwachten niet dat de aanhang van de NVU verder groeit". Dat was reden voor AFA om de NVU destijd niet teveel aandacht e schenken, en kennelijk ook om toen geen tegenactie te organiseren. Maar het gaat niet om de NVU op zichzelf, maar om het effect dat elke openlijke nazi-actie op het hele politieke krachtenveld heeft. Dat is het argument tegen degenen die zeggen (zoals ik ook wel eens deed en doe): waarom de straat op tegen zo'n zwakke vertoning?
Dat het ledental van de NVU niet groeit, vond ik destijds geen goede reden om in Oss af te zien van een tegendemonstratie. En daarom is de gammele conditie van de NVU dat nu evenmin. Als de NVU er matig voorstaat, is dat fijn. Maar voortdurende druk moet bijdragen dat hun conditie verder verslechtert, en dat andere geestverwante clubs geen ruimte winnen ook. Ik ben blij dat de AFA rond de NVU-mars op 14 juli een andere conclusie getrokken heeft dan destijds rond de NVU-optocht in Oss.
Maar wat principieel nodig is - tegenacties tegen nazi-uitingen - is praktisch helaas niet altijd mogelijk. De organisaties en netwerken die bereid en in staat zijn om tegendemonstraties van de grond te krijgen, zijn gering van omvang en niet indrukwekkend wat slagkracht betreft. Het is geen doen om met steeds dezelfde vijftig tot tweehonderd actievoerders het hele land rond te reizen om demonstraties te houden die meer dan eens met harde politiehand gedwarsboomd worden ook.
Bovendien zijn mensen die tegen nazi's actie willen voeren, heel vaak ook tegenstanders van oorlogen, voorvechters van solidariteit van arbeiders tegen ondernemers, kortom: links. Dat betekent dat we keer op keer moeten kiezen, in welke activiteit en onderwerpen we tijd steken.
Zo was er op 22 maart 2003 een actie gepland tegen een door nazi's gekraakte kazerne in Eindhoven. Maar, nadat die aankondiging verspreid was, begon de VS haar aanvalsoorlog tegen Irak. Voor de eerste zaterdag na dat uitbreken zetten activisten een grote demonstratie daartegen op poten. Die zaterdag was echter 22 maart, de dag van de geplande actie in Eindhoven. Terecht besloten antifascisten om hun actie in Eindhoven af te blazen. "Met het uitbreken van de oorlog in Irak willen de meeste mensen hun prioriteit bij de anti oorlogs strijd leggen. Voor alle mensen die het moelijk vonden te kiezen; je bent uit je lijden verlost ", aldus het AFA-bericht op Indymedia destijds.
Ik vond en vind dat erg verstandig van AFA. Niet alleen omdat er anders op de actie in Eindhoven - op zichzelf belangrijk genoeg! - wel eens erg weinig mensen afgekomen zou zijn. Maar ook omdat grootschalig en veelkleurig tegen oorlog demonstreren, mensen vanuit allerlei achtergronden, zwart en wit, gematigd en radicaal, bijeenbrengt in solidariteit. dat doorbreekt de afstand, ook die tussen bevolkingsgroepen - precies het omgekeerde dat fascisten met hun racistische haatpraat beogen. Anders gezegd: deze vredesbetoging droeg wezenlijk bij aan antiracisme en antifascisme, ook al was dat niet het expliciete doel ervan. Keuzes als deze - wanneer wel, en wanneer niet tegen nazi's demonstreren, en zo ja in welke vorm? - zijn steeds weer nodig.
Daarbij gelden een paar criteria. Om te beginnen is er de factor 'aantallen'. Een tegendemonstratie heeft impact als het lukt om substantieel meer mensen op de been te krijgen dan de nazi's. NVU-marsen brengen 60 tot 100 mensen op de been. Het aantal antifascisten moet daarvan een veelvoud bedragen. Dat is een eis die we aan onszelf moeten stellen, een inzet waar we ons hard voor moeten maken. Als we van te voren weten dat dit er niet inzit, dan kan het verdedigbaar zijn om een keer over te slaan - mits we de gespaarde tijd benutten om sterkere en bredere beweging op te bouwen zodat we de volgende keer wèl de kracht hebben.
Daarbij komt de factor 'tijd' in het spel. Als we vandaag horen dat overmorgen de nazi's ergens gaan marcheren, dan is de tijd om grotere aantallen mensen niet alleen te bereiken, maar ook te bewegen dat ze deel moeten nemen aan een tegenactie, simpelweg te kort - tenzij de netwerken om zulke mensen te bereiken erg wijd vertakt zijn, maar dat zijn ze niet. Haastklussen en paniekvoetbal met te weinig mensen helpt de antifascistische strijd niet verder. In zo n geval moeten we misschien - knarsetandend en schuimbekkend, maar goed - volstaan met een scherp persbericht in de media, waarin schande van de nazi-activiteit wordt gesproken en mensen wordt opgeroepen zich voor een volgende gelegenheid te organiseren en op scherp te staan.
Maar veel belangrijker dan dit soort praktische afwegingen, is een politieke afweging. Het fascisme bedreigt niet alleen de AFA, de Internationale Socialisten (IS) en andere clubs die zich georganiseerd met antiracisme en antifascisme bezighouden. Het fascisme bedreigt de hele arbeidersbeweging, radicaal en gematigd. Als nazi's de macht zouden grijpen, dan belanden Wouter Bos en partijgenoten, Jan Marijnissen en Agnes Kant, Femke Halsema, de mensen van de IS en van de AFA, allemaal in hetzelfde soort kamp - net zoals communisten en sociaaldemocraten in de jaren dertig in dezelfde kampen gesmeten werden door de nazi's, en met dezelfde rode driehoek op als merkteken van de politieke gevangenen. Vanuit dat inzicht - we staan tegenover dezelfde vijand - dienen we dan ook samenwerking met de breedst mogelijke beweging te zoeken zonder dat daarmee de onderlinge, vaak fundamentele meningsverschillen verdwenen zijn of genegeerd hoeven te worden. Maar: alles op zijn tijd!
Het fascisme bedreigt de democratische rechten en vrijheiden waar heel links voor vecht en waar heel links belang bij heeft. Het fascisme bedreigt migranten in hun veiligheid en bestaan. het fascisme bedreigt alles wat uit het hetero-gezinskeurslijf wil breken: homo's en lesbo's en hun organisaties lopen gevaar. Het fascisme jaagt vrouwen terug naar het aanrecht en ziet ze als weinig meer dan als broedmachines om meer stoere soldaten en werkers voor het vaderland voort te brengen. Anders gezegd: het fascisme is de vijand van vrijwel iedereen, op een hand vol topondernemers, militairen en politici na (als die dan nog van de 'juiste' etnische herkomst en huidskleur zijn ook).
Dat betekent dat antifascisten in hun acties potentieel op het draagvlak van de overgrote meerderheid van mensen kunnen leunen. En dàt betekent weer dat antifascisten in hun mobilisatie tegen bijvoorbeeld de NVU, alles op alles moeten zetten om niet alleen veel mensen op de meen moeten brengen, maar vooral ook mensen uit allerlei groepen. Daarmee doorbreken we het beeld dat we keer op keer zien: extreem rechts en extreem links, allebei in grimmig uniform, gaan tegen elkaar de straat op, en de politie hield de vechterbazen uiteen. Dat beeld is sowieso unfair: door de beide groepen op één lijn te zetten, dragen media die deze beeldvorming hanteren bij aan de normalisering van het fascisme, en aan de criminalisering van de mensen die daartegen vechten. Maar zolang aan de antifascistische kant voornamelijk mensen in de standaard autonome donkere kledij staan, is het voor media wel erg makkelijk om dit misleidende beeld te laten zien.
Dit is geen pleidooi aan mensen met autonome inslag om hun outfit voor de gelegenheid te veranderen; ieder moet komen zoals zij of hij wil, en ik vind het er wel cool uitzien ook... Maar het is vooral een pleidooi om juist ook mensen met een heel andere levensstijl, uitstraling, muziekvoorkeur en kledij in de beweging te betrekken, zodat de drempel voor allerlei mensen zo laag mogelijk wordt.
Ook daarom moeten mensen die bij de mobilisatie voor antifascistische betogingen betrokken zijn, alles op alles zetten om bredere, gevarieerder, groepen mensen de straat op te helpen gaan. Volgende week hoop ik niet alleen vele honderden mensen om me heen te zien op de demonstratie. Ik hoop vooral dat er, behalve de zeer welkome en broodnodige mensen met zwarte jas, capuchon en sjaal, ook mensen zijn in spijkerbroek, spijkerjasje en vakbondspetje op; mensen in hun alledaagse kledij met de rode tomaat van de SP opgespeld; mensen die voorverzameld hebben op het COC, de roze driehoek op en de regenboogvlag mee; en vooral ook mensen uit het Turkse en Marokkaanse koffiehuis, al dan niet in traditionele kledij, baarden, hoofddoeken; en ga zo maar door.
Als de actie komende zaterdag trouwens vrijwel uitsluitend uit witte antifascisten bestaat, dan is de actie vrijwel mislukt. Daarop dienen we onszelf en elkaar minimaal af te rekenen: als de groep die het meest direct door nazi-dreiging aangevallen wordt, thuisblijft op een antinazi-actie, dan doen we als antifascisten iets verkeerd.
Niet alleen laten we, als we veelvormig en veelkleurig aanwezig zijn, zien dat we er staan als zichtbaar deel van een meerderheidsafkeer van fascisme. We maken het de autoriteiten ook veel moeilijker om hard op te treden, zoals ze juist bij antifascistische acties keer op keer, en steeds grover doen. De politie zal veel makkelijker een betrekkelijk kleine groep in alternatieve radicale outfit uiteendrijven in in de cel gooien, dan een veel grotere groep die eruitziet als doorsnee van de bevolking. En als ze dat laatste toch doen, dan zal de politieke en publicitaire tegenwind die politie en justitie daardoor over zich afroepen, veel steviger zijn. Dat die onderdrukking een serieus risico vormt, valt te leren uit een beklemmend maar daarom ook nuttig AFA-verslag van politieoptreden op 5 juni 2005 tegen antifascisten die tegen, jawel, de NVU betoogden in, jawel, Den Haag hartelijk (bedankt aan de kameraad en goede vriend die me dit onlangs onder ogen bracht:-) ). Hoe groter en vooral ook hoe breder ons protest, hoe moeilijker te onderdrukken en te isoleren van de rest van de bevolking.
Een volgend punt dat we ons ook moeten afvragen: (hoe) draagt een eventuele tegenactie bij aan de verdere versterking van linkse krachten die de strijd tegen fascisme na de actie zelf door kunnen zetten? Ook hier is openlijk mobiliseren, in allerlei verschillende groeperingen en milieus, belangrijk.
Daarbij moeten betrokken groeperingen ook de ruimte hebben om hun verschillende gezichtspunten naar voren te brengen, eigen leuzen te laten zien en horen, materiaal te verspreiden en te verkopen. Geen eenheidsworst maar eenheid in verscheidenheid, waarbinnen verschillende ideeën naar voren gebracht worden en aan de praktijk getoetst. Als de diverse deelnemende groepen sterker uit zo 'n actie komen dan ze erin gingen, dan is hunslagkracht op bij volgende acties bij te dragen ook weer groter. Bewegingen als geheel hebben van sterkere deelnemende organisaties uiteindelijk profijt.
Kijken we, met dit alles in het achterhoofd, naar de veertiende juli. Tijd voor een tegenactie was er ruimschoots en is er nog steeds. Meer dan twee weken tevoren stond de AFA-oproep op internet, en nu staat die prominent op Indymedia. Dat gaf en geeft op zichzelf mogelijkheden om flinke groepen mensen naar Den Haag te krijgen. Die tijd was er destijds rond 'Oss' trouwens ook: tussen de aankondiging op Indymedia en de NVU-mars zat ruim een week Ook dat maakte de keus om die mars niet voor een tegenactie aan te grijpen, geen goede beslissing. Zie over Oss trouwens ook mijn artikelen destijds, "Dag van schande in Oss (deel 1)" en ook "Dag van schande in Oss (deel 2)"
Veel tekenen dat de mobilisatie voor 14 juli buiten de gebruikelijke actiecircuits, kraak- en infocentra op gang komt, zie ik echter nog niet. Een enkele website hier en daar, wat opmerkingen op Indymedia, dan heb je het ongeveer gehad. Er is een poster. Die verdient grootschalige verspreiding. Maar we zullen de zes dagen die we nog hebben, goed moeten benutten om werkelijk in de buurt te komen van de benodigde uitstraling en kracht zoals ik die hierboven uiteen zet. De klok tikt ondertussen wel verder.
Daarbij is nog een element absoluut wezenlijk: plaatselijk draagvlak, plaatselijke deelname. Het georganiseerde antifascisme is nog veel te veel een zaak van handjesvol actievoerders die vanuit steden waar links activisme wat sterker is bereid zijn het hele land door te reizen om tegen nazi's te betogen. Maar juist als er vanuit de plaats zelf waar nazi s aan het wandelen slaan, mensen opduiken om hun afkeer en woede daarover te uiten, is de impact van antifascistisch protest veel groter.
Eén plaatsnaam is wat dat betreft symbolisch geworden: Doetinchem! Daar hield de NVU op 24 februari een mars. Het Comité Stop Extreem Rechts wilde een tegenbetoging houden, maar dat verbood de rechter. Maar dat weerhield veel mensen niet om actie te voeren tegen de nazi's. Die moesten wachten met hun optocht : "De demonstratie (opm. rooieravotr: de NVU-mars dus) (...) werd anderhalf uur uitgesteld vanwege de aanwezigheid van zeker 150 tegendemonstraten." Dat was meer dan de 110 mensen die de NVU volgens de politie had meegebracht. En waar de NVU haar mensen van heinde en verre bijeenhaalde, daar gold dat niet voor de tegendemonstranten. "Het is niet bekend of de tegendemonstranten tot een bepaalde groepering behoorden, maar het lijkt te gaan om lokale jongeren." De politie arresteerde veel van deze dappere actievoerders, aldus het verslag in De Volkskrant waaruit ik ook citeerde. Maar dat deed aan hun impact niets af, en evenmin aan de inspiratie die zij anderen weer bieden.
Als het mogelijk is dat in een provincieplaats als Doetinchem 150 jongeren uit die plaats en de omgeving tegen nazi s de straat op gaan, dan moet dit ook mogelijk zijn in het veel grotere Den Haag. Taak voor antifascisten is om, uit alle macht, te kijken waar zulke jongeren - en ouderen - te vinden zijn, en om deze mensen een hoofdrol toe te kennen in de actie van komende zaterdag. Daar ligt een enorme krachtbron van antifascistische strijd! Zoiets als wat in Doetinchem gebeurde moet geen toevalstreffer zijn, maar kan beter dienen als inspiratie voor een vernieuwde, op bredere groepen gerichte aanpak van antifascisme, met plaatselijke handen en voeten en hoofden en harten.
Nu houden NVU en andere nazi-groepjes wel vaker acties en bijeenkomsten. Lang niet altijd beantwoorden linkse mensen dit met een tegenactie. Waarom deze keer dan wel zoveel energie steken in een tegendemonstratie? Waarin verschilt de veertiende juli van bijvoorbeeld de zevende april, toen dezelfde NVU marcheerde in Oss maar de AFA besloot geen tegenactie op touw te zetten?
Dat zijn belangrijke vragen voor iedere antifascist - en in het verlengde daarvan voor iedereen die door een groeiend fascisme in haar of zijn rechten, vrijheden en zelfs gezondheid en leven bedreigd wordt. Laat ik beginnen met een grote lijn: elke georganiseerde nazi-uiting verdient principieel een krachtige, openlijke tegenactie. Die in Oss in april niet minder dan die in Den Haag komende zaterdag. Ik heb destijds al geschreven dat ik het oneens was met de keus van diverse linkse groepen - AFA, maar ook de SP, om destijds niets (of in het geval van de SP: schoonmaakmosterd na de gifmaaltijd) op touw te zetten.
Waarom is het organiseren van tegenactie zo'n principezaak? Allereerst omdat het georganiseerd spuien van bedreigingen en beledigingen, en de geweldsdreiging die daar van uit gaat, onverteerbaar is. De nazi's die marcheren beledigen en bedreigen migranten, mensen die en concentratiekamp hebben overleefd of nabestaanden van mensen die daar zijn vermoord, linkse activisten van krakers tot vakbondsmensen. Zoiets dient domweg niet ongehinderd plaats te vinden.
De dreiging die nazi-acties met zich meebrengen gaat echter verder. Het zou niet voor het eerst zijn dat nazi's, in het kielzog van één van hun optochten, 's avonds de stad onveilig maken, linkse actievoerders aanvallen maar bijvoorbeeld ook een Turkse winkel in de brand steken. Optochten van nazi's versterken het zelfvertrouwen van hun aanhangers, verlagen de drempel voor sympathisanten om een volgende keer ook mee te lopen. Als dit ongestoord kan plaatsvinden - met politiebescherming, en zonder een zo krachtig mogelijk tegengeluid, dan dreigt er een normalisering van het fascisme, en dat heeft een akelige impact op het leven van migranten, vanlinkse mensen maar uiteindelijk van iedereen die voor haar of zijn democratische rechten op wil komen.
En als fascistische groepen zich kunnen versterken, dan komen hun verder gelegen doelen - het vestigen van een ultrakapitalistische dictatuur, van een keiharde politiestaat - dichterbij. Als nazi-groepen een serieuze omvang en slagkracht krijgen, dan worden ze aantrekkelijke hulptroepen van bijvoorbeeld huisjesmelkers die krakers uit hun woningen willen hebben, van ondernemers die niet willen wachten tot een rechter hun stakingen verbiedt, van rechtse politici wiens ambities verder reiken dan een parlemenszeteltje meer of minder.
Kleine tekenen in die richting zijn er: in februari eerder dit jaar verdreef een knokploeg van 15 mensen met nazi-inslag (ik zeg het maar voorzichtig), voorzien van knuppels en kettingen, een achttal bewoners uit het door de bewoners gekraakte pand (zie berichtgeving in Ravage Digitaal en op Indymedia). We hebben al eens gezien hoe Mussolini's fascistenbendes in het Italië van de jaren twintig zich bewezen in de ogen van ondernemers door bonden van arme boeren en kantoren van socialistische organisaties aan te vallen. Daarna hielpen ondernemers, rechtse politici en de koning hem in het zadel - om aan elke linkse dreiging een einde te maken via een dictatuur.
Maar om zich te bewijzen moeten fascistenbendes zich weten te groeperen, uitstraling, aanhang en ervaring op te bouwen. Dat is het achterliggende doel van nazi-marsen zoals die van de NVU - hoe potsierlijk en operette-achtig hun vertoningen er ook uitzien, en hoe weinig velen onder de NVU-meelopors zich ook bewust mogen zijn van doel en dynamiek van de beweging waarvan ze een, vaak onnadenkend, onderdeel van zijn. Om deze dynamiek in de kiem te smoren is tegenactie, militant en massaal en in alle openheid - wezenlijk. Mòcht dan de economische crisis dieper worden, mòchten ondernemers en Wildersiaanse politicie via straatterreur rechts-autoritaire oplossingen zoeken voor hun problemen - laten we er dan voor gezorgd hebben dat er geen nazi-beweging van enig formaat klaarstaat om hen te helpen die rechts-autoritaire oplossingen ook door te drukken.
Daarom dienen we alert te zijn, ook nu nazi-groepjes nog niet heel veel voorstellen. Rond de NVU-mars in Oss deed AFA volgens Nieuws.nl de uitspraak: "we verwachten niet dat de aanhang van de NVU verder groeit". Dat was reden voor AFA om de NVU destijd niet teveel aandacht e schenken, en kennelijk ook om toen geen tegenactie te organiseren. Maar het gaat niet om de NVU op zichzelf, maar om het effect dat elke openlijke nazi-actie op het hele politieke krachtenveld heeft. Dat is het argument tegen degenen die zeggen (zoals ik ook wel eens deed en doe): waarom de straat op tegen zo'n zwakke vertoning?
Dat het ledental van de NVU niet groeit, vond ik destijds geen goede reden om in Oss af te zien van een tegendemonstratie. En daarom is de gammele conditie van de NVU dat nu evenmin. Als de NVU er matig voorstaat, is dat fijn. Maar voortdurende druk moet bijdragen dat hun conditie verder verslechtert, en dat andere geestverwante clubs geen ruimte winnen ook. Ik ben blij dat de AFA rond de NVU-mars op 14 juli een andere conclusie getrokken heeft dan destijds rond de NVU-optocht in Oss.
Maar wat principieel nodig is - tegenacties tegen nazi-uitingen - is praktisch helaas niet altijd mogelijk. De organisaties en netwerken die bereid en in staat zijn om tegendemonstraties van de grond te krijgen, zijn gering van omvang en niet indrukwekkend wat slagkracht betreft. Het is geen doen om met steeds dezelfde vijftig tot tweehonderd actievoerders het hele land rond te reizen om demonstraties te houden die meer dan eens met harde politiehand gedwarsboomd worden ook.
Bovendien zijn mensen die tegen nazi's actie willen voeren, heel vaak ook tegenstanders van oorlogen, voorvechters van solidariteit van arbeiders tegen ondernemers, kortom: links. Dat betekent dat we keer op keer moeten kiezen, in welke activiteit en onderwerpen we tijd steken.
Zo was er op 22 maart 2003 een actie gepland tegen een door nazi's gekraakte kazerne in Eindhoven. Maar, nadat die aankondiging verspreid was, begon de VS haar aanvalsoorlog tegen Irak. Voor de eerste zaterdag na dat uitbreken zetten activisten een grote demonstratie daartegen op poten. Die zaterdag was echter 22 maart, de dag van de geplande actie in Eindhoven. Terecht besloten antifascisten om hun actie in Eindhoven af te blazen. "Met het uitbreken van de oorlog in Irak willen de meeste mensen hun prioriteit bij de anti oorlogs strijd leggen. Voor alle mensen die het moelijk vonden te kiezen; je bent uit je lijden verlost ", aldus het AFA-bericht op Indymedia destijds.
Ik vond en vind dat erg verstandig van AFA. Niet alleen omdat er anders op de actie in Eindhoven - op zichzelf belangrijk genoeg! - wel eens erg weinig mensen afgekomen zou zijn. Maar ook omdat grootschalig en veelkleurig tegen oorlog demonstreren, mensen vanuit allerlei achtergronden, zwart en wit, gematigd en radicaal, bijeenbrengt in solidariteit. dat doorbreekt de afstand, ook die tussen bevolkingsgroepen - precies het omgekeerde dat fascisten met hun racistische haatpraat beogen. Anders gezegd: deze vredesbetoging droeg wezenlijk bij aan antiracisme en antifascisme, ook al was dat niet het expliciete doel ervan. Keuzes als deze - wanneer wel, en wanneer niet tegen nazi's demonstreren, en zo ja in welke vorm? - zijn steeds weer nodig.
Daarbij gelden een paar criteria. Om te beginnen is er de factor 'aantallen'. Een tegendemonstratie heeft impact als het lukt om substantieel meer mensen op de been te krijgen dan de nazi's. NVU-marsen brengen 60 tot 100 mensen op de been. Het aantal antifascisten moet daarvan een veelvoud bedragen. Dat is een eis die we aan onszelf moeten stellen, een inzet waar we ons hard voor moeten maken. Als we van te voren weten dat dit er niet inzit, dan kan het verdedigbaar zijn om een keer over te slaan - mits we de gespaarde tijd benutten om sterkere en bredere beweging op te bouwen zodat we de volgende keer wèl de kracht hebben.
Daarbij komt de factor 'tijd' in het spel. Als we vandaag horen dat overmorgen de nazi's ergens gaan marcheren, dan is de tijd om grotere aantallen mensen niet alleen te bereiken, maar ook te bewegen dat ze deel moeten nemen aan een tegenactie, simpelweg te kort - tenzij de netwerken om zulke mensen te bereiken erg wijd vertakt zijn, maar dat zijn ze niet. Haastklussen en paniekvoetbal met te weinig mensen helpt de antifascistische strijd niet verder. In zo n geval moeten we misschien - knarsetandend en schuimbekkend, maar goed - volstaan met een scherp persbericht in de media, waarin schande van de nazi-activiteit wordt gesproken en mensen wordt opgeroepen zich voor een volgende gelegenheid te organiseren en op scherp te staan.
Maar veel belangrijker dan dit soort praktische afwegingen, is een politieke afweging. Het fascisme bedreigt niet alleen de AFA, de Internationale Socialisten (IS) en andere clubs die zich georganiseerd met antiracisme en antifascisme bezighouden. Het fascisme bedreigt de hele arbeidersbeweging, radicaal en gematigd. Als nazi's de macht zouden grijpen, dan belanden Wouter Bos en partijgenoten, Jan Marijnissen en Agnes Kant, Femke Halsema, de mensen van de IS en van de AFA, allemaal in hetzelfde soort kamp - net zoals communisten en sociaaldemocraten in de jaren dertig in dezelfde kampen gesmeten werden door de nazi's, en met dezelfde rode driehoek op als merkteken van de politieke gevangenen. Vanuit dat inzicht - we staan tegenover dezelfde vijand - dienen we dan ook samenwerking met de breedst mogelijke beweging te zoeken zonder dat daarmee de onderlinge, vaak fundamentele meningsverschillen verdwenen zijn of genegeerd hoeven te worden. Maar: alles op zijn tijd!
Het fascisme bedreigt de democratische rechten en vrijheiden waar heel links voor vecht en waar heel links belang bij heeft. Het fascisme bedreigt migranten in hun veiligheid en bestaan. het fascisme bedreigt alles wat uit het hetero-gezinskeurslijf wil breken: homo's en lesbo's en hun organisaties lopen gevaar. Het fascisme jaagt vrouwen terug naar het aanrecht en ziet ze als weinig meer dan als broedmachines om meer stoere soldaten en werkers voor het vaderland voort te brengen. Anders gezegd: het fascisme is de vijand van vrijwel iedereen, op een hand vol topondernemers, militairen en politici na (als die dan nog van de 'juiste' etnische herkomst en huidskleur zijn ook).
Dat betekent dat antifascisten in hun acties potentieel op het draagvlak van de overgrote meerderheid van mensen kunnen leunen. En dàt betekent weer dat antifascisten in hun mobilisatie tegen bijvoorbeeld de NVU, alles op alles moeten zetten om niet alleen veel mensen op de meen moeten brengen, maar vooral ook mensen uit allerlei groepen. Daarmee doorbreken we het beeld dat we keer op keer zien: extreem rechts en extreem links, allebei in grimmig uniform, gaan tegen elkaar de straat op, en de politie hield de vechterbazen uiteen. Dat beeld is sowieso unfair: door de beide groepen op één lijn te zetten, dragen media die deze beeldvorming hanteren bij aan de normalisering van het fascisme, en aan de criminalisering van de mensen die daartegen vechten. Maar zolang aan de antifascistische kant voornamelijk mensen in de standaard autonome donkere kledij staan, is het voor media wel erg makkelijk om dit misleidende beeld te laten zien.
Dit is geen pleidooi aan mensen met autonome inslag om hun outfit voor de gelegenheid te veranderen; ieder moet komen zoals zij of hij wil, en ik vind het er wel cool uitzien ook... Maar het is vooral een pleidooi om juist ook mensen met een heel andere levensstijl, uitstraling, muziekvoorkeur en kledij in de beweging te betrekken, zodat de drempel voor allerlei mensen zo laag mogelijk wordt.
Ook daarom moeten mensen die bij de mobilisatie voor antifascistische betogingen betrokken zijn, alles op alles zetten om bredere, gevarieerder, groepen mensen de straat op te helpen gaan. Volgende week hoop ik niet alleen vele honderden mensen om me heen te zien op de demonstratie. Ik hoop vooral dat er, behalve de zeer welkome en broodnodige mensen met zwarte jas, capuchon en sjaal, ook mensen zijn in spijkerbroek, spijkerjasje en vakbondspetje op; mensen in hun alledaagse kledij met de rode tomaat van de SP opgespeld; mensen die voorverzameld hebben op het COC, de roze driehoek op en de regenboogvlag mee; en vooral ook mensen uit het Turkse en Marokkaanse koffiehuis, al dan niet in traditionele kledij, baarden, hoofddoeken; en ga zo maar door.
Als de actie komende zaterdag trouwens vrijwel uitsluitend uit witte antifascisten bestaat, dan is de actie vrijwel mislukt. Daarop dienen we onszelf en elkaar minimaal af te rekenen: als de groep die het meest direct door nazi-dreiging aangevallen wordt, thuisblijft op een antinazi-actie, dan doen we als antifascisten iets verkeerd.
Niet alleen laten we, als we veelvormig en veelkleurig aanwezig zijn, zien dat we er staan als zichtbaar deel van een meerderheidsafkeer van fascisme. We maken het de autoriteiten ook veel moeilijker om hard op te treden, zoals ze juist bij antifascistische acties keer op keer, en steeds grover doen. De politie zal veel makkelijker een betrekkelijk kleine groep in alternatieve radicale outfit uiteendrijven in in de cel gooien, dan een veel grotere groep die eruitziet als doorsnee van de bevolking. En als ze dat laatste toch doen, dan zal de politieke en publicitaire tegenwind die politie en justitie daardoor over zich afroepen, veel steviger zijn. Dat die onderdrukking een serieus risico vormt, valt te leren uit een beklemmend maar daarom ook nuttig AFA-verslag van politieoptreden op 5 juni 2005 tegen antifascisten die tegen, jawel, de NVU betoogden in, jawel, Den Haag hartelijk (bedankt aan de kameraad en goede vriend die me dit onlangs onder ogen bracht:-) ). Hoe groter en vooral ook hoe breder ons protest, hoe moeilijker te onderdrukken en te isoleren van de rest van de bevolking.
Een volgend punt dat we ons ook moeten afvragen: (hoe) draagt een eventuele tegenactie bij aan de verdere versterking van linkse krachten die de strijd tegen fascisme na de actie zelf door kunnen zetten? Ook hier is openlijk mobiliseren, in allerlei verschillende groeperingen en milieus, belangrijk.
Daarbij moeten betrokken groeperingen ook de ruimte hebben om hun verschillende gezichtspunten naar voren te brengen, eigen leuzen te laten zien en horen, materiaal te verspreiden en te verkopen. Geen eenheidsworst maar eenheid in verscheidenheid, waarbinnen verschillende ideeën naar voren gebracht worden en aan de praktijk getoetst. Als de diverse deelnemende groepen sterker uit zo 'n actie komen dan ze erin gingen, dan is hunslagkracht op bij volgende acties bij te dragen ook weer groter. Bewegingen als geheel hebben van sterkere deelnemende organisaties uiteindelijk profijt.
Kijken we, met dit alles in het achterhoofd, naar de veertiende juli. Tijd voor een tegenactie was er ruimschoots en is er nog steeds. Meer dan twee weken tevoren stond de AFA-oproep op internet, en nu staat die prominent op Indymedia. Dat gaf en geeft op zichzelf mogelijkheden om flinke groepen mensen naar Den Haag te krijgen. Die tijd was er destijds rond 'Oss' trouwens ook: tussen de aankondiging op Indymedia en de NVU-mars zat ruim een week Ook dat maakte de keus om die mars niet voor een tegenactie aan te grijpen, geen goede beslissing. Zie over Oss trouwens ook mijn artikelen destijds, "Dag van schande in Oss (deel 1)" en ook "Dag van schande in Oss (deel 2)"
Veel tekenen dat de mobilisatie voor 14 juli buiten de gebruikelijke actiecircuits, kraak- en infocentra op gang komt, zie ik echter nog niet. Een enkele website hier en daar, wat opmerkingen op Indymedia, dan heb je het ongeveer gehad. Er is een poster. Die verdient grootschalige verspreiding. Maar we zullen de zes dagen die we nog hebben, goed moeten benutten om werkelijk in de buurt te komen van de benodigde uitstraling en kracht zoals ik die hierboven uiteen zet. De klok tikt ondertussen wel verder.
Daarbij is nog een element absoluut wezenlijk: plaatselijk draagvlak, plaatselijke deelname. Het georganiseerde antifascisme is nog veel te veel een zaak van handjesvol actievoerders die vanuit steden waar links activisme wat sterker is bereid zijn het hele land door te reizen om tegen nazi's te betogen. Maar juist als er vanuit de plaats zelf waar nazi s aan het wandelen slaan, mensen opduiken om hun afkeer en woede daarover te uiten, is de impact van antifascistisch protest veel groter.
Eén plaatsnaam is wat dat betreft symbolisch geworden: Doetinchem! Daar hield de NVU op 24 februari een mars. Het Comité Stop Extreem Rechts wilde een tegenbetoging houden, maar dat verbood de rechter. Maar dat weerhield veel mensen niet om actie te voeren tegen de nazi's. Die moesten wachten met hun optocht : "De demonstratie (opm. rooieravotr: de NVU-mars dus) (...) werd anderhalf uur uitgesteld vanwege de aanwezigheid van zeker 150 tegendemonstraten." Dat was meer dan de 110 mensen die de NVU volgens de politie had meegebracht. En waar de NVU haar mensen van heinde en verre bijeenhaalde, daar gold dat niet voor de tegendemonstranten. "Het is niet bekend of de tegendemonstranten tot een bepaalde groepering behoorden, maar het lijkt te gaan om lokale jongeren." De politie arresteerde veel van deze dappere actievoerders, aldus het verslag in De Volkskrant waaruit ik ook citeerde. Maar dat deed aan hun impact niets af, en evenmin aan de inspiratie die zij anderen weer bieden.
Als het mogelijk is dat in een provincieplaats als Doetinchem 150 jongeren uit die plaats en de omgeving tegen nazi s de straat op gaan, dan moet dit ook mogelijk zijn in het veel grotere Den Haag. Taak voor antifascisten is om, uit alle macht, te kijken waar zulke jongeren - en ouderen - te vinden zijn, en om deze mensen een hoofdrol toe te kennen in de actie van komende zaterdag. Daar ligt een enorme krachtbron van antifascistische strijd! Zoiets als wat in Doetinchem gebeurde moet geen toevalstreffer zijn, maar kan beter dienen als inspiratie voor een vernieuwde, op bredere groepen gerichte aanpak van antifascisme, met plaatselijke handen en voeten en hoofden en harten.
Abonneren op:
Posts (Atom)