Posts tonen met het label Wilders. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Wilders. Alle posts tonen

maandag 31 maart 2008

De film van Wilders: gevaarlijke provocatie triest 'succes'

De film van Wilders heeft de nodige reacties losgemaakt, en dat viel te verwachten. Maar na de maanden opgebouwde spanning van de afgelopen maandag, het steeds uigestelde uitbrengen ervan, de speculaties, de halve staat van beleg de de regering-Balkenende zo ongeveer paraat hield – na al de heisa en al de hype was er direct na de film en de eerste reactie toch het gevoel: 'is dít nu alles?' En inderdaad: geen echte rellen en eigenlijk een zeer rustige reactie in Moslimgemeenschappen in Nederland zelf, geen bestormde ambassades in het Midden-Oosten. Wat boze verklaringen van regeringen van Iran en Indonesië en dergelijke, wat boycotgeluid in Jordanië.

Of we met die rustige reactie vooral in Nederland zelf wel zo blij moeten zijn is maar zeer de vraag. Degenen die na het zien van film en reacties erop vinden dat 'het allemaal meeviel' onderschatten de ernst van de gebeurtenis. Kennelijk hadden mensen een nog ergere film verwacht. Kennelijk is het afbeelden van bloedige aanslagenen geweld, begaan door een minieme minderheid van Moslims, en het verbinden van die bloedige beelden aan het de grond intrappen van héél de Islam al iets om je niet al te zeer meer over op te winden.
Dat het hier om de klassieke kwalijke propagandatruc van racisten overal – generaliseren van wandaden van enkelen, om ze toe te schrijven aan een hele bevolkingsgroep – gaat, en dat schouderophalen geen adequate reactie is, blijkt een beetje te zijn vergeten. Er is kennlijk, maand na maand van Wilderiaanse islamofobe hatelijkheden, een gewenning, om niet te zeggen afstomping opgetreden die bepaald zorgwekkend is. De islamofobe vorm van racisme is geaccepteerd geraakt in brede lagen van bevolking, media en politiek bestel. Dat is geen nederlaag van Wilders, dat is een overwinning. Dat de film in grote lijnen binnen de grenzen van de wet blijft, zoals deskundigen zeggen, tekent Wilders' sluwheid, en kan dan ook niet als pluspunt worden ingeboekt. De lauwe reactie op de film laat zien dat hij een sterke plek heeft weten te veroveren, en dat de beginnende tegenkrachten – de advertentie van Harry de Winter, de manifestatie van 22 maart – bepaald niet rustig achterover kunnen leunen.

Natuurlijk wijzen mensen op allerlei zwakke plekken in de film. Zo is er een foto van een rapper te zien, Salah Edin, zonder diens toestemming. Die foto wordt zo gebruikt alsof het lijkt alsof het de moordenaar van Theo van Gogh is. Dat was al eens eerder gebeurd, en het is nogal dom van de filmmakers dat ze dit herhalen.

Ook programmamaker Robbie Muntz is een beetje boos op Wilders. Geert heeft zijn zijn film een audiofragment van Muntz gebruikt zonder toestemming. Het is grappig dat een harde neoliberaal – toch voorstander van heiligverklaring van eigendomsrechten – zo luchtigjes en slordig omgaat met een vorm van dat eigendomsrecht.

Iets dergelijks zien we in het gebruik van de hatelijke Mohammed-cartoon van Kurt Westergaard. Die heeft geen toestemming gegeven aan Wilders, en nu zit de Nederlandse Journalistenvakbond NVJ op Wilders’ nek. De Deense vakbond van journalisten heeft daarom gevraagd. "Het was nooit zijn bedoeling dat de cartoon zou worden gebruikt voor politieke propaganda", zo zegt de Volkskrant. Natuurlijk is dat lachwekkend: de cartoon van Westergaard wás politieke propaganda van het zuiverste water. Het stemt grimmig vrolijk dat een islamofobe cartoonist nu ruzie heeft met een islamofobe politicus. Waar vijanden elkaar te lijf gaan hebben wij weer iets minder te doen.

De film verdraait ook Koran-teksten. Fred Leemhuis, een hoogleraar die de Koran heeft vertaald, maakt dat duidelijk.’Vrees aanjagen’ wordt door Wilders vervangen door ‘terroriseren’, wat nogal stemmingsmakerij is. Ook halveert hij stukken op misleidende wijze: tamelijk harde zinnen worden soms gevolgd door relatievering en oproep tot vergeving en mildheid. Wilders haal;t de harde beginzinnen naar voren en laat de vriendelijker afsluiting weg. Alles in dienst van een zo negatief en gewelddadig beeld van ‘de Islam’.

Het is goed en nuttig om deze zwakke plekken in de film genadeloos onderuit tehalen en Wilders aan de schandpaal te nagelen als iemand die stukjes bij elkaar jat en waarheden verdraait in dienst van het Hogere Doel, zijn eigen heile oorlog tegen 'De Islam'. Maar het is wel zaak om dit op een goede manier te doen, en niet op de klaaglijke manier waarop dat nu teveel gebeurt.

Zo lees ik dat Jan Marijnissen de film typeert als "derde klas middelbare school". Was Marijnissen meer tevreden geweest met een film die het niveau van de Filmacademie wel had gehaald? Zelfde strekking, maar zonder de slordigheden rond auteursrecht, en wat nauwkeuriger Koran-citaten wellicht? Op dit soort feitelijke zwakke plekken wijzen zonder het onderliggende kwaadaardige verhaal dat Wilders ermee uitdraagt onderuit te halen betekent een levensgevaarlijke onderschatting van waar Wilders en zijn PVV mee bezig is. Wilders maakt zijn film nu eenmaal niet voor bioscooprecensenten en liefhebbers van kwaliteitscinema..

Dat rechtse politici met slappe praat komen is nauwelijks schokkend. Dat Arie Slob van de Christen-Unie spreekt van "een gebrek aan nuance" is zielig, en een beetje om te lachen ook. Hij had blijkbaar liever genuanceerd islamofoob racisme gehad? En dan Mark Rutte, van de VVD die Geert Wilders heeft uitgebroed en laten groeien tot islamofoob demagoog de de VVD vervolgens ontgroeide… Hij noemt de film een "gemiste kans" en riep Wilders al een dag voor het verschijnen van de film op om "met oplossingen te komen voor het door Wilders benoemde Islam-probleem." Planeet aarde aan Mark Rutte, boodschap één: er is geen Islam-probleem er is een probleem va islamopfobie. Planeet aarde aan Mark Rutte, boodschap twee: Wilders benoemt gene probleem, hij is dus ook niet geïnteresseerd in oplossingen ervan. Wilders scoort door Moslims te beschimpen, met als doel: het veroveren van een betere positie in peilingen, op weg naar meer zetels en meer macht. Het aan de orde stellen van een niet-bestaand probleem, het aanvallen van “de Islam” is een middel op weg naar politieke macht.

Dat het Wilders uiteindelijk niet om Moslims gaat, maar om macht, blijkt trouwens uit zijn reactie op de reacties op Fitna. "Hulde aan de moslims", zei hij, omdat er geen rellen zijn geweest. "Zij hebben zich verantwoordelijker opgesteld dan de minister president." Natuurlijk had Wilders met eenzelfde enthousiasme schande gesproken als we wel grote rellen waren geweest. Dan had hij kunnen roepen “zie je wel hoe gevaarlijk de Islam is?” Maar nu doet hij zijn voordeel met de relatieve rust, en richt zijn pijlen op zijn softe critici uit het politieke midden dat hij met zijn uiterst-rechtse rebellie onder de voet wil lopen. Het tekent hem als gehaaid machtspoliticus – én als fascistische provocateur. Nee, dit is geen ‘bewijsvoering’ van het fascistisch karakter van Wilders’ politiek – gewoon het aanwijzen van één van de symptomen. En in termen van fascistische provocaties is de film, maar vooral de aanloop, een verontrustend groot succes.

Hoe met een links antwoord op Wilders’ gifmengerij er uitzien, nu de film achter ons ligt? Doen alsof het allemaal wel losloopt is geen antwoord. Maar de door delen van links – bijvoorbeeld Nederland Bekent Kleur, verantwoordelijk voor de op zichzelf positieve manifestatie van 22 maart - gekozen strategie tot opbouw van een tegenbeweging heeft ook belangrijke beperkingen. Een volgende manifestatie a la 22 maart, ook al komen er drie keer zo veel mensen, lijkt me op zich niet hét antwoord, maar hooguit een beperkt déél ervan. Tegenover elke duizend demonstranten kan Wilders immers vooralsnog wijzen op negen zetels en honderdduizenden kiezers.

Ja, duizend demonstranten zijn een vorm van samenhangende activiteit, van solidariteit, terwijl honderdduizend kiezers op zichzelf geen samenhang vertonen en los zand zijn. Maar daarmee is nog niet bewezen dat duizend of vijfduizend demonstranten op zichzelf een wezenlijke impact hebben tegenover Wilders’ inmiddels vrij formidabele macht, en dat de voor zulke mobilisatie vereiste inspanning de best mogelijke inzet van beperkte krachten is. Dit is geen pleidooi tegen demonstraties; het is slechts een pleidooi om over zulke dingen scherp en goed na te denken. De situatie is te ernstig voor het op de automatische piloot blijven bewandelen van eenmaal ingeslagen paden

Bekende Nederlanders (BN-ers) die zich uitspreken hebben hun nut – maar het is de kracht van Wilders dat hij een anti-uitstraling heeft tegen alles wat gewichtig en BN-erig is. Een rebel wordt sterker als degenen tegen wie hij zegt te rebelleren schande van die rebel spreken, en dat geldt voor een rechtse rebel ook. Elk gezaghebbend persoon dat zich tegen Wilders uitkeert dreigt het effect te versterken van een Wilders die roept: “zie je wel? De elite miskent het verlangen van ons soort mensen”. Dat effect kan slechts ondermijnd worden als BN-stellingname ondergeschikt is aan iets anders: het opbouwen van een geluid dat gefrustreerde mensen die nu naar Wilders kijken om een antwoord op hun frustraties te vinden iets hoopvollers biedt.

Dat betekent dat een goed antwoord van links op Wilders in hoge mate indirect zal moeten zijn. Alles wat de solidariteit tussen mensen onderaan, over de grenzen van zwart en wit, Moslim of niet-moslim, heen – versterkt, verzwakt de positie en de aantrekkingskracht va Wilders. Dat maakt bijvoorbeeld de stakingen in onderwijs en post, en de actiedreiging in het streekvervoer – belangrijk en relevant. Daarbinnen een expliciet néé tegen racisme en islamofobe haat naar voren brengen is wezenlijk. Maar het zijn de stukjes klassenstrijd zelf die we her en der zien die de krachtbron van solidariteit vormen die nodig is tegen racisme en rechtse opmars. Links hoort die krachtbron serieuzer te nemen dan doorgaans gebeurt, en uit alle macht te helpen uitbouwen.

zondag 2 maart 2008

Kabinet speelt Wilders in de kaart

Eerst was het minister van Buitenlandse zaken Verhagen die Wilders waarschuwde voor wat zijn komende film over de Koran aan reacties kan losmaken. Minister van justitie Hirsch Ballin "waarschuwde Wilders voor de strafrechtelijke consequenties als er in de film sprake zou zijn van haatzaaien of discriminatie". Nu heeft premier Balkenende er nog een verklaring tegenaan gegooid.
Enkele zinnen daaruit: "Het was en is onze verantwoordelijkheid om de heer Wilders te wijzen op de consequenties van zijn daden. (…) Nu al moet rekening worden gehouden met ernstige risico s voor Nederlanders en Nederlandse belangen in verschillende landen. Het is onze plicht om de heer Wilders hierop te wijzen.(…) Het gaat hier immers om de veiliogheid van Nederlandse burgers en bedrijven in het buitenland. Om de Nederlandse krijgsmacht die missies vervult. Om het bredere belang van Nederland, de waarden waarvoor wij staan en onze reputatie in internationaal verband. Wij roepen hem op om al deze aspecten in zijn beoordeling te betrekken."
Hier staat feitelijk het volgende. Mijnheer Wilders, als u die film uitzendt dan vallen boze moslims onze ambassades, bedrijven en mensen aan, dan krijgen onze soldaten in Afghanistan nog meer last van die Taliban, dan krijgen we boycots tegen ons bedrijfsleven, reputatieschade en en deuk in ons imago van tolerant vriendelijk landje. Alstublieft mijnheer Wilders, in naam van de B.V. Nederland, houdt u op met die film. Er steekt in deze houding van de regering geen werkelijke afwijzing van het giftige brouwsel dat Wilders mengt en verspreidt.

Alleen de angst voor de woede die dit brouwsel op zal wekken bepaalt de houding. Staat en bedrijfsleven - en niet de moslims wiens geloof op grove wijze door het slijk gehaald gaat worden, en die Wilders' film zeer terecht als aanval op henzelf zullen opvatten – moeten verdedigd worden. Met een serieuze stellingname tegen racistische islamofobie heeft het regeringsstandpunt niet echt iets te maken. Alleen de waarschuwing van Hirsch Ballin "voor de strafrechtelijke consequenties van zijn daden" komt een beetje in die buurt. Maar wat de regering in de kern verdedigt is hier geen bedreigde bevolkingsgroep, maar enkel haar eigen gezag, haar wet en haar kapitalistische orde.

Degenen die het van die orde moeten helpen – kapitalisten zelf, kortom – laten zich niet onbetuigd, en zijn hier nog wat helderder dan Balkenende en zijn ministers. "Wilders moet zich goed realiseren wat de vergaande gevolgen kunnen zijn van de beoogde film." Dat staat in een verklaring van ondernemersclubs VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO, afgelegd door Bernard Wientjes van de eerste van die organisaties. Die gevolgen, daar gaat het om, niet om de kwalijke inhoud die we van de film te verwachten hebben. "Wij wijzen gebrek aan respect en beledigende uitlatingen van de hand. Die dragen niet bij aan een klimaat van tolerantie, waar het bedrijfsleven belang bij heeft."
Een goed rustig investeringsklimaat, daar gaat het de geachte ondernemers om, en heisa en onrust kunnen ze daarbij niet gebruiken. Wilders' film roept heisa en onrust op, dus Wilders moet maar afzien van zijn film. Daar komt het pleidooi voor verdraagzaamheid van de ondernemersorganisaties op neer. Iemand van VNO—NCW wijst, aan de hand van Denemarken en de cartoontoestanden, op de economische schade die wegens de film zou kunnen ontstaan. Het geweten van het kapitaal zit in de protemonnee, en als dat betekent dat ze zich nu tegen hun goede vriend – wat dat is hij – Wilders moeten keren, dan doen ze dat.
Wilders zelf legt de oproepen vanuit de regering naast zich neer, en geniet overduidelijk van zijn rol. "Wat het kabinet of ondernemers of anderen ook doen, of waar zij in hun lafheid (…) ook toe oproepen, mijn film over de fascistische Koran en de barbaar Mohammed (…) wordt in maart uitgezonden(…). Het kabinet mag dan buigen en capituleren voor de islam , ik zal dat nooit en te nimmer doen", zegt hij.
Hij manoeuvreert zich weer behendig in de rol van underdog, van onverzettlijke kampioen van de vrijheid van meningsuiting, principiële voorvechter van Westerse beschaving tegen Islam-barbarij. De afwijzing vanuit regering en ondernemers speelt hem hierbij geweldig in de kaart: nu kan hij zich weer neerzetten als rebel, niet alleen tegen verzonnen tsunami’s va Islamisering, maar tegen regering en ondernemers, tegen de fameuze 'elite' waar de voorvechters van de zogeheten nieuwe politiek – oude politiek uit de jaren dertig, met weinig meer dan een nieuw kapsel – het zo graag over hebben.
Dit soort 'nieuwe politiek' pleegt geleid te worden door kopstukken uit diezelfde 'elite', of door mensen met ambitie om daarbij te horen. En de kern van dit soort politiek bestaat niet uit racistische islamofobie – die is vooral bedoeld om steun te winnen van mensen die van de kern van dit soort politiek alleen maar last gaan krijgen. De kern is een verdere verrijking van de rijken – ja, van die 'elite' dus waar dit soort politiek zo tegen beweert te zijn. Zo was het destijds met Fortuyn; zo is het nu met Wilders.
In beide gevallen komt, zoals uit beide laatste hyperlinks blijkt, de SP de eer toe om die neoliberale kern op basis van stevige documentatie te hebben blootgelegd, al kreeg daarin het racisme dat hen allebei typeerde te weinig gewicht in de analyse. In het blootleggen van de rol die dat racisme, met name de Islamofobe versie daarvan, speelt in Wilders’ politiek, zijn het vooral de Internationale Socialisten die vooraanstaan, naast individuele SP-ers als Anja Meulenbelt op haar weblog. Nu nog de terughoudendheid laten varen om het beest bij zijn naam te noemen: niet 'nieuwe politiek', (wat er is er nieuw aan 1933?) en al helemaal geen 'rechtspopulisme ' (een misleidend verhullend woord, maar dat leg ik misschien nog wel eens uit), maar een embryonale vorm van fascisme.

Hoe kan links het beste op de film van Wilders – want daar hadden we het over – reageren? Enige steun aan de houding van regering en ondernemers is uit den boze. De zorg over investeringsklimaat, Nederlandse belangen over de grens, Nederlands imago in militaire missies in Afghanistan is niet onze zorg, de rust en de orde in dit Nederland zijn niet onze zorg. Waar een botte film ingezet wordt als onderdeel van een grove aanval op een hele bevolkingsgroep, daar is onrust en wanorde volstrekt legitiem.

Enige steun aan Wilders' pose van verdediger van meningsvrijheid en beschaving is volstrekt verwerpelijk. Wilders verdedigt geen vrijheid van meningsuiting als principe, maar enkel zijn eigen gebruik ervan. Zijn houding over de Koran – die volgens hem verboden moet worden – toont dit duidelijk aan. En een beschaving die eersterangs- en tweederangsburgerschap wil doorvoeren – en daar komt Wilders' houding jegens de Islamitische gemeenschappen op neer – verdient verwerping, geen verdediging.

De film waar Wilders mee komt, en de hele aanloop erheen, is de zoveelste provocatie, stookt het vuur van Islamofobe haat verder op. Het gaat hier om een verwerpelijk initiatief, en links moet dat luid, duidelijk en met kracht van argumenten naar voren brengen. En als groepen Moslims na vertoning ervan boos de straat op gaan, dan hebben ze het recht aan hun kant en hoort links zichtbaar en strijdbaar naast ze te staan.

Tegelijk moeten we ook niet in het lokaas happen wat Wilders met zijn griezelfilm uitzet: een verbod van de film proberen af te dwingen geeft Wilders’ pose als vrijheidsvriend een extra geloofwaardigheid die we hem niet moeten gunnen. Laat hem komen met die film! En laten Moslims, antiracisten en linkse activisten hem met grote strijbaarheid van repliek dienen – bijvoorbeeld door een mega-opkomst op de manifestatie van Nederland Bekent Kleur op 22 maart te helpen verzorgen: tegen racisme, voor solidariteit.

woensdag 27 februari 2008

SP tegen Wilders - dat werd tijd

Het is zover – eindelijk! De SP neemt hard stelling tegen Wilders, zijn PVV en vooral de opvattingen waarmee die man en zijn club zich macht proberen te verwerven. "Levensgevaarlijk", zijn de ideëen die Wilders uitdraagt, volgens Jan Marijnissen. Hij maakt vergelijkingen met de apartheid in Zuid-Afrika en tot in de jaren zestig ook in de VS. "Wat Wilders doet is puur discrimineren."

Ja, de stellingname van de SP-leiding komt niet bepaald te vroeg. Aarzeling en terughoudendheid was tot nu toe troef. Dat etentje van Harry van Bommel met Geert Wilders in verkiezingstijd was bepaald een verkeerd signaal: alsof er voor linkse aanvoerders iets te bespréken valt met iemand als Wilders. De opstelling van Marijnissen in het debat rond de dubbele nationaliteit was ook niet fraai: feitelijk kreeg Geert daar een klein beetje gelijk van Jan. Niet verheffend. En vergeetachtig ben ik niet, en dat hoort links ook niet te zijn. Van het verleden kun je leren.

Maar des te welkomer is de huidige stevige stellingname. En het betreft hier geen losse opmerking in een interview. Marijnissen deed zijn aanval op Wilders’ gedachtegoed op een partijraad, een bijeenkomst van SP-bestuurders. Hij vindt het dus echt belangrijk, en wil zijn partij daarvan doordringen ook. Een hele goede zaak is dat.

En de uitspraak staat niet op zichzelf. Het blad De Spanning, tijdschrift van het Wetenschappelijk Bureau van de SP, heeft een special: 'Wat Wilders Wil'. Negen artikelen, waaronder een column, over Wilders, zijn kiezers, zijn standpunten. "Geert Wilders strijdt voor de vrijheid (…). Maar de vrijheid waar hij voor kiest betekent n maar al te vaak onvrijheid voor anderen", zo heet het in de inleiding. Ronald van Raak geeft een korte politieke biografie van Wilders, en citeert op het eind de conservatief Spruyt die een tijdlang met Wilders heeft geproberd samen te werken. Spruyt omschrijft de PVV als ' "de belichaming van een paniekerig soort van conservatisme" dat "een middenpositie tussen prudent conservatisme en fascisme inneemt, met een natuurlijke neiging tot de laatste stroming." ' Het is heel verfrissend om dit verband tussen Wilders’ gedachtegoed en fascistische ideeën door de SP zo naar voren gehaald te zien worden, ook nog uit de mond van iemand die bepaald geen aanhanger is van de zogeheten 'linkse kerk'.

Bij het weergeven van 'de standpunten van Wilders' kiest de SP de goeie volgorde. 'Voor de rijken' is de eerste tussenkop: Wilders heeft beleid in petto om ondernemers en bedrijven nog meer ruimte te geven, bijvoorbeeld door lagere belastingen. Wilders’ belangrijkste oorlog is die van rijk tegen arm. Pas daarna bespreekt De Spanning Wilders’ aanval op migranten en moslims, onder de treffende titel: 'tegen de allochtonen.' Maar het plaatsen van die aanval als onderdeel van een programma dat allereerst de rijken dient – en waar arme witte Nederlanders dus niets bij te winnen hebben – is verfrissend, en gebeurt veel te weinig. De derde ondertitel 'Voor directe democratie' is dan wel weer wat merkwaardig. Dat de man voorstander is van directe burgemeestersverkiezing en referenda is niet bepaald het meest problematische van zijn opvattingen, lijkt me. Of hij zulke verkiezingen ook zou zien zitten als die niet via grof geld te beïnvloeden zouden zijn is trouwens maar de vraag.
Verder in het stuk komt Wilders’ voorkeur voor het bot autoritair optreden van politie en justitie aan de orde, maar ook zijn voorkeur voor ongebreidelde marktwerking en zijn enthousiasme voor VS en Israël. Dat laatste hoeft geen verbazing te wekken: het soort tweederangsburgerschap , of erger, de soort apartheid, die Wilders voor Moslims doorgevoerd wil zien, is daar voor Palestijnen al realiteit.

Er is veel meer moois in De Spanning te vinden. Ook wel zwakkere plekken, zoals de column van Tiny Kox. Daarin vergelijkt hij de huidige angst voor moslims met de angst die tot ver in de twintigste eeuw onder protestantse Nederlanders voor katholieken en hun geloof bestond. "Anderhalve eeuw geleden waren heel wat Nederlandse protestanten bang. Bang voor de Nederlandse katholieken. Bang dat die, met hun grote gezinnen, vanuit hun eigen provincies en wijken, de baas zouden gaan spelen in Nederland. 'Papen' lazen hun missen in een onbegrijpelijke taal en hanteerden rare religieuze rites." Rake typeringen, zeer zeker. Maar de parallel ziet over het hoofd dat de angst voor katholieken inderdaad angst voor een religieuze gemenschap was.
De angst voor en haat jegens moslims gaat dieper, hang samen met angts voor mensen die van veraf hier naar toe zijn gekomen (katholieken woonden sinds jaar en dag in Nederland). Mensen uit moslimgemeenschappen zijn bovendien ook nogal herkenbaar als zodanig, het zijn doorgaans mensen met een donkere huidskleur. Het islamofobe angst- en haatbeeld is niet slechts religieus vooroordeel, het is vooral ook een van racisme doortrokken afkeer van migranten. Islamofobie is inderdaad een vorm van racisme, en precies dat wezenlijke element onderkent Tiny Kox niet, en de SP nog onvoldoende.

Het neemt allemaal niet weg dat de nieuwe opstelling van de SP tegenover Wilders, en trouwens ook Verdonk, zeer welkom is. Ze komt qua timing ook zeerr gelegen. Juist nu komen er allerlei initiatieven op gang tegen racisme, tegen Wilders’ ideëen maar ook tegen neonazi-activiteit die door Wilderiaans vergif ruggesteun krijgt.

De SP kan, samen met zoveel anderen, de daad bij het stevige woord voegen, en in beweging komen. Reden ervoor is er genoeg, handvaten voor gezamenlijk verzet zijn voorhanden. Ik noem:

Manifestatie: Tegen racisme, voor solidariteit, op 22 maart, 13 uur -14.30, op de Dam in Amsterdam; georganiseerd vanuit Nederland Bekent Kleur.

Bijeenkomst: Een links antwoord op de rechtse hetze – debat tegen islamofobie, uitsluiting en rechtspopulisme, op 16 maart, 15 uur – 17 uur, White Elephant, West Kruiskade 73 b Rotterdam; met sprekers van Doorbraak, Grenzeloos en ook de Internationale Socialisten.

En tenslotte, niet helemaal hetzelfde maar wel erg relevant in de strijd tegen racisme:

Tegendemonstratie: Geen fascisten in onze stad - tegen de Nederlandse Volksunie die op zaterdag 1 maart in Bergen op Zoom wil marcheren. De tegendemonstratie verzamelt zich op die dag om 12 uur voor het station van Bergen op Zoom.

Organisatoren, gebundeld in het Comite Geen Fascisten in onze stad, roepen bewoners ook op om hun afkeer van de NVU-nazi’s duidelijk te maken, met een poster voor het raam en door de marcherende fascisten letterlijk de rug toe te keren. Organisatoren zetten zich in voor een vreedzame actie. "Wij hebben geen zin in allerlei ongeregeldheden waardoor wij als verdedigers van de democratie de schuld krijgen van allerlei rottigheid terwijl de NVU-ers en andere fascistenvriendjes worden beschermd om 'hun democratisch recht uit te oefenen.'" Gezien de bescheiden krachten die antifascisten op de been kunnen brengen, en gezien het trieste verloop van eerdere acties waarin de nadruk op vreedzame acties ontbrak – Arnhem, oktober 2007, bijvoorbeeld – klinkt dit als zeer verstandige taal.

Genoeg beweging dus voorhanden, in de strijd tegen racisme – genoeg mogelijkheden voor ook de SP om te laten zien waar ze staat – in woord én in daad.
Update 29 februari:
De burgemeester van Bergen op Zoom heeft, schandalig genoeg, wèl toestemming gegeven voor de nazi-mars van de NVU, maar de tegendemonstratie verboden. Zie de berichtgeving via Indymedia.

vrijdag 8 februari 2008

Ook béétje boerkaverbod is kwalijk en zot

Het kabinet gaat de boerka een beetje verbieden. Daar komt het kabinetsbesluit van vrijdag op neer. Minister Plasterk bereidt een wet voor om gezichtsbedekkende kleding op school te verbieden. Het kabinet gaat bij openbaarvervoersbedrijven aandringen om een verbod van gezichtsbedekking in de vervoersvoorwaarden opgenomen te krijgen. Gaan OV-bedrijven hier niet in mee, dan houdt het kabinet de mogelijkheid tot een wettelijk verbod daar achter de hand. Voor rijksambtenaren wordt de boerka sowieso verboden.

Met deze maatregelen gaat het kabinet mee met het gestook van een Wilders. Hij en aanverwante islamofobe politici hebben een algeheel boerkaverbod al in 2007 op de politieke agenda gezet. Zo’n algeheel verbod komt er weliswaar niet, vooral omdat dit volgens de regering juridisch onhaalbaar is. Maar het ontmoedigingsbeleid waartoe het kabinet besloten heeft, gaat een eind diezelfde richting op. Hoe "kwalijk en zot" een boerkaverbod trouwens is, dat heb ik eerder op dit weblog al eens uitgelegd. Tegen de huidige halfslachtige versie ervan gelden in de kern dezelfde bezwaren.

Het beleid wordt verpakt als maatregel tegen álle gezichtsbedekkende kledij. Maar hoeveel leerlingen dragen in de klas eenbivakmuts? Hoeveel passagiers van de tram dragen een valhelm met klep naar beneden? Die twee kledingsstukken worden er enkel bijgehaald om aan het zicht te onttrekken dat de boerka, en daarmee de overtuiging en achtergrond van de dragers ervan, het echte doelwit zijn.

Uit een uitspraak van minister Vogelaar wordt dit duidelijk. "De boerka roept ook angst op. Het wordt geassocieerd met radicalisme. Daar moeten we ook serieus rekening mee houden." Er wordt hier geen "open communicatie" - het argument waar Balkenende en ook minister Ter Horst mee schermt - nagestreefd. Er wordt een culturele minderheid als radicaal en (dus) gevaarlijk bestempeld, enkel omdat sommige andere mensen de boerka associëren met iets onaangenaams. Negatieve beeldvorming als motor achter repressieve wetgeving. Precies de richting waarin Wilders het politieke 'debat' drijft.

Natuurlijk gaat de stap voor de recht(s)geaarde islamofoob niet ver genoeg. Henk Kamp: "Ik kan me nog herinneren dat er in Nederland maar weinig vrouwen een hoofddoekje droegen, nu zijn het er honderdduizenden. Als straks ook veel meer vrouwen de boerka dragen lukt het je niet meer om het te verbieden." Inspelen op de angst voor de 'islamisering' dat is de grondslag van het boerkaverbod – en de regering komt daar met haar beleid een heel eind aan tegemoet.

En juist bij het feit dat de regering wel in Wilders' richting gaat, maar niet zover als Wilders zou willen, geeft weer ruimte aan hem om er nog een extra schepje bovenop te doen. Zo raakt het politieke klimaat stap voor stap verder verrechtst en vergiftigd.

zondag 13 januari 2008

Wilders, politie OM - met zulke vijanden hebben we haast geen vrienden meer nodig

Politieagenten in Amsterdam pakten ook vandaag weer mensen op die met anti-Wilders-posters de straat op gingen. Deze keer gingen niet alleen mensen van de Internationale Socialisten een paar uur in de cel, maar ook Tofik Dibi, parlementslid van GroenLinks.

De politie – en het Openbaar Ministerie (OM), dat bedacht heeft dat de posters te ver gingen – bewijzen met hun aanpak de strijd tegen Wilders en zijn vergiftige politiek een geweldige dienst. Vrijwel heel Nederland heeft inmiddels kennis genomen van de poster, de halve bevolking heeft er langzamerhand wel een plaatje van gezien op internet. Een dure reclamecampagne tegen Wilders had nooit effectiever kunnen zijn dan dit. Dank aan de geüniformeerde knuppels met hun knuppels, en vooral aan hun opdrachtgevers. Met zulke vijanden hebben we bijna geen vrienden meer nodig.

Geert Wilders voegt nog een boel vrolijkheid aan de hete cocktail toe. Gisteren nog vertelde de politie dat Wilders een klacht wegens smaad had ingediend. Zo ontstond het beeld dat de politie als het ware als inleenknokploeg van Wilders opereerde. Zo ongeveer beschreef ik de verhoudingen gisteren nog. Maar nu zegt Wilders dat de politie die mensen van de IS - "een abjecte club" volgens hem, dat dan weer wel – "hun gang (had) moeten laten gaan." Redenering: als ik wil kunnen zeggen wat ik wil, dan zij ook maar, dat staat wat minder absurd. Hij ontkent ook dat hij een klacht heeft ingediend.

Dit is waarlijk humor. Het betekent dat één van de twee liegt: de politie, met hun verhaal over de smaadklacht - of Wilders, met zijn ontkenning. Dat laatste is niet uitgesloten: wellicht zag Wilders pas vandaag, na de tweede arrestatieronde en de grote media-aandacht ervoor, dat het arresteren van mensen die de spot met hem dreven, misschien niet zo’n handige zet was. Maar voor hetzelfde gild wilde het OM zich verschuilen achter een niet-bestaande klacht om zijn eigen repressieve aanpak een mooier glansje te geven: bescherming van die arme, door smaad belaagde Geert. Humanitaire interventie op de pleinen van Amsterdam!

Hoe het ook zit, de oproep van Wilders om de posteraars met rust te laten toont bepaald niet werkelijk zijn democratische vrijheidsliefde aan. Zijn motief is waarschijnlijk voor een deel een poging om nog ene beetej consequent te lijken, Met het oog op zijn Koran-film heeft hij de riedel van de vrijheid van meningsuiting nodig tegenover degenen die zeggen dat hij ontoelaatbaar te ver gaat. Daarbij komt waarschijnlijk dat hij nu de tegenwind begint te voelen. Elke arrestatie vanwege die poster betekent weer duizenden mensen die van de poster te horen krijgen. Elke in beslag genomen poster staat voor tientallen nieuwe bestellingen, en voor mensen die besluiten om nu óók de straat op te gaan.

Zo draagt het politieoptreden bij tot datgene wat tot nu toe zo pijnlijk ontbrak: een zichtbaar tegengeluid, een openlijk op straat actieve beweging, tegen het racistische islamofobe gif dat Wilders en zijn PVV dag in dag uit verspreiden. Wilders heeft er daarom belang bij dat dit soort arrestaties onmiddellijk ophouden – in de hoplijk ijdele hoop dat daarmee de heisa snel verdwijnt, en de protesten beperkt blijven.

De grap is intussen dat het allemaal nauwelijks meer uitmaakt, meer arrestaties of niet meer arrestaties. Als de politie stopt met deze arrestaties, als het OM zijn pogingen om deze poster van straat te houden opgeeft, dan hebben de actievoerders gewonnen tegen de staatsmacht. Dan kunnen ze de met succes verdedigde democratische ruimte met des te groter zelfvertrouwen benutten om het geluid tegen Wilders en waar hij voor staat voortvarend te benutten en verder te vergroten. Intussen zal er ook wel tijd zijn om klachten in te dienen vanwege de – achteraf dan vast wel officieel onrechtmatige – arrestaties.

Maar als de arrestaties doorgaan, als het OM nog even vasthoudt, dan zal de commotie verder toenemen. Krijgen we binnenkort de halve GroenLinksfractie die gevankelijk wordt afgevoerd, in het gezelschap van de betere cabaretiers, columnisten en romanschrijvers? Misschien bedenkt Doekle Terpstra zich alsnog en wil hij ook wel met d de anti-Wilders-poster op straat, of is dat dan toch weer te polariserend? Maar vooral: hoe lang duurt het voor uit kleine groepjes verkopers posterverspreiders uitgroeien grotere groepen betogers ontstaan? En wat gaat de minister straks zeggen op vragen in de Tweede Kamer, als dit zo doorgaat? Hoe langer het OM op deze koers doorgaat, hoe groter de afgang die er aan komt.

En Wilders zal zich aan de afgang niet kunnen onttrekken, hoe hard hij ook roept dat deze posters moeten kunnen. Het zijn en blijven anti-Wilders posters die de toorn van het Gezag oproepen, het is en blijft een anti-Wilders-geluid dat op deze manier sterk in the picture komt. En bij al zijn democratisch gepraat zijn we intussen ook niet vergeten dat dit niet meer is dan een handigheidje, een pose als vrijheidsheld. Hij blijft de man die moskeeën wil dwarsbomen en de koran wil verbieden, hij blijft de man die een grote bevolkingsgroep feitelijk tot tweederangsburgers wil maken. Hij blijft een anti-democratisch politicus.

Maar als hij met zijn oproepen om de mensen met de poster hun gang te laten gaan wat extra moeilijkheiden voor eeen op hol geslagen gezag helpt creëren, is dat zeer welkom. Laten deze twee bolwerken van reactie elkaar maar lekker dwarsbomen. Dat komt de dwarsbomers van Wilders alleen maar weer ten goede. Dank, mensen! Dank!

zaterdag 12 januari 2008

Wilders laat politie los op tegenstanders

Wilders extrremistWilders heeft het weer voor elkaar. Hij heeft de Amsterdamse politie losgelaten op mensen die in de openbare ruimte zijn hatelijke politiek aan de kaak stelden. Vanmiddag pakte die Amsterdamse politie op de Dappermarkt in Amsterdam drie mensen van de Internationale Socialisten (IS) op. Zij waren posters aan het verspreiden met de kop van Wilders en de tekst "Extremist – brengt u en de samenleving ernstige schade toe". De politie beweert dat Grote Geert Himself een klacht had ingediend, wegens smaad. Op het weblog van de Internationale Socialisten lees je een verslag. Ook de hoofdredacteur daarvan, Pepijn Brandon, was trouwens één van de opgepakte actievoerders.

Zo zien we weer eens hoe Wilders de vrijheid van meningsuiting, waar hij bij zijn infame Koran-filmproject ongetwijfeld weer luidruchtig een beroep op zal doen, in werkelijkheid opvat. Wilders mag alles zeggen over Islam, moslims, de 'linkse pers', en iedereen die Wilders van ongezouten repliek wil dienen. De ongezouten repliek zelf, kritiek op Wilders, of die nu satirisch is in posterformaat, inhoudelijk, in columnvorm, als discussiebijeenkomst of als brief van Doekle Terpstra – dat gaat echter allemaal te ver.

Het stuk van Terpstra bijvoorbeeld was meteen een "abjecte brief van een gevaarlijke man", volgens Wilders. Een discussiebijeenkomst op de Universiteit van Amsterdam (UVA) van de Internationale Socialisten en anderen over de vraag hoe om te gaan met de dreiging die van Wilders en zijn politiek uitgaat, had volgens Bosma (fractielid van Wilders’ PVV) nooit medewerking van de UVA mogen krijgen. Een website tegen Wilders' haatzaaierij, niet ten onrechte tegenhaatzaaierij.nl genoemd, was volgens Wilders ook al een bijdrage aan een sfeer van "haat en agressie" de de weg vrij zou maken voor "buitenwettelijke middelen" – tegen hem. De site wordt inmiddels trouwens niet meer onderhouden. De paar mails die er dagelijks nog binnenkomen bestaan nog vrijwel uitsluitend uit haatmail, zo lezen we op die website. Vandaar dus. Wie intimideert nu wie?!

En nu dus waren de kameraden van de IS en hun posters doelwit van Wilders. Opmerkelijk hierin is trouwens de rol van de Amsterdamse politie – en van degene die daaavoor de verantwoordelijkheid dragen. Agenten als uitvoerders van de wensen van Wilders, het is op zijn minst opmerkelijk. Het enige wat Wilders langzamerhand nog een beetje onderscheidt van een klassiek fascistisch politicus is hrt feit dat hij niet actief bezig is met het opzetten van een eigen gewelddadige beweging op straat, eigen knokploegen en paramilitaire toestanden. Maar waarom zou hij ook, nu het Amsterdamse politiekorps klaarblijkelijk best als Wilders' knokploeg wil optreden?

Ten slotte de media. NRC, nu.nl en nieuws.nl vinden de grove aantasting van de vrijheid van meningsuiting van tegenstanders van Wilders blijkbaar niet de moeite waard. De Volkskrant geeft wel een summier verslagje. Daarin ontbreekt de opmerking van Pepijn Brandon uit het persbericht, wèl te lezen op het IS-weblog: "Het is absurd dat juist een politicus die dagelijks grove beledigingen uit tegen een hele bevolkingsgroep een zich hierbij beroept op de vrijheid van meningsuiting, op deze manier ons de mond probeert te snoeren" - een toch nogal cruciaal deel van de reactie van de actievoerders.

Trouw geeft in haar korte berichtje dat citaat wel. De Telegraaf weer niet – maar die laat weer wèl de poster tegen Wilders waar het om ging op haar website zien. Daarmee laat die krant – doorgaans spreekbuis van rechts, totaal tegenovergesteld aan alles waar ik voor sta - zien nog een klein beetje lef te hebben, iets dat in deze materie in vrijwel alle andere media ontbreekt. Gaat de Amsterdamse politie nu ook het kantoor van De Telegraaf binnenvallen om deze daad van 'smaad' aan te pakken? Van een béétje knokploeg van Wilders verwacht ik niet minder.

donderdag 27 december 2007

Beatrix tegen Wilders

Wilders Beatrix
Koningin Beatrix spreekt haar jaarlijkse kerstboodschap uit, vol van de gebruikelijke vrede en verdraagzaamheid maar wat scherper van toonzetting, en iets duidelijker geadresseerd aan bepaalde niet nader genoemde politici. Eén van de doelwitten, Wilders, bijt terug en wil de koningin de regering uit werken zodat ze alleen nog maar linten hoeft door te knippen. Premier Balkenende, plus een Kamermeerderheid, neemt het op voor de koningin en ontkent dat de koningin haar woorden speciaal tegen Wilders richtte. Commotie alom.

De hele rel is een prachtige symbolische samenvatting van het afgelopen jaar. Hard islamofoob racisme bij monde van Wilders wordt tegengesproken door softe pleidooien voor multicultureel samenleven, deze keer verwoord door Beatrix. Vervolgens moet zo ongeveer de complete textielindustrie er aan te pas komen om enorme aantallen mantels der liefde en natte dekens te produceren om het conflict mee te bedekken.

Wat moet een beetje socialist met zoiets? Hoe reageert een socialist – principieel antiracist èn als democraat principieel anti-monarchist – als een racist als Wilders botst met het erfelijk staatshoofd? Goedkope antwoorden liggen voor de hand, beide kanten op. Vreugde dat iemand van naam het nu eens tegen Wilders' haatdragend gestook opneemt kan tot een links-verpakt 'Leve de Koningin' leiden. Diepe afkeer van heel het idee dat iemand vanwege geboorte een paleis mag bewonen, aan het hoofd van een staat mag staan en kerstboodschappen mag deponeren in de ether kan anderen tot een eveneens progressief-vermomd 'Leve de Republiek!'verleiden. Bij weer anderen zal afkeer van het héle spektakel tot gelijktijdige afwijzing van zowel de demagoog als de monarch leiden, of tot de houding van dat Afrikaanse spreekwoord: "Als twee olifanten ruzie maken, kan de muis zich beter uit de voeten maken", of woorden van die strekking.

Geen van de drie reacties zijn adequaat. Dat wordt hopelijk helder als de de botsing tussen Wilders en de koningin beter bekijken. Wilders valt de toespraak van Beatrix aan op precies d’t element wat er goed aan is, op uitspraken als deze: "Grofheid in woord en daad tast de verdraagzaamheid aan. Discussies ontaarden in verharde verhoudingen. In zo’n sfeer worden mensen al snel als groep over één kam geschoren en worden vooroordelen als waarheid aangenomen. Daarmee erodeert de gemeenschapszin." Wie kan er aan twijfelen dat het verwijt va grofheid aan Wilders was geadresseerd, en dat de groep die volgens Beatrix niet over één kam mag worden geschoten, vooral door Moslims wordt gevormd?

Wilders’ verwijt maakt duidelijk dat hij zich doelwit voelt van de vorstelijke toorn: "De naam PVV staat er nog net niet in. Maar het is een politieke toespraak tegen ons, waarin het multiculti-ideaal wordt opgehemeld, door iemand die niet is gekozen en die ik niet kan aanspreken." Eerst maar een vraagje voor Wilders: zou hij daar ook over begonnen zijn als de koningin de verdraagzaamheid vooral bedreigd zou zien door Koran, Boerka, fundamentalisme en suikerfeest? Als Beatrix in haar kerstboodschap vooral de Joods-Christelijke wortels van de Nederlandse cultuur in gevaar zag komen door 'islamisering', al dan niet verpakt als tsunami, zou Wilders dan ook zo boos geworden zijn? Of heeft Wilders alleen bezwaar tegen politieke uitspraken van Beatrix als het de 'verkeerde' uitspraken zijn?

Natuurlijk kun je een discussie hebben over de bevoegdheden van een ongekozen staatshoofd. Natuurlijk hoort de koningin niet alleen, zoals Wilders wil maar vanuit een principieel andere invalshoek,de regering te verlaten, maar tevens haar paleis, met achterlating van haar bevoegdheid als staatshoofd. Ongetwijfeld zal een woningcorporatie in het nabijgelegen Soest wel een fatsoenlijke huurwoning voor haar weten te vinden, en haar reïntegratie op de arbeidsmarkt laat ik met groot genoegen aan het UWV over. Maar republiek of monarchie is niet de werkelijke inzet in deze rel. Racisme tegen antiracisme, daar draait het nu om.

Als Wilders de woorden van Beatrix opvat als aanval op het racisme van zijn PVV heeft hij natuurlijk gelijk. En het is slap van die politici zoals Mariëtte Hamers van de PvdA, die in de woorden “geen verwijzing naar hem als persoon” kunnen vinden, om te ontkennen dat Wilders wel degelijk de geadresseerde is. Precies die onderhuidse verwijzing naar Wilders en zijn politiek zijn de kracht in de kerstboodschap van de koningin. Verder waren haar woorden weinig schokkend, een jaarlijks ritueel. "De koningin roept elk jaar op tot vrede en verdraagzaamheid", stelt een SP-woordvoerder droogjes. Zo is het ook, maar de worden tegen generaliseren tegen bevolkingsgroepen en tegen vooroordelen gingen verder dan de gebruikelijke clichés.

Hier past dan ook duidelijkheid: de woorden uit de kerstboodschap waar Wilders aanstoot aan neemt zijn goede en juiste woorden, zij het nog veel te voorzichtig. Beatrix heeft hier gelijk, heel simpel, en linkse mensen doen er goed aan dat gelijk – een progressief, antiracistisch gelijk – en goed en uitdagend in te wrijven

Tegelijk moet dat met nauwkeurigheid. We verdedigen deze uitspraken van de koningin, maar we verdedigen iet die koningin als zodanig. Ze heeft gelijk op dit ene specifieke punt, in deze ene specifieke discussie. Niet meer. Maar ook niet minder.

Er is een tegenwerping. Het is nogal makkelijk, zou je kunnen zeggen, om vanuit je prachtige en goedbeschermde paleis de witte mensen in arme wijken te vermanen dat ze aardig moeten zijn tegen hun Marokkaanse buren. "Het wordt hoog tijd, Uwe Majesteit, dat U eens een halfjaartje in Kanaleneiland doorbrengt" stelt iemand in een reactie op de berichtgeving.

Bij die klacht kan ik me iets voorstellen. Natuurlijk heeft iemand uit de top van de heersende klasse enen geloofwaardigheidsprobleem van jewelste als ze progressieve dingen gaat zeggen. Maar dat is nu niet de kern. Ongetwijfeld weet de koningin niet werkelijk hoe het is in arme wijken. Misschien is ze wel hypocriet, wie weet? Maar de vraag is niet: heeft ze voldoende begrip voor armoede? De vraag is ook niet: meent ze wat ze zegt? De vraag is heel simpel: klopt het wat ze zegt? Spreekt ze op dit punt de waarheid, en een waarheid die nodig gezegd moet worden? Het antwoord op die kernvraag is wat mij betreft ja.

Nogal pijnlijk aan de uitspraken van Beatrix is niet zozeer het feit dat de koningin ze doet. Wie daar vanauit ene links antiracistisch perspectief schamper over doet, richt zijn woede verkeerd. De vraag is niet: waarom uitgerekend de koningin op deze toer? De vraag moet zijn: waarom anderen níét? Ik wil dit soort stellingnames – maar dan robuuster, helderder, en gecombineerd met bijbehorende demonstratieve en politieke activiteit – horen van Jan Marijnissen, van Agnes Jongerius van de FNV, van Femke Halsema – en niet alleen van Beatrix, Maxima of Doekle Terpstra.

Ik wil een brede linkse beweging tegen het soort van giftige politiek die Wilders propageert. Maar om dat te doen, moet elk progressieve geluid op dit punt krachtig ondersteund, aangemoedigd, toegejuicht en voor verder antiracistisch activisme benut worden – uit welke merkwaardige mond dat progressieve geluid ook komt.

zondag 21 oktober 2007

Verdonk, Wilders, Fortuyn en Rutte

Nog geen week geleden lanceerde Rita Verdonk haar TON: Trots op Nederland. De peilingen liegen er niet om: Maurice de Hond ziet al 23 zetels weggelegd voor TON als de Tweede Kamerverkiezingen nu zouden plaatsvinden. De klapper die ze daarmee maakt, is schrikbarend.

Ja, veel van die zetelwinst gaat ten koste van Wilders en zijn PVV. Die zou volgens deze peiling 12 zetels krijgen. Dat zijn er maar liefst 12 minder dan een week eerder – maar nog wel drie meer dan zijn huidige zetelaantal in de Kamer. De onverhoeds grote steun die Verdonk in haar eerste week vergaart, lijkt de ogenschijnlijk onstuitbare opmars van de Wilders-beweging ontregeld te hebben, althans tijdelijk.

Rechts: verdeeld maar versterkt
Wilders en Verdonk zijn concurrenten waar het rechtse kiezers betreft. Maar zijn we ook van hetzelfde laken een pak? Zijn het eenvoudig communicerende vaten, zodat de groei van de één de krimp van de ander betekent? Maakt de strijd tussen diverse rechtse formaties – Verdonk, Wilders, maar ook de restanten van de VVD – de rechterzijde zwakker vanwege de onderlinge verdeeldheid?

Jan Marijnissen reageerde al op de opkomst van Verdonk met: "hoe meer verdeeldheid binnen rechts, hoe liever het me is." Op een abstracte manier zit hier iets in: een verdeeld rechts is zwakker dan een eensgezind rechts, als andere factoren buiten beschouwing blijven. Toch is dat in de huidige situatie te simpel gezicht: de bliksemsnelle opmars van verdonk drukt misschien Wilders tijdelijk in de marge, maar oefent tegelijk een druk uit op de VVD om zich rechtser ter profileren.

Zo was het opvallend dat Rutte op de dag dat Verdonk haar TON de heuvel van de macht op begon te rollen, opeens sprak van 'ons rechtse liberale verhaal'. Dat woord réchts werd door Rutte eerder nooit zo beklemtoond. Nu opeens wel. Rutte stort zich daarmee openlijk in de strijd om de rechterzijde. Wie dacht dat de VVD, na de aderlating die de breuk met Verdonk betekende, zich gaat omvormen tot een links-liberale rest-partij die fusiebesprekingen met D66 kan beginnen, heeft het hoogstwaarschijnlijk mis.

De titanenstrijd tussen de rechtse kopstukken Wilders, Verdonk en Rutte zal onderling wat schade en kneuzingen opleveren. Maar die lijkt in het niet te vallen bij de schade die rechts gezamenlijk de linkerzijde nu al toebrengt. Dat is ook niet vreemd: als rechtse politici tegen elkaar gaan opbieden, versterkt dat de reactionaire retoriek in het hele politieke debat. Dat trekt de hele politieke atmosfeer naar rechts.

De getallen van de peiling van De Hond laten het al zien. TON 23 zetels, Wilders 12, de VVD 14. Tel dat bij elkaar op, en je hebt 49 zetels. Vergelijk dat met de 21 (VVD) plus 9 (Wilders), samen 30, zetels. Samen zijn de VVD plus de rechtse afsplitsingen daarvan er dus 19 zetels op vooruitgegaan. Ook een vergelijking met vorige week is instructief. Toen had Wilders nog 24 zetels, en de VVD 18. Samen dus 42 zetels. Dat is 7 minder dan momenteel, nu Verdonk zelf meedoet. Rutte, Verdonk en Wilders maken niet alleen ruzie om de verdeling van een vaste rechtse kiezersgroep; al ruziënd doen zij die kiezersgroep groeien. Verdeeld en al, rechts is in opmars.
Inwisselbaar?
Betekent dit dat de drie rechtse clubs inwisselbaar zijn? Dat nu lijkt mij zeer onjuist. Rutte profileert de VVD als partij van zestig jaar oud, geworteld in de maatschappij, met grote bestuurservaring en stevig verantwoordelijkheidsbesef. Stem op ons, en begin niet weer een ongewis avontuur zoals we dat eerder met Fortuyns LPF zagen. Dat is wat Rutte probeert uit te stralen. Voor hem geen frasen over 'nieuwe politiek': zijn VVD is deel van het Haagse establishment, en wil dat weten ook. Degelijk en bezadigd rechts liberalisme, dat is wat Rutte probeert neer te zetten

Hoe anders is dat met Verdonk en Wilders. Allebei tappen ze uit het klassieke Fortuynistische vaatje van de ‘nieuwe politiek. Allebei zetten ze zichzelf neer als buitenstaander, als rechtse rebel tegen establishment, Haagse politiek, gevestigde orde. Wilders gooide er in 2005 al een heuse 'Onafhankelijkheidsverklaring' van die gevestigde orde tegenaan. Verdonk wil met haar TON een plek bieden voor wie "zich al lange tijd niet meer vertegenwoordigd voelen door de Haagse bestuurderselite." Ze "wil een politieke beweging op gang brengen die de belangen van de Nederlanders boven de belangen van de partij-bobo’s plaatst", zo lezen we op de website van TON. Dat zij als bijna-lijsttrekker van de VVD en eerder als minister namens die partij zelf een weggelopen partij-bobo is, mag duidelijk zijn. Net zoals Wilders’ geschop tegen de Haagse elite niet mag doen vergeten dat hij, met zijn loopbaan als VVD-kamerlid en tekstschrijver voor VVD-baas Bolkestein in de jaren negentig, zijn wortels in diezelfde elite heeft.

Fortuynistisch...
In de rechts-rebelse aanpak betonen Verdonk en Wilders zich beiden klassiek Fortuynistisch. Ook het nationalisme van allebei delen ze met Fortuyn. Wilders predikte al een nieuwe Gouden Eeuw. Verdonk maakt 'Trots op Nederland' zelfs tot naam van haar politieke operatie. Dit tot misnoegen van het CDA, die vindt dat ze recht op die kreet heeft omdat die in een eerdere verkiezingsleus van die partij zat. Blijkbaar kun je zelfs op chauvinistische retoriek octrooi aanvragen.

Op het punt van organisatie echter zien we een breuk met het Fortuynisme van 2002. De oude LPF was een partij, met leden, zeggenschap, de hele mikmak. Zonder bindmiddel Fortuyn viel het hele zaakje ruziemakend uit elkaar en nam daarbij nog het eerste kabinet Balkenende mee ook in de teloorgang. Dat soort chaos willen zowel Wilders als Verdonk vermijden. Dus zetten ze allebei een beweging op, waarbinnen maar één iemand zeggenschap heeft: de Grote Leider of Leidster.

Zowel Verdonk als Wilders zetten de erfenis van het Fortuynisme voort, maar breken met organisatorische kinderziekten die met de pijlsnelle opmars van dat Fortuynisme samenhingen. De verwantschap tussen Geert en Rita wordt breed gezien, en heeft zelfs al tot minstens één mooie Verdonk-grap aanleiding gegeven. Gevonden op het weblog van Anja Meulenbelt, die er ook een prachtige illustratie bij heeft:

"Rita Verdonk komt bij de kapper. De kapper vraagt: 'hetzelfde als vorige keer?' Rita antwoordt: 'nee, doe maar iets wilders…' "

...maar niet hetzelfde
Hier en daar gaat commentaar zelfs in de richting dat Verdonk nog agressiever-rechts is, eerder in de fascistische hoek geplaatst mag worden, dan Wilders. Zo is er de, op zichzelf vermakelijke, column van Nico Dijkshoorn op nu.nl, onder de titel: “Niet Trots Op Nederland”. Een paar citaten: "Misschien dat Rita er een geslachtsoperatie voor over heeft en eindelijk eens haar snor laat groeien om een echte Ton te worden". En: "Ik denk zomaar dat ze in Duitsland 1933 deze partijnaam graag zelf hadden verzonnen. Trots op Duitsland."

In zijn conclusie dat "trots zijn op het land waar je toevallig bent geboren" een "waanidee" is, en gevaarlijk bovendien, kan ik mij vinden. Maar dat waanidee is bepaald geen exclusief domein van Verdonk en haar TON. Zijn roep om "een nieuw geluid(…) Nooit meer Nederland", is maar al te raak. Maar TON te makkelijk in verband brengen met Hitler en nazi-Duitsland lijkt mij buiten proporties en verkeerd.
Wilders en Verdonk zijn allebei leerlingen van Fortuyn. Maar de fascistische dynamiek die bij Professor Pim opdook – en die bij Wilders aantoonbaar aanwezig is – ontbreekt bij Verdonk. TON is gevaarlijk rechts, maar opereert uiteindelijk binnen de politieke hoofdstroom, al haar retoriek ten spijt. Wilders plaatst zich daar op agressieve wijze buiten. Een vergelijking in beeldspraken maakt dat wellicht duidelijker.
Stel je de huiskamer van Rita eens voor. Iedereen, mits voorzien van paspoort of minstens geldige verblijfsvergunning, is welkom, en er is voor iedereen ook zitplaats. Gevraagd wordt om de omgangsvormen in acht te nemen, zich netjes te gedragen. Er hangt een oer-Hollandse sfeer van lichtelijk benepen gezelligheid met een koekje bij de thee. Maar mensen van niet-Nederlandse achtergrond, herkomst en religie worden niet geweerd. Ook de imam is welkom in Rita’s theekransje – zolang hij Rita maar netjes de hand schudt. Moslims kunnen aanschuiven, als zij het hen door Verdonk toegedachte ‘korte lontje’ tenminste bij binnenkomst in de daartoe neergezette emmer met bluswater deponeren. Vluchtelingen wordt weliswaar om verblijfspapieren gevraagd, maar krijgen vervolgens ook een plekje.

Anders gezegd: in het wereldbeeld van Verdonk moeten vluchtelingen, moslims, andere mensen met een niet-Nederlandse achtergrond zich aanpassen en aan de regels houden, van hen wordt meer gevraagd dan van de zogeheten autochtone Nederlanders. Dat maakt ook Verdonks wereldbeeld inherent racistisch van strekking. Maar van het agressieve uitsluiten bij voorbaat van hele bevolkingsgroepen is bij Verdonk geen sprake. Haar islamofobe racisme werkt indirect. Het is meer gericht op aanpassing en je naar de regels voegen dan op uitsluiting en erger.

Hoe anders gaat dat toe bij Wilders. In zijn imaginaire huiskamer komt geen imam, met of zonder handdruk. En wie zich aan de deur meldt van huize-Geert met een hoofddoek om, krijgt met een tweetal stevige lijfwachten te maken die het 'extremistische' kledingsstuk afdoen, en bij weigering de bezoekster de toegang beletten. Wie er uitziet als Moslim krijgt een verklaring ter ondertekening voorgelegd: 'Ik bezit geen Koran'. Anders kom je er natuurlijk sowieso niet in bij Wilders. En de moslim die zich deze vernedering laat welgevallen, zal aan de vijandige blikken van de andere, overwegend spierwitte, gasten merken dat hij of zij toch niet echt welkom is.

Anders gezegd: in het wereldbeeld van Wilders helpt zelfs aanpassing nauwelijks. Het islamofobe racisme van Wilders is veel directer, veel explicieter. Wilders sluit wèl bij voorbaat hele bevolkingsgroepen uit. Bij hem gaat het wèl om uitsluiting, en om dreiging met deportatie ook.

We kunnen het nog anders zeggen. De huiskamer van Rita doet denken aan de jaren vijftig waar zoveel rechtse mensen een geïdealiseerd beeld van hebben. 'Toen was geluk heel gewoon', dat werk. Bij Geert krijg je het gevoel alsof zijn heimwee toch nog vijftien tot twintig jaar langer teruggaat, naar de late jaren dertig - of de vroege jaren veertig. En bij aan Wilders verwante politici denk ik vrij snel aan Flip Dewinter van het Vlaams Belang. Bij Verdonk komt toch eerder Berlusconi in gedachten, de Italiaanse ex-premier Berlusconi, met een verwante gelikte media-operatie en verwante kreten, 'Trots op Nederland', 'Forza Italia', het ademt dezelfde sfeer.

Zelfs in de favoriete thematiek van Wilders en Verdonk zie je verschil. Wilders komt altijd en eeuwig met de Islam aanzetten als hij ergens tegenaan wil schoppen en aandacht zoekt. Verdonk niet. Haar lijstje van problemen die zij 'daadkrachtig' aan wil pakken opent heel vaak met een heel ander thema: het fileprobleem.
Verdonk en haar TON manifesteren zich in thematiek en stijl als het ware als een uitvergrote Telegraaf, omgevormd tot politieke formatie. Dat is allemaal gevaarlijk rechts, en daarmee erg genoeg. Maar het is iets wezenlijk anders dan de embyonale, onvaste maar wel degelijk aanwezig fascistische dimensie die het verschijnsel-Wilders eigen is. Wilders en Verdonk vertegenwoordigen allebei een ernstig, maar geenszins identiek, gevaar.
Zie over deze en aanverwante zaken ook "Tegen de Nederlanderigheid" en "Ondernemerstrots met vlaggetje erop" dat ik schreef en dat op het weblog van de Internationale Socialisten te lezen is.

donderdag 13 september 2007

Wedstrijd op de rechterflank

Laat ik eens een voorspelling ertegenaan gooien. Mark Rutte is binnen een week geen VVD-leider meer. Of, als hij dat nog wel is, dan is een zo groot deel van de fractie eruitgestapt dat het leiderschap ervan niet veel meer voorstelt. Zoals het nu gaat, koerst de VVD aan op een regelrechte splitsing, tussen degenen die Verdonk steunen, en degenen die achter Rutte blijven staan, ook nu hij met Verdonk gebroken heeft.
De VVD-crisis blijkt uit reacties van prominente VVD-ers. Hans Wiegel, de opper-VVD-er bij uitstek, is "ontdaan" over de stap van Rutte. Frans Weisglas, bekend als ex-Kamervoorzitter maar ook als prominent VVD-er noemt Verdonks vertreek "desastreus" voor de partij, en vindt: "de fractie had er nog een nachtje over moeten slapen". Binnen de fractie steunden drie mensen Verdonk: Hans van Baalen, Fred Teeven en Charly Aptroot. Van Baalen blijft de VVD-fractie trouw na de breuk, maar de andere twee denken na over hun positie.
Intussen noemt Jules Maaten, VVD-fractieleider in het Europese parlement, de beslissing van Rutte een "moedig besluit", zegt partijvoorzitter Jan van Zaanen dat de beslissing "onvermijdelijk was" en meldt ex-minister Zalm dat het "jammer maar onvermijdelijk" was dat het zover kwam. Verontrustend genoeg voor Rutte voegt hij er wel aan toe dat volgens hem Verdonk het morele recht heeft haar zetel te behouden, vanwege de vele voorkeursstemmen. Een oproep aan Apstroot en Teeven om in de fractie te blijven, geeft aan hoe ernstig ook Zalm de situatie inschat.
Waar de top van de VVD zo'n beetje overlangs gescheurd is - met een vorige generatie de de breuk vooral betreurt, en de huidige partijtop die Rutte steunt - daar keert een meerderheid van de VVD-aanhangers zich tegen Rutte. Volgens een peiling van Maurice de Hond vindt 52 procent van hen dat Rutte de zaak verkeerd heeft aangepakt. "De helft van de VVD-stemmers hoopt dat andere VVD-kamerleden Verdonk volgen om deel uit te maken van een eventuele groep-Verdonk" , aldus de website nieuws.nl. Een onderzoek van Een Vandaag gaf aan dat 49 procent van de huidige VVD-kiezers zelfs naar Verdonk zou overlopen, evenals meer dan de helft van de kiezers van Wilders. Dat suggereert grote kansen voor Verdonk als aanvoerster van een nieuwe partij. En het maakt de positie van Mark Rutte zo ongeveer onhoudbaar.
Hoe zal het verder gaan? Ik vermoed dat er deze avond en nacht talrijke telefoontjes gepleegd worden en e-mails heen en weer vliegen tussen kopstukken van de partij. Niet alle prominenten die zich tegen het besluit van Rutte keerden zijn daarmee ook trouwe bondgenoten van Verdonk. Lieden als Wiegel zien vooral de verdeeldheid met lede ogen aan, en zouden wel eens aan een lijmpoging kunnen werken. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat Rutte daarin meegaat; zijn leiderschap gaat dit niet overleven. Dat zou betekenen: een vrij grote VVD, met Verdonk er alsnog in, en Rutte op de achterbankjes, of zelfs dat niet. De VVD zou daarmee een nog harder rechts profiel krijgen dan nu.
Een andere variant is dat zo'n lijmpoging niet plaatsvindt, of mislukt. In dat geval staat Verdonk ijzersterk in de startblokken aan het hoofd van haar eigen partij. Of er daadwerkelijk andere fractieleden met haar meegaan, is vers twee. Dat mensen als Wiegel en Weisglas haar zullen volgen lijkt mij zo goed als uitgesloten, hoezeer zij de breuk met Verdonk ook betreuren. Maar dan nog zal de VVD een groot tochtgat aan de rechterflank voelen. En ook in dat geval is de positie van Rutte bepaald in gevaar. Gezien het feit dat een meerderheid van de achterban zich van hem afkeert, zal de verleiding voor een VVD-zonder-Verdonk om naar een nieuwe leider met een rechtser profiel uit te kijken, wel eens vrij groot kunnen zijn.
Dan is er nog de factor-Wilders. De PVV-baas heeft Verdonk al om een gesprek gevraagd, en aangegeven dat hij het jammer vindt dat Verdonk niet met hem samen wil. Zij reactie is zowel merkwaardig als begrijpelijk. Merkwaardig, omdat het moeilijk valt in te zien hoe een hard rechtse politieke formatie met twee zo toch redelijk van zichzelf vervulde zwaargewichten werkbaar kan worden. Wilders voelt zich sterk, met zijn negen zetels in de kamer en zijn 19 zetels in sommige peilingen. Maar ook Verdonk opereert vanuit een positie van kracht, met voorkeursstemmen die ook negen zetels vertegenwoordigen, en met de bovengenoemde steun in opiniepeilingen.
Dat wordt geen team; dat worden keiharde rivalen. Het is niet aannemelijk dat Wilders dat niet ziet, en het is waarschijnlijk niet het soort situatie waar hij op zit te wachten. Bovendien zijn er toch, naast overeenkomsten, ook forse verschillen. Wilders gaat in zijn islamofobie veel verder dan verdonk. En waar Verdonk zich aan de uiterste rechterzijde binnen het gevestigde politieke spectrum opstelt, is Wilders inmiddels rechts buiten dat spectrum actief.
Tegelijk is er een keerzijde, eentje die Wilders beweegt toch samenwerking te zoeken. Wilders zal ook snappen dat Verdonk ook met een eigen beweging een hele geduchte rivaal van hem is. Dat de helft van zijn aanhang, aangeeft eventueel naar een groep-Verdonk te zillen overstappen, laat het gevaar zien dat verdonk ook voor hem oplevert. Tegen die achtergrond is een poging tot samenwerking van zijn kant een rationele stap. Maar Verdonk wil niet, zo geeft ze tot nu toe aan. Dan nog heeft Wilders profijt van zijn poging: hij heeft tenminste naar eenheid op rechts gestreefd, aan hèm heeft het niet gelegen...
Daarmee komt een situatie in beeld van twee keihard rechtse politieke formaties, die allebei de afkeer van vluchtelingen, migranten, Moslims vooral ook, opstoken en een wedstrijd in kwaadaardige rechtsheid aangaan. De VVD, of wat daar van over blijft, belandt dan in een situatie waarin ze òf mee kan doen aan dat reactionaire circus, òf steeds meer een D66-achtige koers kan gaan varen - met fusie met de restanten daarvan als mogelijke uitkomst.
Wat moet links met dit alles? ja, het is best een vrolijkmakende zaak dat de VVD-top haar partij ten gronde richt in het conflict met en rond Verdonk. Dat één van de politieke peilers van de kapitalistenklasse implodeert - welk links persoon zou dat op zichzelf betreuren?
Maar de breuk met Verdonk is geen product van progressieve sentimenten bij Rutte of zo, maar enkel van het idee dat je geen twee kapiteins op één schip kunt hebben. Het is de druk die de VVD de laatste tijd voortdurend voelt in haar rechterflank, vanuit Wilders en zijn PVV, die ertoe leidt dat rechtse VVD-ers als verdonk keer op keer van zich lieten horen.
De VVD-crisis is een product van oprukkend keihard rechts, en dat is bepaald niet vrolijkmakend. Het beeld van de wedloop tussen twee, drie rechtse tot zeer rechtse partijen, gewikkeld in een wedloop wie het hardst op moslims, vluchtelingen migranten sowieso, afgeeft is dat evenmin. Het politieke klimaat dreigt verder met racisme vergiftigd worden.
Ja, je kunt stellen dat links profiteert van verdeeldheid ter rechterzijde. Soms is dat zo. Maar de boven geschetste dynamiek is geen teken van zwakte van rechts, en al helemaal niet van linkse kracht.
Was links sterk en zelfbewust, keihard in de weer tegen islamofoob en ander racisme, dan zou rechts veel meer aarzelen om de onderlinge verdeeldheid zo openlijk uit te leven. Verdeeldheid ter rechterzijde onder druk van links verzet, zou hoogstwaarschijnlijk ook langs andere breuklijnen verlopen dan die tussen Rutte, Wilders en Verdonk.
Een verenigd strijdbaar links zou bovendien de aantrekkingskracht van racisme-uit-stemmentrekkerij ondermijnen. Zo'n op dit punt verenigd en strijdbaar links ontreekt momenteel. Aan zo'n links moeten we werken, dag in dag uit.

Lijst Pim Verdonk?

De Tweede-Kamer-fractie van de VVD heeft zojuist Rita Verdonk uit de fractie gezet. Fractieleider Rutte had genoeg van de kritiek die Verdonk keer op keer naar buiten bracht. De maat was voor hem vol toen ze tijdens een diner allerlei kritiek op de partij en op Rutte uitoefende. Dat meldt De Volkskrant zojuist.
Verdonk noemde de partij ondemocratisch: "naar de kiezer wordt niet geluisterd." De partij was "nog onvoldoende zichtbaar. Mark Rutte moet daar iets aan doen, dat is niet mijn taak." Dat lezen we in het AD. En De Telegraaf meldt dat volgens Verdonk de VVD de 'bal' op het gebied van het ''vreemdelingenvraagstuk' is kwijtgeraakt aan Wilders. Samengevat: de VVD is volgens haar niet racistisch genoeg, en maakt zich niet genoeg tot spreekbuis van ontevreden boze mensen buiten 'de politiek'. Wat Verdonk nu met haar on-liberale en racistische gestook gaat doen nu ze de fractie van haar partij uit is gewerkt, staat nog niet vast. Ze neemt 24 uur bedenktijd voor wat ze een "een hele zware beslissing" noemt: alleen verder als Kamerlid, of uit het parlement stappen.
Enkele observaties over dit alles. In de eerste plaats over de gang van zaken. Ja, Rutte had eerder gewaarschuwd dat iedereen, met name ook Verdonk, zich naar de koers van de Grote Leider Rutte moest voegen, want anders zwaaide er wat. Ik heb over deze autoritaire en anti-liberale toonzetting van de VVD-top eerder geschreven. Het dumpen van Verdonk valt in diezelfde lijn. Dat Verdonk, zoals ze vandaag zegt, "verbijsterd" is over de botte gang van zaken, klinkt weinig geloofwaardig. Je zou je zelfs kunnen afvragen of ze deze confrontatie niet gewoon zelf heeft gezocht
Dat Rutte zo heel anders over het 'vreemdelingenvraagstuk' denkt dan Verdonk, lijkt mij trouwens steeds minder het geval. Nog vorige week trok de VVD in de het kamerdebat rond de Islam en de 'Nederlandse cultuur' bijna één lijn met Wilders tegen minister Vogelaar. De VVD heeft zelfs overwogen om, zij aan zij met Wilders, het vertrouwen in de minister op te zeggen. Dat vertelde VVD-kaperlid Aptroot in een TROS-radioprogramma, zo bericht de NRC.
Niet de inhoud van Verdonks kritiek op de VVD-koerst schoot Rutte in het verkeerde keelgat, maar het pure feit dat ze kritiek naar buiten bracht. Het verjagen van Verdonk door Rutte is product van een ordinaire machtsstrijd, niet van een principieel meningsverschil en zeker niet van een afwijzing door Rutte van Verdonks botte beleid tegen vluchtelingen en mensen zonder verblijfsvergunning.
Ik ben overigens heel benieuwd of we nu ook krantenkoppen krijgen over de "centraal geleide" VVD waarbinnen de democratie ernstig te kortschiet en waar een almachtige partijleiding de dienst uit maakt. Of reserveren jullie, beste redacteuren van NRC en Volkskrant, dit soort typeringen enkel voor partijen waar jullie sowieso al de pest aan hebben, voor de SP vooral?
Vergelijking tussen Rutte's aanpak van Verdonk, en het optreden van SP-leiding tegen Yildirim, het Eerste Kamerlid die zijn met voorkeursstemmen van een paar Statenleden verworven zetel niet wilde opgeven toen partijbestuur en partijraad dat vroegen, valt in het voordeel uit van de SP. Die partij beriep zich op afspraken, procedures, statuten en liet eerst een beroepscommissie naar de zaak kijken, voordat Yildirin uit de partij gezet werd. Verdonk wordt gewoon, zonder mogelijkheid tot bezwaar of beroep of bemiddeling, de fractie uit geknikkerd. Het zal je partij maar zijn.
Voor Verdonk past overigens - het zal vaste lezers van dit weblog niet verbazen - geen greintje sympathie. De cocktail van brute regeldwang die over lijken ging van vluchtelingen, gecombineerd met een racistisch neerbuigende houding jegens Moslims, kunnen we ons maar al te goed herinneren. Als de heisa van vandaag tot Verdonks spoorloze verdwijning uit Haagse politiek en maatschappelijk debat leidt, is dat een antiracistisch geluk bij een antiliberaal ongeluk.
Maar gerust ben ik daar niet op. Verdonk is er de persoon niet naar om spoorloos achter de politieke horizon te verdwijnen. Ze weet dat de voorkeursstemmen die op haar waren uitgebracht, negen zetels waard waren. Ze weet ook hoe Wilders, die andere uit de VVD gevallen rechtse demagoog, scoort met een nog hardere variant van het giftige brouwsel ervan. Ziet ze kansen voor zichzelf, met een Lijst Pim Verdonk? Gaat ze zich bij Wilders zelf voegen? Dat laatste lijkt me lastig, de neiging van Wilders om de leiding zo sterk in eigen hand te houden dat zijn PVV geeneens leden kent, zou wel eens kunnen botsen met de ook niet geringe leiders-ambities van Verdonk zelf.
Wat er ook precies gebeurt, de uitwerking speelt de krachten rechts van de VVD - Wilders, en eventueel Verdonk zelf - in de kaart. Rechtse kiezers met hun opgeklopte angst voor het spookbeeld van 'islamisering', die vanwege Verdonk nog VVD stemden, zullen eerder uitwijken naar Wilders of Verdonk. De druk vanuit die hoek op de VVD zelf om, ook zonder IJzeren Rita, de hard rechtse kaart te blijven spelen, zal zeer voelbaar blijven. Links kan zich maar beter voorbereiden om een harde gure reactionaire wind.

donderdag 6 september 2007

Geplaatst: "Progressieve ex-moslim wijst comité af"

Zelden plaats ik complete stukken die ik niet zelf heb geschreven. Voor het onderstaande stuk maak ik echter graag een uitzondering, gezien het politieke belang ervan, en omdat één van de schrijvers ervan me het stuk zelf onder de aandacht bracht met het oog op verdere verspreiding. Het stuk staat in de NRC, maar niet iedereen leest het NRC... :-)

Progressieve ex-moslim wijst comité af

Ehsan Jami spreekt niet namens alle ex-moslims, betogen Peyman Jafari en Behnam Taebi. Jami brengt de islam met terrorisme in verband en voedt de hetze tegen moslims. Progressieven moeten zich van zijn comité distantiëren.

In de afgelopen weken hebben tientallen bekende Nederlanders een brief gekregen met de oproep zich aan te sluiten bij het Steuncomité ex-moslims. De brief is ondertekend door bekende islam-bashers zoals Afshin Ellian, maar ook door progressieven zoals hoogleraren Jos de Beus en Arjo Klamer. Bewust van hun islamofobe gezelschap, beweren ze met de steun aan Jami's Comité van ex-moslims slechts op te komen voor het recht op geloofsafval. Dit is een ongelooflijk
naïeve bewering, die in de praktijk het neoconservatieve wereldbeeld versterkt waarin moslims de 'westerse beschaving' zouden bedreigen. In de publieke opinie zal immers nauwelijks een onderscheid gemaakt worden tussen dat wereldbeeld en dat van Jami's comité.

Ten eerste wordt de oprichting van Jami's comité gekleurd door een
specifieke context – stigmatisering en vernedering van moslims in woord en daad. Wie het kan opbrengen om de wereld vanuit de ogen van moslims te bekijken, zal zien dat het elke dag mokerslagen regent op een hele bevolkingsgroep. Sinds de aanslagen van 11 september worden moslims uitgemaakt voor 'geitenneukers', 'pooiers van de profeet', 'criminelen' en 'terroristen'. Hun scholen en moskeeën
zijn regelmatig het doelwit van bekladding en brandstichting, zoals recentelijk in Haarlem. En in het dagelijkse leven en op de arbeidsmarkt krijgen ze steeds vaker met discriminatie te maken.

Dan zijn er ook nog de uitspraken van Ehsan Jami zelf die naadloos
aansluiten bij deze ontwikkeling. Hij hanteert de retoriek van de 'oorlog tegen terrorisme' door de profeet Mohamed met Osama Bin Laden te vergelijken. En om er geen misverstand te laten bestaan over zijn politieke agenda, kiest Jami 11 september voor de presentatie van zijn comité. Daarmee roept hij het beeld op van de islam als een religie die aanzet tot terreur tegen het Westen.

Om die reden wordt Jami op handen gedragen door de hofhouding van Ayaan Hirsi Ali. Jami zet nu zijn eerste stappen in haar voetsporen die via de denktank American Enterprise Institute naar de spelonken van de
neoconservatieven in het Witte Huis leiden. Zijn gids is niemand anders dan Afshin Ellian die zich opwerpt als de verdediger van de 'westerse cultuur' tegen het 'islamofascisme'. Tot Jami's grote vreugde heeft ook Geert Wilders zijn steun uitgesproken.

Progressieve steun voor het Comité van ex-moslims is kortzichtig, nu de neoconservatieven het recht op geloofsafval voor hun politieke kar hebben gespannen. Als ex-moslims komen we op voor het recht om de islam te verlaten zonder geconfronteerd te worden met bedreiging of geweld. Echter, de manier waarop Jami voor dit recht zegt te willen opkomen, werkt contraproductief. De sociale spanningen waarmee individuele keuzes over religie soms gepaard gaan, worden door de hetze tegen moslims alleen maar opgevoerd. Daarom willen we ons
juist als ex-moslims publiekelijk uitspreken tegen het initiatief van Jami en Ellian en ons inzetten voor dialoog en samenwerking met moslims. Daarbij hebben we geen enkele angst om ons als 'openlijke islamverlaters' te afficheren, ook al gaan we liever door het leven als wat we zijn dan wat we zijn geweest.

In hun verklaring beweert het Steuncomité dat in het Westen een 'trend' van geweldstoename tegen ex-moslims merkbaar is. Als bewijs voeren ze 'de zeer geringe aantallen openlijke islamverlaters' aan. Voor ons en veel andere ex-moslims is er simpelweg geen noodzaak voor de oprichting van een comité, nog minder voelen we de drang om muren op te trekken tussen onszelf en onze familieleden, vrienden en kennissen. Veel ex-moslims willen ook terecht geen munitie leveren voor de anti-moslimhetze van de neoconservatieven.

Progressieven die steun werven voor het Comité van ex-moslims zijn niet alleen naïef, maar ook hypocriet. Jami, Ellian en Wilders bevorderen niet de vrijheid van religie, maar ze creëren een klimaat waarin moslims hun godsdienst niet vrij van angst en discriminatie kunnen beleven. Tegen deze tsunami van islamofobie hebben we nooit iets van de ondertekenaars gehoord. En ondanks hun
tirades tegen geweld wordt de wereld met hun bijdrage er niet vreedzamer op – integendeel.

Wilders is zelf het levende bewijs dat men niet in de Koran hoeft te
geloven om tot geweld op te roepen. Naar aanleiding van rellen tussen supporters van Jong Marokko en Jong Oranje pleit Wilders om in de toekomst met scherp te schieten op relschoppers.

Ook pleit Wilders voor bombardementen op Iran, een land met 70 miljoen inwoners. Na de Amerikaanse aanval op Irak in maart 2003 juichte Ellian in zijn column dat de 'vredesdemonstranten verloren hebben' en betichtte hij hen van een 'laffe houding' omdat 'ze niet weten dat elke strijd tegen tirannie slachtoffers eist'. Vier jaar later weten we hoeveel slachtoffers in Irak zijn gevallen – nu meer dan 650.000 volgens The Lancet.

Door moslims als een bedreiging voor de 'westerse beschaving' af te
schilderen voeden de neoconservatieven niet alleen het categorisch discrimineren van moslims, ze zoeken ook naar een ideologische rechtvaardiging voor de gevoerde oorlogen in het Midden-Oosten en nieuwe oorlogen die aanstaande zijn. Het zou pas van lef getuigen als progressieven hun selectieve verontwaardiging opzij leggen en de strijd aanbinden met die politiek die in het Midden-Oosten honderdduizenden slachtoffers maakt en nieuwe rekruten werft voor fundamentalisten. De progressieve strijd voor universele waarden als vrijheid en gelijkheid is niet gebaat bij de valse notie dat al het kwade uit de islam
voortvloeit en al het goede uit het Westen. Een beter startpunt is het antwoord van Gandhi toen een journalist hem vroeg wat hij van de 'westerse beschaving' vond. Hij antwoordde: „Het zou een goed idee zijn."

Peyman Jafari is politicoloog en Behnam Taebi doceert techniekfilosofie aan de TU Delft. Op maandag 10 september bezoeken ze met een delegatie van ex-moslims een moskee in Amsterdam en gaan ze in gesprek met de voorzitter van de Vereniging van Imams in Nederland.

zaterdag 11 augustus 2007

Over Wilders-als-fascist (2): wat Rick Gallagher van weerlegging bakt

"Als de Ravotr ondergetekende probeert te overtuigen van het fascistoïde krakter van de PVV dan bakt hij er tot nu toe weinig van." Zo concludeert Rick Gallagher na een uitvoerige reactie geplaatst bij deel 5 van mijn serie over Wilders, "Hoe je een fascist herkent".

Hij draagt voor dit strenge oordeel een hele reeks argumenten geen. Geen van alle maken op mij een zeer overtuigende indruk. Deels omdat ze ingaan op dingen die ik helemaal niet beweer. Deels omdat ze niet ingaan op wat ik wel beweer. Dat, en nog wat dingen meer, hoop ik in het onderstaande, te laten zien - overigens in een verwante polemisch-kritische maar persoonlijk-respectvolle geest als waartin Rick zijn reactie blijkens de afsluiting van zijn eerste commentaar bedoelt. Mijn stuk is lang, ik weet het. Maar ik vond het niet goed om de zaak op te splitsen, mede omdat ik verder wil en deze reactie niet te lang moest blijven wachten, naar mijn idee.

Over de gehanteerde methode

Ricks eerste bezwaar is dat ik niet begin met een uiteenzetting van wat fascisme eigenlijk is, maar dat ik slechts 'elementen' aandraag die Wilders' politiek op fascisme doen lijken. "Het grootste bezwaar evenwel is dat deze fragmentarische behandeling betrekking heeft op het niveau van de ideologie." Rick vervolgt dan met een uiteenzetting over de marxistische methode zoals die volgens hem gebruikt zou moeten worden om het fascisme van Wilders te analyseren. Eerst een analyse van de maatschappijvorm, met daarin de productiewijze centraal. Dan de strijd tussen klassen en dergelijke, en de conflicten binnen die klassen. Vervolgens, als derde niveau de politieke, ideologische en historische aspecten. Rick zegt het niet met zoveel woorden, maar hij verwijt mij klaarblijkelijk dat ik mijn verhaal begin bij de ideologische bovenbouw in plaats van bij de doorslaggevende materiële basis.

Rick haalt echter een paar dingen door elkaar. De vraag wat wezenlijk is, en wat slechts symptomatisch, in een verschijnsel als Wilders is niet hetzelfde als de vraag waar je een uiteenzetting daarover dient te beginnen. Marx begint Het Kapitaal ook niet met het schetsen van de structuur van de maatschappij, om vervolgens over klassenstrijd te schrijven en af te sluiten met ideologische,. historische en politieke aspecten. Integendeel. Hij begint zijn uiteenzetting met een diepgravende verhandeling over de waar , om daarin de aspecten ruilwaarde en gebruikswaarde te onderscheiden, de circulatie van waren te behandelen, de rol van geld - en geleidelijk ontvouwt hij vanuit deze nogal abstracte categorieën steeds concreter hoe de kapitalistische maatschappij functioneert, hoe ze is ontstaan, wat de dynamiek is - en waarheen ze beweegt.

Marx houdt zich dus geenszins aan het schema van Rick: waar hij mee begint komt pas in de loop van de analyse op steeds verschillende manieren naar voren, de verschillende aspecten waaraan Rick keurig een volgorde toekent, zijn bij Marx vervlochten inéén. Waar Rick een sonate of symfonie van Beethoven wil horen, met een eerste deel van thema's en variaties, een tweede en vervolgens een slotdeel, daar geeft Marx eerder een fuga van Bach met eindeloos complex doorheengeweven meerstemmigheid, tot een meesterlijk geheel verweven.

Reden waarom ik dat zeg is niet dat ik hier iets vergelijkbaars doe als Marx, integendeel. Ik kom ermee om te laten zien dat er verschillende manieren zijn van uiteenzetting, en om aan te geven dat hoe iets wordt uiteengezet sterk kan verschillen van de analyse die aan de uiteenzetting vooraf ging. Immers, Marx is zijn onderzoek dat tot Het Kapitaal leidde, niet begonnen met de abstracte studie naar het wezen van de waar. Integendeel, hij heeft eindeloos statistieken zitten verzamelen, boeken gelezen over geschiedenis, politiek, economische theorie. Als Het Kapitaal de lijn had gevolgd waarop Marx tot zijn conclusies was gekomen, dan was het een heel ander boek geworden. Hij is juist via onderzoek tot de kern gekomen, van het concrete naar het abstracte; maar heeft bij zijn uiteenzetting dat eindpunt tot vertrekpunt van zijn betoog gemaakt, en gaat dan van het abstracte naar het concrete. Hoe Marx dingen ontdekte is iets anders dan hoe hij zijn ontdekkingen bracht.

Welnu, ik hou een heel ander soort verhaal hier. De stukken in de serie houden zijn geen afgeronde analyse in, maar zijn eerder verslagen van de verkenningstochten rond het verschijnsel-Wilders. Mensen mogen meelezen met het hardop-denkwerk rond Wilders waar ik mee bezig ben. Aan de hand daarvan maak in aspecten van de ideologie, werkwijze en doelstelling van het verschijnsel-Wilders een beetje inzichtelijk, en licht ik toe waarom het hier een fascistische dreiging betreft. Ik begin dus niet alleen mijn verkenning, maar ook mijn uiteenzetting, met de verschijningsvormen, om stap voor stap tot (in de buurt van) de kern te raken. Niet alleen mijn onderzoek, maar vooralsnog ook mijn uiteenzetting, gaat hier van het concrete naar het (enigszins) abstracte.

Dat ik met de ideologie van Wilders begin is dan ook helemaal niet per se omdat ik dat de kern van de fascistenzaak vind. De reden is een andere. Ik probeer iets duidelijk te maken aan de hand van die aspecten van Wilders die eenvoudwig waarneembaar zijn, die voor iedereen, marxist of niet, te volgen zijn. Dan kom je al gauw bij zijn provocerende uitspraken, beleidsvoornemens, politieke programma terecht - bij zijn ideologie dus. De verkenning van die aspecten laat - dat probeer ik aannemelijk te maken - opvallende overeenkomsten zien met het gedachtengoed van fascistische personen en organisaties.

Maar ik maak heel erg duidelijk dat ik dit als zodanig nog niet als doorslaggevend bewijs zie. Lees mijn afsluiting van deel vijf nog maar eens. Nadat ik zijn pleidooi voor openlijke ongelijkheid heb bekeken, zeg ik "in combinatie met racisme en nationalisme is de fascistische inslag van Wilders' politiek langzamerhand toch onmiskenbaar. Maar aanwijzingen in fascistische richting, hoe onmiskenbaar ook, zijn nog geen sluitende bewijsvorming om Wilders tot fascist te bestempelen..." Ook voor mij is ideologie niet beslissend. Laat ik daar meteen aan toevoegen dat deze passage ook een weerlegging inhoudt van het volgens Rick zo fragmentarische karakter van mijn argumentatie. De elementen die ik aandraag zijn "in combinatie" een aanweizing voor een "fascistische inslag" - dus niet los van elkaar. Het gaat bepaald om meer dan - zoals Rick het noemt - "een waslijst van ideologische overeenkomsten".

Ideologie niet zo ondergeschikt

Wel denk ik dat bij het typeren van een persoon als zijnde een fascist, ideologie wel veel belangrijker is dan zowel Pepijn als Rick doen voorkomen. Fascisme is een beweging met een bepaald doel, een stroming die bepaalde opvattingen in de praktijk wil brengen op een bepaalde manier. Afzonderlijke fascisten worden wel degelijk in hoge mate gekenmerkt door een stelsel van samenhangende opvattingen, door wereldbeeld, door een ideologie. Een beweging is het inderdaad pas als de ideologie geworteld is in een specifieke praktijk, met een specifieke rol in de strijd tussen de klassen in de kapitalistische maatschappij.

Dat "het analyseren van brokstukken van de Wildersiaanse ideologie" iets anders is dan "een analyse van de reële, empirisch bestaande, objectief bestaande structuur en dynamiek van de Nederlandse klassenmaatschappij" is, was mij bekend voordat ik deze zinsnede van Rick onder ogen kreeg. Maar het analyseren van de Wildersiaanse ideologie - het gaat om meer dan brokstukken, het gaat om een samenhang erin - werpt wel licht op aspecten van dingen die in deze maatschappij gaande zijn. Ideologie heeft óók realiteitsgehalte.

De afzonderlijke fascist herken je immers wel degelijk in belangrijke mate aan zijn ideologie, en aan de wijze waarop aan die ideologie geprobeerd wordt praktisch gevolg te geven. Een analyse van een persoon als Wilders die met de ideologische aspecten begint? Ik zie niet wat daar mis aan is. Zolang het maar niet daarbij blijft steken. Maar als Rick denkt dat ik niet verder kom dan ideologie dan maakt hij dezelfde fout als Pepijn: voorbarige verwijten over een nalatigheid die je eventueel pas kunt vaststellen als de serie klaar is. Niet eerder.

Fascisme destijds

Rick legt, in nogal complexe bewoordingen, maar op zich goeddeels correct - uit, waarin volgens de marxistische traditie waarop hij zich beroept het fascisme bestaat. Het gaat om een politiek project waarin een deel van de kapitalistenklasse een diepe crisis oplost door 1. de arbeiderklasse te verpletteren, en 2. de burgerlijk-democratische verhoudingen bruut opzij te schuiven. Om dit te bereiken wordt een massabeweging gevormd van delen van de middenklasse, plus lompenproletariërs en gedemoraliseerde delen van de arbeidersklasse. "Het fascisme zocht de oplossing van de maatschappelijke crisis in de instelling van een dictatoriaal regime dat de atomisering van de arbeidersklasse effectueerde."

Ik ben het daar allemaal best wel mee eens, op één punt na. Als hij zegt "met nationalisme als principieel ideologisch cement smeedde het fascistische grootkapitaal destijd een sociale beweging wiens zwaartepunt destijds lag..." dan verwart hij de klasse ten gunste waarvan het fascisme opereert - de klasse van grote ondernemers - met degenen die daadwerkelijk een fascistische beweging smeedden.

Het was niet het "grootkapitaal" dat de nazi-partij vormde, en met racisme een SA tot hysterische dieptepunten van gewelddadigheid dreef. Het waren elementen uit de middenklasse - een korporaal/ schilder, een slagerszoon - plus enkelingen uit de grootgrondbezittende klasse (het aantal SS-ers met een aristocratische achtergrond was trouwens opvallend), die een fascistische beweging vormden, en als wezenlijk deel daarvan ook een paramilitaire organisatie. De steun van uit de grote ondernemers was aanvankelijk marginaal.

Pas toen Hitler een geloofwaardige kandidaat voor de macht was geworden omdat zijn beweging een enorme kracht had ontplooid tussen 1929 en 1932, toen begonnen grotere aantallen grote ondernemers contact met de nazi's te zoeken en op grotere schaal geld in de partijkas te storten. Niet het "grootkapitaal" - dat de nazi's met grote afkeer bezag en hen slechts steunde uit angst voor de arbeidersbeweging, vooral voor hen nog veel engere communisten - maar een naar rechts geradicaliseerd delen van de middenklasse "smeedde (...) een sociale beweging aaneen" die het vuile werk ten gunste van dat "grootkapitaal" mocht opknappen.

Over democratie

Maar ik wijd uit. We gaan terug naar Wilders-als-wel-of-geen-fascist. Nadat Rick zijn samenvatting van een marxistische theorie rond het fascisme heeft gegeven, beginnen de schermutselingen tussen hem en mij pas goed. En dan gaat het al vrij snel mis.

Na al deze uiteenzettingen vertelt Rick dat hij bezwaar maakt "tegen de mening van Ravotr dat de poging van Wilders om Moslims tot tweederangsburgers te degraderen, van deze racist ook een fascist maakt." Probleem: ik ben die mening helemaal niet toegedaan, en dat is uit de al eerder geciteerde slotzinnen van deel vijf al glashelder op te maken. Slechts in combinatie met al genoemde andere aspecten wijst het streven om Moslims achter te stellen op een fascistische inslag bij Wilders, en zelfs dan is het - hoe vaak moet ik dat herhalen voor het gelezen wordt? - niet doorslaggevend als bewijs. Dus het bezwaar dat Rick maakt is vooral een product van zeer slordig lezen, en wellicht het raden naar bedoelingen die echter nergens uit blijken. Voor iemand die beweert het marxisme als 'wetenschappelijke methode' te hanteren is dit slordige lezen toch wel tamelijk onder de maat.

Maar Rick vervolgt dan met een interessante uiteenzetting van theoretisch belang: hij legt uit dat uitsluiting van bepaalde bevolkingsgroepen niet betekent dat de burgerlijke democratie niet meer bestaat, niet wijst op het bestaan van een regelrechte dictatuur. Hij noemt voorbeelden: de staat Israël, landen als Nederland voordat bijvoorbeeld vrouwen kiesrecht hadden. Hij stelt zelfs: "Ik durf zelfs te beweren dat de maatschappelijke uitsluiting van etnische minderheden compleet compatibel is met het bestaan van de burgerlijke (!!!) democratie."

In essentie heeft hij gelijk: ook de VS in de tijd van de slavernij was geen dictatuur, net zo min als de staat Israël dat nu is. Maar "compleet compatibel" gaat wel veel te ver. Het suggereert dat er tussen het inperken van burgerrechten en het democratische deel van "burgerlijke democratie" geen echte spanning bestaat.

Ik zou toch denken dat de VS in de tijd van de slavernij, minder een (zelfs burgerlijke) democratie was dan sindsdien? En dat de invoering van algemeen kiesrecht voor mannen èn vrouwen een uitbreiding van die democratie betekende? En dat dus het ongedaan maken van zulke emancipatoire maatregelen afbreuk doen aan die (nog steeds burgerlijke, dus door het kapitalisme ingeperkte) democratie? Ja, het maakt uit als bijvoorbeeld in Israël een generaal de macht grijpt en heet beetje democratie door dictatuur vervangt. Maar het maakt toch wel degelijk ook uit of binnen de burgerlijke democratie de democratische rechten van hele bevolkingsgroepen worden ingeperkt of erger?

Daar komt nog iets bij, iets dat relevant is voor de Wilders-discussie. Ja, de VS was ook voor de afschaffing van de slavernij een soort van burgerlijke democratie. Maar die stond onder spanning, juist vanwege het voortbestaan van die slavernij. De slavenhoudende grondbezitters vormden een deel van de heersende klasse wiens positie en ambities steeds meer op gespannen voet met de democratie kwamen te staan.

Toen via democratische verkiezingen in 1860 Lincoln, de man van de Noordelijke kapitalistenklasse tot president werd gekozen, scheidden de staten waarin de slavenhouders de baas waren zich af. Om zelfs maar de burgerlijke democratie te redden was een burgeroorlog nodig, door marxisten wel de tweede Amerikaanse burgerlijke revolutie genoemd. Zo "compleet compatibel" met burgerlijke democratie is de uitsluiting van etnische minderheden nu ook weer niet.

En degenen die de erfenis van de slavenhoudersstaten hooghouden, mèt het bijbehorende racisme, degenen die met de vlag van de zuidelijke Confederatie zwaaien, of ze nu in de rechterflank van de Republikeinse partij opereren en rechtstreeks bij de Ku Klux Klan - het zijn nauwelijks serieuze burgerlijke democraten. Voor sommigen van hen lijkt de typering "fascist" toch niet misplaatst...

Dat brengt ons terug bij Wilders. Ik schrijf, naar aanleiding van Wilders' idee om het gelijkheidsbeginsel van artikel 1. van de Grondwet te schrappen: "ongelijkheid als principe, en niet als uitkomst - dit is een wezenlijke breuk met zelfs de beperkte burgerlijke vorm van democratie die Nederland kent." Dat is, zo zie ik nu, een problematische formulering. "Inbreuk" in plaats van "breuk" was al beter geweest.

Het probleem zit erin dat je de zin op twee manieren kunt uitleggen. Je kunt erin lezen dat, als dit ongelijkheidsprincipe wordt doorgevoerd, Nederland dan geen burgerlijke democratie meer zou zijn. Dat zou onzin zijn, om redenen die Rick uitlegt: ook met achterstelling van etnische groepen is een maatschappij nog burgerlijk-democratisch te noemen als er een gekozen parlement functioneert, met het bijbehorende staatsbestel. Wel zou het die burgerlijke democratie minder democratisch maken. Een totale breuk is het niet, een serieuze inbreuk echter wel.

Maar mij ging het om iets anders, namelijk om wat dit voorstel zegt over degene die het voorstel doet, over Wilders dus. Het slopen van het gelijkheidsbeginsel is nog geen totaal einde aan de burgerlijke democratie in Nederland. Maar dat Wilders het gelijkheidsbeginsel openijk en principieel wil slopen, laat wel zien dat hij op een wezenlijk punt breekt met die democratie. Het tekent hem, als openlijke antidemocraat. Dat stel ik vast, net zoals ik zijn racisme en zijn paranoïde nationalisme vaststel. Een racistische nationalistische antidemocraat - daar ben ik tot nu toe aanbeland. Verwantschap met fascistische ambitie en opvattingen meen ik daarmee wel degelijk te hebben aangetoond.

Kansloze fascisten zijn ook fascisten

Rick ziet dat ik met het wijzen op de autoritaire dynamiek die voor uitvoering van Wilders' neoliberale program volgens mij vereist is "eindelijk in de buurt van het 'wezen' van fascisme" ben gekomen. Maar het is hem allemaal nog niet goed genoeg. Met zwaarwichtige verwijzingen naar het marxisme als "'realistische 'theorie" die de "ontwikkelingen van een bestaande maatschappij analyseert in plaats van hier een normatief gefundeerde fantasie tegenover stelt" klaagt hij dat ik er niet in slaag om te laten zien waar toch die "klassenbeweging" is die vandaag de dag naar fascisme neigt. De militante middenklasse, de kapitaalsgroepen die deze middenklasse opstoken om de arbeidersbeweging te verpletteren - ik laat ze niet zien, en dat is , marxistisch gezien, klaarblijkelijk een doodzonde.

Ik herhaal het nog maar eens: de serie is nog niet af! Op delen hiervan ga ik nog in. Maar mijn doel tot nu toe is veel bescheidener dan het via kunstgrepen opleuken van Wilders als aanvoerder van een - inderdaad niet-bestaande - gigagrote fascistenbeweging. Ik ben slechts bezig met de politicus Wilders als fascist neer te zetten. En dat is - nogmaals - niet uitsluitend, maar wel in hoge mate, een kwestie van het ontleden van de ideologie, en het relateren daarvan aan een in de kapitalistische maatschappij gewortelde politieke ambitie. Dáár ben ik mee bezig.

Klagen dat ik niet tegelijk nog met iets heel anders bezig ben is doodgewoon ook nog eens off-topic, hoe vaak het woord klasse, klassenfractie, grootkapitaal, maatschappijformatie en crisis ook worden herhaald, en in wat voor gewichtige combinatie ook. Het is een beetje alsof een schrijver van limericks wordt verweten dat zijn creaties niet voldoen aan de eisen die men aan een sonnet mag stellen. Het is alsof een countryzanger te horen krijgt dat hij slechte aria's in een opera aan het zingen is.

En al klagend sluipen de denkfouten binnen. Ik citeer: "Dat de preconditie voor de realisering van Wilders' programma bestaat uit de vestiging van een dictatuur (wat ik overigens betwijfel), creëert nog niet de klassenbeweging die een dergelijke herstructurering kan verwezenlijken." Dat Wilders op dictatuur af zou moeten koersen als hij zijn doelen werkelijk wil bereiken, wil niet zeggen dat hij daar ook de machtsmiddelen voor heeft. Dat is wat hier na enige ontcijfering kennelijk staat. Maar dat is de kwestie nog helemaal niet. Ik ben Wilders aan het typeren. De inschatting of zijn project kans op succes heeft is een eventuele volgende stap in de analyse. Niet alles tegelijk!

Rick zegt ook nog: "Als, zoals de Ravotr meent, het programma van Wilders de instelling van een dictatuur vereist, dat ins het enige mogelijke resultaat van de huidige stand van zaken dat er van een integrale uitwerking van het programma van Wilders geen sprake kan zijn." Dat is zeer wel mogelijk, maar dan nog: de "huidige stand van zaken" kan veranderen. Als het al zo is dat, zoals Rick betoogt, "de huidige crisis van het kapitalisme(...) vele malen minder" is dan in de jaren dertig toen de nazi's opkwamen, dan moet daar meteen bij dat zoiets kan veranderen. Het kapitalisme is, om maar eens in een taal te spreken die Rick zo graag hanteert, is een dynamisch en contradictoir systeem waarin de opeenhoping van tegenstellingen tot uitbarsting komt in steeds weerkerende crisisverschijnselen met potentieel catastrofale gevolgen. Anders gezegd: wat zo is hoeft niet zo te blijven.

Maar er is nog iets. Misschien is het project van Wilders vooralsnog kansloos. Laten we het hopen en tot zijn kansloosheid bijdragen! Maar dat zegt niets over de vraag of hij wel of geen fascistisch politicus is. Je hebt ook mislukte fascisten, gesjeesde fascisten, kansloze fascisten. De tegenwerping van Rick raakt, zoals te vaak in dit stuk, niet aan wat ik betoog, maar aan wat hij denkt dat ik betoog, of wat hij vindt dat ik, als serieus marxist, zou moeten proberen te betogen en bewijzen.

Over marxistische categoriën

Soms krijgt Rick's streven om mij te kapittelen voor de vermeende afwezigheid van marxistische analyse trouwens wat koddige, maar ook verontrustende, trekjes. Als hij tracht te weerleggen dat Wilders bezig is méér te doen dan langs electorale weg steun bouwen, dan schrijft hij: "Als Wilders "boze mensen"(lekker marxistische categorie trouwens) wil gebruiken als 'stormram'..."

"Lekker marxistische categorie"!? Vanwaar die vraag, beste Rick? Is de implicatie hier dat "boze mensen" voor marxisten een ontoelaatbare zinsnede (pardon, 'frase' zegt de officiële marxist geloof ik liever) is, en dat ik "wildgeworden kleinburgers" had moeten neerpennen, of "losgeslagen lompenproletarische elementen"? Moeten we, juist als marxisten, ook niet zoeken naar woorden die ook door niet-marxisten een klein beetje te volgen zijn? Moet marxistisch woordgebruik dienen ter verheldering - of alleen als vertoon van orthodoxie?

Ik stel er juist op mijn weblog een eer in om, als marxist, de werkelijkheid te beschrijven en te anaalyseren zonder keer op keer het, te vaak als elitair jargon werkende, typerende marxistisch woordgebruik te hanteren. Soms moet je precies zijn en het over "arbeidersklasse" hebben. Soms is echter "brede lagen van de bevolking" net zo functioneel. Soms moet je precies zeggen tot welke klasse, klassefractie of laag "boze mensen" behoren, Maar soms is het voldoende om aan te geven dat het hier om, tsja, boze mensen gaat.

Het voordeel van "boze mensen" en "brede lagen van de bevolking" boven veel van de soort woorden waaraan Rick te vaak de voorkeur geeft, - klassenfracties, proletariaat, grootkapitaal, klassebeweging, de hele rimram - is dat de eerste woorden iets makkelijker door niet-marxisten worden begrepen. En dat is, dunkt mij, toch ook het doel van uiteenzettingen van marxisten. We moeten leren om onze marxistische theorie niet alleen zo goed mogelijk te hanteren, maar ook op een toegankelijke manier te communiceren. En dat in die communicatie het marxistische woordgebruik, de 'marxistische categorieën' niet erg prominent naar voren geschoven worden, lijkt mij eerder een voordeel dan een nadeel.

Vergelijking gaat mis

Nogmaals terug naar Wilders. Rick erkent tegen het einde van zijn reactie: "de PVV draagt zeker de potentie in zich om onder de 'juiste' omstandigheden uit te groeien tot fascisme." Maar hij zegt dan: "Maar om te beweren dat zij daarom nu al fascistisch is is van dezelfde teleologie als de bewering dat de bolsjewistische partij 'eigenlijk' de embryonale vorm van de stalinistische dictatuur was, of de bewering dat de SDAP 'eigenlijk' een voorbode was van de neoliberale PvdA."

Dat klinkt alweer zeer gewichtig, mede door dat nodeloos moeilijke woord "teleologie". De strekking is kennelijk dat ik de PVV analyseer aan de hand van waar ik denk dat het naar toe gaat, en niet aan de hand van wat ze nu waarneembaar aan het doen is. De vergelijkingen met bolsjewieken en SDAP moeten het kwalijke karakter van die methode illustreren. Maar Rick slaat de plank hier driedubbel mis.

In de eerste, maar niet de belangrijkste, plaats, heb ik het in mijn stukken vrij weinig over de PVV gehad. Ik kwalificeer Wilders als fascist. Over zijn PVV ben ik tot nu toe veel terughoudender, Rick heeft de alinea ervoor nog geciteerd hoe ik in dit verband spreek van "fascisme in nogal embryonale ... toestand". Mijn belangrijkste onderwerp is tot nu toe echter Wilders zelf.

In de tweede plaats illustreer ik zijn fascistische politiek met de opvattingen die hij nu heeft, de activiteiten die hij nu onderneemt, en de dynamiek die dat heeft. Ik leid zijn fascisme niet met terugwerkende kracht af uit de uitkomst van zijn activiteiten, zoals het woord "teleologie" en de vergelijkingen die Rick maakt, suggereren. Wel wijs ik op een dynamiek, en logica die besloten ligt in wat Wilders beoogt en hoe hij opereert. Dat is echter niet hetzelfde.

In de derde plaats - zelfs al zou ik wel 'teleologisch' bezig zijn in de door Rick bedoelde zin, dan nog gaan zijn vergelijkingen lelijk de mist in. Zowel de bolsjewistische partij als de SDAP zijn opgezet als voertuigen tot emancipatie van de arbeidersklasse. De stalinistische dictatuur en de neoliberale PVDA zijn van die emancipatie, ieder op zeer verschillende manier, een dodelijke vijand. van bolsjevisme naar stalinisme, van SDAP naar PvdA - het is een proces een verregaande verloedering, ontaarding, ontkenning van waar het oorspronkelijk om ging.

Bij de PVV is dat toch heel duidelijk anders. Zelfs als ik zou erkennen dat Rick en Pepijn gelijk hebben en dat het de PVVniet om fascisme gaat, dan nog ligt fascisme wel degelijk in het verlengde van wat Wilders beoogt. Het is er een extremer versie van, op een bepaalde manier nagestreefd. Fascisme is - ook Rick en Pepijn erkennen dat indirect - wel degelijk verwant aan aar Wilders mee bezig is. Van Wilders naar fascisme gaan betekent: drastisch de ingeslagen weg vervolgen. Van Lenin naar Stalin, of van Troelstra naar Bos betekent: drastisch de ingeslagen weg verlaten en een tegengestelde richting ingaan. Dat is toch wel heel iets anders.

Ter afsluiting

Ricks reactie kreeg een korte repliek van NKOS. Die betoogde dat er bij Wilders wel degelijk van een een fascistisch gedachtengoed en poging om een bijbehorende beweging op te bouwen is. Op diens reactie volgt een tweede reactie van Rick waarin hij nog een paar aanvullende punten maakt die aandacht vragen.

Zo zegt hij: "Ik maak bezwaar tegen redeneringen met de volgende logische structuur: 1. Wilders is gevaarlijk rechts en 2. Fascisme is gevaarlijk rechts dus 3. Wilders = fascist." Ik deel dat bezwaar. Ik wil er even op wijzen dat noch NKOS, noch ondergetekende, die fout maakt, en dat Rick het tegendeel niet eens probeert aan te tonen.

Dan zegt Rick: "het staat je natuurlijk vrij om Wilders een fascist nte vinden omdat hij een bepaald gedachtengoed heeft (...) Maar voor marxisten als Peter en mij zou dat niet het criterium moeten zijn." Daar blijf ik het mee oneens. Een fascistisch individu kun je wel degelijk herkennen aan de opvattingen van dat individu, aan diens ideologie. Dat maakt een partij waarin dat individu werkt nog niet tot fascistisch, evenmin als deelname van zo'n individue aan een regering een land fascistisch maakt. Maar ik noem bijvoorbeeld de nep-historicus David Irving een nazi - of hij nu in nazi-kringen verkeert of niet. Zijn openlijk uitgedragen opvattingen maken hem tot nazi.

Op vergelijkbare manier tracht ik te laten zien dat Wilders een fascist is. Op dit niveau is ideologie heel wat minder bijkomstig in de analyse dan Rick beweert, en ik zie niet wat daar onmarxistisch aan zou wezen. Analyse van ideologie is, juist ook in dit vraagstuk, wezenlijk. Dat die analyse gerelateerd dient te zijn aan de functie die fascistische politiek inneemt in de klassenstrijd is helemaal waar. Daar ben ik dan ook mee bezig, ook al is mijn woordkeus een andere dan Rick wellicht zou wensen.

Een slotopmerking. Rick wil mij trachten te overtuigen door een beroep te doen op ons gezamenlijke marxisme. Dat is op zichzelf uitstekend, al vind ik zijn pogingen tot nu toe niet geslaagd. Maar wel wil ik er op wijzen dat dit weblog geen marxistisch theoretisch magazine voor marxisten-onder-elkaar beoogt te zijn. Ik probeer mijn stukken welbewust te schrijven op een manier die voor niet-marxisten te volgen is. En als het zo is dat de meeste bezoekers van mijn weblog marxisten zijn, zoals Rick vermoedt, dan vindt ik dat eerder een zwakte dan een kracht.

De taak van marxisten is toch immers niet voornamelijk te bewijzen aan elkaar wie de beste marxistische analyse maakt. De taak van marxisten is om een analyse te maken die klopt - en om dat zo te doen dat niet-marxisten er de zin en het nut van beginnen in te zien. Ook dàt is realisme: ingaan op de dingen zoals ze zijn, desnoods voorbij de categorieën waarin juist ook marxisten de dingen te vaak te snel proberen te vangen.