Posts tonen met het label kabinet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kabinet. Alle posts tonen

donderdag 6 december 2007

Versoepeling ontslagrecht - hoe verslagen? (3 en slot)

De hele confrontatie heeft niet alleen de PvdA kopzorgen opgeleverd. Het hele kabinet is verzwakt. Na de nacht van het ontslagbesluit meldde Trouw: "Sfeer in coalitie op dieptepunt". Op een CDA-congres zei premier Balkenende nog: "Donner is CDA, Donner is van ons", en sprak daarmee harde steun voor Donners ontslagplannen uit. Door zicgh zo als CDA-politicus op te stellen, met Donner zij aan zij, deelt ook Balkenende in de nederlaag die Donner met zijn plan leed. Daar is de positie van de premier ook niet steviger door geworden, endie verzwakking raakt het hele kabinet.

Binnen een jaar na de start van dit kabinet al bakzeil moeten halen door een kernstuk van neoliberaal economisch beleid in te moeten slikken is voor het prestige van de regering ook bepaald niet goed. Als het op dit punt niet lukte, zou dan ook niet op andere punten het kabinet voor druk kunnen bezwijken? Enkele weken later gebeurde dat al enigszins, toen staatssecretaris Bijsterveldt van Onderwijs haar besluit om
soepeler om te gaan met de 1040-urennorm in het middelbare onderwijs, eerder aankondigde dan gepland, in de hoop om de felle scholierenprotesten in te dammen.

De PvdA heeft intussen haar bruikbaarheid voor rechts al vrijwel verloren. Rechts – althans, het CDA-deel ervan –vond die partij nuttig in het kabinet om een handvol moeilijke besluiten van draagvlak te voorzien door de PvdA eraan medeplichtig te maken. Met het EU-verdrsag en de verlenging van de Uruzgan-oorlogsmissie is dat inmiddels gelukt. Met het derde grote punt, het ontslagrecht echter niet. De PvdA is dus voor tweederde nuttig voor rechts geweest, voor één derde een blok aan het been. En de druk vanuit vakbonden en links kan ook in de toekomst via die PvdA belangrijke besluitvorming torpederen.

Mij zou het niets verbazen als ondernemers en CDA om deze reden de PvdA meer en meer als een zwakke plek in een rechts kabinet zien, meer dan als de als de beoogde linkse camouflage van rechts beleid. De kans dat bij een volgend hoog oplopend conflict rechts opnieuw aan de PvdA toegeeft, lijkt mij niet erg groot, de kans dat de PvdA dan opnieuw voet bij stuk houdt evenmin. Gebeurt dat laatste toch, onder druk van vakbondsactie of anderepressie van links, dan is een breuk in het kabinet, en nieuwe verkiezingen, wellicht dichterbij dan Wouter Bos hoopt.

Dit alles betekent dat die adviescommissie over de arbeidsmarkt wel eens verslag kan uitbrengen als er een kabinet zónder de PvdA regeert. En daarmee komt de weg naar nieuwe plannen tot ontslagrechtversoepeling open te liggen – tenzij vakbonden, SP en de rest van links daar opnieuw een stokje voor steken. Het Donner-plan is tijdelijk verslagen. Maar het gevaar dat ervan uitging is slechts tijdelijk geweken.

Zie ook de verklaring op het weblog van de Internationale Socialisten:
"Donner haalt bakzeil door actiedreiging".

dinsdag 4 december 2007

Versoepeling ontslagrecht - hoe verslagen? (deel 1)

Scholierenopstand en verlenging van de Uruzganmissie hebben het thema vrij snel van de voorpagina’s geduwd, maar dat is geen reden om er niet alsnog op in te gaan: het plan om het ontslagrecht te versoepelen is gesneuveld, en dat is een goede zaak. Hoe heeft het kunnen gebeuren? En wat nu?

Het idee dat ondernemers hun personeel zonder veel moeite buiten de deur zou kunnen zetten, zonder verplichte tussenkomst van een rechter bijvoorbeeld, was heilloos. Donner’s voorstel zou arbeidersrechten verder uithollen en de macht van ondernemers op de werkvloer verder versterken. Doel was, volgens het officiële verhaal, mensen aan een baan helpen. Als ondernemers makkelijk van arbeiders af konden komen, zouden ze eerder mensen verliezer Donnerin dienst nemen. Van de angst dat ze die nauwelijks meer konden dumpen zouden ze immers worden verlost.

Het was weinig meer dan een sprookje. Donner zelf erkende hij dat hij het ontslagrecht wilde versoepelen,
ook als dit géén extra banen op zou leveren. Eerder noemde hij het vaste arbeidscontract als zodanig 'een smeltende ijsschots'. En een onderzoek van de ombudsman gaf aan dat bij huidige procedures de ondernemer al vaak op voorsprong stond. Waarom verdere versoepeling najagen? Het echte antwoord: de concurrentiepositie van de Nederlandse ondernemersklasse bevorderen, winst nog verder boven arbeidersrechten stellen.

Zoals we weten gaat het niet door, althans voorlopig, en dat is een stevige nederlaag voor kabinet en ondernemers. Het is een overwinning van arbeidersbeweging en van links. Maar de overwinning is indirect, tijdelijk en dus niet compleet. Dat de overwinning indirect is, wordt duidelijk aan de loop van de gebeurtenissen. Het hardnekkige 'nee' van PvdA-bewindslieden tegen Donners plan dwong het CDA op de terugtocht. Het alternatief – kabinetscrisis – was blijkbaar niet aantrekkelijk, het heeft er veel van weg dat het CDA de PvdA nog even nodig denkt te hebben.

Maar waar kwam dat PvdA-nee vandaan? Van harte ging het niet, want Bos had zelf wel eens gezinspeeld op mogelijke versoepeling van ontslagrecht. En het idee dat de PvdA zich bij gedraai door principes laat hinderen is langzamerhand iedere geloofwaardigheid kwijt. Zo was er eerder dit jaar de
ommezwaai van die partij rond het nieuwe EU-verdrag. Eerder had de PvdA daarover een nieuw referendum beloofd. Die eis liet ze opeens vallen.

Maar,
zo werd in de PvdA gesuggereerd – nu die partij op het referendumfront had toegegeven, zou ze in ruil daarvoor haar zin krijgen rond het ontslagrecht. Toen inderdaad het ontslagplan van tafel verdween leek het alsof deze uitruil had gewerkt. Maar dit op zich nog geen overwinning voor arbeidersbeweging van links, maar hooguit voor deprimerende sociaaldemocratische koehandel. Toch?

Niet helemaal. Zoals de PvdA rond dat referendum snel kon omzwaaien, had ze dat rond het ontslagrecht ook kunnen doen, als de druk vanuit het CDA genoeg was opgevoerd. Bos wil immers zo graag blijven regeren, het idee dat er bij voorbaat een grens aan zijn gedraai is, lijkt me misplaatst. Als hij en zijn PvdA-collega’s nu wel voet bij stuk hielden, moet daar een reden voor zijn…


(wordt vervolgd)

donderdag 20 september 2007

Rechts tegen rechts - maar waar is links?

Een met stevig hogere belastingen en premiedruk afgedwongen begrotingsoverschot. Een opgelegde sociale samenhang dar de verhoudingen tussen arm en rijk, laag en hoog intact laat. Fooien voor de armen, minieme kostenverhogingen voor sommige rijken om deze conservatieve mix effectief en in de ogen van mensen enigszins aanvaardbaar te maken. Dat is de conservatieve cocktail die de huidige regering biedt.
Daarmee breekt dit kabinet gedeeltelijk met vorige kabinetten die openlijk met bezuinigingen en neoliberale maatregelen de sociale onzekerheid vergrootten en ondernemers nog meer winst en topsalaris toespeelden dan ze al waren gewend. De harde neoliberale uitstraling van de kabinetten-Zalm (eerst met Kok als boegbeeld, daarna met Balkenende in die rol) is ingeruild voor een conservatisme waarin voor iedereen een plaats is - als hij of zij die plaats dan ook maar weet en aanvaardt.
War komt deze koerswijziging vandaan? Minstens drie factoren spelen een rol. Om te beginnen hebben de aanvallen op sociale zekerheid, collectieve voorzieningen en de levensstandaard van arbeiders kennelijk een grens bereikt. Opvoeren van het neoliberale offensief zou op twee fronten contraproductief kunnen zijn. In de eerste plaats vanwege het verzet dat bezuinigingen de afgelopen jaren opriep. Dat uitte zich in grote vakbondsprotesten in de herfst van 2004; een electorale afwijzing van de door Balkenende's regering gepushte maar juist daarom des te harder verworpen Europese grondwet; twee grote verkiezingszeges van de SP op rij, die lieten zien dat de afwijzing van neoliberalisme zich begon te vertalen in een groeiend links. Voortzetting van de aanval betekende onder deze omstandigheden spelen met vuur, het kwam neer op uitlokking van oplevende klassenstrijd.
Een tweede reden om vaart te minderen en van koers te wijzigen is het feit dat de liberale voorkeur voor verrijking aan de top tot iedere prijs maatschappelijk ontwrichtingsverschijnselen versterkte waar ook rechts zich zorgen over maakte. Als de hele maatschappij in het teken staat van geldverdienen, dan krijg je niet alleen ruim baan voor de legale grootaandeelhouders en topmanagers, maar ook voor de Holleeders. Als mensen alleen maar geleerd wordt te denken aan zichzelf, wie denkt dan nog aan de maatschapij als geheel? Als de maatschappelijke top alleen aan zichzelf denkt, is het dan vreemd dat andere mensen dat asociale voorbeeld volgen, en komen tot allerlei onprettig, al dan niet als crimineel bestempeld, gedrag?
Voor linkse mensen is dit nare bijproduct van liberaal individualisme reden om de bezuinigingen af te wijzen, verzet ertegen aan de wakkeren, en een horizontale solidariteit van onder tegen boven op te bouwen. Voor delen van rechts is dit verschijnsels juist reden om de maatschappij zoals die is te verstevigen, de solidariteit verticaal te versterken zodat niet alleen ontwrichtingsverschijnselen tegengegaan worden, maar ook de acceptatie van de maatschappelijke verhoudingen door mensen onderaan wat opgekalefaterd wordt. Waar links streeft naar sociale rechtvaardigheid, daar zocht conservatief rechts de oplossing in een versterkte sociale stabiliteit, en in het verspreiden van een bijbehorende retoriek van saamhorigheid. Met name iemand als CDA-sterke man Wijffels zat op deze lijn, en juist hij speelde bij de formatie van de huidige regering een sleutelrol.
Doel van de huidige koers is dan ook, naast het op orde houden van de staatsbegroting, vooral het heroveren van het morele gezag door de machthebbers. daar gaat de riedel over 'sociale cohesie' en 'saamhorigheid' over. Voor deze herovering hebben rechtse politici wel iets over, ook financieel. Daarom kunnen er opeens gratis schoolboeken van af, daarom is er geld te vinden voor achterstandswijken, daarom durft deze regering ook kleine beetje geld weg te halen bij sommige mensen met hoge inkomens. Zo koop je rust, zo bedrijf je PR, zo krijg je je conservatieve handeltje goed verkocht aan de bevolking. Dat is de filosofie.
Met de verkiezingsuitslag van november 2006 heeft dit allemaal vrij weinig te maken. De draai van neoliberaal naar conservatief rechts is een keus die bij grote delen van de heersende klasse, met name in en rond het CDA, gemaakt is. Al onder eerdere kabinetten-Balkenende zag je daar sporen van, in de hele 'normen-en-waarden'-retoriek van Balkende zelf bijvoorbeeld.
De verkiezingsuitslag heeft de draai wel iets aangescherpt, op twee manieren. De nederlaag van de VVD verzwakte de positie van degenen die de frontale bezuinigingspolitiek van voorgaande jaren wilden doorzetten. Dat gaf de CDA-vleugel die meer op de sociaal-conservatieve lijn-Wijfels zaten meer ruimte. Dat VVD en CDA samen geen meerderheid meer hadden, hielp mee in diezelfde richting.
Dat ter linkerzijde de PvdA zo afbrokkelde - en daardoor plooibaar moest zijn als coalitiepartner - was voor de te maken draai evenzeer gunstig. Wel tolereerde het CDA een paar maatregelen - generaal pardon, en vermindering van de huurstijging - die een concessie waren aan links, vooral aan de SP die zich in het verzet op deze thema s sterk had geprofileerd. De PvdA mocht deze dingen incasseren om aan haar kiezers een motief te geven om niet naar de SP te gaan. Dat ook de Christen-Unie - met een gedachtengoed waar precies het conservatieve saamhorigheidenken zo duidelijk is - ook zetels won, maakte de vorming van een sociaal-conservatief kabinet des te eenvoudiger.
Maar de huidige koers is een keus van de hoofdstroom van de heersende klasse zelf. Bij de keus daarvoor spelen electorale afwegingen wel een rol, maar niet de hoofdrol. In de kern gaat het hier om een strategie die op korte termijn sociale stabiliteit moet verstevigen, om op de iets langere termijn des te beter, en met vernieuwd draagvlak, de positie van arbeiders te kunnen aantasten ten gunste van de macht, rijkdom en concurrentiepositie van de ondernemersklasse. Om het belang van die heersers draait het.
Dat de conservatieve, meer op consensus gerichte, koers van het kabinet niet door de hele kapitalistenklasse gedeeld wordt blijkt uit de felle rechtse oppositie. Rutte en Wilders boden tijdens de Algemene Beschouwingen tegen elkaar op in stoere taal. In tal van bewoordingen maakten ze het kabinet uit voor links en nog wat linkser. In hun houding weerklinkt het geluid van die delen van de ondernemersklasse die aan de strategie van frontale aanvallen willen vasthouden, ongetwijfeld ook omdat ze vinden dat de sociaal-conservatieve benadering lastenverzwaring meebrengt waar zij juist hun positie via minder belastingen willen verbeteren.
Voor een deel was dit een vermomde strijd binnen rechts, een discussie tussen conservatisme-met-een-sociaal-prijskaartje en hardhandig neoliberalisme. Het is een oude truc van rechtse politici om elkaar onderuit te halen: je noemt de ander gewoon links, dan hoef plaats je hem of haar buiten je orde, en dan hoef je op de argumenten niet in te gaan. Ook kun je dit zien als waarschuwing, als druk op het kabinet om de rug recht te houden zodra werkelijk linkse eisen naar voren komen - via een PvdA als die Pronk als voorzitter krijgt bijvoorbeeld, of vanuit SP en vakbeweging.
In de derde plaats dienen dit soort uithalen tegen vermeend links er ook toe om echt linkse opvattingen en doeleinden in de publieke opinie van legitimiteit te beroven. Door links als scheldwoord te hanteren, zoals Rutten en Wilders doen, trekken ze het politieke klimaat verder naar rechts. Alleen een houding van: "ja, wij ZIJN links, en niet zo zuinig ook - en daar zijn we trots op!" zou dit soort aanvallen van Rutte en Wilders effectief onschadelijk maken. Maar zó'n antwoord hoef je van een sociaal-conservatief kabinet-Balkenende niet te verwachten. Daar is linkse oppositie voor nodig. Maar waar is de linkse oppositie?

Kabinetsbeleid: niet links, maar anders rechts

Een rechts kabinet, een anders rechtse oppositie, en een vrijwel afwezige, ja comateuze, linkse "oppositie". Dat kenmerkt het politieke tafereel in Den Haag in deze week van Troonrede, Miljoenennota en Algemene beschouwingen.
Een rechts kabinet, jazeker. Rutte mag spreken van "het tweede kabinet-Den Uyl" dat er toch gekomen is in de vorm van Balkenende/Bos. Wilders maakt het bonter en spreekt van het "kabinet-Marijnissen I" (zie berichtgeving in Trouw). Demagogische uithalen zijn het, en niets meer dan dat. De kerndoelen van het kabinetsbeleid zijn niet links, niet egalitair, niet democratisch en niet milieuvriendelijk ook. Een doordacht en daardoor extra vilein conservatisme, gelardeerd met sociale frasen, dat is wat de regering in petto heeft.
Twee doelstellingen springen er uit: het creëren van een begrotingsoverschot, gecombineerd met het terugdringen van de staatsschuld, enerzijds; en het verstevigen van de sociale samenhang anderzijds. Het eerste doel leidt tot lastenverzwaring, bezuiniging en een hooguit stagnerend maar hier en daar teruglopend inkomen voor de meeste arbeiders (en ja, ook voor een paar rijken, maar die merken het amper). Het tweede doel zien we terug in een combinatie van subtiele repressie, gecombineerd met wat fooien voor arme mensen.
Streven naar begrotingsoverschot: waarom?
De grootschalige lastenverzwaringen waar de arbeidersklasse last van krijgt hebben een ander doel dan de bezuinigingen onder de vorige kabinetten-Balkenende, en ook dan onder de Paarse regeringen van daarvoor. Toen ging het erom de belastingdruk voor ondernemers terug te dringen, zodat zijn hun winstbejag des te ongeremder konden uitleven. Toen ging het om de concurrentiepositie van ondernemers, nationaal en op de internationale markten, te versterken. Om lasten voor ondernemers te verlichten, moesten staatsuitgaven verlaagd worden. bezuinigingen waren het gevolg, jaar op jaar op jaar. Om de premies te verlagen moesten uitgaven aan sociale zekerheid teruggebracht worden. ook dat betekende hetzij strengere, vaan onmenselijke v oorwaarden om nog een uitkering te kunnen krijgen en/ of lagere uitkeringen. Dit betekende dat ondernemers met lagere brutolonen konden wegkomen zonder dat dit meteen lagere nettolonen betekende. Premieverlaging kon zo'n netto-daling immers compenseren.
Alles bij elkaar betekende dit dat er geld ging vanuit zorg, onderwijs, openbaar vervoer èn uitkeringen in de richting van ondernemingen - en van degenen die de ondernemingen bezaten en bestuurden. Geld ging vanuit de arbeidersklasse - en binnen die klasse vaak ook nog eens vanuit de lagerbetaalden! - naar de kapitalistenklasse. Het was Robin Hood op zijn kop.
Dit kabinet opereert anders. Het verdedigt de roof van de afgelopen jaren: bezuinigingen en uitholling van sociale zekerheid en andere collectieve voorzieningen worden niet teruggedraaid. Het gaat door met geld vangen uit de zakken van vooral de arbeidersklasse. Maar het geld gaat niet langer vooral naar lastenverlichting voor ondernemingen en ondernemers. het geld vloeit nu naar de staatskas zelf. Het streven is niet de verrijking van afzonderlijke topmanagers, grootaandeelhouders, villabewoners, noem maar op. Het doel is een begrotingsoverschot, en deels ook het afbetalen van de staatsschuld. De financiële kracht van de staat zelf is hier het hoogste doel, meer dan de rechtstreekse financiële kracht van degenen die gewend zijn de staat als hun melkkoe te beschouwen. Degenen die staatsleningen verschaften varen wel bij afbetaling ervan; voor de rest zijn het niet zozeer afzonderlijke ondernemers wiens welzijn rechtstreeks door het huidige regeringsbeleid wordt gediend.
Dat geeft de regering de ruimte om zich te profileren als voorvechter van het Algemeen Belang: door de staatskas op orde te brengen laat de regering zien dat ze aan de toekomst van ons allemaal denkt, en juist nu het goed gaat met de economie is het slim om vast maatregelen te nemen voor straks, als de economie weer tegenzit, dat soort argumenten. Maar het is gezichtsbedrog om te denken dat een solide staatsbegroting goed is voor ons allemaal. Het is misleidend om het staatsbelang te erkennen als het algemeen belang.
Niet onze staat
In de eerste plaats heeft de staat eigen materiële belangen: al die ambtelijke machtige structuren moeten betaald worden, en de hoogbetaalde functionarissen die aan het hoofd van die ambtelijke hiërarchieën staan willen ook betaald worden. In de tweede plaats hangt die staat niet als een neutrale onpartijdige instelling in de lucht. Het is niet zomaar een staat, het is een kapitalistische staat. De taak ervan is: verhoudingen creëren waaronder een kapitalistische economie kan functioneren en bedreigingen van dat functioneren tegen te gaan.
Dat gebeurt in het belang van de ondernemers gezamenlijk, ook als het beleid geregeld botst met deze of gene ondernemer afzonderlijk. Infrastructuur behoort bij zulke voorwaarden voor een functionerend marktkapitalisme, sociale zekerheid en collectieve voorzieningen ook. Zieke arbeiders laten creperen en nieuwe moeten vinden is bijvoorbeeld minder rationeel dan ziek arbeiders in leven houden om weer op te knappen zodat ze weer aan het werk kunnen.
Maar vooral ordehandhaving, politie en justitie, om het eigendomsrecht als Heilig Principe te verdedigen, en om verzet te breken dat verder gaat dan voorgeschreven veilige kanalen is een kerntaak. Bovendie is de staat er om de concurrentiepositie van ondernemend Nederland over de grenzen heet veilig te stellen, zo nodig ook gewapenderhand. Deze staat is niet onze staat, haar gezondheid is niet onze gezondheid, het staatsbelang niet ons belang.
De huidige prioriteit die een begrotingsoverschot van deze regering krijgt bewijst dan ook niet dat deze regering minder kapitalistisch opereert dan de vorige. Die prioriteit laat zien dat deze regering de gezondheid van het Nederlandse kapitaal als geheel ter harte gaat - ook als ze daarmee wel eens botst met het belang van ondernemer X of villabewoner Y. Het CDA is bij uitstek de partij die op deze manier aankijkt tegen de rol van de politiek (al gebruikt ze heel andere bewoordingen dan ik).
De PvdA is welhaast de ideale coalitiepartner voor dit type van rechtse beleid, omdat ze, als partij die wortels heeft in de arbeidersbeweging, traditioneel een eind af staat van rechtstreekse belangenpolitiek van specifieke ondernemersgroepen. Dat geeft haar een afstandelijke houding die bij de VVD ontbreekt. Maar omdat ze de prioriteiten van de markteconomie als zodanig geheel en al onderschrijft, is ze erg geschikt voor een politiek die de gezondheid van bijvoorbeeld staatsfinanciën doordrukt, desnoods tegen afzonderlijk tegenstribbelende ondernemersbelangen in. De PvdA verdedigt niet allerlei ondernemers afzonderlijk; dat is meer iets voor VVD, Verdonk en Wilders. De PvdA verdedigt liever een bestel waarin ondernemers als klasse hun belangen structureel veiliggesteld zien, op de lange termijn.
Sociale samenhang via fooien en staatsdwang
Staatsfinanciën boven alles! Dat zou het wachtwoord kunnen zijn van dit rechtse kabinet. De conservatieve keus die dit kabinet maakt komt echter ook op het tweede kerndoel tot uiting: het versterken van sociale samenhang. De regeringsretoriek druipt sowieso al van het woordje 'samen'. Het kabinetsmotto is "samen leven, samen werken". Hier wordt de schijn opgehouden dat we allemaal iets gezamenlijks hebben, dat de maatschappij 'van ons allemaal' is. Maar aan de enorme verschillen aan rijkdom en aan macht wordt niets gedaan.
Het idee is dat arme mensen hun plek moeten weten, en vervolgens enige zekerheid geboden krijgen; rijke mensenmoeten hun verantwoordelijkheid voor de rest erkennen, maar hun posotie blijft onaangetast. Alles blijft zoals het is - maar de banden die de maatschappij bijeenhouden moeten worden versterkt. Het is een conservatieve idylle die hier gepredikt wordt. Met sociale rechtvaardigheid, afkeer van sociale ongelijkheid, streven naar herstel van door eerdere bezuinigingen opgelopen schade, heeft het kabinetsbeleid niets van doen.
Dit conservatieve doel vertaalt zich in een fooi hier en daar voor arme mensen. Het gel;d vo0or achterstandswijken, die omgezet moeten worden in "prachtwijken" valt hieronder, het streven naar gratis schoolboeken eveneens en het beetje geld voor armoedebestrijding eveneens. Structureel verbetert er niets. Maar door mensen onderaan ietsje meer inkomen of bestaanszekerheid te bieden bereik je dat mensen zich nog een beetje thuis blijven voelen in de maatschappij, zodat die Heilige Afgod de Sociale Cohesie geen extra gevaar loopt. Natuurlijk is elk beetje geld dat ten goede komt aan arme mensen welkom, en iedere serieuze linkse politiek vecht ook voor méér geld dat die kant op gaat. Maar dat doet aan het onderliggende conservatieve doel van dit type uitgaven in de huidige context niets af.
De sociale samenhang wordt niet alleen nagestreefd via fooien voor arme mensen. Ook meer kwaadaardige mechanismen worden ingezet. Eén daarvan is de afschaffing voor bijstand voor jonge mensen tot 27 jaar. In plaats daarvan komt een leer/werkplicht. Of naar school, of een vorm van gedwongen tewerkstelling. We moeten immers "samen leven, samen werken"?
Wèg is de ruimte voor jonge mensen om zelf naar een geschikte werkplek te zoeken, met steun van instellingen die daar werkelijk op ingericht zijn. Weg is het recht om, als dat niet direct lukt, terug te vallen op sociale zekerheid. Jonge mensen worden feitelijk behandeld als eigendom van de staat, die met ze mag doen wat ze wil. Als de regering hiermee wegkomt ligt de weg open voor een verdere uitbreiding van deze grootschalige vorm van wederrechtelijke vrijheidberoving. Amnesty International? Waar zijn jullie nu we jullie nodig hebben?!
Milieubeleid stelt weinig voor
Veel van de kabinetsplannen worden enigszins progressief aangekleed, hetgeen Wilders de kans geeft om van "linkse hobbies" te spreken. Hij heeft het weer eens mis. Vooral op milieugebied en gezondheidsmanie tiert niet zozeer de doortastendheid welig, maar enkel de geldzuchtige hypocrisie van een rechts kabinet. Jazeker, er komt (meer) belasting op vliegticket, drank, autorijden, sigaretten. Maar daar is niets links aan, het is gewoon een manier voor de regering om aan geld te komen door de kosten van levensonderhoud van mensen nog wat verder omhoog te jagen. Als mensen vanwege die kostenstijging werkelijk minder zou gaan vliegen, roken, drinken, autorijden, dan zou de regering dat geld weer mislopen. Als drukmiddel tot gedragsverandering zijn dit soort maatregelen niet alleen ongeschikt maar hoogstwaarschijnlijk ook niet bedoeld. De kritiek van rechtse demagogen op dit ene punt is geen onzin, maar wel huichelachtig. Immers, liberaal rechts biedt als alternatief voor dit pseudo-milieubeleid geen beter milieubeleid, maar feitelijk helemaal niets. Of wil Wilders beweren dat hij het omzetten van hele rijstroken in louter busbanen, het vervangen van uitgaven aan wegenaanleg en filebestrijding door extra geld voor openbaar vervoer zou accepteren als alternatief?
Het beetje milieubeleid dat de regering werkelijk biedt stelt erg weinig voor. ja, subsidies voor zonnepanelen en nog mat marginale verbeteringen. Maar de doelstellingen van het kabinet zijn treurigmakend: de 30 procent minder broeikassen in 2020 waar de begroting volgens de NRC van rept is veel en veel te weinig, nu steeds duidelijker wordt dat een vrijwel onmiddellijke terugdringen met minstens 90 procent nodig is om een grote catastrofe te voorkomen.
Tot overmaat van klimaatramp moet deze doelstelling dan ook nog "in Europees verband" nagestreefd worden. Zo kan elke staat zich eindeloos achter andere staten verschuilen terwijl ik me, samen met honderdduizenden andere mensen in Brabant, mag voorbereiden op verhuizing naar de Loonse en Drunense Duinen... En het doel om jaarlijks 2 procent energie te besparen moet "op termijn" behaald worden, volgens de Miljoenennota. Alweer zo'n formulering die ontwijking en uitstel al bij voorbaat ruimte biedt.
Een conservatief beleid, met weinig meer dan kleine gebaren voor milieu en armoedebeleid. dat is het aanbod van dit kabinet. Minieme maatregelen die rijke mensen een heel klein beetje op kosten jagen, mogen dienen als extra gebaar in de richting van de rest van de maatschappij: aan ieder wordt een bijdrage gevraagd... ook dit dient niet de rechtvaardigheid, maar de sociale cohesie in een onrechtvaardig bestel wiens verdediging wel degelijk de hoogste norm voor dit kabinet is.
En hoezeer dit kabinet, ondanks forse tactische verschillen met de rechtse oppositie, tegenover arbeiders aan dezelfde kant van de barricaden staat als Wilders, Verdonk en Rutte, blijkt uit dat ene plan waarin blijkt dat ook voor deze regering het neoliberalisme leeft: het voornemen om de ontslagbescherming op de schop te nemen. En precies in komend vakbondsverzet tegen dit kwalijke plan dat via de FNV momenteel wordt opgebouwd kan de nachtmerrie van asociale 'sociale cohesie' en valse harmonie haar hoognodige einde vinden.

woensdag 27 juni 2007

Anoniem solliciteren: het verdedigen waard

Mensen van buitenlandse afkomst - 'allochtonen', maar dat is weer zo'n raar etiket - komen nog steeds veel minder makkelijk aan een baan dan mensen wiens afkomst binnen de Nederlandse grenzen ligt, de 'autochtonen'. Discriminatie, wortelend in structureel racisme, speelt hierin direct en indirect de hoofdrol.

Discriminatie bestaat wel degelijk

Hier zijn wat cijfers en citaten: "Zo is de werkloosheid onder etnische minderheden gestegen: van 8,9 procent in 2001 naar 16,4 procent in 2005. Onder autochtonen steeg de werkloosheid van 2,9 procent in 2001 naar 5,2 in 2004 (CBS, Statline)." Onder jonge migranten is het nog erger: "In 2005 is van de jonge niet-westerse allochtone beroepsbevolking (15-24 jaar) 26 procent zonder werk, tegen 11 procent van de autochtone jongeren (CBS Statline) ."

Veelal wordt achterstand in scholing als reden aangevoerd voor dit verschil, maar dat is op zijn minst onvolledig. "Op elk onderwijsniveau is de werkloosheid onder allochtonen hoger dan onder autochtonen." Dat blijkt uit cijfers: "In 2002 is bij laagopgeleide personen 13 procent van de allochtonen werkloos tegenover 5 procent bij de autochtonen. Van de hoogopgeleide allochtonen is 10/ procent werkloos tegenover 3 procent van de autochtonen."

Onderzoeken laten zien dat discriminatie een rol speelt. Zo vond in opdracht van GroenLinks in 2005 een proef plaats. "In het onderzoek werden in totaal 336 bedrijven benaderd door proefpersonen die zich voordeden als MBO-scholier en een Nederlandse dan wel een Marokkaanse naam opgaven in het telefoongesprek. Het bleek dat vooral bedrijven in de bouwsector het niet zo begrepen op scholieren met een Marokkaanse achternaam. Slechts 15 procent maakte een kans op een uitnodigingsgesprek tegen 41 procent van de scholieren met en Nederlandse naam. In de detailhandel en de horeca zijn de verschillen veel kleiner."

In 1995 - toegegeven, eventjes geleden - vond een onderzoek plaats naar de houding van personeelsfunctionarissen. "10 procent van de respondenten zei geen allochtone werknemers in dienst te nemen en nog eens 25 procent gaf aan slechts bepaalde groepen allochtonen te accepteren. " Anders gezegd: 35 procent van de ondervraagde personeelschaf erkende aan discriminatie te doen. Dit alles, en nog veel meer, staat met bronvermelding te lezen in
'Discriminatie op de arbeidsmarkt - Factsheet' , op de website 'Art. 1 - voorkomt en bestrijdt discriminatie', van de vereniging 'Art. 1.', waarin het vroegere Landelijke Bureau Racismebestrijding en plaatselijke antidiscriminatiebureau's samenwerken.

Anoniem solliciteren heeft nare bijsmaak...


Dat is de achtergrond van de discussie die al een tijdje plaats vindt over het zogeheten anoniem solliciteren, oftewel het insturen van bijvoorbeeld een sollicitatiebrief zonder daarin herkomst te vermelden, en zonder dat je aan de naam die herkomst kunt herkennen. Het idee is: als een personeelschef niet weet of die een autochtoon of een autochtoon voor de neus krijgt, kan de personeelschef ook niet van te voren de allochtoon overslaan voor een sollicitatiegesprek.

Dit is natuurlijk een middel met een hele nare bijsmaak. Iemand moet zichzelf als het ware vermommen tot afkomstloos, om zo eventuele discriminatie te omzeilen. In plaats van dat de personeelchefs die discrimineren worden aangepakt, moet de sollicitant een stuk van de identiteit niet tonen. In een beschaafde maatschappij zou dit de omgekeerde wereld zijn, en daarom onaanvaardbaar. Maar die beschaafde maatschappij bestaat nog niet.

Discriminatie frontaal bestrijden lukt weliswaar niet via dit anonieme solliciteren. Maar discriminatie omzeilen zodat allochtonen banen krijgen waar ze anders buiten werden gesloten, blijkt langs deze weg wel te lukken. In Nijmegen loopt al enige tijd een proef. "Nijmegen heeft tussen augustus 2006 en februari van dit jaar in totaal 17 sollicitatieprocedures bij drie gemeentelijke afdelingen geanonimiseerd. Ter controle werden twintig procedures bij vier andere afdelingen niet-anoniem gehouden. Gebleken is dat allochtonen en autochtonen in de anonieme procedures evenveel kans maakten, terwijl bij de andere vier afdelingen vaker autochtonen werden uitgenodigd voor een gesprek." Dat meldt de
website van het blad Intermediair op 4 april 2007. Overigens is het verschil volgens De Volkskrant niet zeer overtuigend, vandaar dat de proef wordt voortgezet.

... maar de aanval erop deugt niet

Nu wil minister Guusje ter Horst (PvdA) het anoniem solliciteren ook bij rijksambtenaren invoeren. Dat leidde gisteren tot hoogst verontwaardigde
vragen in de Tweede Kamer, waar vrijwel de complete politieke rechterzijde, in dit geval weer eens gesteund door de SP, te hoop liep. Het CDA opende, bij monde van een zekere meneer Van Heijnum, opende de aanval en sprak van "een onzalig plan." Hij noemt het "de wereld op zijn kop", en zegt "we gaan toch niet accepteren dat je in dit land je naam, afkomst en huidskleur op je sollicitatiebrief moet wegtipp-exen om een baan te krijgen?" Ja, dat is de wereld op zijn kop - maar wie het paardemiddel van het anonieme solliciteren zo neersabelt mag wel eens met een alternatief komen.

Dat doet de CDA-er ook. Hij constateert dat er weliswaar redelijk wat allochtonen in dienst komen maar dat er vrijwel net zo veel weer vertrekken. "De minister kan naar onze mening beter proberen om deze werknemers vast te houden, in plaats van haar personeelsmanagers discriminatie in de schoenen te schuiven." Zoals we zagen is discriminatie door personeelsmanagers niet iets dat we ze in de schoenen hoeven te schuiven, maar een realiteit. En het is een realiteit waaraan Van Beijnum maar liever voorbij gaat. Nee, discriminatie verdwijnt niet door anoniem solliciteren. Maar sollicitanten worden in een anonieme procedure tenminste van het rechtstreekse effect van discriminatie gevrijwaard. Maar dat vindt Van Beijnum blijkbaar niet de moeite.

Na antwoorden van minister Ter Horst en ook Donner komt dan mijnheer Fritsma , van de PVV aan het woord. Die spreekt van "politiek-correcte symptoombestrijding" en vraagt "waarom de echte problemen niet opgelost worden: 70 % van de Marokkaanse jongeren in Amsterdam maken nie5t eens de schoolopleiding af. Het is dan logisch dat het moeilijk is om aan de bak te komen. Waarom spreekt de minister de allochtonen niet aan op hun eigen verantwoordelijkheid in plaats van ze constant in bescherming te nemen?" Vertaling: het is de eigen schuld van de allochtonen dat ze in grote aantallen geen baan vinden. We zagen al eerder hoe leugenachtig dit is: zelfs bij gelijke scholing is de kans voor allochtonen op een baan aantoonbaar en opvallend lager dan voor autochtonen. Wat deze Wilders-kloon doet is de racistische stemmingmakerij die we uit die kring verwachten.

Dan hebben we de bijdrage van mevrouw Koser Kaya van D66. Die nam wat afstand van de PVV, maar zei ook: "Anoniem solliciteren breekt de persoonlijkheid van mensen af." Bovendien zet het allochtonen "op 3-0 achterstand." Ze stelt dat het niet werkt. "je gooit er een zieligheidsdekentje overheen." Hoe dat kan als je dus, vanwege het anonieme karakter van de sollicitatie geen eens kunt zien wie allochtoon is en wie autochtoon, vertelt ze er niet bij. Maar mevrouw Kaya blijkt een andere agenda te hebben dan het bestrijden van discriminatie: "Is het werkelijke probleem niet dat het ambtenarenrecht zo rigide is dat er niemand meer tussen kan komen, zo mogelijk nog rigider dan het gewone ontslagrecht?" Wel ja, versoepeling van ontslagrecht, beargumenteerd als strategie tegen uitsluiting van migranten op de arbeidsmarkt. je moet maar op het idee komen.

De SP deed ook een dubieuze duit in het zakje, bij monde van mevrouw Karabalut. Ze zei "Als uit de proef blijkt dat er sprake van discriminatie is, bevestigt dat in mijn ogen opnieuw de ernst en de omvang van dit probleem." Goed gesproken! Maar anoniem solliciteren vindt ook zij niet veel zaaks. "Ik wil weten welke echte oplossingen de minister aandraagt, want alleen maar van mensen vragen dat zij hun identiteit, hun afkomst, verloochenen, lost niets op."

Drogredenen! Niemand zegt dat het genoeg is om "alleen maar" via anonieme sollicitatie de kans op banen voor allochtonen te vergroten - natuurlijk is er veel meer nodig. En dan het woord "verloochenen" - demagogie is het. Zodra de sollicitant eenmaal op gesprek is, wordt de identiteit, om te beginnen toch wel de huidskleur, onloochenbaar duidelijk. Anoniem solliciteren is slechts een middel om de kans op zo n gesprek voor allochtonen tot rechtvaardig niveau te verhogen.

Vermeldenswaard bij deze negatieve SP-reactie is het feit dat de SP in Nijmegen wel min of meer een voorstander van het experiment met anoniem solliciteren was. Het enthousiasme ervoor was niet zeer groot, zo blijkt op de website van de afdeling: "geen warm voorstander ervan (zoals GroenLinks), maar ook geen fel tegenstander (zoals de PvdA)." Die laatste partij was weliswaar binnen het college eerst akkoord met de proef, maar vervolgens keerde fractievoorzitter Allard Beck er zich fel tegen, tot verbazing van de SP. Vanwaar de andere, veel slechtere, houding van de SP op landelijk niveau?

De reactie van mevrouw Van Gent (GroenLinks) is na dit alles een verademing. Ja, er is meer nodig, zegt ze, maar ze zegt dat GroenLinks "een groot voorstander" van anoniem solliciteren is. En ze vraagt zich over Van Heijnum af: "Wat voor concrete voorstellen heeft hij de afgelopen jaren gedaan om discriminatie te bestrijden?" Goede vraag.

Ik ga niet alle bijdragen langslopen. Opvallend is de vaak verstandige reactie van minister Ter Horst. Ze geeft als voorbeeld: "Bij orkesten is het niet ongebruikelijk dat sollicitanten achter een gordijn auditie doen. Dat gebeurt niet om de uniciteit van de persoon of diens kenmerken te verdonkeremanen. Het gaat erom, de kenmerken die irrelevant zijn voor datgene waarvoor je iemand werft, geen rol te laten spelen. In dat licht zou ik ook het geanonimiseerd solliciteren willen zien." En ze bevestigt dat er hiernaast natuurlijk meer nodig is tegen discriminatie en de gevolgen ervan. Reactie, later in het debat, van VVD-er Nicolai op de vergelijking met orkestaudities: "Misschien pleit het kabinet wel voor een boerkaverplichting bij sollicitaties, waardoor men ook tijdens het gesprek niet kan zien wat de huidskleur van de sollicitant is." Ik vermoed dat de man het nog grappig bedoelt ook.
Opvallend is trouwens dat het soort politici dat nu tegen anoniem solliciteren is, ook tegen dat andere middel tegen achterstanden op de arbeidsmarkt is: positieve actie. Dat houdt in dat bijvoorbeeld allochtonen bij sollicitaties voorrang krijgen als ze aan de eisen voor de baan voldoen. Het is een middel om systematische achterstelling enigszins ongedaan te maken.
Zo onzichtbaar de achtergrond van de sollicitant is bij anoniem solliciteren, zo zichtbaar en relevant is die achtergrond bij positieve actie. Waar die onzichtbaarheid, het moeten "verloochenen" van de achtergrond bij anoniem solliciteren een bezwaar is volgens tegenstanders, daar is bij positieve actie juist de zichtbaarheid en de relevantie ervan, een steen des aanstoots volgens veelal hetzelfde slag tegenstanders. Het heeft er alle schijn van dat welke maatregel tegen de effecten van discriminatie het bij deze mensen moet ontgelden, en dat deze mensen er dan wel redeneringen bij weten te vinden. Maar dit hier even terzijde, want ik dwaal af.

Al met al was het debat een vrij treurige vertoning, met de SP aan de verkeerde kant van de barricades. Ter Horst en Van Gent verwoorden een fatsoenlijk links geluid. Ja, anoniem solliciteren is symptoombestrijding. Een beetje arts weet dat je soms patiënten het leven moet redden door ook de symptomen te bestrijden. Iemand met 41 graden koorts - symptoom - heeft iets nodig tegen die koorts - symptoombestrijding. Anders is het eind in zicht.

Met anoniem solliciteren krijg je personeelchefs niet automatisch op een beter spoor. Hard aanpakken van zulke mensen die aantoonbaar discrimineren is evenzeer nodig. Maar als anoniem solliciteren meer allochtonen aan een baan helpt, dan krijgen we meer werkplekken met mensen van allerlei herkomst naast en met elkaar. Dat is niet alleen goed voor allochtonen die zo een baan krijgen, het verhoogt het contact tussen allochtonen en autochtonen. En precies dat helpt om stukken vooroordeel te doorbreken, en helpt dus tegen discriminerende houdingen, tegen racisme.

Het gelijk van Ter Horst en Van Gent is echter wel een beperkt gelijk. Naast inzet voor grotere kans op banen voor allochtonen - via anoniem solliciteren, via positieve actie, via wat voor deeloplossing dan ook - moet gewerkt worden aan meer en betere werkgelegenheid voor iedereen - en dat we dat niet aan de werking van een markteconomie overlaten. Zodat allochtoon en autochtoon zich geen concurrent meer voelen op de arbeidsmarkt, en zodat ondernemers en politici moeilijker de twee groepen tegen elkaar uit kunnen spelen.

Dat vergt dat we niet alleen banen herschikken binnen de bestaande maatschappij, maar dat we die maatschappij zelf structureel verbouwen. Maar wie nu afzijdig blijft van de strijd voor een betere positie van allochtonen binnen deze maatschappij, is niet zo 'n beste bondgenoot in de strijd voor verdergaande verandering. Het eerste gevecht is immers deel van, en aanloop tot, het tweede. Daarom sta ik in dit debat, kritisch, onafhankelijk, maar wel ondubbelzinnig, aan de kant van Van Gent en Ter Horst met hun pleidooi voor anomieme sollicitaties.

vrijdag 9 maart 2007

Verse regering, nu al breekbaar (deel 3 en slot)

Het nieuwe kabinet vertoont op meerdere punten al zwakke plekken. Rond de Irak-doofpot voelt de nieuwe regering druk van links: de SP nam het initiatief, en binnen de PvdA blijft het gonzen rond dit thema. Rond homohuwelijk en aanverwante thema's voelt het kabinet linkse kritiek, maar het zijn vooral de liberale partijen die deze kritiek naar voren brengen. Maar de belangrijkste druk op het nieuwe kabinet komt van rechts - en van uiterst rechts.

Al wekenlang vuurt Wilders zijn racistische gifpijlen af door politici uit Turkije en Marokko verdacht te maken omdat ze hetzij naast een Nederlands paspoort nog een paspoort van hun land van herkomst hebben. Dat leidde zelfs tot een absurde motie van wantrouwen tegen staatssecretaris Aboutaleb en Albayrak.

Deze week kwam er een nieuwe aanval bovenop, en wel op Khadija Arib, PvdA-Tweede Kamerlid van Marokkaanse herkomst. Zij adviseert de Raad voor de Mensenrechten in Marokko, en die raad adviseert de Marokkaanse koning. Dat mag niet, volgens Wilders, het is niet ondubbelzinnig loyaal aan Nederland.

Zijn PVV en de VVD vroeg een spoeddebat aan. Dat vond plaats op 9 maart, en werd een verhitte vertoning. De aanval van Wilders kreeg vrijwel geen steun, veel Kamerleden waren woedend dat Wilders de loyaliteit van Arib zo in tijfel trok. "Hoe haalt u het in uw hoofd(...)?"aldus Jeroen Dijsselbloem van de PvdA. Groenlinks-fractievoorzitter Femke Halsema waarschuwde Wilders: "Als u ooit aan mijn kamerleden komt, lust ik u rauw."

De woede van de meeste Kamerleden is zowel terecht als veel te beperkt. Maar eerst: waar draait het conflict eigenlijk om? Zowel in de zaak van de dubbele paspoorten van Albayrak en Aboutaleb als in ze zaak van het advieswerk van Arib is het bepaald geen louter formele kwestie.

Geen van de drie doen iets onwettigs. Er is geen enkele reden om aan de loyaliteit van deze mensen te twijfelen, ze hebben een eed of belofte afgelegd toen ze hun functie aannamen, en daarmee dient de kous af te zijn. Het aantal paspoorten dat iemand heeft zegt niets over loyaliteit. Wie de twee staatssecretarissen daarop aanvalt, trapt daarmee tegelijk de één miljoen mensen die een dubbele nationaliteit hebben, in het gezicht. Een heksenjacht op basis van angst en haat jegens mensen van buitenlandse herkomst, daar komt het op neer.

De zaak gaat echter dieper. Wilders valt deze mensen aan vanwege hun herkomst uit landen waar de Islam de belangrijkste godsdienst is en de huidskleur donkerder dan die van Wilders.. Zijn aanvallen zijn niet zomaar xenofoob, maar islamofoob en racistisch.

De aanvallen van Wilders zijn antidemocratisch van strekking. Ze gaan uit van ongelijke rechten voor mensen van buitenlandse herkomst. Ze ondermijnen ook het recht van mensen in Nederland om de politici naar voren te schuiven in wie ze vertrouwen hebben.

Het duidelijkst laat dat zich aantonen aan de hand van Wilders' aanval op Arib. Wilders deed dat via een Kamerdebat. Maar Arib hoeft zich voor haar advieswerk helemaal niet aan haar parlementaire collega's te verantwoorden. Arib is in de Kamer gezet door haar kiezers, nadat haar partij haar op een verkiesbare plek had gezet. Wilders stelt in feite het recht van die kiezers om op haar te stemmen, en het recht van de PvdA om haar verkiesbaar te stellen, ter discussie. Dat is een aanval op zowel het actief als het passief kiesrecht, en op de vrijheid van politieke organisatie zelf.

Sowieso schept Wilders een sfeer van verdachtmaking, van twijfel aan de loyaliteit van Aboutaleb, Albayrak en Arib. Het is goed om te zien hoe die drie zich opstellen. Wilders vond de uitspraak van Arib dat zij niet loyaal was aan Nederland en aan Marokko, maar aan haar principes "schandelijk". Laten we duidelijk zijn: het is uit democratisch oogpunt alleen maar GOED dat mensen hun eigen principes en idealen hoger houden dan welke nationaliteit dat ook. Arib had gezegd "dat ze blij was met haar tweede paspoort, voor het geval ze weer terug wil gaan" , zo beschreef Anja Meulenbelt haar antwoord op een vraag in NOVA. Wilders noemde het ook "schandelijk" dat Arib zich zo opstelde. Ik vind dat Arib groot gelijk heeft, en dat ze principes boven nationaliteit stelt is zonder meer prijzenswaardig. Waren er maar meer zoals Arib.

Haar advieswerk betreft bovendien de mensenrechten in Marokko. Dat Wilders juist ook daaromheen zijn verdachtmakingen uitbraakt laat zien dat democratie en mensenrechten in de Islamitische wereld hem niets interesseert. Zijn verontwaardiging over onderdrukking in de Islamitische landen, zijn uitspraak dat we "moeten opkomen voor de gelijkheied van man en vrouw, homoseksueel en heteroseksueel" is hypocrisie als hij een voorvechtster van mensenrechten als Arib precies wégens dat werk zo aanvalt.

Ook de twee aangevallen staatssecretarissen weren zich. Albayrak kan haar Turkse paspoort opgeven, maar vertikt dat. De VVD vindt dat jammer en zegt dat "het Albayrak had gesierd" (in de weergave van Trouw) als ze het wel had gedaan. Zelfs de SP-leiderMarijnissen heeft gezegd: "Het is goed als nieuwe migranten kiezen voor één nationaliteit" , al voegt hij er wel aan toe "maar er nu twee willekeurige bewindslieden uitpikken wijzen wij af." De motivatie van Albayrak om haar Turkse paspoort niet op te geven is zeer zinnig: ze vindt dat ze door het opgeven van haar Turkse paspoort de één miljoen anderen met een dubbele nationaliteit zou afvallen. Ik vind dat heel goed van haar, ik ben blij dat ze zich geen opgelegde loyaliteit via de paspoortenhysterie van Wilders laat opleggen.

Immers, precies het aandringen op het opgeven van haar Turkse paspoort is al een onterechte erkenning van de gedachte dat een dubbele nationaliteit een argument kan zijn om iemands loyaliteit ter discussie te stellen. Dat Rutte hieraan meedoet is niet vreemd: hij leidt de partij waar racist Wilders politiek is grootgebracht. Dat echter ook Marijnissen, hoe minimaal ook, diezelfde richting in denkt is - om maar eens een door Wilders veelvuldig misbruikt woord zijn rechtmatige plek terug te geven - schandelijk.

Aboutaleb reageerde aanvankelijk erg defensief op de aanval van Wilders. Hij beklemtoonde juist met extra nadruk zijn loyaliteit aan Nederland. Precies die houding speelt Wilders in de kaart, precies door zo'n houding verleen je de eis tot onvoorwaardelijke nationale loyaliteit aan Nederland extra legitiem. Dat is triest. Linkse mensen zouden juist luid en duidelijk moeten vertellen: nationale loyaliteit is niet alleen geen kwestie van een paspoort meer of minder; nationale loyaliteit is uit democratisch oogpunt helemaal geen verdienste, geen begerenswaardig iets.

Hoe lang zou Wilders zijn aanvallen kunnen volhouden als de doelwitten van die aanval zouden antwoorden: "Inderdaad mijnheer Wilders, ik ben niet loyaal aan een Nederland dat mensen van buitenlandse herkomst als tweederangsburgers behandelt zoals U dat wilt. Ik stel mijn loyaliteit aan democratie en gelijke rechten boven welke nationale loyaliteit dan ook" ? Toen communistenjagers als McCarthy in de VS mensen tegenover zich kregen die zeiden: "ja, ik ben communist en ik ben daar trots op" , was het met dit type intimidatie immers ook snel gedaan. "Ja mijnheer Wilders, inderdaad: ik ben niet loyaal aan uw Nederland, en daar ben ik trots op"... Dat lijkt me het meest effectieve antwoord.
Maar terug naar Aboutaleb. Afgelopen week was zijn toon anders, en veel gezonder. Hij laat zien dat het opgeven van zijn Marokkaanse paspoort - wat overigens onmogelijk is vanwege Marokkaanse wetgeving - niet genoeg zou zijn voor Wilders. "Zelfs al verscheurde ik voor de camera mijn paspoort, het zal toch niet genoeg zijn. De volgende stap die van Aboutalebn verwacht wordt is dat hij de koran publiekelijk verbrandt." En ook hij wijst erop dat paspoort en loyaliteit twee verschillende zaken zijn: "Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog collaboreerden met de nazi's hadden ook maar één paspoort, zei de staatssecretaris" , aldus nieuws.nl.

De Tweede Kamer steunde de aanvallen van Wilders in overgrote meerderheid niet, zoals we zagen. Toch doen teveel partijen en politici gevaarlijke toegevingen aan Wilders' Islamofobe offensief, of beperken ze hun bezwaren op riskante wijze. Balkenende bijvoorbeeld beklaagt zich vooral over de toon van Wilders: "onnodig hard" , volgens hem. "Hij heeft recht op zijn standpunt, maar ik vind het van belang dat we respectvol met elkaar blijven omgaan." Punt is nu juist dat niet alleen de toon, maar de inhoudelijke kern van Wilders standpunt niet bepaald "respectvol" is jegens mensen van Marokkaanse of Turkse herkomst, jegens Moslims, en jegens democratische principes zoals het hooghouden van gelijke rechten.

Gevaarlijker was de houding van Wouter Bos. Niet alleen lanceerde de PvdA nadat Wilders het vuur op Arib had geopend, toch snel even een onderzoek naar haar advieswerk - hetgeen Wilders' kritiek de schijn van legitimiteit verschafte. Ook vond Bos het nodig om juist terwijl de kwestie speelde, bij de Marokkaanse autoriteiten aan te kaarten of die niet toch het opgeven van de Marokkaanse nationaliteit mogelijk zou kunnen maken. Daarvan ging toch de boodschap uit: dubbele nationaliteit is ergens toch ongewenst.

"Voorwaar een niet gering succes voor Geert Wilders" , constateert Willem Breedveld over deze PvdA-houding bitter maar niet ten onrechte in een mooi stuk in Trouw. Het artikel heet: "Politiek maakt knieval voor dat deel van de bevolking dat moslims in dit land voor geen cent vertrouwt" - waarmee precies de islamofobe kern van de hele heisa rond dubbele paspoorten goed getypeerd wordt, al is hij op zichzelf helaas geen tegenstander van het tegengaan van een dubbele nationaliteit.

De hele zaak maakt de nieuwe coalitie niet bepaald sterker. De PvdA verdedigt haar twee aangevallen bewindslieden, maar wil toch het opgeven van een tweede paspoort mogelijk maken. Femke Halsema merkte vlak voor de verkiezingen van 7 maart op: "De partij is mee gaan bewegen met Wilders, vermoedelijk om weggelopen kiezers te behagen. Het effect kan wel eens tegenovergesteld zijn, hier snapt geen kiezer meer iets van. " Ze legt de vinger daarmee op een zeer zere plek. De PvdA voert de verdediging van haar politici formeel, en met veel verontwaardiging - maar niet erg principieel.

De twee andere regeringspartijen zijn openlijk tegenstander van een dubbele nationaliteit, hetgeen de verdediging van de twee aangevallen staatssecretarissen uit die hoek iets dubbelhartigs geeft. Tichelaar, PvdA-fractieleider, heeft aangegeven een van regeringswege afgedwongen opgeven van het Turkse paspoort van Albayrak 'niet mee te maken' of woorden van die strekking. Wilders en de VVD hebben met hun aanvallen rond het thema van dubbele nationaliteit barsten binnen de regering bloot helpen leggen. Net als rond Irak en het homohuwelijk bestaat de zwakke plek in de coalitie uit de partij die het linkse visitekaartje van het harde rechtse kabinet probeert te zijn: de PvdA.

Rechts is daarmee op dit moment een groter gevaar voor het kabinet dan links. Het zal zaak zijn om de agressieve campagne van Wilders te weerstaan, en staatssecretarissen die vanwegen hun herkomst onder vuur liggen te helpen verdedigen.

Maar dat mag geen verdediging van het kabinet als zodanig betekenen. Dat kabinet helpt niet alleen met neoliberaal beleid de sociale problemen in stand houden die verbittering doet groeien - een verbittering die als voedingsbodem werkt voor de haatdragende politiek van Wilders. Het kabinet hanteert bovendien een taal van nationale saamhorigheid waarbij het extremere nationalisme van Wilders maar al te makkelijk aaknopingspunten vindt.

"Een weekje nadat dit 'gezellige' kabinet op het bordes van paleis Noordeinde stond, wordt het door Geert Wilders al ij zijn achilleshiel geraakt" , aldus Dick Pels in een zinnig artikel in de NRC; "het gemeenschapsdenken in het regeerakkoord laat nu al zijn risicogrens zien: die van het spruitjesnationalisme. Die grens wordt door Wilders handig opgezocht en geëxploiteerd. De nadruk op geborgenheid in eigen taal en cultuur glijdt maar al te gemakkelijk af naar een vorm van 'volks'denken waarin het Nederlanderschap toteen alles-of-niets wordt opgeblazen. Nationaliteit staat gelijk aan loyaliteit. "

Dat Pels dit nationalisme "on-Nederlands" noemt lijkt mij teveel eer voor Nederland, en van zijn aanprijzen van openheid en en waardering voor veelvormigheid als typisch Nederlandse deugden moeten we maar eens snel afscheid nemen. Dit soort deugden zijn universeel, of ze zijn niets waard. Maar zijn weerzin tegen het nationalisme van Wilders is zeer terecht, en het verband dat hij aangeeft tussen de taal van Wilders en de taal van het kabinet is zeer reëel. Het kabinet is daarmee medeplichtig aan het probleem waar Wilders de meest dreigende uiting van is: nationalisme en racisme.

Voor de strijd tegen Wilders' extreem-rechtse politiek is daarom tegelijk een sterke principieel-linkse oppositie tegen dit kabinet dringend noodzakelijk. En Femke Halsema heeft op dit type thema's daarin trouwens een scherpere, gezondere houding dan Jan Marijnissen. Maar dat is weer een ander onderwerp.

donderdag 8 maart 2007

Verkiezingsuitslagen: een reactie

De provinciale verkiezingen zijn voorbij. Tijd voor een paar opmerkingen rond de uitslag.

De SP heeft wederom op grote schaal gewonnen, bijna net zoveel als bij de Tweede kamerverkiezingen van 22 november 2006. Dat is positief: het linkse succes is klaarblijkelijk geen incident. De reden is niet erg ver te zoeken. De afkeer die groeiende ongelijkheid, zelfverrijking aan de top versus omvangrijke armoede in volkswijken, desastreus voortwoekerende marktwerking en andere aspecten van het neoliberale Utopia oproept, geeft deze partij verkiezing na verkiezing een stevige wind mee. Een slimme campagne en een goedgebekte lijsttrekker helpen.

Het feit dat die lijsttrekker de sociale onvrede goed verwoordt, maar op gevoelige punten zoals de racistische campagne van Wilders de confrontatie uit de weg gaat, maakt de aantrekkingskracht breed - maar minder principieel. Het succes van de SP is een parlementaire uitdrukking van de weerzin van onder tegen boven - maar de SP zelf staat toe dat deze uitdrukking vermengd raakt met vaag chauvinistische ideeën, en dat is triest.

De SP-opmars betekent getalsmatig ook dat links als geheel - PvdA, GroenLinks, SP - zich versterkt hebben. Beide andere linkse partijen verloren, GroenLinks gelukkig maar erg weinig. De SP-groei compenseert die verliezen echter ruimschoots. En rekenen we de Partij voor de Dieren even bij links, dat zien de linkse partijen hun gezamenlijke zeteltal in de Eerste Kamer groeien van 28 in 2003 naar 32 in 2007.

Het is belangrijk deze groei van héél parlementair links te constateren, en het pleit voor Femke Halsema, GroenLinks-fractieleider in de Tweede Kamer dat zij dat doet. "Links is sterker geworden in de Eerste Kamer en dat is goed nieuws. We kunnen de coalitie dan een tik naar eren meer linkse en groene politiek geven" , zo reageerde zij op de uitslag. Dat is puur parlementair geformuleerd, en dat is de beperking ervan. Maar het feit dat zij zich vereenzelvigt met links als zodanig - en niet puur met de eigen partij op zichzelf - is zeer gezond. Want het feit dat parlementair links verdeeld is, deels meeregeert met rechts, deels in de oppositie zit, doet niets af aan de klassieke tegenstelling tussen links en rechts die lang sluimerde maar met de verkiezingen van 22 november 2006 weer nadrukkelijk voelbaar werd.

Femke Halsema ziet dat blijkbaar. Jan Marijnissen en SP-secretaris Hans van Heijningen helaas kennelijk veel minder. De laatste meldt, op een triomfantelijke toon die op zich begrijpelijk is, dat de aanmeldingen van nieuwe leden binnenstromen. En hij ziet nog grotere perspectieven: "Het is niet alleen maar de vraag of we deel gaan nemen aan het bestuur van dit land, maar wanneer." Maar hij kijkt daarbij niet verder dan de rol van zijn eigen partij, zonder zich te profileren als wezenlijk - en door haar reeks overwinningen steeds centraler - deel van héél links.

Precies deze oriëntatie op bestuurlijke verantwoordelijkheid bedreigt op termijn het succes van de SP. Die partij is juist groot geworden door een geest van weerstand tegen de gevestigde orde tot uitdrukking te brengen Een al te riante plek binnen binnen die gevestigde orde zou wel eens een geschenk met giftige bijsmaak kunnen blijken. Van de PvdA-historie zou de SP kunnen leren dat bestuurlijke verantwoordelijkheid en regeringsmacht een linkse partij meer verandert dan dat die partij zelf aan veranderingen teweeg brengt - véél meer. En de verandering die een linkse partij aldus ondergaat is geen verandering ten goede.

Veel meer aandacht dan de krachtsverhoudingen tussen links en rechts krijgen in de media de getalsverhoudingen tussen kabinet en oppositie. De nieuwe coalitie houdt binnen de Eerste Kamer een meerderheid. Maar twee van de drie regeringspartijen verloren, alleen de ChristenUnie won stevig. Dat betekent een ruggensteun voor juist die aspecten aan de nieuwe regering die zorgwekkend rechts zijn, en waarin de CU gangmaker is.

Te verwachten valt dat die partij, op de minzaam-vriendelijke maar besliste toon die we inmiddels van Rouvoet kennen, subtiel druk zal blijven op uitoefenen waar het gaat om de bekende thema's abortus, homohuwelijk, euthanasie, strenger anti-drugsbeleid. Ze ziet zich immers aangemoedigd door de uitslag, waarin Rouvoet "een 'beloning' van de inbreng van de ChristenUnie en de bereidheid om verantwoordelijkheid te dragen" ziet, zo meldt Het Parool. PvdA-minister Plasterk als waakhond van de vrijheid zal het zwaar krijgen, nu juist zijn partij verloren heeft. De rechtse regering wordt met deze uitslag verder naar rechts geduwd.

Wat deze rechtse dynamiek verder aanjaagt is het feit dat de VVD enigszins opkrabbelt van de nederlaag van 2006. "De VVD is op de weg terug" , aldus een opgeluchte Rutte, die de laatste tijd trouwens steeds zelfbewuster als rechtse aanvoerder opereert. Heel behendig combineert Rutte een liberale verdediging van abortusrechten en vergelijkbare zaken met de bekende rechtse riedels over potverteren.

Ook doet hij mee met het reactionaire gejoel rond de dubbele nationaliteit waarmee Wilders nu al wekenlang in de weer is. In zijn betoog in het Kamerdebat over de regeringsverklaring vroeg hij om wetgeving tegen dubbele nationaliteit, en kondigde aan dat de VVD anders zelf met een voorstel komt. Voor veel Wilders-kiezers van november was Rutte daarmee een logische tussenstop, nu Wilders zelf niet meedeed. De nieuwe regering krijgt na deze verkiezingen oppositie van links, maar minstens zozeer van rechts. Niet alleen Wilders maar ook Rutte zullen daarvoor zorgen.

Links staat daarmee voor een complexe uitdaging. De tegenstander is een rechts kabinet waarbinnen de PvdA zich vrijwillig vrijwel laat gijzelen. Het kabinet verdient geen enkele welwillendheid, geen enkel voordeel van de twijfel. Hoe eerder het ten val komt, hoe beter. De kern van haar economisch beleid is neoliberaal; het zet de oorlogsdeelname die vorige kabinetten in Afghanistan beginnen voort, en houdt de deksel op de Irak-doofpot. Het verpakt haar rechtse beleid in sociale retoriek waarin echter het begrip natie, gezin, cultuur, gemeenschappelijke normen en waarden (de 'onze', uiteraard) centraal staan; het kabinet begint sluipenderwijs ook met aantastingen van persoonlijke zelfbeschikkingsrechten zoals het recht op abortus.

De paar positieve maatregelen van dit kabinet - generaal pardon, geen huurliberalisatie - zijn feitelijk concessies aan breed maatschappelijk protest, en aan de PvdA om te voorkomen dat er nog meer kiezers wegstromen naar links. Krediet voor die twee concessies moet naar degenen die deze toegevingen met verzet en verkiezingsoverwinning hebben binnengehaald, niet naar degenen die, aldus onder druk gekomen, de concessies hebben gedaan. Die zijn geen enkele reden om dit kabinet ook maar een dag met rust te laten.

Maar het maakt uit hoe dit kabinet valt. Dat we tegenover dit kabinet staan mag op geen enkele wijze tot enige samenwerking met de rechtse oppositie leiden. Het recente onderonsje tussen Marijnissen en Rutte is gevaarlijk, de softe houding van Marijnissen tegenover de aanvallen van Wilders schandalig. Terwijl links het kabinet bestrijdt moet het keihard tegengas geven tegen het racistische gestook dat van rechts komt en het politieke klimaat steeds verder vergiftigt. Dat moet gebeuren in het parlement, maar vooral en met de hoogste urgentie ook daarbuiten.

dinsdag 6 maart 2007

Wat te stemmen?

Morgen verkiezingen voor Provinciale Staten, en indirect daarmee voor de Eerste Kamer. Wat te doen? Een paar fragmentarische gedachten.

Wat we ook kiezen, voor wei we ook stemmen - de effecten zullen beperkt zijn. In een parlementair stelsel als het Nederlandse kiezen we niet onze regering, maar de volksvertegenwoordigers. Dat gold bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november. Dat geldt nu weer. En die volksvertegenwoordigers - leden van Tweede en Eerste Kamer - kunnen wetten maken en tegenhouden, regeringen van parlementaire steun voorzien of hen die steun onthouden. Maar volksvertegenwoordigers regeren niet. Het feit dat wij de twee kamers van de volksvertegenwoordiging mogen kiezen maakt ons nog niet de baas in Nederland. Democratie in een land als Nederland is daarmee een relatief beperkt iets.

Zelfs de regering zelf is niet de baas. De bazen, die zijn de baas. De kern van de macht ligt bij de ondernemers: grote aandeelhouders, topmanagers, leden van de Raden van Bestuur en de Raden van Commissarissen van de grote bedrijven. Hun beslissingen om wel of niet te investeren kunnen werkgelegenheid maken en breken. Hun geld geeft ze demogelijkheid om achter de schermen grote invloed uit te oefenen op het bestuur. Met democratie heeft nu invloed niets te maken. Hier tellen niet de meeste stemmen, hier gelden de meeste euro's.

Het dagelijkse bestuur van Nederland is in handen van hoge ambtenaren. Zij zijn al evenmin gekozen als de directeuren en aandeelhouders in de bedrijven. De regering benoemt deze mensen. Hun hoge salaris maakt dat ze tot verwante kringen behoren als de ondernemers, met wie zij nogal eens achtergrond en opleiding gemeen hebben.

Ja, de regering die deze lieden benoemt staat onder enige controle van het gekozen parlement, en heel indirect hebben kiezers daar dus invloed op. Maar het contact tussen kiezers en parlementsleden gebeurt feitelijk eens per vier jaar, in de stembus. Het contact tussen -parlementariers en regering vindt af en toe plaats, tijdens vergaderingen van Tweede en Eerste kamer. Het contact tussen topambtenaren en ministers vindt plaats op dagelijks niveau.

Ook het contact tussen ondernemers en topambtenaren is intensief. Directeuren van grote bedrijven kunnen de deur van een betrokken ministerie platlopen; maar tussen de ambtenaren van zo'n ministerie en een gekozen parlementslid zit nog altijd een minister. Over de mogelijkheid van gewone kiezers om te lobbyen bij de ambtelijke top hoeven we ons al helemaal geen illusies te maken.

Ondernemers en ambtelijke top - en hetzelfde geldt voor militaire top, rechters en politiechefs - vormen samen een in wezen ondemocratisch machtsblok dat feitelijk aan de touwtjes trekt. De regering staat onder dagelijkse druk van deze feitelijke machthebbers. Parlementaire controle en de macht van de kiezers heeft daartegenover hooguit een zeer beperkt effect. De kern van de machtstructuur in Nederland is ondemocratisch. Een kapitalistische economie en een daarmee verbonden bureaucratisch staatsbestel staan daarvoor garant.

Zelfs als we met ons allen heel links stemmen, zal dat onvoldoende zijn om hierin wezenlijk verandering in aan te brengen. Links beleid zal worden gesaboteerd door hoge ambtenare die eventuele linkse ministers op het verkeerde been zullen zetten met selectieve 'informatie' en adviezen. Ondernemers zullen met kapitaalvlucht de werkloosheid opjagen . De rechtse pers zal de economische chaos die daaruit ontstaat in de schoenen van de linkse regering schuiven. Is dat alles niet genoeg, dan zullen ondernemers hun vrienden bij de militaire leiding polsen over 'maatregelen' om 'het land van het communisme te redden.' Tegen die tijd wordt het ook interessant om te kijken met wie de Amerikaanse ambassade contacten onderhoudt.

Van kapitaalvlucht tot een regelrechte staatsgreep - rechts beschikt over de machtsmiddelen om een parlementair-democratische weg naar werkelijk links beleid te blokkeren. Links heeft aan de stembus dus bij lange na niet genoeg. tegen de investeringsmacht van ondernemers telt de stakingsmacht van de arbeiders die er werken veel zwaarder. Tegen de macht van de ambtelijke top bieden de lagere ambtenaren een antwoord, tegen de macht van legerleiding geldt de muitersmacht van gewone soldaten, tegenover macht van rechtse medialeugens is de waarheidsvinding van kritische journalisten een noodzaak. De weg naar diepgaande maatschappijverandering in linkse richting is een revolutionaire weg.

Is de stembus daarmee dan irrelevant? Onze machthebbers kunnen we er niet mee uitkiezen, en als we links stemmen, is de kans dat we dus ook links beleid krijgen verwaarloosbaar klein. Thuisblijven dan maar, en bouwen aan revolutionaire oppositie? Dat lijkt me niet. Links stemmen heeft impact op het politieke klimaat, op het zelfvertrouwen van de machthebbers èn op het zelfvertrouwen van de brede onderkant van de maatschappij, de arbeiders, mensen met een uitkering, studenten, scholieren. Stemmen is een wapen dat, indien goed gehanteerd, verzet kan helpen aanjagen en de machthebbers wel degelijk een klap in het gezicht kan geven.

Dat zagen we op 1 juni 2005, toen een meerderheid van meer dan 60 procent de - door het hele establishment gesteunde - Europese grondwet naar de papierversnipperaar verwees. Dat zagen we opnieuw toen op 22 november de SP 35 zetels won, en rechtse politici nog dagelang met kommervolle blik in de camera's keken om zich over zoveel linkse onverantwoordelijkheid te beklagen. Een hard links geluid via de stembus is een collectieve vuist in het gezicht van de machthebbers. Dat geeft onze kant extra moed en zelfvertrouwen, en brengt de andere kant - rechts, de ondernemerklasse en hun politieke en ambtelijke verwanten - in de verdediging.

Maar wat is vandaag de dag een hard links geluid via de stembus? Over de PvdA kunnen we kort zijn. Die vormt, door tot de regering toe te treden, het progressieve visitekaartje van een aartsconservatief kabinet. De PvdA is hierdoor medeplichtig aan verdere doorvoering van marktwerking in de zorg, aan voorzichtige steppen terug waar het recht op abortus, homohuwelijk en ook euthanasie in het geding is. De PvdA is medeplichtig aan het blokkeren van een parlementair onderzoek naar de Nederlandse steun voor de Irak-oorlog. De PvdA is medeplichtig aan bezuinigingen op het ambtenarenapparaat waardoor 15.000 banen gevaar lopen. De PvdA verdient hiervoor een electoraal pak slaag.

Ja, het is waar: huurliberalisatie gaat niet door, generaal pardon komt eraan. Maar dat is vooral het gevolg van hardnekkig verzet rond beide thema's, en van de grote verkiezingsdoorbraak die de SP mede door dit verzet wist te bereiken. Het is onzin om hier de PvdA te belonen. Hoe groter juist de partijen links van de PvdA, hoe groter de angst van de PvdA voor die linkse rivalen, hoe groter de kans dat de PvdA uit angst om nog meer steun in die richting te verliezen meer tegengas tegen haar rechtse 'partners' geeft.

Ja, het is waar dat binnen de PvdA geluiden die toch een Irak-onderzoek willen te horen blijven en zelfs toenemen. Vertrekkend Eerste Kamerlid voor de PvdA Ed van Thijn wil zo'n onderzoek, net als Erik Jurgens en Klaas de Vries (gevonden via Openheid over Irak). Ja, het is waar dat binnen de PvdA weerstand bleek tegen de voorrang die gewetensbezwaarde ambtenaren wat betreft het homohuwelijk krijgen. Maar ook hier geldt: hoe groter de druk van onderop, en van links buiten de PvdA, hoe groter de kans dat kritische geluiden binnen de PvdA ruimte weten te behouden. Maar de PvdA-top belonen voor de kritische geluiden binnen de PvdA hoorbaar zijn maar door diezelfde PvdA-top worden tegengewerkt? Het lijkt me een onzinnige aanpak.

Resten slechts twee andere partijen als optie - en de keus daartussen is niet bepaald glashelder. De SP is hard tegen de oorlogen in Irak en Afghanistan, en blijft op parlementair onderzoek aandringen. De SP is hard tegenover verdere marktwerking, tegen de schandalige inkomensverschillen, tegen de botte keuringen van WAO-ers die nog steeds doorgaan. Maar over homohuwelijk en gewetensbezwaren horen we ze niet, over abortus en euthanasie gaan ze vrijwel mee met de nieuwe regering, en over de schandalige aanval van Wilders' racistenclub op de twee staatssecretarissen met een dubbele nationaliteit zwijgen ze vrijwel volledig.

Hard links dus op sociaal-economisch terrein en wat betreft oorlog; maar nalatig waar het gaat om individuele zelfbeschikking en gelijke rechten, en vooral nalatig in het afslaan van een gevaarlijke racistische campagne - dat is de SP-koers. En de harmonie tussen Marijnissen en VVD-leider Rutte - zelfs al gaat het maar om beperkte onderdelen en procedurele kwesties - is weerzinwekkend en gevaarlijk.

Dat een opmars van beiden via de stembus morgen het nieuwe kabinet in de Eerste Kamer in een amusante minderheidspositie kan brengen is natuurlijk pikant. Maar het doet er nogal toe of de balans naar links overhelt of naar rechts. Het gezamenlijke oppositiefront dat VVD en SP nu en dan lijken te vormen versluiert de wezenlijke tegenstellingen. De SP zou aan zoiets niet moeten meedoen.

Voor GroenLinks geldt bijna het omgekeerde. Veel misbaar over marktwerking en de groeiende tegenstelling tussen arm en rijk hoor je niet vanuit die kring. Ook de oorlogen waar Nederland aan deelnam en - neemt hoor je deze partij veel minder. Maar over individuele vrijheidsrechten zijn GroenLinksers veel scherper - iets wat trouwens zelfs voor de VVD geldt, en dat wil iets zeggen. Ook over de kwestie van de dubbele nationaliteit geeft GroenLinks het soort van tegengas dat de SP schandalig genoeg laat liggen. "GroenLinks is geen voorstander van het verbod op een dubbele nationaliteit (...) GroenLinks vindt dat voor hen geen andere regels gelden dan voor mensen met alleen de Nederlandse nationaliteit en dat ze, net als ieder ander, kamerlid of minister kunnen worden." Zo lezen we op de website van de partij.

Zelfs Pechtold van D66 is op dat punt beter dan de SP: hij noemt het voorstel dat VVD-chef Rutte deed om een verbod van de dubbele nationaliteit gedaan te krijgen een "idiote oproep" . Maar D66 mag dan op antiracisme en individuele vrijheden links geluid produceren - haar verregaande loyaliteit aan de vrije markteconomie, haar neoliberale koers op economisch gebied, maken D66 tot een partij van de economische machthebbers, een rechtse partij.

Programmatisch valt er tussen SP en GroenLinks dan ook niet heel veel te kiezen.Toch verschilt qua impact een stem op GroenLinks nogal van een stem op de SP. Groen links is een bestuurderspartij geworden, met nauwelijks nog banden met bewegingen op straat. GroenLinks profileert zich steeds minder als partij die de kont tegen de neoliberale krib wenst te gooien. Voor de SP ligt dat anders. Ook bij die partij is de stembus totaal dominant over de stem van de straat. Toch zijn stembus en straatprotest bij die partij lang niet zover losgekoppeld geraakt als bij GroenLinks.

Via de SP kun je een krachtige tegenstem laten horen tegen de maatschappelijke top, tegen de prioriteiten van die top, tegen de hele rechtse richting waarin die top deze maatschappij opstuurt. Via GroenLinks geldt dat veel minder. Een nieuwe overwinning voor de SP zal rechts opnieuw van reden tot vrolijkheid beroven. Voor een paar extra zetels is rechts veel minder bevreesd, die zijn lang niet zo duidelijk een stevig anti-signaal.

Zelf zal ik mijn stem morgen dan ook gaan uitbrengen op de SP-lijst - met een tegenzin die vanwege de steeds minder linkse en soms zelfs rechtse koers die de SP-leiding vaart soms aan regelrechte weerzin grenst. Vanwege de verbondenheid van de SP met straatprotest èn vanwege de psychologische dreun die een nieuwe SP-zege het rechtse machtsblok toe zou dienen lijkt een stem op de SP mij echter ook nu weer het verstandigste. Maar meer dan een tactische stap in een strategie die haar zwaartepunt buiten de stembus heeft kan zo'n stem wat mij betreft maar beter niet zijn.

donderdag 1 maart 2007

Met wie gaat het goed?

11"'Met mij gaat het goed, maar met de samenleving minder', is een gevoel dat bij velen leeft. Optimisme en zorgen gaan hand in hand. Groot is de behoefte aan houvast, geborgenheid en een herkenbare eigen identiteit." Dat staat te lezen in de inleidende paragrafen van het Regeerakkoord11, op pag. 3.

Individuele welstand, in een maatschappij die te lijden heeft van moreel verval en desintegratie. Dat is een contrast waar het nieuwe kabinet op hamert, en veel van het beleid staat in het teken van bestrijding van die desintegratie, het opvijzelen van de morele samnhang, het versterket van "geborgenheid" en "eigen identiteit" . Die "geborgenheid" wordt veelal gezocht in de verdediging van het traditionele gezin. De "eigen identiteit" blijkt een nationale identiteit, met normen en waarden waaraan eenieder geacht wordt te voldoen, waaraan we lippendienst verondersteld worden te bewijzen en waarvoor we zelfs - in klassieke totalitaire stijl - reclame moeten maken, als het aan het kabinet ligt. En waar vrijwillige steun aan natie en bijbehorende moraal onvoldoende is, daar kondigt de regering zachte, en soms minder zachte dwang aan, onder het motto: "Een verplichtende aanpak van inburgering is noodzakelijk"( pag. 9). Ik schreef hier eerder over. Alles bij mekaar is de wijze waarop dit kabinet sociale cohesie wil bevorderen weinig geruststellend. Dat de sociale samenhang juist door eindeloos bezuinigen steeds verder kapot is gemaakt komt daar nog eens bij.

Oplossingen voor deze ontwrichting liggen wat mij betreft in de richting van horizontale solidariteit van de meerderheid aan de onderkant tegenover de machthebbers, en in vrijwillig aangegane betrekkingen tussen vrije en gelijkwaardige mensen - niet in de verticale solidariteit van natie, traditie en familie waarmee de meerderheid wordt vaangepraat dat ze iets wezenlijks gemeen heeft met een toplaag die haar eigen belang maar al te graag uitgeeft voor het algemene, nationale belang of zelfs als de moraal zelve.

Er is trouwens iets fundameteel mis met de suggestie die spreekt uit de zinnen die ik aan het begin van dit betoog citeer: de suggestie namelijk dat het met de maatschappelijke samenhang weliswaar niet zo goed gesteld is, maar met de meeste mensen op individueel niveau prima gaat. Dagelijks lees ik nieusberichten waarui blijkt dat het met heel veel mensen niet goed gaat, en dat de aard van deze maascthappij en het beleid van opeenvolgende regeringen daar het één en ander mee te maken heeft. Een beperkte greep uit een veel te groot aanbod:

Veel mensen zijn niet tevreden over de zorg die hun dementerende familieleden in verzorgings- en verplegingsinstellingen krijgen. Die gaat volgens een onderzoek van de stichting Cliënt en Kwaliteit22 waar Nieuws.nl melding van maakt niet achteruit maar evenmin vooruit. "Twee op de tien familieleden geven aan dat zij niet of minder dan eens per jaar worden uitgenodigd voor een gesprek met de behandelend arts. een op de drie familieleden vindt dat er meer personeel moet rondlopen om een oogje in het zeil te houden. (...) Over hulp bij toiletbezoek is 47 procent van de familieleden." Al die kwetsbare mensen die zelfs niet voldoende assistentie krijgen om op een enigszins waardige wijze hun behoefte te kunnen doen... en al die mensen die moeten aanzien dat hun dierbaren dat overkomt. En waarom?

Heel veel mensen betalen geen premie voor hun zorgverzekering. De Volkskrant bericht erover.33 Een onderzoek dat de NOS liet doen concludeert dat dit aantal is toegenomen; het ministerie van volksgezondheid en Zorgverzekeraars Nederland bestrijden dat. Maar dat heel veel mensen - 300.000, volgens het NOS-onderzoek - geen premie betalen is al schokkend genoeg. Deze mensen dreigen door zorgverzekeraars uit de verzekering te worden gegooid. Bij Achmaea schat een functionaris dat het aantal mensen dat niet betaalt 20.000 tot 30.000 is; al 70.000 mensen zijn door Achmaea uit de aanvullende verzekering gegooid.

Al deze mensen worden in berichtgeving aangeduid als 'wanbetalers'. De suggestie die daaruit spreekt is dat het hier vooral om laksheid of zelfs kwaadwilligheid gaat. De werkelijkheid is dat de hoge premies gewoon nauwelijks zijn op te hoesten, ook niet met zorgtoeslag. "Het is een enorme lastenverzwaring voor he en, zo blijkt, zeer lastig op te brengen" , erkent de zojuist geciteerde Achmaea-woordvoerder. En als een verzekeraar een fout maakt, rekeningen laat oplopen en dan achteraf meteen het opgelopen bedrag opeist lukt het veel mensen niet om het hoge bedrag ineens te betalen.

Zó ontstaan 'wanbetalers'. Het is een gevolg van een zorgstelsel waarin winstgevendheid van verzekeraars en verlagen van kosten voor zorginstellingen prioriteit hebben boven het recht op zorg - een recht dat in een fatsoenlijke maatschappij een fundamenteel, onaantastbaar recht zou zijn, een recht dat niet af zou hangen van betaling. Maar we hèbben in dit land geen fatsoenlijke maatschappij, alle kabinetsgezwets over normen en waarden ten spijt.

"Ongeveer 120.000 jongeren met psychische problemen worden niet geholpen", zo meldt Nieuws.nl.44 "Ze komen daardoor in justitiële inrichtingen of in de prostitutie terecht." Justitiële inrichtingen is een wat vriendelijker woord voor gevangenissen en dergelijke. De reden voor dit grootschalige leed - de 120.000 jonge mensen, plus een veelvoud van mensen in hun naaste omgeving die van hun narigheid ook bepaald niet gelukkiger zullen zorden - is het feit dat er onvoldoende geld beschikbaar wordt gesteld. "De Nederlandse Vereniging voor Pychiatrie zegt in de krant (opm. Peter Storm: het betreft kennelijk berichtgeving in het AD) dat in Nederland 400 kinder- en jeugdpsychiaters ingeschreven staan, maar dat er geld is voor maar 240 fulltimers. Volgens de vereniging moet er structureel geld beschikbaar worden gesteld om de wachtlijsten weg te werken."

Zeer schokkende cijfers over zelfdoding bracht het Trimbos-instituut, dat een onderzoek publiceerde over zelfmoord.55 "Jaarlijks doen 94.000 volwassenen een suïcidepoging. Daarnaast voelen 410.000 mensen zich zo terneergeslagen dat zij aan suïcide denken. Veel van hen hebben in de voorgaande periode last gehad van psychische problemen. Dat blijkt uit recente onderzoeksgegevens van het Trimbos-instituut. Cijfers die tot voor kort nog niet bekend waren. Wel was uit ziekenhuisregistraties bekend, dat jaarlijks ongeveer 9.200 mensen worden opgenomen vanwege zelf toegebracht letsel, maar dit zijn alleen de meest ernstige gevallen. Het aantal geslaagde suïcides in Nederland is ongeveer 1.600 per jaar."

Elk jaar 1600 mensen die zichzelf doden; 94.000 mensen die het proberen; 410.000 mensen die gedachten in die richting hebben. Dat zijn een half miljoen buitengewoon sombere, verdrietige, wanhopige mensen. Voeg daar de mensen bij die met deze sombere mensen te maken hebben, hun vriendinnen en vrienden, hun familieleden. Allemaal mensen voor wie niet zonder meer geldt: "met mij gaat het goed'...

Psychische problemen spelen een rol, en met een betere aanpak daarvan zouden volgens het onderzoek veel zelfdodingen voorkomen kunnen worden. De cijfers die we eerder aanhaalden over het tekort aan hulp dat jongeren met psychische problemen krijgen, laten zien dat het verkeerde prioriteiten in geldbesteding zijn waardoor psychische problemen lang onbehandeld blijven. En dat speelt niet alleen bij jongeren. Wat kort door de bocht: geldtekort leidt tot zorgtekort, en dat drijft mensen richting zelfmoord.

Maar dat is niet alles. "Volwassenen die in het afgelopen jaar een suïcidepoging hebben gedaan of suïcidegedachten hebben gehad, hebben vaak geen betaalde baan, en laag inkomen, en wonen in een grote stad" , aldus het bericht van het Trimbos-instituut. Het gaat dus niet zomaar om mensen met psychische problemen, het gaat vooral om arme mensen met zulke problemen. De psychische problemen betekenen dat je het overzicht over bijvoorbeeld geldzaken verliest - waardoor achterstanden oplopen en afsluiting van energie, of zelfs huisuitzetting, dreigt. Omgekeerd leidt geldnood tot stress, tot ontstaan of verergering van psychisch leed.

Het is typerend, maar niet verbazend, dat het Trimbos-bericht er wel op wijst dat met betere aanpak ter voorkoming van psychische problemen, of bestrijding van de nare gevolgen ervan, veel zelfdodingen te voorkomen zouden zijn - maar dat het bestrijden van armoede niet als antwoord wordt genoemd. Toch lijkt het me evident: jaag mensen niet naar de afgrond van deurwaardersbezoek, afsluiting, huisuitzetting en dergelijke - dan jaag je ze ook niet richting wanhoop en richting doodswens.

Praten over "houvast, geborgenheid en een herkenbare eigen identiteit" - in de woorden van het regeerakkoord - is in dit verband gebakken lucht of erger. Bestrijding van armoede, ervoor zorgen dat niemand te weinig heeft om aan zijn basisbehoeften te voldoen, zorgen dat iedereen zeker is van eten, drinken, een dak boven het hoofd en adequate zorg - dàt geeft een soort zekerheid die mensen helpt om overeind te blijven en door te gaan. En precies dààr schiet ook het nieuwe kabinet in hoge mate verwijtbaar tekort. En dan zeg ik het nog voorzichtig.