Posts tonen met het label racisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label racisme. Alle posts tonen

woensdag 27 februari 2008

SP tegen Wilders - dat werd tijd

Het is zover – eindelijk! De SP neemt hard stelling tegen Wilders, zijn PVV en vooral de opvattingen waarmee die man en zijn club zich macht proberen te verwerven. "Levensgevaarlijk", zijn de ideëen die Wilders uitdraagt, volgens Jan Marijnissen. Hij maakt vergelijkingen met de apartheid in Zuid-Afrika en tot in de jaren zestig ook in de VS. "Wat Wilders doet is puur discrimineren."

Ja, de stellingname van de SP-leiding komt niet bepaald te vroeg. Aarzeling en terughoudendheid was tot nu toe troef. Dat etentje van Harry van Bommel met Geert Wilders in verkiezingstijd was bepaald een verkeerd signaal: alsof er voor linkse aanvoerders iets te bespréken valt met iemand als Wilders. De opstelling van Marijnissen in het debat rond de dubbele nationaliteit was ook niet fraai: feitelijk kreeg Geert daar een klein beetje gelijk van Jan. Niet verheffend. En vergeetachtig ben ik niet, en dat hoort links ook niet te zijn. Van het verleden kun je leren.

Maar des te welkomer is de huidige stevige stellingname. En het betreft hier geen losse opmerking in een interview. Marijnissen deed zijn aanval op Wilders’ gedachtegoed op een partijraad, een bijeenkomst van SP-bestuurders. Hij vindt het dus echt belangrijk, en wil zijn partij daarvan doordringen ook. Een hele goede zaak is dat.

En de uitspraak staat niet op zichzelf. Het blad De Spanning, tijdschrift van het Wetenschappelijk Bureau van de SP, heeft een special: 'Wat Wilders Wil'. Negen artikelen, waaronder een column, over Wilders, zijn kiezers, zijn standpunten. "Geert Wilders strijdt voor de vrijheid (…). Maar de vrijheid waar hij voor kiest betekent n maar al te vaak onvrijheid voor anderen", zo heet het in de inleiding. Ronald van Raak geeft een korte politieke biografie van Wilders, en citeert op het eind de conservatief Spruyt die een tijdlang met Wilders heeft geproberd samen te werken. Spruyt omschrijft de PVV als ' "de belichaming van een paniekerig soort van conservatisme" dat "een middenpositie tussen prudent conservatisme en fascisme inneemt, met een natuurlijke neiging tot de laatste stroming." ' Het is heel verfrissend om dit verband tussen Wilders’ gedachtegoed en fascistische ideeën door de SP zo naar voren gehaald te zien worden, ook nog uit de mond van iemand die bepaald geen aanhanger is van de zogeheten 'linkse kerk'.

Bij het weergeven van 'de standpunten van Wilders' kiest de SP de goeie volgorde. 'Voor de rijken' is de eerste tussenkop: Wilders heeft beleid in petto om ondernemers en bedrijven nog meer ruimte te geven, bijvoorbeeld door lagere belastingen. Wilders’ belangrijkste oorlog is die van rijk tegen arm. Pas daarna bespreekt De Spanning Wilders’ aanval op migranten en moslims, onder de treffende titel: 'tegen de allochtonen.' Maar het plaatsen van die aanval als onderdeel van een programma dat allereerst de rijken dient – en waar arme witte Nederlanders dus niets bij te winnen hebben – is verfrissend, en gebeurt veel te weinig. De derde ondertitel 'Voor directe democratie' is dan wel weer wat merkwaardig. Dat de man voorstander is van directe burgemeestersverkiezing en referenda is niet bepaald het meest problematische van zijn opvattingen, lijkt me. Of hij zulke verkiezingen ook zou zien zitten als die niet via grof geld te beïnvloeden zouden zijn is trouwens maar de vraag.
Verder in het stuk komt Wilders’ voorkeur voor het bot autoritair optreden van politie en justitie aan de orde, maar ook zijn voorkeur voor ongebreidelde marktwerking en zijn enthousiasme voor VS en Israël. Dat laatste hoeft geen verbazing te wekken: het soort tweederangsburgerschap , of erger, de soort apartheid, die Wilders voor Moslims doorgevoerd wil zien, is daar voor Palestijnen al realiteit.

Er is veel meer moois in De Spanning te vinden. Ook wel zwakkere plekken, zoals de column van Tiny Kox. Daarin vergelijkt hij de huidige angst voor moslims met de angst die tot ver in de twintigste eeuw onder protestantse Nederlanders voor katholieken en hun geloof bestond. "Anderhalve eeuw geleden waren heel wat Nederlandse protestanten bang. Bang voor de Nederlandse katholieken. Bang dat die, met hun grote gezinnen, vanuit hun eigen provincies en wijken, de baas zouden gaan spelen in Nederland. 'Papen' lazen hun missen in een onbegrijpelijke taal en hanteerden rare religieuze rites." Rake typeringen, zeer zeker. Maar de parallel ziet over het hoofd dat de angst voor katholieken inderdaad angst voor een religieuze gemenschap was.
De angst voor en haat jegens moslims gaat dieper, hang samen met angts voor mensen die van veraf hier naar toe zijn gekomen (katholieken woonden sinds jaar en dag in Nederland). Mensen uit moslimgemeenschappen zijn bovendien ook nogal herkenbaar als zodanig, het zijn doorgaans mensen met een donkere huidskleur. Het islamofobe angst- en haatbeeld is niet slechts religieus vooroordeel, het is vooral ook een van racisme doortrokken afkeer van migranten. Islamofobie is inderdaad een vorm van racisme, en precies dat wezenlijke element onderkent Tiny Kox niet, en de SP nog onvoldoende.

Het neemt allemaal niet weg dat de nieuwe opstelling van de SP tegenover Wilders, en trouwens ook Verdonk, zeer welkom is. Ze komt qua timing ook zeerr gelegen. Juist nu komen er allerlei initiatieven op gang tegen racisme, tegen Wilders’ ideëen maar ook tegen neonazi-activiteit die door Wilderiaans vergif ruggesteun krijgt.

De SP kan, samen met zoveel anderen, de daad bij het stevige woord voegen, en in beweging komen. Reden ervoor is er genoeg, handvaten voor gezamenlijk verzet zijn voorhanden. Ik noem:

Manifestatie: Tegen racisme, voor solidariteit, op 22 maart, 13 uur -14.30, op de Dam in Amsterdam; georganiseerd vanuit Nederland Bekent Kleur.

Bijeenkomst: Een links antwoord op de rechtse hetze – debat tegen islamofobie, uitsluiting en rechtspopulisme, op 16 maart, 15 uur – 17 uur, White Elephant, West Kruiskade 73 b Rotterdam; met sprekers van Doorbraak, Grenzeloos en ook de Internationale Socialisten.

En tenslotte, niet helemaal hetzelfde maar wel erg relevant in de strijd tegen racisme:

Tegendemonstratie: Geen fascisten in onze stad - tegen de Nederlandse Volksunie die op zaterdag 1 maart in Bergen op Zoom wil marcheren. De tegendemonstratie verzamelt zich op die dag om 12 uur voor het station van Bergen op Zoom.

Organisatoren, gebundeld in het Comite Geen Fascisten in onze stad, roepen bewoners ook op om hun afkeer van de NVU-nazi’s duidelijk te maken, met een poster voor het raam en door de marcherende fascisten letterlijk de rug toe te keren. Organisatoren zetten zich in voor een vreedzame actie. "Wij hebben geen zin in allerlei ongeregeldheden waardoor wij als verdedigers van de democratie de schuld krijgen van allerlei rottigheid terwijl de NVU-ers en andere fascistenvriendjes worden beschermd om 'hun democratisch recht uit te oefenen.'" Gezien de bescheiden krachten die antifascisten op de been kunnen brengen, en gezien het trieste verloop van eerdere acties waarin de nadruk op vreedzame acties ontbrak – Arnhem, oktober 2007, bijvoorbeeld – klinkt dit als zeer verstandige taal.

Genoeg beweging dus voorhanden, in de strijd tegen racisme – genoeg mogelijkheden voor ook de SP om te laten zien waar ze staat – in woord én in daad.
Update 29 februari:
De burgemeester van Bergen op Zoom heeft, schandalig genoeg, wèl toestemming gegeven voor de nazi-mars van de NVU, maar de tegendemonstratie verboden. Zie de berichtgeving via Indymedia.

zondag 10 februari 2008

Kenia: geen 'stammenstrijd'

Meer dan duizend doden, duizenden gewonden en 304.000 mensen die dakloos zijn geworden. Dat is het resultaat van de geweldsgolf die sinds de presidentsverkiezingen Kenia teistert (Aljazeera, 5 februari) .

In veel van de berichtgeving wordt vooral de etnische factor in het bloedvergieten breed uitgemeten. Verschillende 'stammen' bestrijden elkaar omdat de president van de ene stam tegenover de oppositiekandidaat van één van de andere stam stond, zo luidt de gangbare versie van de gebeurtenissen. Het is een zwaar vertekend beeld, niet vrij van koloniaal racisme.

Het geweld in Kenia kent drie samenhangende dimensies. In de allereerste plaats is het gewoon een democratisch protest tegen de frauduleuze wijze waarmee de zittende president zijn overwinning veilig stelde. Mwai Kibaki was president geworden na verkiezingen in 2002. Toen stond hij zij aan zij met oppositiekandidaat Raila Odinga tegenover Uhuru Kenyatta die de autoritaire erfenis van de eerdere president Arap Moi voortzette. Er was weliswaar formeel een democratisch stelsel met meerdere partijen, maar de verkiezingen van 1992 en 2002 waren bepaald geen democratisch hoogstandje.

Kibawi en Oding waren in 2002 dus bondgenoten uit 2002, raakten in conflict. Kibawi probeerde via grondwetswijziging de macht van de president te vergroten. Kiezers verwierpen dit grondwetsvoorstel echter, en Odinga was één van de aanvoerders van de nee-campagne. Ook de corrputie van Kibawi’s regering sprong steeds meer in het oog. Odinga werd aanvoerder van de oppositie tegen Kibawi’s bewind dat steeds meer in diskrediet raakte (Socialist Worker, 8 januari).

Bij de verkiezingen van 27 december stonden de voormalige bondgenoten dan ook tegenover elkaar. Kibawi aan het hoofd van een corrupte en autoritaire regering, Odinga aan het hoofd van een brede oppositie. Kibawi eiste de overwinning op, maar de waanwijzingen van grootschalig verkiezingsbedrog waren wijdverspreid. Algemeen wordt aangenomen dat hij de verkiezingen had gestolen. Die diefstal was nogal klunzig gegaan trouwens, de mensen van Kibawi waren er niet aan toe gekomen de parlementsverkiezingen ook naar hun hand te zetten. Daar wonnen de bondgenoten van Odinga overtuigend.

Meteen na de verkiezingsdiefstal gingen aanhangers van de oppositie kwaad de straat op. Dat leidde tot grof geweld – van politiezijde. De gewapende macht van Kibawi schoot demonstranten neer, in forse aantallen. Met al het latere gepraat over stammenstrijd is dát het eerste dat we moeten beklemtonen: de eerste geweldsronde was staatsgeweld tegen straatprotest, dictatoriale arrogantie tegenover democratische ambitie.

Achter de woede vanuit oppositieaanhangers zaten diepe sociale redenen. Kenia is een potentiëel rijk land, maar met zeer veel arme mensen Terwijl de regering de grote bedrijven – binnenlands en multinationaal – erg terwille is met neoliberaal beleid, verpauperde grote aantallen mensen. Die verarming voedde de woede tegen de president en gaf de oppositie steun in de rug. Dat die oppositie een vergelijkbaar neoliberaal voorstond deed daar niets aan af: wie uit frustratie over de zittende machteen stem van protest wilde laten horen, kwam tamelijk onvermijdelijk bij die oppositie uit. Zo'n loepzuivere democraat en voorvechter van de armen was Odinga trouwens door de jaren heen niet. Ooit was hij hij zelfs energieminister onder de autoritaire president Moi (Mukoma Wa Ngugi, "Understanding the Kenyan Opposition", MRzine, 5 februari).

Die frustratie voedde de stembussteun voor Odinga, maar gaf ook het straatprotest een felle dynamiek. Het was vooral in de krottenwijken dat mensen aan het betogen gingen, en het was ook daar dat oproerpolitie met scherp schoot en talloze mensen om het leven bracht. Het democratische protest was tegelijk een opstand van arm tegen rijk. Alweer: dit behoeft nadruk, want het staat nogal haaks op het dominante beeld van een etnisch conflict.

Pas tegen de achtergrond van een autoritaire staat die ten gunste van een rijke toplaag over een arme bevolking heerst wordt de etnische dimensie enigszins duidelijk. Die toplaag is in hoge mate samengesteld uit leden van de Kikuyu-bevolkingsgroep. Kibaki zelf is bijvoorbeeld een Kikuyu. Inspelen op loyaliteit van Kikuyus tegenover de andere bevolkingsgroepen was en is een methode van de machthebbers om zich van steun te voorzien. De oppositie werd niet door Kikuyu’s aangevoerd; Odinga zelf was bijvoorbeeld een Luo. Inspelen op anti-Kikuyu-sentimenten was en is een methode waarmee politici vanuit de oppositie antwoorden op de regering. Haat tegen de regering werd op kwaadaardige wijze opgezet in haat tegen Kikuyus in het algemeen. Omgekeerd voorzag de regering zich van steun van Kikuyu-milities die leden van andere bevolkingsgroepen aanvielen.

Al snel sloeg een golf van brandstichting, verdrijving en moordpartijen over Kenia. Oudere conflicten tussen groepen over grond en water laaiden op. Het gevecht om meer democratie een meer sociale rechtvaardigheid ontaardde inderdaad in een etnisch conflict, wat het echter in de kern níét was.

Hierbij moeten twee dingen nog worden opgemerkt. Dat de machthebbers Kikuyu s zijn, dat veel mensen uit de heersende klasse Kikuyu’s zijn, betekent helemaal niet dat de Kikuyu’s als geheel een bevoorrechte groep vormen. De meeste Kikuyu’s zijn geen minister, geen generaal, geen topmanager, maar straatarme boer, arbeider, krottenbewoner – net als vrijwel alle leden van andere bevolkingsgroepen. Het aanjagen van geweld tegen alle Kikuyu’s kan op geen enkele manier gerechtvaardigd worden door afkeer van de machthebbers. Een oppositie die niet stelselmatig probeert leden van álle bevolkingsgroepen, Kikuyu, Luo of wat dan ook, te bunbdelen in een strijd tegen de heersende macht, van welke etnische achtergrond die machthebbers ook zijn – zo’n oppositie heeft Kenia niets beters te bieden vergeleken bij de huidige machthebbers. Dat is één.

Hoe ontluisterend de ontaarding van het verkiezingsprotest in Kenia ook is, toch past het woord 'stammenstrijd' hier absoluut niet bij. Sterker: mensen zouden eens moeten ophouden om bevolkingsgroepen als Kikuyu’s en Luo’s als 'stammen' aan te duiden. Kijk maar eens naar de grootte van zulke bevolkingsgroepen. Ik heb even op Wikipedia gekeken, en Kenia blijkt ruim 28 miljoen inwoners te hebben. Daarvan is 22 procent Kikuyo. Dat zijn er tussen de 5,6 en de 6 miljoen. Luhya, de tweede bevolkingsgroep in grootte, vormen 14 procent, Luo’s 13 procent. Allebei dus een slordige 3 miljoen mensen. Noemen we zoiets 'stammen'? Er zijn een slordige 300.000 IJslanders, en dat noemen we een volk. Waarom? Moet je blond zijn en blauwe ogen hebben om een volk te mogen vormen?

Om maar eens een andere vergelijking te maken: het oude Joegoslavië kende als deelrepubliek Slovenië, met iets onder de twee miljoen inwoners. Kroatië, een andere vroegere deelrepubliek van dat land, telt bijna 4,5 miljoen inwoners, maar een deel daarvan beschouwde zich als Serviër en niet als Kroaat. Kosovo, ook onderdeel van het vroegere Joegoslavië, telt ruim 2 miljoen inwoners. Allemaal zeer vergelijkbaar met de aantallen Kikuyu’s en Luo’s in Kenia. Waarom vormden de vechtende bevolkingsgroepen in de jaren negentig van de vorige eeuw in Joegoslavië dan volkeren, en worden de vechtende bevolkingsgroepen in Kenia stammen genoemd? Is er, behalve huidskleur, een ander wezenlijk verschil te noemen?
Het hele taalgebruik dat de bevolkingsgroepen in Kenia stammen noemt, en het gewled stammenstrijd, is een weerklank van koloniaal racisme. Linkse mensen moeten deze woorden in dit verband niet in de mond nemen, tenzij ze bereid zijn om deze woorden op álle conflicten met een etnische dimensie – dus ook als de 'stammen' uit witte mensen bestaan – toe te passen.

vrijdag 8 februari 2008

Ook béétje boerkaverbod is kwalijk en zot

Het kabinet gaat de boerka een beetje verbieden. Daar komt het kabinetsbesluit van vrijdag op neer. Minister Plasterk bereidt een wet voor om gezichtsbedekkende kleding op school te verbieden. Het kabinet gaat bij openbaarvervoersbedrijven aandringen om een verbod van gezichtsbedekking in de vervoersvoorwaarden opgenomen te krijgen. Gaan OV-bedrijven hier niet in mee, dan houdt het kabinet de mogelijkheid tot een wettelijk verbod daar achter de hand. Voor rijksambtenaren wordt de boerka sowieso verboden.

Met deze maatregelen gaat het kabinet mee met het gestook van een Wilders. Hij en aanverwante islamofobe politici hebben een algeheel boerkaverbod al in 2007 op de politieke agenda gezet. Zo’n algeheel verbod komt er weliswaar niet, vooral omdat dit volgens de regering juridisch onhaalbaar is. Maar het ontmoedigingsbeleid waartoe het kabinet besloten heeft, gaat een eind diezelfde richting op. Hoe "kwalijk en zot" een boerkaverbod trouwens is, dat heb ik eerder op dit weblog al eens uitgelegd. Tegen de huidige halfslachtige versie ervan gelden in de kern dezelfde bezwaren.

Het beleid wordt verpakt als maatregel tegen álle gezichtsbedekkende kledij. Maar hoeveel leerlingen dragen in de klas eenbivakmuts? Hoeveel passagiers van de tram dragen een valhelm met klep naar beneden? Die twee kledingsstukken worden er enkel bijgehaald om aan het zicht te onttrekken dat de boerka, en daarmee de overtuiging en achtergrond van de dragers ervan, het echte doelwit zijn.

Uit een uitspraak van minister Vogelaar wordt dit duidelijk. "De boerka roept ook angst op. Het wordt geassocieerd met radicalisme. Daar moeten we ook serieus rekening mee houden." Er wordt hier geen "open communicatie" - het argument waar Balkenende en ook minister Ter Horst mee schermt - nagestreefd. Er wordt een culturele minderheid als radicaal en (dus) gevaarlijk bestempeld, enkel omdat sommige andere mensen de boerka associëren met iets onaangenaams. Negatieve beeldvorming als motor achter repressieve wetgeving. Precies de richting waarin Wilders het politieke 'debat' drijft.

Natuurlijk gaat de stap voor de recht(s)geaarde islamofoob niet ver genoeg. Henk Kamp: "Ik kan me nog herinneren dat er in Nederland maar weinig vrouwen een hoofddoekje droegen, nu zijn het er honderdduizenden. Als straks ook veel meer vrouwen de boerka dragen lukt het je niet meer om het te verbieden." Inspelen op de angst voor de 'islamisering' dat is de grondslag van het boerkaverbod – en de regering komt daar met haar beleid een heel eind aan tegemoet.

En juist bij het feit dat de regering wel in Wilders' richting gaat, maar niet zover als Wilders zou willen, geeft weer ruimte aan hem om er nog een extra schepje bovenop te doen. Zo raakt het politieke klimaat stap voor stap verder verrechtst en vergiftigd.

donderdag 27 december 2007

Beatrix tegen Wilders

Wilders Beatrix
Koningin Beatrix spreekt haar jaarlijkse kerstboodschap uit, vol van de gebruikelijke vrede en verdraagzaamheid maar wat scherper van toonzetting, en iets duidelijker geadresseerd aan bepaalde niet nader genoemde politici. Eén van de doelwitten, Wilders, bijt terug en wil de koningin de regering uit werken zodat ze alleen nog maar linten hoeft door te knippen. Premier Balkenende, plus een Kamermeerderheid, neemt het op voor de koningin en ontkent dat de koningin haar woorden speciaal tegen Wilders richtte. Commotie alom.

De hele rel is een prachtige symbolische samenvatting van het afgelopen jaar. Hard islamofoob racisme bij monde van Wilders wordt tegengesproken door softe pleidooien voor multicultureel samenleven, deze keer verwoord door Beatrix. Vervolgens moet zo ongeveer de complete textielindustrie er aan te pas komen om enorme aantallen mantels der liefde en natte dekens te produceren om het conflict mee te bedekken.

Wat moet een beetje socialist met zoiets? Hoe reageert een socialist – principieel antiracist èn als democraat principieel anti-monarchist – als een racist als Wilders botst met het erfelijk staatshoofd? Goedkope antwoorden liggen voor de hand, beide kanten op. Vreugde dat iemand van naam het nu eens tegen Wilders' haatdragend gestook opneemt kan tot een links-verpakt 'Leve de Koningin' leiden. Diepe afkeer van heel het idee dat iemand vanwege geboorte een paleis mag bewonen, aan het hoofd van een staat mag staan en kerstboodschappen mag deponeren in de ether kan anderen tot een eveneens progressief-vermomd 'Leve de Republiek!'verleiden. Bij weer anderen zal afkeer van het héle spektakel tot gelijktijdige afwijzing van zowel de demagoog als de monarch leiden, of tot de houding van dat Afrikaanse spreekwoord: "Als twee olifanten ruzie maken, kan de muis zich beter uit de voeten maken", of woorden van die strekking.

Geen van de drie reacties zijn adequaat. Dat wordt hopelijk helder als de de botsing tussen Wilders en de koningin beter bekijken. Wilders valt de toespraak van Beatrix aan op precies d’t element wat er goed aan is, op uitspraken als deze: "Grofheid in woord en daad tast de verdraagzaamheid aan. Discussies ontaarden in verharde verhoudingen. In zo’n sfeer worden mensen al snel als groep over één kam geschoren en worden vooroordelen als waarheid aangenomen. Daarmee erodeert de gemeenschapszin." Wie kan er aan twijfelen dat het verwijt va grofheid aan Wilders was geadresseerd, en dat de groep die volgens Beatrix niet over één kam mag worden geschoten, vooral door Moslims wordt gevormd?

Wilders’ verwijt maakt duidelijk dat hij zich doelwit voelt van de vorstelijke toorn: "De naam PVV staat er nog net niet in. Maar het is een politieke toespraak tegen ons, waarin het multiculti-ideaal wordt opgehemeld, door iemand die niet is gekozen en die ik niet kan aanspreken." Eerst maar een vraagje voor Wilders: zou hij daar ook over begonnen zijn als de koningin de verdraagzaamheid vooral bedreigd zou zien door Koran, Boerka, fundamentalisme en suikerfeest? Als Beatrix in haar kerstboodschap vooral de Joods-Christelijke wortels van de Nederlandse cultuur in gevaar zag komen door 'islamisering', al dan niet verpakt als tsunami, zou Wilders dan ook zo boos geworden zijn? Of heeft Wilders alleen bezwaar tegen politieke uitspraken van Beatrix als het de 'verkeerde' uitspraken zijn?

Natuurlijk kun je een discussie hebben over de bevoegdheden van een ongekozen staatshoofd. Natuurlijk hoort de koningin niet alleen, zoals Wilders wil maar vanuit een principieel andere invalshoek,de regering te verlaten, maar tevens haar paleis, met achterlating van haar bevoegdheid als staatshoofd. Ongetwijfeld zal een woningcorporatie in het nabijgelegen Soest wel een fatsoenlijke huurwoning voor haar weten te vinden, en haar reïntegratie op de arbeidsmarkt laat ik met groot genoegen aan het UWV over. Maar republiek of monarchie is niet de werkelijke inzet in deze rel. Racisme tegen antiracisme, daar draait het nu om.

Als Wilders de woorden van Beatrix opvat als aanval op het racisme van zijn PVV heeft hij natuurlijk gelijk. En het is slap van die politici zoals Mariëtte Hamers van de PvdA, die in de woorden “geen verwijzing naar hem als persoon” kunnen vinden, om te ontkennen dat Wilders wel degelijk de geadresseerde is. Precies die onderhuidse verwijzing naar Wilders en zijn politiek zijn de kracht in de kerstboodschap van de koningin. Verder waren haar woorden weinig schokkend, een jaarlijks ritueel. "De koningin roept elk jaar op tot vrede en verdraagzaamheid", stelt een SP-woordvoerder droogjes. Zo is het ook, maar de worden tegen generaliseren tegen bevolkingsgroepen en tegen vooroordelen gingen verder dan de gebruikelijke clichés.

Hier past dan ook duidelijkheid: de woorden uit de kerstboodschap waar Wilders aanstoot aan neemt zijn goede en juiste woorden, zij het nog veel te voorzichtig. Beatrix heeft hier gelijk, heel simpel, en linkse mensen doen er goed aan dat gelijk – een progressief, antiracistisch gelijk – en goed en uitdagend in te wrijven

Tegelijk moet dat met nauwkeurigheid. We verdedigen deze uitspraken van de koningin, maar we verdedigen iet die koningin als zodanig. Ze heeft gelijk op dit ene specifieke punt, in deze ene specifieke discussie. Niet meer. Maar ook niet minder.

Er is een tegenwerping. Het is nogal makkelijk, zou je kunnen zeggen, om vanuit je prachtige en goedbeschermde paleis de witte mensen in arme wijken te vermanen dat ze aardig moeten zijn tegen hun Marokkaanse buren. "Het wordt hoog tijd, Uwe Majesteit, dat U eens een halfjaartje in Kanaleneiland doorbrengt" stelt iemand in een reactie op de berichtgeving.

Bij die klacht kan ik me iets voorstellen. Natuurlijk heeft iemand uit de top van de heersende klasse enen geloofwaardigheidsprobleem van jewelste als ze progressieve dingen gaat zeggen. Maar dat is nu niet de kern. Ongetwijfeld weet de koningin niet werkelijk hoe het is in arme wijken. Misschien is ze wel hypocriet, wie weet? Maar de vraag is niet: heeft ze voldoende begrip voor armoede? De vraag is ook niet: meent ze wat ze zegt? De vraag is heel simpel: klopt het wat ze zegt? Spreekt ze op dit punt de waarheid, en een waarheid die nodig gezegd moet worden? Het antwoord op die kernvraag is wat mij betreft ja.

Nogal pijnlijk aan de uitspraken van Beatrix is niet zozeer het feit dat de koningin ze doet. Wie daar vanauit ene links antiracistisch perspectief schamper over doet, richt zijn woede verkeerd. De vraag is niet: waarom uitgerekend de koningin op deze toer? De vraag moet zijn: waarom anderen níét? Ik wil dit soort stellingnames – maar dan robuuster, helderder, en gecombineerd met bijbehorende demonstratieve en politieke activiteit – horen van Jan Marijnissen, van Agnes Jongerius van de FNV, van Femke Halsema – en niet alleen van Beatrix, Maxima of Doekle Terpstra.

Ik wil een brede linkse beweging tegen het soort van giftige politiek die Wilders propageert. Maar om dat te doen, moet elk progressieve geluid op dit punt krachtig ondersteund, aangemoedigd, toegejuicht en voor verder antiracistisch activisme benut worden – uit welke merkwaardige mond dat progressieve geluid ook komt.

woensdag 27 juni 2007

Anoniem solliciteren: het verdedigen waard

Mensen van buitenlandse afkomst - 'allochtonen', maar dat is weer zo'n raar etiket - komen nog steeds veel minder makkelijk aan een baan dan mensen wiens afkomst binnen de Nederlandse grenzen ligt, de 'autochtonen'. Discriminatie, wortelend in structureel racisme, speelt hierin direct en indirect de hoofdrol.

Discriminatie bestaat wel degelijk

Hier zijn wat cijfers en citaten: "Zo is de werkloosheid onder etnische minderheden gestegen: van 8,9 procent in 2001 naar 16,4 procent in 2005. Onder autochtonen steeg de werkloosheid van 2,9 procent in 2001 naar 5,2 in 2004 (CBS, Statline)." Onder jonge migranten is het nog erger: "In 2005 is van de jonge niet-westerse allochtone beroepsbevolking (15-24 jaar) 26 procent zonder werk, tegen 11 procent van de autochtone jongeren (CBS Statline) ."

Veelal wordt achterstand in scholing als reden aangevoerd voor dit verschil, maar dat is op zijn minst onvolledig. "Op elk onderwijsniveau is de werkloosheid onder allochtonen hoger dan onder autochtonen." Dat blijkt uit cijfers: "In 2002 is bij laagopgeleide personen 13 procent van de allochtonen werkloos tegenover 5 procent bij de autochtonen. Van de hoogopgeleide allochtonen is 10/ procent werkloos tegenover 3 procent van de autochtonen."

Onderzoeken laten zien dat discriminatie een rol speelt. Zo vond in opdracht van GroenLinks in 2005 een proef plaats. "In het onderzoek werden in totaal 336 bedrijven benaderd door proefpersonen die zich voordeden als MBO-scholier en een Nederlandse dan wel een Marokkaanse naam opgaven in het telefoongesprek. Het bleek dat vooral bedrijven in de bouwsector het niet zo begrepen op scholieren met een Marokkaanse achternaam. Slechts 15 procent maakte een kans op een uitnodigingsgesprek tegen 41 procent van de scholieren met en Nederlandse naam. In de detailhandel en de horeca zijn de verschillen veel kleiner."

In 1995 - toegegeven, eventjes geleden - vond een onderzoek plaats naar de houding van personeelsfunctionarissen. "10 procent van de respondenten zei geen allochtone werknemers in dienst te nemen en nog eens 25 procent gaf aan slechts bepaalde groepen allochtonen te accepteren. " Anders gezegd: 35 procent van de ondervraagde personeelschaf erkende aan discriminatie te doen. Dit alles, en nog veel meer, staat met bronvermelding te lezen in
'Discriminatie op de arbeidsmarkt - Factsheet' , op de website 'Art. 1 - voorkomt en bestrijdt discriminatie', van de vereniging 'Art. 1.', waarin het vroegere Landelijke Bureau Racismebestrijding en plaatselijke antidiscriminatiebureau's samenwerken.

Anoniem solliciteren heeft nare bijsmaak...


Dat is de achtergrond van de discussie die al een tijdje plaats vindt over het zogeheten anoniem solliciteren, oftewel het insturen van bijvoorbeeld een sollicitatiebrief zonder daarin herkomst te vermelden, en zonder dat je aan de naam die herkomst kunt herkennen. Het idee is: als een personeelschef niet weet of die een autochtoon of een autochtoon voor de neus krijgt, kan de personeelschef ook niet van te voren de allochtoon overslaan voor een sollicitatiegesprek.

Dit is natuurlijk een middel met een hele nare bijsmaak. Iemand moet zichzelf als het ware vermommen tot afkomstloos, om zo eventuele discriminatie te omzeilen. In plaats van dat de personeelchefs die discrimineren worden aangepakt, moet de sollicitant een stuk van de identiteit niet tonen. In een beschaafde maatschappij zou dit de omgekeerde wereld zijn, en daarom onaanvaardbaar. Maar die beschaafde maatschappij bestaat nog niet.

Discriminatie frontaal bestrijden lukt weliswaar niet via dit anonieme solliciteren. Maar discriminatie omzeilen zodat allochtonen banen krijgen waar ze anders buiten werden gesloten, blijkt langs deze weg wel te lukken. In Nijmegen loopt al enige tijd een proef. "Nijmegen heeft tussen augustus 2006 en februari van dit jaar in totaal 17 sollicitatieprocedures bij drie gemeentelijke afdelingen geanonimiseerd. Ter controle werden twintig procedures bij vier andere afdelingen niet-anoniem gehouden. Gebleken is dat allochtonen en autochtonen in de anonieme procedures evenveel kans maakten, terwijl bij de andere vier afdelingen vaker autochtonen werden uitgenodigd voor een gesprek." Dat meldt de
website van het blad Intermediair op 4 april 2007. Overigens is het verschil volgens De Volkskrant niet zeer overtuigend, vandaar dat de proef wordt voortgezet.

... maar de aanval erop deugt niet

Nu wil minister Guusje ter Horst (PvdA) het anoniem solliciteren ook bij rijksambtenaren invoeren. Dat leidde gisteren tot hoogst verontwaardigde
vragen in de Tweede Kamer, waar vrijwel de complete politieke rechterzijde, in dit geval weer eens gesteund door de SP, te hoop liep. Het CDA opende, bij monde van een zekere meneer Van Heijnum, opende de aanval en sprak van "een onzalig plan." Hij noemt het "de wereld op zijn kop", en zegt "we gaan toch niet accepteren dat je in dit land je naam, afkomst en huidskleur op je sollicitatiebrief moet wegtipp-exen om een baan te krijgen?" Ja, dat is de wereld op zijn kop - maar wie het paardemiddel van het anonieme solliciteren zo neersabelt mag wel eens met een alternatief komen.

Dat doet de CDA-er ook. Hij constateert dat er weliswaar redelijk wat allochtonen in dienst komen maar dat er vrijwel net zo veel weer vertrekken. "De minister kan naar onze mening beter proberen om deze werknemers vast te houden, in plaats van haar personeelsmanagers discriminatie in de schoenen te schuiven." Zoals we zagen is discriminatie door personeelsmanagers niet iets dat we ze in de schoenen hoeven te schuiven, maar een realiteit. En het is een realiteit waaraan Van Beijnum maar liever voorbij gaat. Nee, discriminatie verdwijnt niet door anoniem solliciteren. Maar sollicitanten worden in een anonieme procedure tenminste van het rechtstreekse effect van discriminatie gevrijwaard. Maar dat vindt Van Beijnum blijkbaar niet de moeite.

Na antwoorden van minister Ter Horst en ook Donner komt dan mijnheer Fritsma , van de PVV aan het woord. Die spreekt van "politiek-correcte symptoombestrijding" en vraagt "waarom de echte problemen niet opgelost worden: 70 % van de Marokkaanse jongeren in Amsterdam maken nie5t eens de schoolopleiding af. Het is dan logisch dat het moeilijk is om aan de bak te komen. Waarom spreekt de minister de allochtonen niet aan op hun eigen verantwoordelijkheid in plaats van ze constant in bescherming te nemen?" Vertaling: het is de eigen schuld van de allochtonen dat ze in grote aantallen geen baan vinden. We zagen al eerder hoe leugenachtig dit is: zelfs bij gelijke scholing is de kans voor allochtonen op een baan aantoonbaar en opvallend lager dan voor autochtonen. Wat deze Wilders-kloon doet is de racistische stemmingmakerij die we uit die kring verwachten.

Dan hebben we de bijdrage van mevrouw Koser Kaya van D66. Die nam wat afstand van de PVV, maar zei ook: "Anoniem solliciteren breekt de persoonlijkheid van mensen af." Bovendien zet het allochtonen "op 3-0 achterstand." Ze stelt dat het niet werkt. "je gooit er een zieligheidsdekentje overheen." Hoe dat kan als je dus, vanwege het anonieme karakter van de sollicitatie geen eens kunt zien wie allochtoon is en wie autochtoon, vertelt ze er niet bij. Maar mevrouw Kaya blijkt een andere agenda te hebben dan het bestrijden van discriminatie: "Is het werkelijke probleem niet dat het ambtenarenrecht zo rigide is dat er niemand meer tussen kan komen, zo mogelijk nog rigider dan het gewone ontslagrecht?" Wel ja, versoepeling van ontslagrecht, beargumenteerd als strategie tegen uitsluiting van migranten op de arbeidsmarkt. je moet maar op het idee komen.

De SP deed ook een dubieuze duit in het zakje, bij monde van mevrouw Karabalut. Ze zei "Als uit de proef blijkt dat er sprake van discriminatie is, bevestigt dat in mijn ogen opnieuw de ernst en de omvang van dit probleem." Goed gesproken! Maar anoniem solliciteren vindt ook zij niet veel zaaks. "Ik wil weten welke echte oplossingen de minister aandraagt, want alleen maar van mensen vragen dat zij hun identiteit, hun afkomst, verloochenen, lost niets op."

Drogredenen! Niemand zegt dat het genoeg is om "alleen maar" via anonieme sollicitatie de kans op banen voor allochtonen te vergroten - natuurlijk is er veel meer nodig. En dan het woord "verloochenen" - demagogie is het. Zodra de sollicitant eenmaal op gesprek is, wordt de identiteit, om te beginnen toch wel de huidskleur, onloochenbaar duidelijk. Anoniem solliciteren is slechts een middel om de kans op zo n gesprek voor allochtonen tot rechtvaardig niveau te verhogen.

Vermeldenswaard bij deze negatieve SP-reactie is het feit dat de SP in Nijmegen wel min of meer een voorstander van het experiment met anoniem solliciteren was. Het enthousiasme ervoor was niet zeer groot, zo blijkt op de website van de afdeling: "geen warm voorstander ervan (zoals GroenLinks), maar ook geen fel tegenstander (zoals de PvdA)." Die laatste partij was weliswaar binnen het college eerst akkoord met de proef, maar vervolgens keerde fractievoorzitter Allard Beck er zich fel tegen, tot verbazing van de SP. Vanwaar de andere, veel slechtere, houding van de SP op landelijk niveau?

De reactie van mevrouw Van Gent (GroenLinks) is na dit alles een verademing. Ja, er is meer nodig, zegt ze, maar ze zegt dat GroenLinks "een groot voorstander" van anoniem solliciteren is. En ze vraagt zich over Van Heijnum af: "Wat voor concrete voorstellen heeft hij de afgelopen jaren gedaan om discriminatie te bestrijden?" Goede vraag.

Ik ga niet alle bijdragen langslopen. Opvallend is de vaak verstandige reactie van minister Ter Horst. Ze geeft als voorbeeld: "Bij orkesten is het niet ongebruikelijk dat sollicitanten achter een gordijn auditie doen. Dat gebeurt niet om de uniciteit van de persoon of diens kenmerken te verdonkeremanen. Het gaat erom, de kenmerken die irrelevant zijn voor datgene waarvoor je iemand werft, geen rol te laten spelen. In dat licht zou ik ook het geanonimiseerd solliciteren willen zien." En ze bevestigt dat er hiernaast natuurlijk meer nodig is tegen discriminatie en de gevolgen ervan. Reactie, later in het debat, van VVD-er Nicolai op de vergelijking met orkestaudities: "Misschien pleit het kabinet wel voor een boerkaverplichting bij sollicitaties, waardoor men ook tijdens het gesprek niet kan zien wat de huidskleur van de sollicitant is." Ik vermoed dat de man het nog grappig bedoelt ook.
Opvallend is trouwens dat het soort politici dat nu tegen anoniem solliciteren is, ook tegen dat andere middel tegen achterstanden op de arbeidsmarkt is: positieve actie. Dat houdt in dat bijvoorbeeld allochtonen bij sollicitaties voorrang krijgen als ze aan de eisen voor de baan voldoen. Het is een middel om systematische achterstelling enigszins ongedaan te maken.
Zo onzichtbaar de achtergrond van de sollicitant is bij anoniem solliciteren, zo zichtbaar en relevant is die achtergrond bij positieve actie. Waar die onzichtbaarheid, het moeten "verloochenen" van de achtergrond bij anoniem solliciteren een bezwaar is volgens tegenstanders, daar is bij positieve actie juist de zichtbaarheid en de relevantie ervan, een steen des aanstoots volgens veelal hetzelfde slag tegenstanders. Het heeft er alle schijn van dat welke maatregel tegen de effecten van discriminatie het bij deze mensen moet ontgelden, en dat deze mensen er dan wel redeneringen bij weten te vinden. Maar dit hier even terzijde, want ik dwaal af.

Al met al was het debat een vrij treurige vertoning, met de SP aan de verkeerde kant van de barricades. Ter Horst en Van Gent verwoorden een fatsoenlijk links geluid. Ja, anoniem solliciteren is symptoombestrijding. Een beetje arts weet dat je soms patiënten het leven moet redden door ook de symptomen te bestrijden. Iemand met 41 graden koorts - symptoom - heeft iets nodig tegen die koorts - symptoombestrijding. Anders is het eind in zicht.

Met anoniem solliciteren krijg je personeelchefs niet automatisch op een beter spoor. Hard aanpakken van zulke mensen die aantoonbaar discrimineren is evenzeer nodig. Maar als anoniem solliciteren meer allochtonen aan een baan helpt, dan krijgen we meer werkplekken met mensen van allerlei herkomst naast en met elkaar. Dat is niet alleen goed voor allochtonen die zo een baan krijgen, het verhoogt het contact tussen allochtonen en autochtonen. En precies dat helpt om stukken vooroordeel te doorbreken, en helpt dus tegen discriminerende houdingen, tegen racisme.

Het gelijk van Ter Horst en Van Gent is echter wel een beperkt gelijk. Naast inzet voor grotere kans op banen voor allochtonen - via anoniem solliciteren, via positieve actie, via wat voor deeloplossing dan ook - moet gewerkt worden aan meer en betere werkgelegenheid voor iedereen - en dat we dat niet aan de werking van een markteconomie overlaten. Zodat allochtoon en autochtoon zich geen concurrent meer voelen op de arbeidsmarkt, en zodat ondernemers en politici moeilijker de twee groepen tegen elkaar uit kunnen spelen.

Dat vergt dat we niet alleen banen herschikken binnen de bestaande maatschappij, maar dat we die maatschappij zelf structureel verbouwen. Maar wie nu afzijdig blijft van de strijd voor een betere positie van allochtonen binnen deze maatschappij, is niet zo 'n beste bondgenoot in de strijd voor verdergaande verandering. Het eerste gevecht is immers deel van, en aanloop tot, het tweede. Daarom sta ik in dit debat, kritisch, onafhankelijk, maar wel ondubbelzinnig, aan de kant van Van Gent en Ter Horst met hun pleidooi voor anomieme sollicitaties.

dinsdag 22 mei 2007

Rutte wil racisme legaliseren

Mark Rutte gaat de concurrentieslag om racistische kiezers aan met Geert Wilders. Dat blijkt uit zijn reactie op de uitspraak van de Haarlemse rechtbank. Die rechtbank heeft de VVD-leider veroordeeld wegens het aanzetten tot rassendiscriminatie.

De zaak speelde in 2003, toen Rutte staatssecretaris was van Sociale Zaken. Hij adviseerde gemeenten toen via een brief dat ze bij het bestrijden van uitkeringsfraude mensen van Somalische herkomst extra in de gaten moest houden. Aanleiding was de zaak van een Somalische man die "op grond van uiterlijke kenmerken door sociale rechercheurs werd staande gehouden. De man weigerde vervolgens rechercheurs toegang te geven tot zijn woning, waarna hij zijn uitkering verloor. Hij vocht dit aan en heeft nu gelijk gekregen van de rechter."

De rechtbank vond "het verzoek aan de gemeenten discriminatoir en in strijd met de grondwet. De rechtbank spreekt van 'discriminatie naar ras, omdat het hier een groep mensen van Somalische afkomst betreft, ongeacht de nationaliteit van de betrokkenen.' ". Aldus het bericht in de NRC waar ik dit aan ontleen.

Het is goed en hoognodig dat nu eens luid en duidelijk is vastgesteld dat het aanmerken van hele bevolkingsgroepoen als crimineler, meer geneigd tot fraude of wat dan ook, doodgewoon discriminatie is, racisme, en nog in strijd met wet en Grondwet ook. Schokkend - maar toch eigenlijk ook weer niet - is de reactie van Rutte zelf. Die vindt zijn handelswijze destijds helemaal in orde. "Rutte zou de brief die door de rechter als discriminerend is beoordeeld opnieuw sturen als hij nog staatssecretaris was", aldus Nieuws.nl . Het ging immers om het bestrijden van fraude, niet om discriminatie? Rutte 'mist' hier het 'detail' waar de rechter op wees: dat je, precies in het bestrijden van discriminatie dus niet mag discrimineren.

Maar Rutte ging verder. Als zijn handelswijze dan inderdaad volgens de huidige wet niet kan, dan moet de wet dus maar worden veranderd, zo zie hij volgens hetzelfde bericht. Anders gezegd: Rutte wil racisme niet slechts gedogen, maar rechtstreeks legaliseren. En aangezien het verbod op racisme wortelt in het discriminatieverbod in artikel één van de Grondwet, pleit hij impliciet voor het afschaffen daarvan - zoals Pim Fortuyn en Geert Wilders al eerder deden.

De opstelling van Rutte laat zien hoe weinig liberaals er nog over is in het gevestigde liberalisme. Immers, ooit stond liberalisme toch ook voor het opkomen voor individuele rechten en vrijheden, op basis van gelijkwaardigheid? Dat houdt dan in dat mensen beoordeeld worden op wat ze doen, op hun persoon - niet op hun huidskleur of afkomst. In de woorden van Martin Luther King in zijn 'I have a dream'-toespraak uit 1963, een hoogtepunt in de strijd voor gelijke burgerrechten van de zwarte bevolking van de VS: "Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid maar op hun karakter." Dat is een liberaal geluid, maar liberalen als Rutten vegen er hun achterste mee af. Links moet dat stuk liberale erfenis met hand en tand verdedigen, en meer dan dat.

Heel erg alert is links daarin helaas niet. De rechterlijke uitspraak vond zaterdag 19 mei plaats, net als de reactie van Rutte. het NOS-journaal had er een goed stukje over, met Jelle Klaas aan het woord, de advocaat van de Somalische man die van de rechter gelijk had gekregen. Maar daarna: stilte alom, ook ter linkerzijde.

Geen stevig geluid waarin bij de uitspraak van de rechter werd aangeknoopt om racistisch opsporingsbeleid en de bijbehoren de retoriek onderuit te halen. Geen explosie van verontwaardiging wegens Rutte's pleidooi voor gelegaliseerde discriminatie. Kennelijk zien mensen het gebeuren als een los incident, niet echt belangrijk. Dat lijkt me een gevaarlijke vergissing. Dat moet veranderen voordat de verdere Fortuynisering van de gevestigde politiek nog veel dieper wortel heeft geschoten.

donderdag 5 april 2007

Extra plus voor extra paspoort, en andere hoopvolle signalen

Wilders en zijn agressieve politiek beginnen her en der op stevig tegengeluid te gooien. Ook degenen die naar rechts uitglijden en deels tegemoetkomen aan nationalistische obsessies krijgen de wind van voren.

Zo kreeg Jan Marijnissen na zijn kwalijke "dikke extra plus" waarmee hij het afstand doen van een tweede paspoort graag beloond zag, in zijn inmiddels terecht beruchte Telegraaf-interview, tot nu toe maar liefst 1077 reacties, waaronder heel veel mensen uit SP-kringen zelf zelf die het er helemaal niet mee eens waren dat Marijnissen zo meegeeft met de gure loyaliteitswind. Binnen de SP zit duidelijk links en antiracistisch leven, zo blijkt. Dat stelt paal en perk aan de ruimte die Marijnissen heeft voor zijn, op dit punt niet bepaald linkse, geluid.

Prominent wapen van de tegenstanders van het hatelijke racisme waarmee wilders tracht te scoren: argumenten, een beroep op elementaire menselijke verbondenheid en gelijkwaardigheid en - humor. Het prachtigste initiatief kreeg ik vandaag onder ogen (dank, Miriyam!): het "gastvrije en hartelijke Anderland" biedt iedereen een extra paspoort aan. Immers: "Een paspoort van Anderland is een dikke extra plus!" Het tweede en derde punt uit de loyaliteitsverklaring die je daartoe kunt ondertekenen:

"Ik verklaar dat alle mensen wereldburgers zijn.
Ik verklaar dat ieder mens tegelijk loyaal kan zijn aan één land."

De vraag waar dat Anderland dan wel ligt krijgt als antwoord: "Het is niet op een kaart te vinden, maar het is overal waar u het zoekt: bij de overburen, op de Maan, achter het glas van uw computerscherm, of in uw eigen hoofd. Anderland staat voor de hoop op een betere wereld." Andersland zoekt "een tsunami aan nieuwe burgers." Op het moment dat ik dit intik staat de teller van mensen die zich daartoe hebben aangemeld op 1605.

Anderland heeft "geen inburgeringsplicht. Het is voldoende als u het eens bent met de loyaliteitsverklaring." Van een officiële taal is geen sprake en "er is ook nauwelijks een overheid. Iedereen in Anderland spreekt de taal die hij (opm. Rooieravotr: en zij, mag ik aannemen) zelf wil, en toch begrijpt iedereen elkaar. Hoe dat kan is niet helemaal duidelijk", zo lezen we bij de veelgestelde vragen.

Je kunt ook, als je je aanmeldt, een reactie achterlaten. Een aantal staat op de site. Daar zitten prachtige tussen. "Eindelijk een Koerd met een eigen paspoort en een eigen land" , bijvoorbeeld, en "ik voel me nu al thuis". Ook stelt iemand al voor om een "ferm, niet hartsnellerkloppend niet te kort volkslied wat makkelijk mee te zingen is" op de site te zetten. "Wellicht kunnen alle burgers van Anderland dit lied inzetten op de vieringsdag van de verjaardag van de koningin van een naburig best bekend land. Dat zou de burgers van dat land moed insprekenbij hun dagelijkse strijd tegen moedeloosheid." Geweldig vind ik het. Ik heb me enkele uren geleden aangemeld en heb nu eindelijk een paspoort waar ik enigszins trots
op kan zijn.

Heel anders van toon is de website "Samen Verder?" Wie die opent krijgt "Dreaming of a world" van Tracey Chapman te horen, plus de oproep: "Stop de hetze tegen onze allochtone/ moslim broeders en zusters." Je kunt online een formulier tekenen om deze oproep kracht bij te zetten. De website heeft ook een heel nuttige nieuwsrubriek met artikelen over Wilders en wat er rond zijn hetze-politiek loskomt. Daarin valt op dat vrijwel alle berichten afkomstig zijn uit het zwaar gereformeerde Nederlands Dagblad. het doet vermoeden dat deze website uit protestants-christelijke hoek afkomstig is. Dat zou me niet helemaal verbazen, juist ook in dagblad Trouw (vergelijkbare achtergrond maar ideologisch veel opener) staan ook geregeld behoorlijk felle stukken over Wilders 'politiek.

Tenslotte is er de belangrijke web-initiatief "Tegen Haatzaaien". Op de pagina "Onze Missie" op die site stellen ze: "De verhoudingen tussen bevolkingsgroepen ij Nederland zijn er de afgelopen jaren niet beter op geworden. Als aanjager daarvan heeft vooral Geert Wilders zich de laatste tijd in de schijnwerpers geplaatst. En in wat hij in maart aan de orde stelde ging het natuurlijk niet over paspoorten en conflicterende belangen, het ging om haatzaaien tegen islamitische medeburgers. Hij sprak mensen niet aan op hun daden maar op hun achtergronden en dat is de kern van discriminatie." Even verder: "Wij hebben daarom het initiatief genomen tot het veroorzaken van tegenwind, deze website is daar het eerste voertuig van."

Veel documentatie over Wilders en wat hij losmaakt, in de vorm van een handige "Subsite voor Stukken" , waarin achtergrondartikelen en columns van bijvoorbeeld Marcel van Dam en Ed van Thijn te vinden zijn. Het initiatief komt, aldus de Volkskrant, van "een aantal Amsterdamse PvdA-leden". Ook in die partij blijkt wel degelijk niet alle linkse leven te zijn geweken. Samen met de eerder vermelde initiatieven, en de uiterst succesvolle bijeenkomst "Wat is het antwoord op Geert Wilders?" op de UvA van 18 maart waar ik gister iets over schreef, geeft het aan hoe breed en veelvormig de weerzin en weerstand tegen Wilders' racistische hetze inmiddels is.

woensdag 4 april 2007

Meningsverschil in proportie

Pepijn Brandon en Rooieravotr verschillen van mening over de analyse van het verschijnsel-Wilders, en wat een passende naam voor dat verschijnsel is. Ik spreek van fascisme, en ben een serie begonnen waar in ik aannemelijk tracht te maken dat dit terecht is: "Hoe je een fascist herkent", waarvan ik inmiddels deel 1 heb geplaatst, deel 2 en ook deel 3. Pepijn denkt daar anders over. Hij vindt het onjuist en onverstandig om in Wilders' geval van fascisme te spreken, en beargumenteert dat in "Hoe herkent Ravotr fascisten?" , zijn reactie die ik op 3 april als gastcolumn op dit weblog heb geplaatst.

Duidelijk mag hier overigens wel zijn dat Pepijns afwijzing van het woord 'fascisme' als typering van Wilders in lijn ligt met het standpunt van de Internationale Socialisten (IS) als organisatie, al zegt hij dat niet met zoveel woorden. Niet alleen is hij niet voor niets hoofdredacteur van De Socialist, en staat dat ook duidelijk bij zijn gastcolumn. Ook zul je in De Socialist en in andere uitingen van de IS in dit verband tevergeefs zoeken naar dat f-woord als typering van Wilders. Zoiets is, zoals Pepijn het zelf wellicht ook zou formuleren, geen toeval.

Ik ben niet overtuigd van zijn gelijk, maar het waarom komt in volgende weblogstukken uitvoeriger terug. Hier wil ik de gelegenheid nemen om mijn eigen rol in dit soort discussies te verhelderen. In welke hoedanigheid neem ik stelling? Pepijn en ik zijn allebei lid van de IS, met in dit geval echter een verschillende benadering van een actueel politiek vraagstuk. Hoe zit dat?

Welnu, ik schrijf hier om mijn analyse van zaken te geven, om een onderbouwde politieke mening naar voren te brengen, om de werkelijkheid te helpen doorgronden. Daarmee hoop ik een kleine bijdrage aan kritische meningsvorming te geven, in de hoop daarmee ook bij te dragen aan de broodnodige verandering van die werkelijkheid. Ik doe dat vanuit mijn overtuiging, die wortelt in het marxisme. Ik doe dat openlijk als lid van de organisatie die dat marxisme gestalte probeert te geven: de IS.

Maar ik spreek hier niet namens de IS. Wie wil weten wat de IS als organisatie vindt, kan daarvoor terecht in De Socialist, op de website van de IS, bij sprekers die namens de organisatie op bijeenkomsten spreken. En ja, als ik bij zo'n gelegenheid spreek, dán spreek ik namens de IS. Maar hier niet. Hier ben ik gewoon Rooieravotr, no more, no less.

Ja, ik ben IS-er, met grote overtuiging - maar een eigenzinnige IS-er. Doorgaans neem ik dezelfde standpunten in als de organisatie waarvan ik immers niet voor niets deel uitmaak. Ik breng daarbij eigen accenten en ingrediënten aan waar ik dat nuttig vindt. Af en toe wijkt mijn mening af van de opvatting die de organisatie uitdraagt, en soms klinkt dat meningsverschil door in mijn weblogstukken. Zo gaat dat, en ik ben er erg trots op dat ik deel uitmaak van een groepering waarin dit in alle openheid kan. Marxisten die niet hardop nadenken over de wereld en die daar niet hardop van mening over durven te verschillen - dat zijn beroerde marxisten. Zo goed als een marxistische organisatie die dit soort van hardop nadenken zou ontmoedigen haar marxistische doeleinden een slechte dienst zou bewijzen. Maar van zo'n beroerde organisatie ben ik dus geen lid, integendeel.

Tot zover is er dus geen wezenlijk probleem. Zulke problemen ontstaan pas als meningsverschillen tot wezenlijke tegenstellingen in de gevoerde praktijk, in strategie en tactiek, zouden leiden. Dit weblog is niet de plek om die discussies uit te vechten die binnen een organisatie soms uitgevochten moeten worden, al kan er wel eens iets van doorklinken alhier. Maar van een wezenlijk meningsverschil tussen Pepijn en mij in die zin, rond de aanpak die tegen het fenomeen-Wilders is vereist, is volgens mij geen sprake.

Ik kan me namelijk uitstekend vinden in de benadering die te lezen is in De Socialist: Wilders ontmaskeren als islamofobe racist, de die daarmee zijn sociaal-economische plannen - een verdere verheviging van neoliberaal afbraakbeleid - aan het gezicht onttrekt, en breed levende frustraties kanaliseert in een reactionaire richting. Met of zonder het hanteren van het woord 'fascisme' - ontmaskeren, waarschuwen en uitleggen is wat moet gebeuren, en dat is wat de IS momenteel doet.

Daarin passen ook openbare bijeenkomsten waarvan de IS mede initiatiefnemer is, zoals onlangs op de UvA. Die dragen bij aan kritische meningsvorming, aan inhoudelijk onderbouwde stellingname tegen de opkomst van Wilders' racistische politiek. Ik vind die aanpak zeer gezond.

Van de verslagen over de Uva-bijeenkomst - "Wat is het antwoord op Wilders?" - bijvoorbeeld in de Volkskrant en in universiteitsblad Folia - werd ik uitermate vrolijk. De weerklank die het debat had, de uitstraling vanhet geluid dat op deze manier tegen Wilders tot klinken wordt gebracht - het laat zien dat hoe nuttig dit soort initiatieven - breed gedragen, in alle openheid - zijn in het opbouwen van verzet tegen Wilders' politiek. Geen groter compliment voor deze aanpak trouwens dan de poging van Wilders' PVV om de bijeenkomst te laten verhinderen: hij ziet kennelijk hoezeer een effectieve en onderbouwde ontmaskering zijn politieke opmars in gevaar kan brengen.

En nee, het feit dat ik Wilders als fascist meen aan te moeten duiden wil niet zeggen dat ik dus vindt dat militante fysieke confrontaties met de PVV onverwijld op gang gebracht moeten worden, als ware de SA zelve al in aantocht. De PVV is niet de NVU of de Nationale Alliantie. Het idee dat Wilders op dit moment dezelfde bejegening verdient als Constant Kusters of Eite Homans is absurd en nimmer door mij bepleit. De confrontatie aangaan met niet-bestaande knokploegen aan Wilderszijde - mocht Pepijn bang zijn dat dàt is waar ik naartoe wil, dan hoop ik hem op dit punt enigszins te hebben kunnen geruststellen. Maar daarmee loop ik vooruit op een meer inhoudelijke repliek die Pepijns zeer welkome discussiebijdrage nog gaat krijgen.

donderdag 29 maart 2007

Hoe je een fascist herkent (deel 3)

Racisme, vooral in islamofobe vorm, is het handelsmerk van Geert Wilders en zijn PVV. Maar racisme vormt niet de kern van het ideologie die zij hanteren. De ruggengraat van de opvattingen van Wilders wordt gevormd door een fel nationalisme waar het racisme een onderdeel van vormt - maar niet meer dan dat. Die verwevenheid van racisme met een agressief nationalisme geeft aan de opvattingen van Wilders een extra gevaarlijke dimensie - een dimensie waarmee hij zich verwant betoont aan fascistische stromingen en personen elders.

Wilders' nationalisme druipt van zijn teksten af, en ook van de titels ervan. Een document over zijn economisch beleid heet "Plan voor een nieuwe Gouden Eeuw" - een verwijzing naar die hoogtijdagen van Hollands Huiveringwekkende Glorie. En het het stuk waarin hij in 2005 zijn opvattingen presenteerde heet veelbetekenend een "Onafhankelijkheidsverklaring" - een onafhankelijkheidsverklaring van Wilders jegens wat hij de "de elite" noemt, maar ook een verwijzing naar de noodzaak dat Nederland als zodanig zoiets nodig heeft. Sleutelzinnetje daaruit: "Ik houd van Nederland, maar steeds minder van het Nederland zoals het nu is." De toon van slotpassages uit het stuk spreekt boekdelen. "Zonder excuses en voorbehoud kies ik voor een vrij en welvarend en onafhankelijk Nederland. Onze gezinnen, onze geschiedenis en onze toekomst verdienen dat. Ooit veranderden onze voorouders een moerasdelta in een oase van tolerantie en economisch succes., met een vlag die over de hele wereld synoniem is met vrijheid. Die vlag verdient het in vrijheid te blijven wapperen."

Met die vrijheid van Wilders' partij is trouwens ook iets merkwaardigs aan de hand. Hij geeft een opsomming. "De vrijheid dat je moeder 's avonds veilig over straat kan, de vrijheid dat je van je salaris genoeg overhoudt om aan je eigen gezin uit te kunnen geven, de vrijheid die je hebt omdat je oude dag is veiliggesteld, de vrijheid is omdat ons bedrijfsleven weer floreert, de vrijheid die je hebt omdat onze regering ons beschermt tegen terrorisme, de vrijheid van een baan en van een goed bestaan, de vrijheid om als land onze eigen beslissingen te nemen."

Het klinkt onschuldig maar is het niet. Dat "ons bedrijfsleven" - zijn die fabrieken en kantoren van ons allemaal trouwens? - bij Wilders tot bloei gebracht moet worden door maatregelen die "een baan en een goed bestaan" in gevaar brengen en het salaris van velen ook zonder hoge belasting te laag zal maken om van rond te komen - het is een onderwerp voor een andere keer. Dat de wijze waarop Wilders veiligheid tegen criminaliteit en terrorisme wil bereiken, de vrijheid verregaand ondermijnen - ook dat is waar, maar ook dat laat ik nu even rusten.

Ik wijs er wel op dat klassieke vrijheidsrechten in Wilders' opsomming ontbreken. Waar is de vrijheid om in alle rust je geloof te kunnen belijden en beleven, juist ook als je dat in een moskee wilt doen? Waar is de vrijheid om je te kleden zoals je dat wilt, om je eigen redenen - ook als je een hoofddoek prefereert boven een oud-Hollandse ijsmuts? Vrijheid bij Wilders is niet de vrijheid van personen om hun eigen leven te leiden naar eigen inzicht. Wilders heeft zijn herkomst in een partij waarin liberale waarden soms nog enigszins worden verdedigd - zolang ze niet met het maken van winst botsen. Wilders heeft de restanten liberalisme die je bij de VVD nog wel eens tegenkomt op dit punt losgelaten.

Maar de sleutel zit in het slotzinnetje van de aangehaalde passage: "de vrijheid om als land onze eigen beslissingen te nemen." Niet zozeer de vrijheid van individuen, maar de vrijheid van het hele land als totaliteit - dàt is waar Wilders voor staat. Nederland als eenheid tegen bedreigingen van buitenaf - dat is de grote ideologische drijfveer van Wilders. Loyaliteit aan dit Nederland, aan de natie, is bij Wilders blijkbaar de hoogst mogelijke loyaliteit - hoger dan de loyaliteit die aan bijvoorbeeld individuele vrijheden en democratische rechten.

Nationalisme is bij Wilders geen bijkomend bestanddeel, zoals het dat - helaas - bij heel veel andere partijen is. Nationalisme is hoofdbestanddeel, het is de ruggengraat van Wilders' wereldbeeld. Hij gaat hierin wezenlijk verder dan zelfs rechtse partijen als CDA en VVD. In combinatie met het racisme waarin Wilders grossiert brengt hem vrij dicht in de buurt van mensen als Filip de Winter en Jean-Marie Le Pen - mensen die wel degelijk een fascistisch verschijnsel vertegenwoordigen.

Hoe werkt dat nationalisme uit bij Wilders? Nederland - die mythische eenheid met haar grootse sprookjesverleden - moet zich vrijwaren van kwalijke vreemde invloeden. Vandaar bijvoorbeeld Wilders' houding jegens Europa die een "uitverkoop van Nederlandse belangen en de eigen Nederlandse identiteit" inhoudt.

Nu wordt de plek die Islamofoob racisme in zijn politiek inneemt ook duidelijker. Wilders wil een "Nederland dat zich eigen identiteit handhaaft en dar trots op is, zich niet laat overnemen of aanpast aan wezensvreemde culturen..." Daarin stoelt zijn afwijzing van de Islam - en dat maakt Moslims feitelijk tot mensen wiens loyaliteit aan dat heilige Nederland bij voorbaat dubieus is. Het hooghouden van wat hij als 'nationale identiteit' ziet, leidt tot het verdacht maken van degenen wiens 'identiteit' daarmee in strijd is. Moslims zijn in Wilders' ogen dan ook niet zozeer profiteurs (zoals in gangbaarhet onderbuikracisme), maar volksvijanden, potentiële landverraders.

Hierin zien we een buitengewoon griezelige parallel met het favoriete racisme van de jaren dertig: het antisemitisme. Ook daar zagen we het waanidee van een alomtegenwoordig gevaar dat op sinistere wijze overal invloed probeerde te verwerven. Wat destijds aangeduid werd als 'joods-bolsjewistisch complot' met als doel de wereld te overheersen, dat duikt vandaag de dag weer op als 'tsunami van islamisering'. En net zoals destijds joodse bewoners van landen als Nederland, Frankrijk en Duitsland te maken hadden met de verdachtmaking dat ze geen 'echte', loyale Nederlanders, Fransen of Duitsers konden zijn, zo zijn Moslims op soortgelijke wijze bij voorbaat al geen loyale Nederlanders, wat Wilders betreft.

Vandaar dat Moslims te maken krijgen met extra loyaliteitstoetsen. Precies dáár is sprake van in de hele hetze rond de mensen met dubbele paspoorten. Twee paspoorten, twee loyaliteiten, nietwaar? Die redenering is op zichzelf erg idioot. Ik heb een Nederlands paspoort, simpelweg omdat ik een reisdocument wil hebben maar vooral omdat mijn vijand de Nederlandse staat een identificatieplicht heeft doorgevoerd. Zonder zo'n document loopt mijn inkomen gevaar. Met loyaliteit heeft dat malle boekje met dat rare fotootje niets te maken. Ik heb ook een pasje van mijn ziektenkostenverzekering, en een NS-kortingskaart. Maar wie denkt dat ik loyaal ben aan een verzekeraar of aan de Nederlandse Sloomwegen kent mij erg slecht.

Ik ben ook nog lid van de vakbond AbvaKabo. Ook daarvan heb ik een pasje. En ja, dat lidmaatschap wortelt in een loyaliteit die ik voel jegens de georganiseerde arbeidersbeweging, met alle kritiek die ik juist vanuit die loyaliteit ook heb. Maar die loyaliteit ging vooraf aan dat lidmaatschap. Niet het pasje maakt mij loyaal; mijn loyaliteit leidde ertoe dat ik vakbondslid werd.

Het is dus onzin om aan het bezit van een document allerlei verwachtingen of loyaliteitseisen te koppelen. Historicus Marlou Schrover merkt treffend op: "Je moet loyaliteit niet verwarren met nationaliteit. Er zijn Kamerleden die de belangen van boeren behartigen, terwijl ze elf boer zijn. daar hoor je niemand over. Balkenende zal bepaalde dingen niet zeggen omdat hij christen is - dat is zijn christelijke loyaliteit. Geen probleem."

Maar precies het gelijkstellen van nationaliteit met loyaliteit doet Wilders, en daarin gaat hij steeds verder. Eerst waren het twee staatssecretarissen, één van Turkse en één van Marokkaanse herkomst, die een grove aanval te verduren krijgen. Inmiddels wil Wilders ook dat leger, politie, lidmaatschap van gemeenteraar, provinciale staten, rechterlijke en andere hoge functies voor mensen met meer dan één paspoorten verboden worden verklaard. Zo wil Wilders eersterangsburgers en tweederangsburgers in het leven roepen - een grove aanval op het democratische beginsel van gelijke rechten.

Willem Breedveld - zelf helaas wel voorstander van maatregelen tegen een dubbel paspoort - signaleert hoe kwalijk de sfeer van verdachtmaking is die Wilders helpt creëren. Ook hij ziet paspoorten niet als een loyaliteitskwestie, en grijpt daarbij terug op de tijd van de nazi-bezetting. "Zo'n twintig procent ging de fout in, of pleegde verraad en nog eens twintig procent pleegde actief of passief verzet. Al die mensen beschikten over één nationaliteit en één paspoort." Over de percentages en de omschrijving valt te twisten, maar de boodschap is duidelijk. Meegaan met Wilders' aanvallen - wat teveel politici volgens hem doen - is een "knieval voor dat deel van de bevolking dat moslims in dit land voor geen cent vertrouwt" , aldus Breedveld. Hierin heeft hij volkomen gelijk - en Wilders is degene die dit wantrouwen als geen ander bespeelt.

Formeel is zijn aanval op dubbele paspoorten weliswaar niet gericht tegen enkel Moslims. Maar uitspraken van Wilders laten de islamofobe inzet zien van Wilders' paspoortenparanoia. De "'tsunami van islamisering' heeft nu ook het kabinet bereikt" , zo 'begroette' Wilders het aantreden van de twee staatssecretarissen. En hij merkte op dat "de Marokkaanse en Turkse overheden nu feitelijk in het Nederlandse machtscentrum zijn geïnfiltreerd." Moslims met een dubbel paspoort worden neergezet als agenten van buitenlandse mogendheden èn als deel van de natuurramp waaruit volgens Wilders de Islam bestaat. Nationalistische paranoia geeft het islamofobe angstbeeld extra kracht.

(wordt vervolgd)

dinsdag 27 maart 2007

Hoe je een fascist herkent (deel 2)

Het nog veel te gangbare beeld van Geert Wilders en zijn PVV is als volgt. Het gaat hier om een wat rechtsere variant van de VVD, met een aanvoerder die er een nogal onbehouwen wijze van debatteren op nahoudt. Rechts, zeer rechts, onaangenaam wellicht, maar niet principieel anders dan de partij van Rutte en Verdonk. Uiteindelijk klinkt Partij voor de Vrijheid toch ook best wel als Volkspartij voor Vrijheid en Democratie? Nou ja, de democratie is zoekgeraakt maar een kniesoor die daarop let...

Dit beeld is echter zeer misplaatst en biedt vooral valse geruststelling. Een blik op de standpunten waarmee Wilders keer op keer het nieuws haalt zou maakt dat toch wel duidelijk. In die standpunten zien we verregaand racisme, virulent nationalisme, een reeks steeds frontaler aanvallen op democratische uitgangspunten, vooral op het beginsel van gelijke rechten voor verschillende bevolkingsgroepen.

Het racisme van Wilders omvat meerdere bestanddelen en gaat veel verder dan het maar al te gangbare racisme. Met dat laatste gifmengsel bedoel ik het waanidee dat migranten hier naartoe komen om 'onze banen in te pikken' en 'onze uitkeringen te komen misbruiken'. Migranten zijn in deze houding tegelijk harde werkers die de witte Nederlanders wegduwen op de arbeidsmarkt èn luiwammesen die van de bijstand leven. Een tegenstrijdigheid die geen racist ooit nog heeft weten uit te leggen, maar daar is een racist dan ook racist voor...

Ook dat waanidee is bij Wilders' racisme beslist aanwezig. Dat valt te zien aan zijn poging om een immigratiestop te onderbouwen. Dat doet hij in een "immigratieplan" dat hij samen met Sietse Fritsma maakte, door bij de "enorme problemen" die volgens Wilders door immigratie veroorzaakt worden als derde te noemen "een veel te hoog beroep op uitkeringen" . Toch is het opvallend hoe weinig rechtstreeks Wilders inspeelt op de racistische angst dat 'buitenlanders' vooral hier zijn als 'profiteurs'. Dat huis-, tuin- en keuken-racisme waar Janmaat zo goed in was, is bij Wilders naar de achtergrond gegaan.

Op de voorgrond bevindt zich zijn favoriete variant van racisme: Islamofobie. Het is verkeerd om te denken dat het hier gaat om een inhoudelijke kritiek op een godsdienst, om een ideologische afwijzing van de Islam. Woordgebruik als "tsunami van islamisering" suggereert allereerst een natuurramp (tsunami) die product is van een steeds verder voortschrijdend bedreigend proces (islamisering). Daarmee wordt de Islam - en feitelijk dus de gehele Moslim-gemeenschap - als bedreigend verschijnsel neergezet. Daarmee wakkert Wilders een van angst doortrokken haat aan tegen Moslims.

Natuurlijk is Wilders slim genoeg om dit in te kleden als een afwijzing van standpunten zoals die bijvoorbeeld de Koran te vinden zijn. We herinneren ons nog zijn uitspraak dat Moslims wat hem betreft slechts in Nederland mochten bklijven als ze niet de helft van de pagina's uit de Koran scheurden. Vrouwvijandigheid, homohaat en het prediken van geweld keren bij Wilders steeds terug als reden om de Islam aan te vallen en "een verschrikkelijke godsdienst" te noemen.

Maar Christendom en Judaïsme bevatten dezelfde ingrediënten. Het Christendom heeft als onderbouwing gediend van de middeleeuwse Kruistochten (waarover Neil Faulkner een nuttig artikel heeft geschreven in International Socialism Journal nr. 109, winter 2006), gedwongen bekering van 'heidenen', rechtvaardiging van koloniale overheersing en imperialistische agressie-oorlogen. Dat gaat door tot vandaag de dag: president Bush zei vlak na 11 september 2001: "deze kruistocht, deze oorlog tegen terrorisme, gaat wel even duren." Om PR-redenen verdween het tactisch wel erg onhandige woord 'kruistocht' weer uit zijn woordenschat, maar de gedachtengang was herkenbaar. De Westerse wereld hoeft op het gebied van homofobie, seksisme en bloedige oorlogspolitiek bepaald geen les te nemen bij de Islam. De eigen Christelijke ideologische fundamenten hiertoe volstaan ruimschoots. Deepa Kumar gaat, in "Islam en Islamophobia" in de International Socialist Review van maart-april 2007, onder meer in op de grondig foutieve opvatting dat de Islam een wezenlijk akeliger godsdienst is dan bijvoorbeeld het Christendom.

Een aanval op de Islam, verpakt als kritiek op seksistische, homofobe en oorlogszuchtige elementen die in de Koran te vinden zijn, valt dan ook niet als godsdienstkritiek serieus te nemen. Het feit dat een gelijktijdige aanval op het Christendom bij Wilders ontbreekt laat dat zien. Wilders is niet bezig met de kritiek op de Islam als godsdienst. Hij is bezig met een aanval op Moslims als bevolkingsgroep.

Voor leden van die bevolkingsgroep is de Islam doorgaans iets wat ze van huis uit meekrijgen, mensen worden veelal in een Moslim-gemeenschap geboren. Ook Fortuyn, ideologische voorloper van Wilders, noemde de Islam "een achterlijke cultuur" - en voegde daaraan toe: "een godsdienst kan men verlaten, een cultuur kun je echter niet verlaten". (geciteerd in "Leest u zijn boeken maar" , een dossier dat de SP uitbracht in het voorjaar van 2002) Moslim zijn is dus, in deze redenering, geen kwestie van een 'fout' standpunt kiezen; het is een kwestie van deel zijn van een 'foute' bevolkingsgroep. Juist dàt maakt Islamofobie ook tot racisme.

Voeg daarbij de hele beeldvorming rond moslims. Het beeld dat mensen in hun hoofd hebben bij het woord 'moslim' vertoont veelal trekken van mensen uit het Midden-Oosten. Zowel de mannen in het 'Westerse' strakke pak die bijvoorbeeld veelal als woordvoerder van de Turks-Islamitische organisatie Millis Görus optreden als de aanhangers van Al Qaeda met hun baarden en Arabische uiterlijk zijn aanhangers van de Islam. Maar als Wilders 'Moslims' zegt, denken zijn toehoorders en geestverwanten dan aan mannen in strakke pakken? Of aan donkere, bebaarde, Arabisch uitziende mannen in Oosterse gewaden? En geloven we echt dat Wilders niet doorheeft dat zijn publiek veelal aan de tweede categorie denkt, en niet aan de eerste?

Wilders zegt 'Moslims' maar bedoelt feitelijk 'mensen die uit het Midden-oosten afkomstig zijn'. Dat, plus het feit dat hij de hele Moslim-gemeenschap onder vuur neemt, maakt zijn Islamofobie tot hard racisme. Soms echter valt hij Marokkanen aan als Marokkaan, rechtstreeks, en zonder rechtstreekse verwijzingen naar de Islam.

Zo maakte hij zich onlangs druk over een taakstraf voor een handvol jongeren die wegens vrij lichte overtredingen een taakstaf kregen: het aanleggen van een vlindertuin. De Jongeren waren van Marokkaanse afkomst, de vlindertuin werd in dat land aangelegd, en de jongeren deden erover op diverse wijzen verslag nadat ze terug waren in Nederland. Een prachtproject, zou ik denken, maar dus niet volgens Wilders.

Maar - en daar gaar het me nu om - gelooft iemand dat Wilders zich net zo druk zou hebben gemaakt als het om een soortgelijk project voor witte jongeren uit, ik noem maar iets, de Utrechtse wijk Ondiep, zou zijn gegaan? En waar is hier de Islam-connectie zichtbaar? het gaat hier om ordinaire stemmingmakerij tegen iedere vorm van positieve benadering van Marokkanen. Die verdienen bij Wilders een keiharde aanpak. Niet vanwege het aanhangen van de Islam - dat hele woord komt in het NRC-bericht waarop ik me hier baseer niet voor - maar simpelweg vanwege hun Marokkaanse herkomst. Door het vlinderproject waar deze jongeren aan deelnemen zo in een kwaad daglicht te stellen speelt Wilders rechtstreeks in op anti-Marokkaans racisme, zonder Islamofobe sluipwegen.

Hetzelfde racisme brengt zijn partij veelvuldig in stelling rond criminaliteit en overlast. Zo stelde kamerlid Fritsma in maart kamervragen die op de website van Wilders'club prijken onder de titel: "Criminele Marokkanen keihard aanpakken". In vraag drie is daarin sprake van het "enorme probleem van criminele Marokkanen" , waartegen in vraag vijf niet alleen "zwaardere straffen"maar ook "terugzending van allochtone criminelen (al dan niet na denaturalisatie) naar hun land van herkomst" als 'oplossing' wordt aangereikt. Crimineel zijn en Marokkaan zijn liggen hier in elkaars verlengde, en vanwege hun Marokkaanse achtergrond geldt hier een extra harde aanpak (niet slechts straf in Nederland, maar uitzetting bovendien).

Islamofobie en een rechtstreekse aanval op Marokkanen gaan samen in het begrip 'straatterroristen' dat Wilders gebruikt om met name Marokkaanse jongeren die overtredingen en misdrijven begaan aan te duiden. Het gaat hier niet om moord en doodslag, maar om dingen die de meeste mensen zullen aanduiden als overlast, wangedrag en vandalisme. Lastig als je er mee te maken van hebt, maar niet specifiek voor één bevolkingsgroep. En 'terrorisme'? Door het zo te noemen maakt hij van overlast hetzelfde als van een bloedbad.

Bovendien legt hij via dat beladen woord een onderhuidse koppeling tussen hangjongeren in een verpauperde wijk en de vliegtuigkapers van 11 september 2001 of iemand als Mohammed B. . "We maken daarbij geen onderscheid tussen terrorisme tegen de staat en terreur op straat", zegt hij in een toespraak in Rotterdam waar hij oproept tot zijn eigen oorlog tegen terrorisme. Het laat zien waar Wilders mee bezig is: het zaaien van een paranoïde panische angst voor hele bevolkingsgroepen, en het stelselmatig aanwakkeren van en inspelen op racistische haat.

(wordt vervolgd)