Posts tonen met het label Afrika. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Afrika. Alle posts tonen

woensdag 5 maart 2008

VS terroriseert Somalië

Weer voerden de VS een luchtaanval uit op Somalisch grondgebied, voor de vierde keer in wat meer dan een jaar. Berichtgeving in de NRC spreekt van vier doden. Kort daarop demonstreerden enkele honderden vrouwen en kinderen in Dobley, de door de aanval getroffen plaats tegen de luchtaanval, zo meldde de BBC.

De VS beweert een belangrijk terrorist te grazen hebben proberen te nemen, een zekere Hassan Turki. Die maakt deel uit van El Shaab, en dat is weer een onderdeel van de beweging die bekend staat als de Islamitische Rechtbanken. Die beweging oefende tot begin 2007 de macht uit in grote delen van Somalië, totdat een Ethiopische invasie, gesteund door de VS, de Islamitische Rechtbanken verdreef. Daarmee werd een eind aan een weliswaar autoritaire, maar tegelijk min of meer stabiele, regering gemaakt. De reden vond de VS in haar 'Oorlog tegen Terrorisme': de VS zag in de Islamitische Rechtbanken een bedreiging.

Sinds die Ethiopisch-Amerikaanse invasie is het weer op grote schaal oorlog in het land. Een prachtig artikel in The Independent (1) geeft de achtergronden van de Amerikaanse interventie in Somalië, de voorgeschiedenis ervan en de huidige afschuwelijke situatie. Je kunt er lezen over de Amerikaanse invasie in 1991, en hoe de poging van de VS om milities uit te schakelen leidde tot een Amerikaanse aanval met helicopters, het neerhalen ervan, de dood van vier Amerikaanse soldaten én van 1000 Somaliërs op die dag, de terugtrekking van de Amerikaanse militaire macht die daarop volgde. Je kunt er lezen over de steun die de CIA gaf aan diverse militieleiders om de opkomst van de Islamitische Rechtbanken te dwarsbomen – en hoe dat niet lukte.

Vervolgens brengt het artikel de Ethiopisch-Amerikaanse operatie tegen die beweging in kaart. Het artikel vertelt hoe de Islamitische Rechtbanken zich hergroepeerden en reorganiseerden, waarbij nu inderdaad Al Qaeda- en Taliban-achtige delen veel invloedrijker zijn geworden dan voor de Rechtbanken door de Ethiopisch-Amerikaanse agressie werden verjaagd uit de hoofdstad Mogadishu. Zoals vaker heeft Amerikaans ingrijpen een ‘terroristische dreiging’ helpen scheppen waar die aanvankelijk niet of nauwelijks bestond.

Het stuk schetst de immense ellende die er in Somalië heerst: "Meer dan 600.000 mensen hebben Mogadishu het afgelopen jaar ontvlucht. Rond de 200.000 leven in armoedige geïmproviseerde vluchtelingenkampen op een strook langs15 kilometer weg buiten de hoofdstad. Volgens VN-functionarissen is het de grootste concentratie van ontheemden waar ook ter wereld. Deze functionarissen beschouwen Somalië nu als de grootste humanitaire catastrofe ter wereld, eentje die zelfs Darfur overtreft in pure verschrikking." Waarom horen we zoveel over Darfur, en zo weinig over Somalië? Zou het wellicht zijn omdat de catastrofe in Somalië nogal rechtstreeks door de Verenigde Staten is aangejaagd?

De oorlog in Somalië is onderdeel van de Amerikaanse oorlogspolitiek die zowel Irak als Afghanistan terroriseert. Over die twee landen horen we vrij veel. Over Somalië veel minder. Het genoemde artikel voorziet dan ook in nuttige achtergrondkennis om het incidentele nieuws – zoals nu die Amerikaanse luchtaanval – des te beter te kunnen plaatsen.
(1) Ik vond het artikel trouwens via het weblog Empire Burlesque van Chris Floyd, dat bij herhaling stukken over juist onderbelichte aspecten van de 'Oorlog tegen Terrorisme' publiceert, ook bijvoorbeeld over Pakistan.

zondag 10 februari 2008

Kenia: geen 'stammenstrijd'

Meer dan duizend doden, duizenden gewonden en 304.000 mensen die dakloos zijn geworden. Dat is het resultaat van de geweldsgolf die sinds de presidentsverkiezingen Kenia teistert (Aljazeera, 5 februari) .

In veel van de berichtgeving wordt vooral de etnische factor in het bloedvergieten breed uitgemeten. Verschillende 'stammen' bestrijden elkaar omdat de president van de ene stam tegenover de oppositiekandidaat van één van de andere stam stond, zo luidt de gangbare versie van de gebeurtenissen. Het is een zwaar vertekend beeld, niet vrij van koloniaal racisme.

Het geweld in Kenia kent drie samenhangende dimensies. In de allereerste plaats is het gewoon een democratisch protest tegen de frauduleuze wijze waarmee de zittende president zijn overwinning veilig stelde. Mwai Kibaki was president geworden na verkiezingen in 2002. Toen stond hij zij aan zij met oppositiekandidaat Raila Odinga tegenover Uhuru Kenyatta die de autoritaire erfenis van de eerdere president Arap Moi voortzette. Er was weliswaar formeel een democratisch stelsel met meerdere partijen, maar de verkiezingen van 1992 en 2002 waren bepaald geen democratisch hoogstandje.

Kibawi en Oding waren in 2002 dus bondgenoten uit 2002, raakten in conflict. Kibawi probeerde via grondwetswijziging de macht van de president te vergroten. Kiezers verwierpen dit grondwetsvoorstel echter, en Odinga was één van de aanvoerders van de nee-campagne. Ook de corrputie van Kibawi’s regering sprong steeds meer in het oog. Odinga werd aanvoerder van de oppositie tegen Kibawi’s bewind dat steeds meer in diskrediet raakte (Socialist Worker, 8 januari).

Bij de verkiezingen van 27 december stonden de voormalige bondgenoten dan ook tegenover elkaar. Kibawi aan het hoofd van een corrupte en autoritaire regering, Odinga aan het hoofd van een brede oppositie. Kibawi eiste de overwinning op, maar de waanwijzingen van grootschalig verkiezingsbedrog waren wijdverspreid. Algemeen wordt aangenomen dat hij de verkiezingen had gestolen. Die diefstal was nogal klunzig gegaan trouwens, de mensen van Kibawi waren er niet aan toe gekomen de parlementsverkiezingen ook naar hun hand te zetten. Daar wonnen de bondgenoten van Odinga overtuigend.

Meteen na de verkiezingsdiefstal gingen aanhangers van de oppositie kwaad de straat op. Dat leidde tot grof geweld – van politiezijde. De gewapende macht van Kibawi schoot demonstranten neer, in forse aantallen. Met al het latere gepraat over stammenstrijd is dát het eerste dat we moeten beklemtonen: de eerste geweldsronde was staatsgeweld tegen straatprotest, dictatoriale arrogantie tegenover democratische ambitie.

Achter de woede vanuit oppositieaanhangers zaten diepe sociale redenen. Kenia is een potentiëel rijk land, maar met zeer veel arme mensen Terwijl de regering de grote bedrijven – binnenlands en multinationaal – erg terwille is met neoliberaal beleid, verpauperde grote aantallen mensen. Die verarming voedde de woede tegen de president en gaf de oppositie steun in de rug. Dat die oppositie een vergelijkbaar neoliberaal voorstond deed daar niets aan af: wie uit frustratie over de zittende machteen stem van protest wilde laten horen, kwam tamelijk onvermijdelijk bij die oppositie uit. Zo'n loepzuivere democraat en voorvechter van de armen was Odinga trouwens door de jaren heen niet. Ooit was hij hij zelfs energieminister onder de autoritaire president Moi (Mukoma Wa Ngugi, "Understanding the Kenyan Opposition", MRzine, 5 februari).

Die frustratie voedde de stembussteun voor Odinga, maar gaf ook het straatprotest een felle dynamiek. Het was vooral in de krottenwijken dat mensen aan het betogen gingen, en het was ook daar dat oproerpolitie met scherp schoot en talloze mensen om het leven bracht. Het democratische protest was tegelijk een opstand van arm tegen rijk. Alweer: dit behoeft nadruk, want het staat nogal haaks op het dominante beeld van een etnisch conflict.

Pas tegen de achtergrond van een autoritaire staat die ten gunste van een rijke toplaag over een arme bevolking heerst wordt de etnische dimensie enigszins duidelijk. Die toplaag is in hoge mate samengesteld uit leden van de Kikuyu-bevolkingsgroep. Kibaki zelf is bijvoorbeeld een Kikuyu. Inspelen op loyaliteit van Kikuyus tegenover de andere bevolkingsgroepen was en is een methode van de machthebbers om zich van steun te voorzien. De oppositie werd niet door Kikuyu’s aangevoerd; Odinga zelf was bijvoorbeeld een Luo. Inspelen op anti-Kikuyu-sentimenten was en is een methode waarmee politici vanuit de oppositie antwoorden op de regering. Haat tegen de regering werd op kwaadaardige wijze opgezet in haat tegen Kikuyus in het algemeen. Omgekeerd voorzag de regering zich van steun van Kikuyu-milities die leden van andere bevolkingsgroepen aanvielen.

Al snel sloeg een golf van brandstichting, verdrijving en moordpartijen over Kenia. Oudere conflicten tussen groepen over grond en water laaiden op. Het gevecht om meer democratie een meer sociale rechtvaardigheid ontaardde inderdaad in een etnisch conflict, wat het echter in de kern níét was.

Hierbij moeten twee dingen nog worden opgemerkt. Dat de machthebbers Kikuyu s zijn, dat veel mensen uit de heersende klasse Kikuyu’s zijn, betekent helemaal niet dat de Kikuyu’s als geheel een bevoorrechte groep vormen. De meeste Kikuyu’s zijn geen minister, geen generaal, geen topmanager, maar straatarme boer, arbeider, krottenbewoner – net als vrijwel alle leden van andere bevolkingsgroepen. Het aanjagen van geweld tegen alle Kikuyu’s kan op geen enkele manier gerechtvaardigd worden door afkeer van de machthebbers. Een oppositie die niet stelselmatig probeert leden van álle bevolkingsgroepen, Kikuyu, Luo of wat dan ook, te bunbdelen in een strijd tegen de heersende macht, van welke etnische achtergrond die machthebbers ook zijn – zo’n oppositie heeft Kenia niets beters te bieden vergeleken bij de huidige machthebbers. Dat is één.

Hoe ontluisterend de ontaarding van het verkiezingsprotest in Kenia ook is, toch past het woord 'stammenstrijd' hier absoluut niet bij. Sterker: mensen zouden eens moeten ophouden om bevolkingsgroepen als Kikuyu’s en Luo’s als 'stammen' aan te duiden. Kijk maar eens naar de grootte van zulke bevolkingsgroepen. Ik heb even op Wikipedia gekeken, en Kenia blijkt ruim 28 miljoen inwoners te hebben. Daarvan is 22 procent Kikuyo. Dat zijn er tussen de 5,6 en de 6 miljoen. Luhya, de tweede bevolkingsgroep in grootte, vormen 14 procent, Luo’s 13 procent. Allebei dus een slordige 3 miljoen mensen. Noemen we zoiets 'stammen'? Er zijn een slordige 300.000 IJslanders, en dat noemen we een volk. Waarom? Moet je blond zijn en blauwe ogen hebben om een volk te mogen vormen?

Om maar eens een andere vergelijking te maken: het oude Joegoslavië kende als deelrepubliek Slovenië, met iets onder de twee miljoen inwoners. Kroatië, een andere vroegere deelrepubliek van dat land, telt bijna 4,5 miljoen inwoners, maar een deel daarvan beschouwde zich als Serviër en niet als Kroaat. Kosovo, ook onderdeel van het vroegere Joegoslavië, telt ruim 2 miljoen inwoners. Allemaal zeer vergelijkbaar met de aantallen Kikuyu’s en Luo’s in Kenia. Waarom vormden de vechtende bevolkingsgroepen in de jaren negentig van de vorige eeuw in Joegoslavië dan volkeren, en worden de vechtende bevolkingsgroepen in Kenia stammen genoemd? Is er, behalve huidskleur, een ander wezenlijk verschil te noemen?
Het hele taalgebruik dat de bevolkingsgroepen in Kenia stammen noemt, en het gewled stammenstrijd, is een weerklank van koloniaal racisme. Linkse mensen moeten deze woorden in dit verband niet in de mond nemen, tenzij ze bereid zijn om deze woorden op álle conflicten met een etnische dimensie – dus ook als de 'stammen' uit witte mensen bestaan – toe te passen.

vrijdag 29 juni 2007

Nergens zijn ze veilig, die kapitalisten

Nergens, en dan bedoel ik ook nergens, is het kapitaal veilig voor de kracht van georganiseerde arbeiders. Niet in straatarme landen in Afrika. Maar evenmin in het machtigste bolwerk van de kapitalisten, de Verenigde Staten.

Dat bedacht ik me toen ik een paar nieuwberichten tegenkwam. Zo vond in het Westafrikaanse land Mali een tweedaagse algemene staking plaats, op 26 en 27 juni (zie
"General strike grips Mali" , IOL online, een nieuwssite in Zuid-Afrika). Daarmee zetten arbeiders vakbondseisen kracht bij: loonsverhoging voor ambtenaren, en lagere prijzen voor water, voedingsmiddelen, elektriciteit en brandstof. De staking was wijdverbreid, niet alleen in een aantal overheidsdiensten maar ook in particuliere bedrijven. "Vandaag werd de staking overal opgevolgd, ondanks de meerdere pogingen van de staat om die te breken", aldus de secretaris-generaal van de National Union of Workers in Mali, Siaka Diakite.

In dezelfde week, op donderdag 28 juni, hielden verslaggevers van de Wall Street Journal, de befaamde zakenkrant in de Verenigde Staten, een werkonderbreking van een ochtend. Daarmee protesteerden ze tegen dreigende verslechtering van arbeidsvoorwaarden op het gebied van ziektenkostenverzekering en lonen. "Op een moment dat Dow Jones de hulpbronnen vindt om 135 topbestuurders met een gouden parachute te belonen, zou het niet moeten proberen om de ziektenkostenvergoeding van personeelsleden uit te hollen en ook niet om salarisaanpassingen op te leggen die neerkomen op een lagere betaling" , aldus een passage uit een verklaring van personeelsleden (zie
"Newspaper Guild release", Poynter online, een website over journalistiek..

De werkonderbreking is van grote symbolische betekenis. Het gaat hier niet alleen om de zakenkrant van het Amerikaanse kapitaal bij uitstek, vaak ook spreekbuis van extreme neoconservatieven. Het is deel van het bedrijf Dow Jones, dat we kennen van de aandelenbeurs. Als arbeiders - en verslaggevers zijn doodgewoon arbeiders - bij zulke bedrijven de tegenstelling zien tussen hoe zij behandeld worden en hoe de top zichzelf beloont, en als ze dat inzicht in actie om beginnen te zetten, dan is dat machtige Amerikaanse kapitalisme minder oppermachtig dan het nog steeds soms lijkt.

dinsdag 27 februari 2007

Guinee: revolutie wint, maar geen knock-out

De algemene staking in Guinee, waarmee vakbonden en anderen al wekenlang het bewind van president Conte onder druk zetten, is voorbij. De president is akkoord gegaan met de benoeming van een premier die hij moest kiezen uit een lijstje van kandidaten dat door vakbonden en andere oppositiekrachten was opgesteld. Inmiddels heeft Conte inderdaad een nieuwe premier benoemd, een zekere Lansana Kouyaté. Vakbonden riepen intussen hun aanhangers op om op 27 februari weer aan het werk te gaan.

Het einde van de algemene staking kwam na weken van grote spanning. Een staat van beleg met grof geweld van veiligheidstroepen tegen demonstranten was onvoldoende om de staking te breken. Toen de president de staat van beleg wilde verlengen, blokkeerde het parlement dat plan. Dat gaf aan dat de president zelfs aan de top van de maatschappij zijn greep aan het verliezen was. Meestal deed het parlement wat de president wilde, maar deze keer ging het dus anders. Intensieve onderhandelingen brachten de dagen erop de ontknoping, het vooruitzicht van een nieuwe premier, en het einde van de staking.

Daarmee heeft de explosieve sociale crisis tot een gedeeltelijke overwinning van de protesterende bevolking geleid. Een overwinning, omdat de president tweemaal toe moest toegeven aan de protestbeweging. De eerste keer dwong die de benoeming van een nieuwe premier af met een al;gemene staking die op 19 januari begon en 18 dagen duurde. Toen Conte echter als premier een nauwe medemerker van hem, Eugene Camara, naar voren schoof. Dat was niet een figuur die onafhankelijk jhegens het bewind stond, niet een figuur die daarmee het vertrouwen van de oppositie won. De vakbonden hervatten daarop de staking en wisten daarmee de benoeming van een premier af te dwingen waar ze meer vertrouwen in hadde. Dat laat de hardnekkigheid en kracht van de volksbeweging zien, en van haar spil: de in vakbonden georganiseerde arbeidersbeweging.

Maar de overwinning is slechts gedeeltelijk. Tijdens de tweede staking was luid en duidelijk de eis te horen dat de president zelf moest aftreden. "Wanneer de staking weer begint, dan vragen wij klip en klaar om het vertrek van president Lansana Conte" , zei vakbondsleider Ibrahima Fofana bij het begin van de tweede staking. Maar de president is niet weggestaakt, het bewind niet omvergeworpen. De revolutionaire crisis heeft geen revolutionaire ontknoping gekregen.

Dat betekent dat Conmte zijn macht kan blijven gebruiken om verdere bedreiging van zijn macht tegen te werken. Ook is het onduidelijk wat een nieuwe regering, ook al heeft die meer bevoegdheden ten opzichte van de pr4esident, aan de sociale nood, de gestegen prijzen en de corruptie gaat doen. De nieuwe premier was eerder uitvoerend secretaris van ECOWAS, de Economische Gemeenschap van Westafrikaanse Staten. Dat doet minstens vermoeden dat het hier niet echt gaat om iemand met wortles in de volksbeweging, maar eerder een technocraat van wie een neoliberaal beleid kan worden verwacht.

Dat beleid zal neerkomen op grote ruimte voor de vrije markt, privatiseringen bezuiniging. Wellicht wordt corruptie iets steviger aangepakt, en vermoedelijk zal een nieuwe regering minder autoritair optreden dan de vorige - al was het maar uit angst voor herleving van de stakingsbeweging. Maar verdergaande verandering lijkt van de nieuwe regering niet te verwachten. En de prijs die de bevolking heeft moeten behalen voor haar beperkte succes was erg hoog: rond de 120 mensen kwamen om het leven, voor het overgrote deel slachtoffer van het geweld van veiligheidstroepen tegen demonstranten.

Het uitblijven van een revolutionaire doorbraak is in de hand gewerkt door de rol van de opppositieleiding, vooral de vakbondstop. Die ontketende met de stakingen weliswaar een beweging met een revolutionaire dynamiek. Maar juist over die dynamiek maakten ze zich ongerust, ze poogden de greep op de boze betogers te houden, om een oplossing via overleg mogelijk te maken. Daarmee blokkeerden ze de furie van onderop, in plaats van die te bundelen en effectief te richten tegen te heersers. "We weten ons geen raad omdat dingen al zijn begionnen voordat we onze stakingsoproep gelanceerd hebben" , zo verwoordt een vakbondsonderhandelaar zijn zorg over een achterban die zich onverwachts als voorhoede begon te gedragen. "Het is des te zorgelijker omdat er momenteel geen onderhandelingen plaatsvinden."

Maar deze koers van de vakbondstop had nooit zo succesvol kunnen zijn als die achterban-die-voorhoede-werd zich bewust, effectief en grootschalig had weten te bundelenl te organiseren. Er waren wel degelijk andere organisatief actief, met een veel radicalere koers. Zo maakte de website AllAfrica melding van een verklaring van Omali Yeshitela, voorzitter van de Afriukaanse Socialistische Internationale. Hij riep op tot solidariteit met wat het bericht noemt de "radicaal linkse jeugdorganisatie, de Afrikanistische Beweging, waarvan ze zegt dat het de enige geloofwardige revolutionaire organisatie die betrokken is bij de massastrijd die in Guinee gaande is" . Yeshelita zegt: "De leidende revolutionaire organisatie (...) is de Afrikanistische beweging. Het is een organisatie die begrijpt dat de strijd van Guinee-Conakry deel uitmaakt van de strijd voor de bevrijding en vereniging van Afrika en Afrikaanse mensen overal."

Het is kennelijk een organisatie in de Pan-Afrikaanse traditie, een organisatie die een nationalisme-op-Afrikaanse schaal voorstaat, gericht tegen Westerse overheersing. Doel is volgens Yeshitela "de totale bevrijding en vereniging van Afrika en Afrikaanse mensen onder de leiding van de Afrikaanse arbeidersklasse en arme boeren" . Het betreft bij deze Afrikanistische Beweging hier kennelijk een anti-imperialistisch nationalisme, met een stevige linkse inslag.

Het stemt hoopvol dat er kennelijk een linkse organisatie bestaat die een rol kon spelen in de stakingsstrijd. Maar klaarblijkelijk was de invloed ervan nog onvoldoende om het onbevredigende compromis waartoe de stakingen hebben geleid te blokkeren en de weg naar een verdergaande bevrijdingsstrijd te openen.

Maar misschien komt zoiets nog. De beweging van de afgelopen maanden heeft ongetwijfeld iets losgemaakt bij de deelnemers eraan, al die vele duizenden stakers en demonstranten die hun kracht begonnen te ervaren. De rust zou wel eens erg breekbaar kunnen zijn, en niet van heel lange duur. Socialist Worker concludeerde: "De situatie blijft onstabiel en er kunnen snel weer oproepen zijn voor nieuwe stakingen." De revolutie in Guinee lijkt dan ook eerder tijdelijk onderbroken dan werkelijk afgesloten.

woensdag 21 februari 2007

Guinee: revolutie in impasse

Al meer dan een maand is het Afrikaanse land Guinee in de greep van grootschalige protesten tegen het autoritaire bewind van president Comte. Op 10 januari begon een algemene staking.

Felle demonstraties begeleidden de stakingsbeweging.
Herschelle S.Challenor vertelt: "Op 22 januari had Guinee de grootste protestmars in haar geschiedenis. Tienduizenden Guineeërs sloten zich aan bij een vreedzame protestmars om hun bezorgdheid over het beroerde economische beleid van president Lansana Conte kracht bij te zetten". Veiligheidstroepen schoten op demonstranten: meer dan zestig doden. Maar de stakers zetten door, en zo dwongen vakbonden en oppositiebewegingen af dat de president zijn bevoegheden aan een nieuwe premier af. Na 18 dagen hieven de protesterende organisaties daarom de staking op.

Maar op 9 februari benoemde Comte als nieuwe premier een naaste medewerker van hem, Eugene Camara. Dat leidde al direct tot nieuwe protesten: "demonstranten wierpen brandende barricades op en probeerden regeringsgebouwen aan te vallen in steden verspreid over Guinee, en kwamen zo doende in botsing met veiligheidstroepen." Die openden het vuur op actievoerders: acht mensen kwamen om. Aldus
berichtgeving van Aljazeera.

Op maandag 12 februari begonnen vakbonden aan een tweede algemene staking.
Vakbondsleider Ibrahima Fofana zei: "We erkennen deze premier niet, en het gaat sowieso niet meer om de premier. Wanneer de staking weer begint, dan vragen we klip en klaar om het vertrek van president Lansana Conte." Maar de vakbondstop had bepaald geen complete greep op de protesten: "We weten ons geen raad omdat de dingen al zijn begonnen voordat we onze stakingsoproep lanceerden. Het is des te zorgelijker omdat er momenteel geen onderhandelingen plaatsvinden" , aldus een vakbondsonderhandelaar. Vrij vertaald: mensen begonnen zelf het heft in eigen handen te nemen, en haalden de vakbondsleiding links in. Dat liet zien hoe revolutionair de situatie in Guinee inmiddels was geworden.

Op de dag dat de staking echt begon gingen mensen weer de straat op om hun weerzin tegen de president kracht bij te zetten. De president kondigde daarop de noodtoestand af. Met grof geweld, arrestaties,mishandeling en erger, handhaafdfe het leger de 'orde'. Angst hield veel mensen binnen. Maar de staking ging en gaat door.

Het is onduidelijk hoe dit gaat aflopen. Vakbondsleiders
weigerden te onderhandelen zolang de staat van beleg niet was opgeheven. Stapsgewijs zijn de bepalingen van die noodtoestand wel versoepeld. Of dit een teken is dat de autoriteiten zich sterker voelen, of dat ze juist toegeven aan de druk van de vakbonden, kan ik uit de berichtgeving niet goed opmaken. De situatie lijkt enigszins in een impasse, met een bewind dat belegerd wordt maar nog niet ineenstort, en een beweging vanuit de bevolking die sterk heeft maar nog geen doorbraak heeft weten te forceren.

Intussen groeit her en der de bezorgdheid.
West-Afrikaanse leiders overlegden al met Conte. Dezelfde Herschelle Challenor die ik eerder citeerde over de protesten ziet al reden voor Amerikaans ingrijpen. Redenen waarom de VS belanghebbend zou zijn: de crisis in het land kan de sluimerende conflicten in het naburige Sierra Leone en Liberia weer doen ontvlammen en de stabliteit in de regio bedreigen; het land bevat veel bauxiet en andere grondstoffen (en zoals we allen weten behoren grondstoffen, waar ook ter wereld, de VS rechtens toe, maar dat zegt Challenor er niet bij...); vijfentachtig procent van de bevolking is Moslim, en veel jonge geestelijken studeren in Saoedi-Arabië en Egypte, waar ze conservatieve opvattingen opdoen (waarom dat de VS ook maar iets aangaat wordt niet vermeld, het zal toch niet iets met Bush' famueze 'oorlog tegen terrorisme' te maken hebben?); en Guinee heeft onder de Franstalige Afriukaanse staten een opvallend hechte band met de VS (oftewel: de VS en Frankrijk vechten hun rivaliteit in West-Afrika uit over de hoofden van de Guineeërs, maar ook dat hebben we natuurlijk niet van Challenor).

Challenor wil dat de Veiligheidsraad van de VN zich over de zaak buigt, en vindt kennelijk dat de grove mensenrechtenschendingen die het bewind begaat reden moeten zijn om Conte te verwijderen: "Daar president Conte keer op keer heeft laten zien dat hij zijn verplichtingen niet nakomt is er geen reden meer om een dialooog met hem aan te gaan. Een optie is om hem naar een ander land te verwijderen, zoals de VS deed met president Aristide van Haiti, misschien deze keer naar Marokko of Saoedi-Arabië, waar hij geen kraad kan doen." De onbeschaamde inhumane arrogantie van de hele, in wezen koloniale, redenering springt in het oog. Sinds wanneer gaat de VS over het aanvblijven of vervangen van het staatshoofd van Guinee? Het voorbeeld van Haiti laat zien dat landen die deze vrom van machtswisseling overkomt, alleen maar dieper in de ellende zakken.

Dat Conte weg moet, lijdt intussen geen twijfel. Maar de enige kracht die het recht toekomt om hem te verdijven, en die de capaciteit heeft om wezenlijke verbeteringen door tre zetten, is de protestbeweging die waarvan de vakbonden de spil zijn. In Guinee is de revolutie feitelijk gaande tegen het bewind van de autoritaire president. Een verdrijving van die president door buitenlandse interventie is, juist voor een bevrijdende ontknoping bevochten door de massabeweging zelf, een dodelijk gevaar.

Intussen hebben ook de internationale arbeidersbeweging en revolutionair links gelukkig enige, zij het nog te spaarzame, aandacht voor de revolutie in Guinee. Een delegatie van de Internationale Confederatie van Vakbonden ITUC heeft eind januari het land bezocht,
een video-verslag daarvan is op de website van de ITUC te vinden. Het Comite voor de Afschaffing van de Schulden van de Derde Wereld CATWD heeft in een verklaring op 14 februari haar steun uitgesproken voor de algemene staking en de harde onderdrukking veroordeeld. Dat bericht vond ik via Marxsite 2007. De Socialist Worker ( de Britse, niet de Amerikaanse) berichtte in de editie van 10 februari over de overwinning van de staking in januari.

De week erop duidde deze krant
het belang van de gebeurtenissen in Guinee", in een hoofdredactioneel commentaar: "Als de strijd doorgaat en niet tegengehouden wordt door de vakbondsleiders, dan kunnen de democratische eisen uitgroeien tot een slag voor de omvorming van de maatschappij, met arbeiders die de controle uitoefenen - permanente revolutie in de 21ste eeuw." Het is erop of eronder voor de arme meerderheid van Guinee

Dit weblog berichtte uitvoerig over de januaristaking in Guinee. Het laatste ervan verscheen op 26 januari:
"Guinee: staking, volksopstand, bloedbad". Daar vindt je tevens links naar mijn eerdere stukken over dit onderwerp.

zaterdag 20 januari 2007

Guinee: begin van revolutie

Steeds grimmiger verloopt de volksopstand waartoe de op 10 januari begonnen algemene staking in Guinee inmiddels is uitgegroeid. Aljazeera meldt dat er inmiddels vijf doden zijn gevallen. Autoriteiten pakken inmiddels ook vakbondslijders korte tijd op. Maar de stakende en demonstrerende arbeiders en jongeren voeren de druk verder op.

In een arbeiderswijk vochten stenengooiende jongeren langdurig met de politie, die met rubberkogels schoot. In Kissidougou en Kankan namen enkele duizende mensen aan straatprotest deel. De gouverneur van de hoofdstad heeft alle publieke bijeenkomsten verboden, en de politie treedt keer op keer grof op. Vakbondsleider Yamadou Touree kondigde aan: "We houden de staking en de demonstraties gaande in het hele grondgebied. We hebben de deur voor onderhandelingen niet dichtgedana, maar we hebben een rustige atmosfeer nodig. De autoriteiten hebben ons niet in de gelegenheid gesteld om onze problemen uit te leggen." (Aljazeera, 19 januari 2007).

Maar voor onderhandelingen zijn de boze betogers niet echt meer in de stemming, zo is de indruk die je uit berichtgeving krijgt. In Labe vielen duizenden mensen regeringsgebouwen aan. "Ze gingen naar het huis van de gouverneur en plunderden alles. Ik zag rook opstijgen. Daarna gingen ze naar de woning van de prefect waar ze een deel van de muur neerhaalden --- voor het leger begon ze te verspreiden" , aldus Matire Sylla, iemand die daar woont.

Op 17 januari legden bauxietarbeiders in het nationale bauxietbedrijf CBG het werk neer. Bauxiet is een van de belangrijkste exportprodukten van het land, en Guinee is ook nog eens één van de voornaamste leveranciers van bauxiet. Daarmee krijgt de beginnende revolutie in Guinee een rechtstreekse internationale economische dimense. CBG is deels eigendom van multinational Alcoa.

Intussen begint president Conte kennelijk wat nerveus te worden. Hij kondigde enkele toegevingen aan: lagere brandstofprijzen, hogere salarissen voor docenten en zo nog wat. Maar de protestbeweging eist dat hij zijn macht aan een nieuwe regering overdraagt (One News, 18 januari 2007).

Woensdagavond vond een ontmoeting tussen de president en vakbondsleiders plaats. Daar bleek de scherpte van de confrontatie. "Hij dreigde ons te doden als we de staking niet afbliezen" , zo vertelde vakbondsleider Rabiatou Serah Diallo naderhand. In de straten van de hoofdstad hing na een met traangas en kogels (niet alleen rubber) uiteengeschoten demonstratie: "Maak een eind aan het Conte Regime. We willen verandering" .

Diallo nogmaals: "De oplossing van de staking is in handen van President Conte en de in stellingen van de Republiek. We gaan door met de strijd tot onze eisen bevredigend zijn ingewilligd." (AllAfrica, 17 januari). Student Gassimu Issiage Camara was wat scherper in zijn bewoordingen: "We willen dat Conte vertrekt. Dat is het enige waar we allemaal voor vechten." Sommige arbeiders in goudmijn Anglo Gold Ashanti, Ltd, een Zuidafrikaans bedrijf, gingen niet aan het werk. "We hebben niet het gevoel dat er een snel einde aan de crisis ophanden is" , zo somberde een diplomaat. (Sydney Morning Herald, 19 januari 2007).

Steeds duidelijker wordt welke kant dit opgaat: revolutie. "De staking zou wel eens kunnen leiden tot een machtsverschuiving in de directe toekomst, en lijkt reeds af te gaan op een volksopstand in Labe, Pita(...) en mogelijk de oostelijke wijken van Conakry. Als andere steden in het binnenland, zoals Kankan, Guegedou en N'Zerekore die kant opgaan, dat zal de balans vri dramatisch zijn begonnen over te hellen". Dat zei Mike McGovern, West-Afrika-specialist aan de Universiteit van Yale, VS.

Vanuit de actievoerende bevolking klinken duidelijk geluiden: "We willen geen onderhandelingen, en ook geen compromis met Conte, en evenmin een paleisrevolutie van de generaals. Het volk van Guinee wil alleen een totale overwinning: het eind van het bewind en een overgangsregering van nationale eenheid" , zo berichtte een op straat verspreid pamflet, onder de titel "Het Oog van het Volk" ( Reuters, 19 januari 2007).

Dit soort taal laat zien dat actievoerenden bezig zijn om de nog vrij gematigde vakbondstop links in te halen. Het is een teken van hoopgevende radicalisering, een teken dat het voor de machthebbers niet mee gaat vallen om de buitengewoon vastberaden strijdende bevolking met een fooi af te schepen.

Eerdere berichtgeving op dit weblog, met achtergronden van de staking en wat economische gegevens: "Algemene staking in Guinee" (12 januari 2007) en "Guinee: van staking naar volksopstand? " , (16 januari 2007).

(verbeterd nav commentaar Dear Kitty 22 januari 2007)

dinsdag 16 januari 2007

Guinee: van staking naar volksopstand?

De algemene staking in het Westafrikaanse land Guinee, waar ik op 12 januari over schreef, groeit uit tot een confrontantie met revolutionaire dimensies. De politioe treedt grof op tegen rebellerende jongeren, de vakbonden dreigen met massale demonstraties als de president geen nieuwe premier benoemt en weigert terug te treden.

Vakbonden, gesteund door oppositiepartijen en NGO's hadden de staking uitgeroepen uiot protest tegen het feit dat twee wegens corruptie veroordeelde politici door president Conte werden vrijgelaten. Maar de bonden bundelden met de staking - de derde binnen anderhalf jaar - vooral de woede wegens eindeloos stijgende prijzen en de armoede van veel mensen.

Maandag 15 januari meldde de BBC hoe in de hoofdstad Conakry jongeren met de politie vochten en volgens een hoge poltiechef zelf een politiebureau aanvielen. De politie schoot met rubber kogels en traangas. Het is een teken van de hoog opgelopen sociale spanning. AllAfrica meldde meer grof politiegeweld: "De militairen kwamen, ze sloegen me, verwoestten mijn huis en gooiden al mijn eten op te grond", vertelt een bewoner van de wijk Koloma. De zondag ervoor arresteerde de politie 80 mensen en blies een jongerenorganisatie een geplande manifestatie af.

De avond van 15 januari hielden de vakbonden een ontmoeting met de president en stelden hun ultimatum. "Als de president het voorstel niet respecteert, dan nodigt hij een algemene beweging uit en we nodigen ale Guineeërs uit om actief deel te nemen aan demonstraties" , aldus vakbondsleider Ibrahima Fofana. gezien de houding van de autoriteiten betekent dit zo ongeveer een volksopstand. De komende dagen zullen moeten uitwijzen of de beweging het bewind werkelijk zal weten te verslaan en daarmee het gevecht om meer sociale rechtvaardigheid een forse stap vooruit brengt.

Informatie uit:
"Guinea police clash with strikers", BBC, 15 januari 2007;
"Guinea: Conte Mulling Union Ultimatum as Security Forces Crack Down", UN Integrated Regional Information Networks, AllAfrica.com, 16 januari 2007 (let op: heeft tweede pagina);
Rooieravotr, "Algemene staking in Guinee", 12 januari 2007.
Volkskrant on-line: niets
NRC on-line: niets
Nieuws.nl: niets
Nu.nl: niets...

(verbeterd 22 januari nav commentaar Dear Kitty bij "Guinee: begin van revolutie" )

vrijdag 12 januari 2007

Algemene staking in Guinee

Vakbonden in het Westafrikaanse land Guinee zijn een algemene staking van onbepaalde duur begonnen. Daarmee protesteren zij allereerst tegen inmenging in de rechtsgang door president Conte. Die heeft ervoor gezorgd dat twee ex-ministers die gevangen zaten wegens corruptie werden vrijgelaten.

Maar achter de woede over deze bescherming van corrupte politici gaat een diepere onvrede van arbeiders schuil. Vorig jaar hielden vakbonden ook al twee keer een algemene staking, uit protest tegen de steeds hogerer prijzen. Bij één daarvan, in juni, schoten veiligheidstroepen volgens AllAfrica 11, volgens AngolaPress zelfs 20, mensen dood.

Guinee is een potentieel rijk land, maar met veel arme mensen. Het land heeft grote voorraden bauxiet - bijna de helft van alle voorraden ter wereld, aldus de CIA die het kan weten... - , goud en ijzererts. Maar de bevolking ziet weinig van die rijkdom. Het leven wordt alsmaar duurder. De inflatie is 25 procent; 40 prtocent van de mensen leeft beneden de armoedegrens. Een zak rijst kost nu meer dan vijf keer zoveel als in 2000.

De huidige staking krijgt niet alleen steun van de vakbonden, maar ook van oppositiepartijen en Non Gouvernementele Organisaties. Vanaf 15 januari volgen ook acties van burgerlijke ongehoorzaamheid en demonstraties, zo hebben partijen en NGO's aangekondigd. De staking is een rbede sociale beweging tegen het bewind van president Conte. "Heel het land is moe van dit bewind dat de laatste jaren zijn onbekwaamheid heeft laten zien op alle niveaus" , aldus vakbondsleider Ibrahima Fofana.

Professor Mike McGovern, Guinee-specialist op de Universiteit van Yale, in de VS, legt uit hoe het komt dat juist de vakbonden zo vooraan komen te staan in de strijd om verandering: "De oppositiepartijen hebben laten zien dat ze erop uit zijn de macht te grijpen, maar ze hebben geen geloofwaardigf programma gepresenteerd waarmee ze laten zien hoe ze anders zouden regeren dan de zittende regering. Als mensen in Guinee 'politiek'zeggen, dan bedoelen ze smerige politiek, waar het spel erom gaat om bovenaan te komen, maar de vakbonden praten over het bredere terrein van de politiek waar sociale, economische en culturele factoren meespelen. De vakbonden praten over de levenskansen van mensen, dus als zij zeggen dat het ze alleen om het welzijn van m,ensen te doen is, dan heeft dat enorme kracht." Waar McGovern het eigenlijk over heeft (waarschijnlijk zonder zich dat goed te realiseren), is de kracht van een arbeidersbeweging die zich tot spreekbuis weet te maken van bredere groepen mensen die zuchten onder armoede en onderdrukking, en hopen op wat beters.

Het valt te bezien hoe dit afloopt. Gaat het bewind proberen de beweging te onderdrukken - en zo ja, zal het daarin slagen? Militairen en mensen vanuit de protesterende organisaties voeren overleg om botsingen te voorkomen. Maar soldaten zijn volgens de berichtgeving nadrukkelijk aanwezig in de hoofdstad. En als de machthebbers zich door de beweging werkelijk bedreigd gaan voelen, dan zal overleg met vakbondsleiders ze niet afhouden van bloedvergieten. Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken waarschuwt Amerikaanse burgers al om voldoende in te kopen, en uit de buurt van betogingen te blijven.

Al met al zijn de gebeurtenissen van grote betekenis. Ze laten zien dat ook in ASfrika arbeiders hardnekkig voor hun rechten op komen. Nu maar hopen dat de staking een drastische doorbraak brengt in de strijd om een beter bestaan van de massa van de bevolking van Guinee.

Op basis van:
"Guinee: Civil Society Cristallizing Around Unions", UN Integrated regional Information Networks, AllAfrica.com , 12 januari 2007 (let op: bevat tweede pagina);
"Trade unions threaten indefinite strike in Guinea", AngolaPress, 5 januari 2007;
"General Strike in Republic of Guinea: Workers'discontent reaches climax", website van de International Trade Union Confederation, 11 januari 2007;
"Warden Message: Guinea General Strike January 10", Overseas Security Advisory Council, 4 januari;
"The World Factbook: Guinea", CIA, updated 19 december 2006.

(verbeterd nav commentaar Daer Kitty (zie: "Guinee: begin van revolutie"), 22 januari)