Posts tonen met het label Venezuela. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Venezuela. Alle posts tonen

zondag 9 maart 2008

Zo bakt men 'nieuws': FARC, 'vuile bom' en propaganda

Zo maakt men 'nieuws'uit geruchten en onbewezen beschuldigingen. Men neme: een onwettige inval in een buurland. De beweringen van een zogeheten spionagedeskundige over wat daar werd aangetroffen, die afgaat op wat een geheime dienst hem vertelt. Het overnemen van die berichtgeving door een krant. Hoplakee, 'nieuws'!

Kijkl maar naar deze kop, van de website nu.nl. "FARC-leider wilde in Roemenië uranium kopen". Een zeer feitelijke bewering, geen citaat, geen gerucht, geen bronvermelding – gewoon een hard feit, geen twijfel mogelijk. Anders zou er toch wel iets staan van: "X beweert: 'FARC-leider wil uranium kopen'". Toch?

Met gespannen aandacht ga je dan natuurlijk lezen waarop deze keiharde feitelijke constatering is gebaseerd. Dan komt er een openingszin waarin gezegd wordt dat de bij de aanval van Colombiaanse troepen op ene basis van de guerrillagroep FARC gedodeleider Raul Reyes geprobeerd had om in Roemenië aan uranium te komen. En dan: "Dat meldde het Colombiaanse blad El Espectador zondag." Het ontbrak er nog maar aan dat het blad omschreven werd als 'gezaghebbend'. Wij moeten iets geloven op een nieuwssite, omdat een krant het beweert.

Hoe weet dit blad, wiens autoriteit dus ongetwijfeld bij de lezer geen enkele uitleg behoeft, dit? "El Espectador baseert zich op de Ierse journalist Gordon Thomas, die gespecialiseerd is in het thema spionage. Thomas zou de informatie van de Britse geheime dienst hebben." Dát is nu vrije nieuwsgaring: je praat een inlichtingendienst na!

Het bericht zelf is absurd genoeg om aan de geloofwaardigheid ervan te twijfelen. Het verhaal luidt dat de man, met een Venezolaans paspoort, in Roemenié op uraniumjacht is geweest. Met dat uranium wilde hij een zogeheten vuile bom maken om president Uribe op te blazen. Kan iemand misschien uitleggen waarom je voor het omleggen van een president zo ’n bom nodig hebt.? In Dallas, 1963 lukte dat prima zonder. Eén scherpschutter - of meerdere, kies je eigen versie – voldeed prima. Presidentskandidaat Bhutto kwam aan haar einde met een weliswaar smerige aanslag, maar van een vuile bom met uranium erin was geen sprake. Dood ging ze echter wel.
Moeten we echt geloven dat de FARC-leiding uit idioten bestaat die halsbrekende toeren uithalen en op wereldreis gaan voor een wapen dat ze voor hun soort strijd helemaal niet nodig hebben? En dat de FARC-leiders daarvoor het soort publiciteit zouden riskeren waardoor de VS ze niet alleen in de hoek van 'terroristen', maar in het kamp van de bezitters van 'massavernietigingswapens' zouden kunnen plaatsen?
Nu al heeft de Colombiaanse president aangekondigd dat hij Chavez wegens 'genocide' wil laten aanklagen door het Internationaal Strafhof - inderdaad, vanwege het subsidiëren van een FARC dat volgens de vicepresident van Colombia aan ‘massavernietigingswapens’ zou werken … die 'vuile bom', jawel. Zou de FARC dit soort beschuldigingen willens en wetens willen opzoeken? Is dat aannemelijk?
De BBC, die melding maakt van de aankondiging van Uribe, zegt overigens wel netjes dat er voor het eventuele zoeken naar uranium door FARC-mensen een veel aannemelijker reden kan zijn: fondsenwerving, door uraniumverkoop. Maar ik zou wel meer bewijsvoering wiolen zien voordat ik zelfs maar in de zoektocht van het FARC naar uranium geloof.

Er ontbreekt voor dit alles hetzelfde wat ook ontbrakt in de aanloop naar de Irak-oorlog: bewijs. Ook toen beweringen over massavernietigingswapens in handen van de vijand. De huidige berichtgeving over FARC en vuile bom valt onder dezelfde categorie, en komt uit een filiaal van dezelfde leugenfabriek die opnieuw een oorlog probeert te rechtvaardigen – dit keer tegen Venezuela. Dat het Colombia was dat Ecuador binnenviel om die FARC-basis aan te vallen en Reyes en anderen ombracht, dat het in dit conflict Colombia was, en niet het FARC – laat staan Venezuela – dat agressief optrad, en dat de gedode FARC-leider bezig was met onderhandelingen over vrijlating van gijzelaars (1) – al die dingen kunnen prachtig aan het oog onttrokken worden met praat over de terreurdreiging en massavernietigingswapens.
Verbaasd hierover ben ik nauwelijks nog. Maar de mate waarin propaganda van een geheime dienst door een serieus genomen actualiteitssite als hard nieuws wordt gepresenteerd, is en blijft shockerend.
(1). Zie ook het artikel van Suzanne Velthuis over de Colombiaanse aanval op de FARC-basis, op het weblog van de Internationale Socialisten.

woensdag 26 december 2007

Democratie, revolutie en de ontwikkelingen in Venezuela (deel 3)

De vorming van de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela toont geenszins aan dat venezuela in een dictatuur-Cubaanse-stijl verandert. Hoe zit dat met het andere verwijt van oppositie-intellectueel Teodor Petkoff aan de doelstellingen van Chavez (zie deel 2 van deze reeks): het 'eeuwige aanblijven' van Chavez, zoals dat later ook in het grondwetsvoorstel was opgenomen?

Dat voorstel behelsde het schrappen van de bepaling dat een president niet meer dan twee ambtstermijnen mocht krijgen. Anders gezegd: kiezers konden hem zo vaak als zij wilden tot president kiezen en herkiezen. Van een besluit van Chavez zelf om zich het eeuwige presidentschap toe te eigenen was totaal geen sprake. Dat maakt de uitspraak van Petkoff al tamelijk leugenachtig.

Nu kun je over de bepaling zelf verschillend denken, Het argument voor beperking van ambtstermijnen heeft een democratisch aspect: je voorkomt dat iemand zodanig vergroeit met de machtsstructuur, en tegelijk zo verslaafd raakt aan die macht, dat een oppositie feitelijk kansloos wordt een gekozen president steeds meer een autoritaire sterke man wordt. Door het aantal ambtstermijnen te beperken doorbreek je dit mechanisme en creëer je meer openheid voor nieuwkomers en oppositionele politici. Dat is de gedachtegang, en helemaal onzinnig uit democratisch oogpunt is dat niet.

Maar er staat iets tegenover: het idee dat niemand anders dan de bevolking uit mag maken of en hoe vaak iemand wordt herkozen - hoe riskant jij of ik het ook mag vinden om iemand eindeloos te herkiezen. Laten mensen die tegen een derde herverkiezing van Chavez zijn, met een sterke kandidaat plus programma komen, de meerderheid overtuigen, en netjes de verkiezingen winnen. Het recht van een democratisch gevormde meerderheid om te kunnen kiezen, en dus herkiezen, mag toch zwaarder wegen dan de wens om de kiezers als het ware tegen zichzelf te beschermen door het onmogelijk te maken om de kandidaat van hun voorkeur te blijven herverkiezen als ze dat willen?

Zelf vind ik het tweede principe – de wil van de meerderheid krijgt voorrang – sterker dan het eerste – niemand mag door eindeloze herverkiezing met de macht vergroeien. Maar ook al was dat niet zo, dan nog: beide principes stoelen op een democratische gedachtegang. Het idee dat door onbeperkte herverkiezing mogelijk te maken de democratie overboord gezet wordt, is misplaatst. Daar komt nog bij dat de afschaffing van de beperking van het aantal ambtstermijnen netjes werd voorgelegd, eerst aan de gekozen volksvertegenwoordiging, en vervolgens via het referendum aan de kiezers zelf. Erg antidemocratisch is dat bepaald niet.

De praktijk laat dat ook zien. De VS beperkt het aantal ambtstermijnen tot twee. Frankrijk niet. Is de VS een democratie, en Frankrijk een dictatuur? Toen Poetin president werd van Rusland, was dat land min of meer een democratie, met min of meer serieuze verkiezingen waarbij niet van te voren totaal vast stond wie ging winnen. De president mocht twee ambtstermijnen dienen, en niet meer. Is door die beperking voorkomen dat Poetin nog meer met de macht is vergroeid en het politieke proces zodanig naar zijn hand heeft weten te zetten dat hij zo ongeveer zijn opvolger kan aanwijzen en voor zichzelf een rol als sterke man met andere functie kan regelen?

Er is simpelweg geen aantoonbaar verband tussen het aantal toegestane ambtstermijnen enerzijds, en het bestaan van sterke democratische verhoudingen en mechanismen anderzijds. Het bezwaar tegen onbeperkte herkiesbaarheid van een president houdt dan ook geen stand.

Een derde thema dat keer op keer in het anti-Chavez-kamp opduikt is het verwijt dat hij de onafhankelijke media zou dwarsbomen of erger. Het verwijt is niet steekhoudend. Maar vooraf mag opgemerkt worden dat critici met ‘onafhankelijke media’ doorgaans commerciële media bedoelen. Die zijn natuurlijk helemaal niet werkelijk onafhankelijk – niet van degenen wiens eigendom ze zijn, niet van het grote geld, niet van de klasse van grote ondernemers wiens spreekbuis ze feitelijk zijn.

Als het waar zou zijn dat Chavez de grote kranten en TV stations van staatswege zou laten overnemen, dan zou dat nog geen inbreuk op de onafhankelijke media zijn, het enige dat zou veranderen is dat die media hun commerciële afhankelijkheid zouden moeten inruilen voor een politieke afhankelijkheid. Of dat een stap vooruit zou zijn, of achteruit, is niet bij voorbaat duidelijk. Dat hangt af van het soort staat dat deze maatregel neemt, en van hoe die maatregel verder wordt doorgevoerd en uitgewerkt. Maar met het ondermijnen van de onafhankelijke media zou zo’n stap niets te maken hebben.

Maar van zo’n stap is niet eens werkelijk sprake, althans niet buiten de paranoïde verbeelding van rechts en uiterst rechts, binnen en buiten Venezuela. Het belangrijkste ‘vergrijp’ waarnaar zij het afgelopen jaar hebben gewezen is de zogenaamde
sluiting van het RCTV televisiestation in mei. In werkelijkheid ging het om een doodgewoon besluit van de regering om de etherlicentie van het bedrijf – in handen van een met de oppositie verbonden particuliere onderneming – niet te verlengen. De regering had daar gewoon mee gewacht tot de termijn waarvoor de licentie gold was verstreken.

Redenen voor het besluit waren talloze overtredingen van de wetgeving, maar vooral het feit dat de zender in 2002 rechtstreeks verweven was met de complotteurs die met een staatsgreep Chavez voor korte tijd omverwierpen. Opmerkelijk is niet dat deze zender voor zo’n overduidelijk onwettige betrokkenheid zijn uitzendrechten kwijtraakt. Opmerkelijk is vooral dat Chavez daarmee wacht tot de legale geldigheid van de licentie afliep. Wederom is de bewijsvoering voor de bewering dat Venezuela naar een dictatuur afglijdt niet zeer sterk.
(wordt vervolgd)

zondag 23 december 2007

Democratie, revolutie en de ontwikkelingen in Venezuela (deel 2)

Laten we de kern van het veranderingsproces in Venezuela eens in ogenschouw nemen. De deuren naar verandering werden geopend met de verkiezing van Chavez tot president. Hij lanceerde vervolgens veranderingen, eerst bescheiden en vervolgens steeds ingrijpender, waar de arme bevolking baat bij heeft. Onderwijs en gezondheidszorg kwamen beschikbaar voor miljoenen straatarme mensen voor wie dat eerder niet was weggelegd. Keer op keer wonnen Chavez en zijn medestanders verkiezingen: voor het presidentschap, voor een nieuwe grondwet in 1999, voor een Congres, tegen een poging van de oppositie om hem via een tussentijds referendum weg te krijgen.

Oppositiegroepen konden vrijuit campagne voeren, veel media in particuliere handen voerden dag in dag uit campagne tegen Chavez. Toch bleef hij winnen. Het democratische mandaat van Chavez en zijn hervormingen staat boven iedere serieuze twijfel verheven. Het feit dat hij zin krappe nederlaag bij het grondwetshervorming meteen accepteerde heeft zijn positie als niet alleen democratisch gekozen, maar ook democratisch opererend staatshoofd eerder versterkt dan verzwakt.

Mensen die de ontwikkelingen in Venezuela kenschetsen als het stapsgewijs vestigen van een dictatuur gaan hier doorgaans volkomen aan voorbij. Kennelijk zijn vrije verkiezingen slechts een democratisch criterium als die door betrouwbare rechtse politici gewonnen worden. Lukt dat niet, dan is een sluipende staatsgreep (VS 2000: via fraude in Florida naar het Hooggerechtshof dat hertellingen blokkeerde en zo Bush het presidentschap schonk) of een openlijke coup (Venezuela, april 2002, met goedkeuring van Witte Huis en New York Times) een acceptabele optie.

Als gebrek aan electorale democratie niet het argument kan zijn om Venezuela tot dictatuur-in-wording uit te roepen, met wat voor zaken schermen de anti-Bolivariaanse oppositie en hun megafoons in de internationale media dan? Je hoort dan drie verwijten. Chavez wil via grondwetswijziging zichzelf eindeloos aan de macht houden. Hij wil de media naar zijn hand zetten. En hij wil via zijn partij een soort Cubaans 'communisme' opleggen.

Teodor Petkoff, ooit linkse activist maar later één van de intellectuelen die de rechtse oppositie ging steunen, zei het iets meer dan een jaar geleden
als volgt. "Natuurlijk is Venezuela geen dictatuur. Maar de plannen van Chavez voor zijn eeuwig aanblijven en het vormen van een eenheidspartij van alle groepen die hem steunen, zijn vege tekenen." Over dat eeuwige aanblijven dadelijk meer. Eerst maar eens die eenheidspartij.

Het gaat hier om het lanceren van de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela, de PSUV. Chavez nam hiertoe het initiatief, om daarmee alle voorstanders van de ‘Bolivariaanse Revolutie’ te bundelen, Hij drong er bij de partijen die hem tot dan toe steunden op aan om zichzelf op te heffen en op te gaan in de nieuwe partij.

Het woord ‘eenheidspartij’ duidt op eenheid van voorstanders van Chavez, zijn beleid en zijn programma. Maar tegenstanders spelen behendig in op de associaties die dat woord op kan roepen met politieke formaties die de dictaturen in Oost-Europa bestuurden in de tijd van het 'communisme'. Klassiek voorbeeld is de Socialistische Eenheidspartij van Duitsland (SED), de officiële naam van de Communistische partij zoals die aan de macht was in 'Oost-Duitsland', de DDR. De partij was een product van een fusieproces, tussen de Communistische Partij (KPD) en de Sociaaldemocratische Partij (SPD), door de KPD-leiding afgedwongen onder dekking van de Russische bezettingsmacht. Dat deel van de SPD dat niet mee wilde doen, verdween in de gevangenissen of verhuisde richting Bondsrepubliek ('West-Duitsland'). Andere partijen waren tegen die tijd al met trucs en repressie naar de marge gewerkt of erger.

Het mag duidelijk zijn: de parallel tussen de SED en de PSUV gaat niet verder dan een overeenkomst in woorden. De poging tot eenheid in Venezuela wordt niet onder vreemde bezetting afgedwongen, de oproep richt zich tot medestanders van Chavez en laat de ruimte voor oppositie volledig open. De enige 'sanctie' die Chavez stelde op partijen die niet op wilden gaan in de PSUV is de plicht om dan de regering te verlaten. Bepaald iets anders dan onvrijwillig vertrek, of opsluiting in een stalinistische gevangenis.

Dat de PSUV tegelijk, via Chavez, verbonden is aan de regeringsmacht, en daardoor extra gewicht in de schaal legt, is waar. Hetzelfde gold echter voor de vorming van het CDA in Nederland. Dat CDA werd door drie partijen gevormd toen CDA-er Dries van Agt in de regering zat, en tijdens de verdere vorming was hij premier. Het proces werd voortgezet onder CDA-er premier Lubbers.

Toch hoor ik zelden geluiden over de 'dictatoriale ambities' van deze 'Christelijke Eenheidspartij van Nederland'. En waarom ook? Wat is er, uit het oogpunt van gebruikelijke democratische politiek, mis aan de vorming van één partij uit meerdere partijen om zodoende meer te kunnen bereiken? Als rechts het doet heet het 'politieke hergroepering'. Doet links het, dan is de dictatuur op komst. Wat een onzin.

(wordt vervolgd)

zaterdag 22 december 2007

Democratie, revolutie en de ontwikkelingen in Venezuela

Twee weken geleden stemde in Venezuela een krappe meerderheid tegen een pakket grondwetswijzigingen dat door Chavez en het Congres was ingediend. De uitkomst is een nederlaag, ook al waren lang niet alle voorstellen in het pakket even positief. Een heel redelijke analyse gaf Gregory Wilpert, kort voor de stemming, op de website Venezuelanalysis.com. De rechtse oppositie wordt door de uitslag gesterkt, de Amerikaanse afwijzing van de veranderingen die Chavez helpt aanjagen onder het etiket 'Bolivariaanse Revolutie' kan voor het eerst op een bescheiden verkiezingssucces wijzen.

Maar van nederlagen kun je leren, en uit geluiden van links, in en buiten Venezuela zelf, blijkt dat dit leerproces in volle gang is. Dat maakt het verlies bij het grondwetsreferendum niet zomaar tot een tegenslag, maar tot een zeer nuttige nederlaag. Als de linkse bewegingen in het land goede conclusies trekken, dan kan de beweging in dat land weer richting en vaart krijgen die de latste tijd enigszins is gaan ontbreken. Dan kan de 'Bolivariaanse Revolutie' uitmonden in een iets wat het nog geenszins is: een revolutie.

De grondwetshervorming zelf behandel ik later. Het lijkt me nuttig om eerst eens wat afstand te nemen om het hele proces in Venezuela, plus de discussies erover, wat beter in perspectief te krijgen. Want daaraan schort nogal eens iets wezenlijks. Waar tegenstanders van Chavez en de hervormingen die hij heeft helpen ontketenen uitblinken in totale afwijzing, platte propaganda, laster en leugens, weet links zich vaak geen heldere houding te geven. Te vaak blijft het bij weerleggingen van de rechtse praatjes als zijnde onjuist – waarmee Chavez verder voluit gesteund wordt, met slechts ondergeschikte kritiek.

Mij lijkt dat we daarom twee dingen moeten loskoppelen bij een analyse van de 'Bolivariaanse Revolutie' en dus ook van het grondwetsreferendum. Twee vragen komen daarin op, en die lopen ten onrechte te vaak door elkaar: zijn de hervormingen ondemocratisch, zoals rechts (en sommige linkse groepen) beweren? Maar – en die stap ontbreekt te vaak – als ze niet ondemocratisch zijn, zijn ze daarmee dan ook geschikt voor revolutionaire, socialistische doelen?

Laat me dat nader uitleggen. De vraag of de hervormingen democratisch zijn, gaat uit van de gebruikelijke versie van democratie: vrije verkiezingen om de politieke leiding van een land samen te stellen, meerdere partijen en kandidaten die ruimte hebben om campagne te voeren, pers- en mediavrijheid, vrijheid van meningsuiting en van organisatie. Liberale democratie, democratie-Westerse-stijl, pluralistische democratie, noem het zoals je wilt – de democratie zoals we dat in een land als Nederland kennen. Burgerlijke democratie, om het marxistische woord te gebruiken: een democratie die ingepast is in burgerlijke, oftewel kapitalistische maatschappelijke verhoudingen. "Zijn de hervormingen van Chavez democratisch" betekent hier: zijn ze in strijd met een politiek bestel zoals dat in Nederland, Engeland, de VS als democratisch wordt beschouwd?

De tweede vraag is een andere. Zelfs al is Venezuela democratisch, zelfs al is zowel het beleid van Chavez als zijn grondwetsideeën, democratisch gezien in orde, betekent dit dan ook dat ze het land dichter bij een socialistisch soort maatschappij brengen, dat ze revolutionair van dynamiek zijn, of zo’n revolutionaire dynamiek behulpzaam zijn?

Verwarring tussen deze twee vragen wordt in de hand gewekt omdat het juist bij die tweede vraag óók om democratie gaat, maar dan op een diepere, radicale manier. Burgerlijke democratie is immers beperkte democratie. Verkiezingen raken de politieke bestuurstop, maar niet de top in de economie. Parlementsleden kiezen we met meerderheid van stemmen. Bestuursvoorzitters van Unilever kiezen zij, bij meerderheid van aandelen. In de economie bepaalt het geld, het bezit – niet de bevolking, ook niet alle rechtstreeks betrokkenen.

Met een economie in handen van een kleine groep grote kapitaalsbezitters kun je daar niet van democratie spreken. Dat werkt vervolgens door in de hele maatschappij: investeringsbeslissingen van grote bedrijven kunnen werkgelegenheid scheppen, en slopen. Allerlei persoonlijke connecties tussen de toppen van bedrijfsleven en ambtenarij dragen ertoe bij dat de prioriteiten van de economische top in de politieke top bepaald geen kans lopen om over het hoofd te worden gezien.

Het politieke bestel zelf is ook minder democratisch dan de geldigheid van verkiezingen en de vrijheid om politiek actief te zijn zouden kunnen doen vermoeden. We kiezen vertegenwoordigers. Díe kiezen ministers. En die maken beleid via een grote hiërarchie van ambtenaren. In die ambtelijke top wordt feitelijk het beleid gemaakt, samen met de minister. Daar heb je als kiezer nauwelijks zicht op, en nog minder greep. We kiezen controleurs van de bestuurders, maar de meeste van die bestuurders kiezen we zelf niet, of slechts zeer indirect.

En zelfs waar we die bestuurders wel kunnen kiezen – in de VS bijvoorbeeld, waar je burgemeester, gouverneurs, en – voordat Bush standaard de verkiezingen liet stelen – zelfs het staatshoofd kunt kiezen – blijft er een gat in de democratie. Al die bestuurders staan rechtstreeks in contact met ondernemers – niet met kiezers, aan wie ze slechts één keer per meerdere jaren verantwoording hoeven af te leggen. Zo is het nieuws
als ABN-AMRO-topman Groening niet bij premier Balkenende terecht kan om steun aan hem te vragen bij de fusie-perikelen: kennelijk vindt iemand als Groenink het doodnormaal dat de premier als hulpstuk fungeert voor het behartigen van de belangen van topondernemingen. Ik denk niet dat veel mensen die achter de kassa van deze bank werken, zelfs maar op het idee zouden komen dat zij audiëntie zouden kunnen aanvragen bij de minister-president.

Leuker is nog de reden waarom Balkenende niet met Groenink wilde praten: "Volgens de Rijsksvoorlichtingsdienst volgde hij het advies van Bos, die gesprekken met één van de twee partijen onverstandig vond." Dat de premier grote ondernemers bij hun transacties behulpzaam is, vindt ook minister Bos blijkbaar doodgewoon. Arbeiders en consumenten komen in het hele stuk verder niet voor. Dat is de kapitalistische 'democratie' in optima forma.


Mechanismen om gekozenen tussentijds terug te roepen en via tussentijds afgedwongen verkiezingen verhelpen dit niet echt. Voor zulke campagnes is geld nodig, en dat is in handen van ondernemers. Juist in een democratie als de VS die in sommige opzichten verder is doorgevoerd dan in Nederland, staat het hele politieke proces rechtstreeks onder curatele van het grote geld – niet van de bevolking.

Socialistische, revolutionaire verandering beoogt de beperkingen die ondernemersmacht en hiërarchische ambtenarij op de democratie aanbrengt te doorbreken en grondig te ontwortelen. De democratie moet van het politieke naar het hele economische niveau worden uitgebreid: we willen niet slechts onze politici kiezen, maar ook onze bazen, onze chefs, onze directeuren. En we willen die lui op de vingers kijken ook, ze bij meerderheid van stemmen kunnen vervangen ook. Dit is nog maar het begin van een proces waarin we samen de baas zijn, zodat we feitelijk geen bazen meer hebben.

De politiek als geheel moet tegelijk veranderen, van een mechanisme dat de prioriteiten van de grote bedrijven via publieksgerichte massage aan de bevolking weet te slijten, in een mechanisme waarin de prioriteiten van de meerderheid bindend wordt opgelegd aan de economie – die dan ook in handen van de maatschappij als geheel dient te komen. Pas dan kan datgene wat de mensen willen omgezet worden in beleid dat in de belangen en behoeften van de mensen staat.

Dát is waar een socialistisch veranderingsproces uit bestaat: de economie in gemeenschapshanden, het bestuur in alle sectoren van de maatschappij gekozen bij meerderheidsstem, en onder permanent toezicht en zeggenschap van de betrokkenen. Dat is een democratie die pas werkelijk haar naam eer aan doet. De klassieke tekst in de Marxistische traditie over dit onderwerp, over democratie in het kapitalisme, en op weg naar socialisme, blijft wat mij betreft
Staat en Revolutie van Vladimir Iljitsj Lenin. Het bovenstaande heeft in ruime mate geprofiteerd van het soort analyse dat daar wordt gemaakt.

Terug naar Venezuela. Zijn de grondwetshervormingen in strijd met de democratische beginselen, in de gangbare beperkte zin? En als ze daarmee niet botsen, zijn ze ook handvaten voor die verdergaande soort van democratie, revolutionaire stappen richting socialistische maatschappij? Daarover meer in volgende delen.
(wordt vervolgd)

woensdag 20 juni 2007

Serie rond Venezuela afgerond

In mei ben ik op mijn Engelstalige weblog RedRebelRanter een serie begonnen naar aanleiding van de ontwikkelingen in Venezuela, waar een radicaal hervormingsproces onder president Chavez velen ter linkerzijde met hoop vervult.

Socialist Worker- New Zealand voegde zich met een Verklaring op één mei met in de rij van linkse organisaties en personen die hun solidariteit met dat hervormingsproces overdrijven, een veel te positief beeld van de ontwikkelingen schetsen en er een wereldhistorisch belang aan toekennen dat mij ongerechtvaardigd lijkt. De serie is daarop een reactie.

De stukken blijven kennelijk niet helemaal onopgemerkt: deel één tot en met zes zag ik tot mijn vrolijke verbazing terug op het weblog van Socialist Worker-New Zealand staan (zonder de hyperlink-verwijzingen overigens, en als één lang stuk). Zojuist heb ik deel zeven, het slotstuk van de serie, online gezet.

woensdag 30 mei 2007

Venezuela-reeks deel vier en deel vijf online

Zo, deel vier en deel vijf van mijn serie "Venezuela: don't overdo it, comrades" staat ook on-line, op mijn Engelstalige weblog RedRebelRanter.

In deel vier probeer ik aan te geven dat het centrale strijdtoneel vandaag de dag niet Venezuela is, maar het Midden-oosten: dáár vecht de VS om de greep op olie en wereldmacht, overwinning of nederlaag in die strijd hebben wereldwijde gevolgen. Verder betoog ik dat er meer belangrijke gebeurtenissen gaande zijn, die centraal in de aandacht van links behoren te staan: de Egyptische stakingsgolf van de afgelopen maanden bijvoorbeeld.

In deel vijf laat ik zien hoe verkeerd het is om te beweren dat de Bolivariaanse revolutie zo'n beetje de belangrijkste revolutionaire gebeurtenis sinds Rusland 1917-1924 is. De Spaanse, Hongaarse, Portugese, Iraanse en Poolse revoluties (in resp. 1936-37, 1956, 1974-75, 1978-79 en 1980-81) gingen op wezenlijke manieren veel dieper en verder dan het Bolivariaanse hervormingsproces.

maandag 28 mei 2007

Venezuela: Volkskrant verspreidt vals beeld

De Volkskrant bericht over protesten tegen het feit dat president Chavez de zendvergunning van het particuliere TV-bedrijf CNTV niet heeft verlengd. In de berichtgeving vertekent en verdraait De Volkskrant de feiten, deels door woordkeus, deels door weglating van relevante informatie.

We lezen: "De omroep RCYV liet zich de afgelopen jaren erg kritisch uit over de socialist Chavez. De president besloot de zendvergunning niet te verlengen." De lezer concludeert hier al te makkelijk uit dat de kritische houding van het zendstation reden was voor het niet verlengen van de vergunning. Maar daarvoor voert het artikel geen enkel bewijs aan. Ook verzwijgt De Volkskrant dat het periodiek beslissen over wel of niet verlengen van een zendmachtiging gewoon een wettelijke bevoegdheid is van de president. Dat is geregeld in een wet die al sinds 1987 bestaat, 11 jaar voordat Chavez tot president gekozen werd.

In de volgende alinea heet het: "Volgens Chavez was de zender betrokken bij een couppoging tegen hem." Dat wordt gepresenteerd als een mening van die rare socialistische president. Maar in april 2002 spanden coupplegers en mediabazen, waaronder die van RCTV, vrij openlijk samen om Chavez weg te werken. Patrick McWee, op de website Common Dreams: "RCTV moedigde kijkers aan om een manifestatie bij te wonen die deel uitmaakte van de strategie van de staatsgreep, nodigde leiders van de coup uit om het land toe te spreken op het kanaal, en verspreide het foute bericht dat de president was afgetreden. Nadat Pedro Carmona zichzelf tot president had uitgeroepen en de Nationale Assemblee, het Hooggerechtshof en andere democratische instellingen had ontbonden, had het hoofd van RCTV Marcel Garnier een ontmoeting met hem in het presidentiele paleis. De volgende dag, toen massa-protesten en loyale legereenheden president Chavez terugbrachten, hielden RCTV en andere stations dit nieuws van het scherm en zenden in plaats daarvan films en cartoons uit." De steun van RCTV aan een militaire staatsgreep die al bezig was een keiharde dictatuur in te voeren voordat de massa's de coup versloegen - die steun is niet zomaar een mening van Chavez, maar een feit.

"De oppositie verwijt Chavez dat hij de persvrijheid aan banden legt. Ook vinden de tegenstanders van de president dat het land op een dictatuur afstevent." Hetzelfde curieuze mechanisme in spiegelbeeld: de mening van de oppositie wordt weergegeven, maar enige relevante feiten over die onderdrukking van persvrijheid en oprukkende dictatuur krijgt de lezer niet te horen.

Dat RCTV gewoon via kabel haar boodschap kan verspreiden blijft onvermeld. Dat Chavez keer op keer is herkozen, in een open verkiezing met een tegenkandidaat blijft verzwegen. Dat bij de laatste verkiezing de overwinning zo duidelijk was dat zelfs de oppositiekandidaat zijn nederlaag erkende eveneens(zie "The Spirit of Democracy inVenezuela" , Stephen Lendman, op de website Venezuelanalysis.com). Waar de gekozen president Chavez een mening geeft die strookt met bekende feiten, daar geeft de oppositie een mening die daarmee grof in strijd is. Door in beide gevallen nog geen flard van relevante informatie te geven, geeft De Volkskrant, zonder openlijk te liegen, de oppositie een onterecht voordeel van de tijfel.

Een tweede Volkskrantstukje voegt daar nieuwe vervorming aan toe. "Duizenden demonstranten die zich verzetten tegen de sluiting van de tv-zender zijn zondagavond door de politie uit elkaar gejaagd met waterkanonnen, traangas en rubberen kogels." Welnu, ik verafschuw oproerpolitie, ook als ze een gekozen linkse regering verdedigt tegen demonstranten van rechts, maar ik ben ook wantrouwig over dit hier opgeroepen beeld van boze maar vreedzame demonstranten tegenover een brute politiemacht. Ik ben dus eens gaan snuffelen of ik meer kon vinden.

En ja hoor, de BBC heeft een uitvoerig verslag, waarin we lezen over anti-Chavez-betogers, maar ook over grote aantallen aanhangers van Chavez die de intrekking van de zendvergunningen met een straatfeest begroetten. Maar er ontstaat een sfeer van confrontatie als onbekenden schoten lossen. Ook de politie schoot. Een grimmig, maar ook nogal schimmig incident, dat doet denken aan de aanloop naar de staatsgreep ban 2002.

Maar hoe zat het met dat politie-optreden tegen betogers? "Eerder zette de politie waterkanonnen, traangas en rubber kogels in om stenen gooiende demonstranten te verspreiden", aldus de BBC. Aljazeera vertelt ons waar dit plaatsvond: voor het gebouw van de telecom-autoriteit die over de zendmachtiging ging.

Dát vertelt De Volkskrant er dus allemaal niet bij: dat betogers met stenen gooiden, voor het gebouw van Venezuela's telecom- autoriteit. Als andersglobalisten of krakers tijdens een betoging met stenen gooien tijdens een betoging waarbij de politie traangas afschiet, zou De Volkskrant dat 'detail' dan ook weglaten? Zou ze niet eerder elke geworpen steen eerder zou uitvergroten en zo het politiegeweld 'onvermijdelijk' doen voorkomen?

Het weglaten van de onduidelijke schietpartij, in een gespannen sfeer waarin zowel voor- als tegenstanders van Chavez op straat zijn draagt bij het vertekend beeld van vreedzame demonstranten tegen een autoritair gezag. Ook de staatsgreep van april 2002 begon met dit type van confrontatie en provocatie. Dat Chavez en zijn bondgenoten een herhaling van zo'n scenario niet uitsloten en nu vrij hard optraden vind ik niet vreemd.

Maar om daar een zinnig oordeel over te vormen heeft het wel voordelen als de Volkskrantlezer de relevante informatie op ene relevante plek - in deze stukjes dus - tot zich kan nemen. Door dat niet te doen, draagt De Volkskrant bij aan het rechtse geschimp tegen Chavez.

zondag 27 mei 2007

Venezuela: niet ovedrijven, kameraden (delen 2 en 3)

Het tweede en het derde deel van mijn serie "Venezuela: don't overdo it, comrades" op mijn Engelstalige weblog staan inmiddels online. Het tweede deel behandelt diverse linkse overmatig-positieve analyses van het gebeuren in Venezuela. Het derde deel belicht de houding vanuit de International Socialist Tendency (waar de Internationale Socialisten deel van uitmaken) en, daarmee verweven, die van mijzelf.

vrijdag 25 mei 2007

Venezuela: niet overdrijven, kameraden

Op RedRebelRanter, mijn Engelstalige weblog, heb ik zojuist een eerste deel geplaatst van een artikelenreeks over Venezuela, de regering van Chavez, de hervormingen die als 'Bolivariaanse revolutie' bekend staan, de perspectieven voor de het doorzetten van een werkelijke revolutie, en het gewicht dat de gebeurtenissen in dat land voor links dienen te hebben.

Ik ben de serie begonnen naar aanleiding van een tekst gepubliceerd door Socialist-Worker - New Zealand , de zusterorganisatie van de Internationale Socialisten, en waarin zij de ontwikkelingen in Venezuela tot de belangrijkste sinds de Russische revolutie willen opwaarderen. Daaruit zou dan moeten volgen dat solidariteit met de Venezolaanse revolutie de centrale taak van revolutionairen wereldwijd zou moeten zijn. Ik ben het daar in die vorm niet mee eens, en de analyse waarop ze die keus baseren, rammelt. Vandaar dat ik er een serie tegenaan gooi.