Posts tonen met het label Afghanistan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Afghanistan. Alle posts tonen

donderdag 13 maart 2008

SP-kamerlid wil beter oorlog kunnen voeren in Uruzgan

Remi Poppe, Tweede Kamerlid van de Socialistische Partij (SP) vroeg vandaag aan staatssecretaris De Vries van defensie om stopzetting van Nederlandse militaire patrouilles in de Afghaanse provincie Uruzgan. Dat lijkt een goede eis voor een partij die vindt dat niet alleen de patrouilles,maar heel de Nederlandse militaire operatie aldaar moet worden stopgezet. Maar de motivatie voor de eis is minder goed, om niet te zeggen: buitengewoon verontrustend.

Poppe wil de patrouilles namelijk stopzetten "totdat de beste en meest geschikte uitrusting beschikbaar is." Hij zegt: "We hebben het hier niet alleen over comfort, maar ook over veiligheid." Dat licht hij dan toe met een betoog over schoeisel. Zolang de veiligheid niet is verbeterd via betere uitrusting: geen patrouilles dus.

Maar als je die redenering serieus doortrekt betekent dit: zodra de veiligheid door middel van betere uitrusting verbeterd is: wèl patrouilles! Door een nee tegen patrouilles te koppelen aan de kwaliteit van de uitrusting, verzwakt de SP bij monde van Poppe haar standpunt dat toch een nee tegen de hele operatie, met of zonder patrouilles, inhoudt. Of moeten we zeggen: inhield?

Natuurlijk moeten die patrouilles gestopt worden. Natuurlijk is één van de redenen daarvoor dat juist ook tegenstanders van de operatie geen slachtoffers meer willen, geen Afghaanse en ook geen Nederlandse. Maar betere uitrusting betekent niet minder slachtoffers. Het betekent minder slachtoffers onder de Nederlandse soldaten. Het betekent dat Nederland beter in staat om haar vechtmissie uit te voeren, desnoods ten koste van méér Afghanen.

De gebrekkige uitrusting van Nederlandse militairen aangrijpen om de onverschilligheid van de oorlogsleiding ('defensie') te laten zien is één ding. Daar een reden aan ontlenen voor een 'betere' voorbereiding op het oorlogvoeren is een partij die tegen deze oorlog zegt te zijn, onwaardig.

Daar komt iets bovenop. Juist de laatste tijd klinkt uit de mond van oorlogsminister Van Middelkoop de roep om verdere bezuinigingen op Defensie ter discussie te stellen. Er is een onderzoek gestart over de noodzakelijke uitgaven voor Defensie, met deelname vanuit meerdere departementen. Van Middelkoop alvast: "Nederlandser moeten wèl beginnen te wennen aan het idee dat er behalve lagere ook hogere defensie-uitgaven denkbaar zijn."

Hoe gaat de SP straks reageren in de Kamer als de minister inderdaad om hogere uitgaven gaat vragen? Met een helder en duidelijk 'nee' zoals het hoort? En wat als de minister dan zegt: "Maar mijnheer Poppe wilde toch een betere uitrusting voor onze soldaten? Hoe kan ik beter spul betalen als u op minder uitgaven blijft aandringen?"

De vraag van Poppe is dus niet alleen een legitimatie voor het efficiënter voeren van een oorlog die niet gevoerd zou mogen worden, het speelt precies ook diegenen in de kaart die aan oorlogsuitgaven weer ruimer baan willen bieden. Hopelijk keren zich ook binnen de SP zich voldoende mensen tegen deze gevaarlijke uitglijder van dit vroeger vaak zo indrukwekkende SP-kamerlid.
(update 14 maart, 1.36: minieme tekstwijzigingen aangebracht)

zaterdag 9 februari 2008

Geweld tegen vrouwen - van Afghanistan tot in Nederland

Eén van de arguenten waar voorstanders van militaire bezetting van Afghanistan ('opbouwmissie', een front in de 'Oorlog tegen Terrorisme', 'Botsing der Beschavingen', kies maar uit onder welk etiket je de koloniale oorlog waar Nederlandse militairen aan deelnemen wil plaatsen) mee schermen is, geloof het of niet, verbetering van de positie van vrouwen. En ja, onder het Taliban-bewind was de positie van vrouwen allerberoerdst. En het lijdt geen twijfel dat het nadat de Taliban en bondgenoten de laatste Westerse soldaat zullen hebben verdreven ook bepaald geen feest wordt in dit opzicht.

Maar er zijn een paar redenen om hierin bepaald géén reden voor steun aan Westerse interventie in te zien. De eerste ligt in Afghanistan zelf. Daar neemt bijvoorbeeld het aantal zelfverbrandingen van vrouwen toe. In totaal ging het in 2003 al om 300 zelfdodingen, en dat aantal groeit. En nee, die toename vindt níét voornamelijk plaats in Taliban-gebied. In Kaboel doodden 36 vrouwen zichzelf in 2006, of probeerden dat ( de cijfers zijn niet helemaal glashelder) door zich in brand te steken – tweemaal zoveel als het jaar ervoor. De meeste zelfverbrandingen vonden plaats in Herat.
Geen van beide steden liggen in Taliban-gebied, Kaboel is notabene de hoofdstad en zetel van die famueze vrouwvriendelijke democraat, president Karzai. Als dáátr vrouwen zich, door dwang tot uithuwelijking of mishandeling thuis, zo vaak tot zelfdoding gedreven voelen dan zegt dat iets over het ‘vrije’Afghanistan dat door Westerse troepen ondersteund wordt. Tussen de Taliban en de pro-Westerse vrouwenhatende krijgsheren van het Karzai-bewind valt in dit opzicht bitter weinig te kiezen.

Maar er zijn andere redenen om vrouwenbvevrijding als interventie-argument met een paar kilo’s zout te nemen. Voor de grofste vormen van vrouwenmishandeling hoeven we namelijk helemaal niet naar Afghanistan. Hier wat cijfers uit de Verenigde Staten, de grote gangmaker van de bezetting van Afghanistan. Ruim 23 procent van alle vrouwen is daar jaarlijks slachtoffer van huiselijk geweld. Naar schatting 1200 vrouwen komen hierdoor jaarlijks om het leven, zo’n 2 miljoen raken erdoor gewond, aldus schattingen van het Centre for Disease Control and Prevention (CDC). Overigens zijn ook mannen hvan dit type geweld het slachtoffer, maar in een beduidend lager percentage: 11,5 procent.

Maar we kunnen nog veel dichterbij huis kijken. Volgens een onderzoek van het weekblad Yes heeft maar liefst 67 procent van de vrouwen in Nederland wel eens seksuele intimidatie meegemaakt. Het percentage vrouwen dat aangerand is bedraagt 39, en 11 procent is zelfs verkracht. Dat betekent meer dan 800.000 slachtoffers van verkrachting, als we ervan uitgaan dat de helft van de 16 miljoen mensen in Nederland vrouw is.

Seksuele intimidatie is dan ook een grote angst van veel vrouwen. En hoe diep het seksisme in Nederland zit, blijkt uit het feit dat 13 precent van de slachtoffers zwijgt, "uit angst, schaamte of schuldgevoel." Als er ergens behoefte is aan grootschalig ingrijpen vanuit Nederland tegen vrouwenonderdrukking, dan is het wel Nederland zelf.

vrijdag 2 november 2007

Hoop in Midden-Oosten en daaromtrent: 1. Afghanistan

Het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië vormen een regio vol van oorlog en ontwrichting. Maar tegelijk gloort er hoop, hoe verwrongen en vol van verschrikking sommige hoopvolle ontwikkelingen ook zijn. Dat verwrongene geldt vooral in Afghanistan en Irak. In Egypte en Dubai echter zijn ontwikkelingen gaande waar de hoop helderder tegenover de verschrikking staat, in plaats van er vooral verregaand mee verweven te zijn.

Afghanistan

Zo is er de komende mislukking van de Westerse bezetting van Afghanistan. Zowel de Japanse als de Portugese regering bouwen hun bijdrage verregaand af. Japan trekt de twee oorlogsschepen terug uit de Indische Oceaan. De schepen speelden een rol in de bevoorrading van de Westerse coalitie die in Afghanistan vecht. Portugal trekt bijna al haar militairen uit Afghanistan terug: van de 162 soldaten blijven er 15 achter, plus een transportvliegtuig.

Intussen hebben 1000 à 1500 NAVO-soldaten - waaronder ook Nederlandse troepen – een grote aanval op de Taliban gelanceerd in Uruzgan. Al snel kwamen er berichten dat het best lekker ging: de Taliban bood weinig weerstand, de bevolking maakte zich netjes en op verzoek uit de voeten. Heel geruststellend allemaal voor de NAVO – totdat je bedenkt hoe guerrilla werkt: als de bezetter zij n troepen concentreert, dan maakt een guerrillagroep zich uit de voeten. Die slaat dan later toe, op plaatsen waar de tegenstander weinig troepen heeft. De Taliban zou wel gek zijn als ze zich tot een groot gevecht met een daartoe bijeengebrachte overmacht zou laten verleiden.

Hoe weinig de soepele NAVO opmars in Uruzgan zegt over de krachtsverhoudingen tussen Taliban en NAVO bleek uit berichtgeving over de strijd in de provincie Kandahar. Al Jaheera meldde op 31 oktober dat de Taliban naar eigen zeggen driekwart van de waardevolle grond rond Kandahar in handen hebben. NAVO-bombardementen zouden vele slachtoffers gekost hebben. Volgens Al Jazeera is het voor het eerst dat Taliban greep hebben op dit gebied. Wat de NAVO in de ene provincie wint, raakt ze even zo makkelijk in de andere provincie kennelijk weer kwijt. En een VN-functionaris verantwoordelijk voor strijd tegen terrorisme stelt vast: "Ook de Taliban hebben de afgelopen tijd aan kracht gewonnen" - en roept tegelijk op dat alles op alles moet worden gezet om die Taliban van een overwinning af te houden. Een Westerse nederlaag in Afghanistan moet koste wat kost worden voorkomen.

Maar precies zo’n Westerse nederlaag nadert –zij het niet met rasse schreden. Bovenstaande berichten – en ik zou ze naar believen kunnen uitbreiden tot een lange, lange reeks – duiden op een guerrilla-oorlog waarin de NAVO- en andere buitenlandse troepen vroeg of laat het onderspit zullen delven. De bezetting van Afghanistan zal mislukken, en verdient ook om te mislukken. Degenen die vechten tegen de bezetting die de NAVO uitoefenen staan in hun recht, of ze nu van de Taliban zijn of niet. Die bezetting is een klassieke koloniale operatie, waarin als wederopbouw verpakte bouw van anderhalf schooltje en een waterput PR zijn om de Afghaanse bevolking voor de bezetters te winnen. Wie zich niet laat paaien wordt gebombardeerd en van verre beschoten, net als de ongelukkigen die wonen in dorpen waar de NAVO Taliban-strijders vermoedt.

De Westerse nederlaag is een voorbeeld van een hoopvolle, maar tegelijk van verschrikking doortrokken ontwikkeling. Ja, de gewapende strijd tegen de NAVO, ook tegen de Nederlandse troepen, is terecht en verdient te winnen. Tussen bezettingsmacht en de strijd daartegen past geen neutraliteit, wie dat verzet ook aanvoert of domineert. In het geval van Afghanistan is het vooral de Taliban die een gewapende hoofdrol speelt.

Maar voorzichtigheid is geboden. Het feit dat NAVO/woordvoerders bij elke vijftig gerapporteerde doden meldt dat het Taliban/ strijders zijn, betekent nog niet dat dit ook echt zo is. In de Vietnam/oorlog meldden Amerikaanse legerwoordvoerders bij de dagelijkse 'bodycount' ook steevast dat het om 'Vietcong' en 'Noordvietnamese soldaten' ging. Ongecontroleerde, en niet bij voorbaat geloofwaardige, mededelingen, zacht gezegd. Nu is het niet anders. Stellig zitten er tussen de dode 'Taliban' andere mensen die de wapens hebben opgenomen, en ook mensen die toevallig op de fatale plek waren toen het NAVO-bommen ging regenen.

Toch is wel duidelijk dat veel gewapende strijd geleid wordt door de Taliban. De methoden die deze beweging hanteert gaan veel een veel verder dan ‘gewone’ guerrillastrijd met haar hinderlagen en kleinschalige gevechten in de bergen. Zelfmoordaanslagen, waarbij naast soldaten ook veel burgers doelwit zijn, en grove intimidatie, tot moord aan toe, van mensen die weigeren met de Taliban samen te werken, vormen een fors en weerzinwekkend deel van het Taliban-repertoire. Een Taliban die de macht in Afghanistan herovert via de nederlaag van de NAVO is geen vrolijk vooruitzicht.

Toch is dat geen reden om de NAVO-interventie ook maar een minuut te tolereren. In de eerste plaats: Westerse machten hebben geen enkel recht om Afghanistan wat voor soort van regering ook op te leggen, of wat voor soort regering dan ook te blokkeren. Dat is aan de Afghanen. In de tweede plaats: hoe langer de NAVO blijft, hoe langer de wrede oorlog voortduurt, hoe groter de verbittering onder de bevolking, en hoe geloofwaardiger de Taliban zich kan profileren als verzetsstrijders. Bovendien zal de verbittering die voortgaande bezetting meebrengt juist de hardhandigste en hardvochtigste elementen uit het gewapend verzet – de Taliban, en daarbinnen de grimmigste delen - naar voren doen komen.

Er is van iets vergelijkbaars een voorbeeld. Langdurige Amerikaanse bombardementen in Cambodja vooral tussen 1969 en 1973, kostten niet alleen honderdduizenden mensen het leven. Ze droegen ook bij tot de woede en verbittering die het Cambodjaanse gewapend verzet van een kleine groep deed uitgroeien tot een sterke grote beweging.

Hoe groter die van kilometers hoog opgewekte haat werd, hoe meer binnen het verzet de meest haatdragende stroming, de allerhardste stalinisten, de overhand kregen – de groep rond Pol Pot. Vele honderdduizenden, mogelijk tussen de één en twee miljoen, Cambodjanen hebben de, mede door Westers ingrijpen aangejaagde, overwinning van de Rode Khmer, van déze door luchtterreur tot extreme gewelddadigheid opgezweepte Rode Khmer niet overleefd.

Hoogtechnologische hypermoderne oorlogvoering loslaten om een nog goeddeels agrarisch land de toekomst in te bombarderen bleek een recept voor catastrofes. Iets dergelijks geldt vandaag in Afghanistan ook. De oplossing ligt in het stopzetten van de Westerse interventie, terugtrekking van de NAVO-troepen – zelfs als dit de weg vrij maakt voor een overwinning van de Taliban. Het mislukken van de NAVO-politiek stemt hoopvol – maar het perspectief van zo’n Taliban-zege doortrekt die hoop wel met het besef van voortdurende verschrikking.

zaterdag 27 oktober 2007

Noordwijk en elders: vredesactivisten op straat

Donderdag 25 oktober zette de campagne die een aantal linkse organisaties en vredesgroepen tegen verlenging van de oorlogsmissie in Afghanistan een stap vooruit. Afgelopen weken waren actievoerders vooral in de weer met het verspreiden van de gratis krant "Geen verlenging missie Uruzgan". Daarnaast vonden her en der openbare bijeenkomsten over Afghanistan en de Nederlandse rol daar plaats.
Op 25 oktober gingen vredesactivisten, op bescheiden schaal maar toch met flink wat landelijke aandacht, de straat op tegen de oorlog. Dat deden mensen in de vorm van fakkelwakes in diverse plaatsen. Op 19 oktober deden 20 tot 30 mensen iets soortgelijks al in Eindhoven. Zelf nam ik op 25 oktober deel aan een wake in Breda, waaraan pakweg 20 mensen deelnamen, vooral plaatselijke (en heel vriendelijke) SP-ers.
Maar de meeste aandacht trok het protest van ruim boven de in de media doorgaans genoemde honderd actievoerders in Noordwijk. Daar waren de NAVO-ministers bijeen om troepen bij mekaar te sprokkelen om naar Afghanistan te sturen. Vanuit Socialistische Partij, GroenLinks, Platform tegen de Nieuwe Oorlog en Stop de Oorlog was er een bundeling van krachten gevormd die onder de naam 'comité Troepen Terug uit Afghanistan' de manifestatie opgezet hadden. Een beknopt verslag met mooie foto's en verwijzingen naar andere reportages vind je op het weblog van de Internationale Socialisten.
We kwamen bijeen op een plein buiten het gezichtsveld van de plaats daar de NAVO-ministers vergaderden, in het door hordes van ME-busjes volgestouwde Noordwijk. Daar werd de actie getolereerd, daarbuiten mocht op actiegebied niets. Zo wordt de instantie die de democratische waarden verdedigt in Afghanistan, een beetje gevrijwaard van democratische druk alhier. Democratie moet niet al te dicht bij komen, nietwaar?
Op de manifestatie luisterden we naar toespraken. SP-kamerlid Sadet Karabulut sprak. Zij wees onder meer op de snel oplopende kosten, inmiddels al 1,2 miljard euro. En ze zei: "Dit is een heilloze weg, daarom moet de missie niet verlengd worden." De toespraak van GroenLinks-kamerlid was een stuk minder stevig, en vroeg in feite om verlenging in afgeslankte en gehumaniseerde vorm, al koos ze andere woorden.
Snoeihard was Bart Griffioen, van Stop de Oorlog en de Internationale Socialisten: "De NAVO is nu ook Noordwijk binnengevallen", zei hij. "Met mijnenvegers voor de kust en houwitsers op het strand." Nadat hij op de misdaden wees die ook door Nederland gepleegd worden, sloot hij af met een oproep dat de troepen terug moesten, "liever vandaag dan morgen." Daarna volgde een spreker van het Platform tegen de Nieuwe Oorlog, plus – opvallend en positief – iemand namens een groep PvdA-ers die tegen verlenging zijn en hun partijleider Bos opriepen naar dit soort geluid te luisteren.
Een aantal van ons hadden zich als gevangenen in Guantanamo Bay verkleed, en beeldden daarmee de kwaadaardigheid van de 'oorlog tegen terrorisme' uit. Aan het eind werd een luchtalarm plus oorlogsgeluid afgespeeld, waarop demonstranten voor dood gingen liggen om des te indringender stil te staan bij alle slachtoffers die de oorlog maakt. Ook het Rebel Clowns Army had drie van haar soldaten gestuurd en presenteerden een geheim wapen aan een politieman, op het podium nog wel.
Helaas vond de presentaror het nodig een beetje neerbuigend over de clowns te doen. Hij noemde ze "misschien wat naïef". Alsof dat niet het stempel is dat we als vredesactivisten, alternatievelingen en dissidenten altijd en overal opgeplakt krijgen. Linkse mensen moeten elkaar niet vanaf het podium van een manifestatie dit soort etiketten opplakken, vind ik. Zeker niet als degene die ze opgeplakt krijgt er geen weerwoord op kan geven.
Later probeerden de clowns hun actie stapje voor stapje, onder begeleiding van pers en camera’s, op de weg die van het plein af leidde, voort te zetten. Dat eindigde helaas met hun arrestatie, in de bekende botte kramp waarin de autoriteiten rond dit soort topconferenties plegen te schieten. Eén van de clowns heeft inmiddels op Indymedia verslag van hun missie gedaan.
Geringschatting in media
Ik vond de manifestatie een mooie en goede actie en was bllij dat ik erbij was. Minder blij werd ik van sommige reacties in de media. Positief was zeer zeker dat er vrij veel, en vrij uitvoerig, over bericht werd. Maar de toon was er één van geringschatting.
Het Brabants Dagblad had als kop gekozen: "Klapstuk valt in het water". Het stuk was niet onaardig, maar in de de opening zat het venijn. De NAVO-top in Noordwijk was: "Dé kans om, in het bijzijn van 26 defensieministers, de Nederlandse regering te overtuigen van de zinloosheid van de oorlog in Afghhanistan. Maar in plaats van duizenden actievoerders stonden er gistermniddag nog geen honderd op het ijskoude Vuurtorenplein in Noordwijk." Net alsof actievoerders allemaal zelf gerekend hadden op een heel veel groter aantal...
Ook de NRC liet zich van haar neerbuigende kant zien. "Onzichtbaar protest tegen NAVO-top" heette het stuk. Erboven stond, net als boven het stuk in het Brabants Dagblad, gelukkig een mooie foto waar de zichtbaarheid van afspatte. Het artikel liet mensen van de organisatie, waaronder Bart Griffioen, ruim aan het woord.
Maar het toontje was kleinerend. De demonstranten "vormen geen doorsnee van de Nederlandse bevolking", stelde de krant vast. "Het is de harde kern van de vredesbeweging en activistisch Nederland." Het zal wel, al vond ik zelfs het spectrum van die harde activistische kern nogal incompleet vertegenwoordigd. Afgezien van de Rebel Clowns was er van autonome/ anarchistische deelname bijvoorbeeld weinig tot niets te bespeuren, en dat is niet gezond. Maar dit terzijde.
Zelfs het NRC- bericht citeerde ook Bart Griffioen, die naar opiniepeilingen verwees. "Zo vindt slechts een kwart van deelnemers aan hetb grootschalige 21-minutenonderzoek dat de Nederlandse missie in Afghanistan moet worden verlengd", schrijft de krant. In die zin vormden de mensen van de "harde kern van activistisch Nederland" wel degelijk een doorsnee van de bevolking, maar die conclusie omzeit het artikel behendig, door de verwijzing naar dit opiniecijfer pas een heel eind verderop te plaatsen, losgekoppeld van de praat over harde kern en zo.
Welhaast klassiek is het, bijna van leedvermaak doortrokken, gezeur over de lage opkomst: "in de praktijk stelt het protest van de Nederlandse bevolking tegen de missie weinig voor. Trok de invasie van Irak in 2003 nog vele tienduizenden demonstranten in Amsterdam, Afghanistan trekt in Noordwijk slechts honderd demonstranten." Rare vergelijking.
In de eerste plaats demonstreert het een stuk eenvoudiger in een goed bereikbare grote stad als Amsterdam; in de tweede plaats is het een stuk makkelijker om grotere aantallen mensen op de been te krijgen op een zaterdag dan op een doordeweekse dag. In de derde plaats is er een veel groter gevoel van urgentie als er een grote aanvalsoorlog op het punt staat te beginnen, zoals in februari 2003 rond Irak. In de vierde plaats begon ook het protest tegen de Irak-oorlog ook niet met vele tienduizenden mensen.
De eerste keer dat we daartegen betoogden was op Prinsjesdag 2002, toen we in een demonstratieve optocht optrokken naar de actie die platform Keer Het Tij had opgezet tegen het rechtse kabinet. Aantal deelnemers aan die optocht: honderd, denk ik, eerder nog iets minder.
Grootschalige protesten hebben doorgaans een kleinschalige aanloop. En precies daarin zitten we nu: in een, wellicht langdurige, aanloop van kleinschaliger acties naar hopelijk grootschalig verzet tegen de oorlog die de NAVO in Afghanistan voert.

woensdag 17 oktober 2007

Aan de winnende hand in Afghanistan

NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer is ervan overtuigd: het Westen in aan de winnende hand in Afghanistan. Dat vertelde hij afgelopen weekend aan journalisten (NRC, 15 oktober). Alles wijst er inderdaad op dat een grote overwinning voor vrede en beschaving op handen is, mede bevochten door Nederlandse soldaten in Nederland.

Enkele nieuwsfeiten:
* "Rond het plaatsje Deh Rawod, waar één van de twee Nederlandse bases in Uzuzgan ligt, is de veiligheidssituatie de afgelopen week verslechterd" (
Volkskrant, 13 september).
* "Nederland stuurt tachtig extra militairen naar Uruzgan"(NRC, 28 september).
* De NAVO gaat helikopters plus bemanning huren om in Zuid-Afghanistan in te zetten, want daaraan is een "nijpend tekort", deels omdat veel heli’s ongeschikt zijn voor het terrein, maar deels ook door gebrek aan "politieke wil" van landen om voldoende heli’s beschikbaar te stellen (Volkskrant, 17 oktober).
* "Leger krijgt in Uruzgan steun van Slowaken"(Nieuws.nl, 17 oktober); het gaat hier om uitbreiding van het aantal Slowaakse militairen. "Het grootste deel van de uitbreiding, 35 man, moet de Nederlanders beschermen."
*Als klap op de vuurpijl: "De Canadese regering wil de militaire missie in Afghhanistan tot 2011 voortzetten" (Volkskrant, 17 oktober) Het land heeft 2500 soldaten in Afghanistan.
Missie verlengen, extra troepen sturenen materieel sturen, naar een gebied dat steeds gevaarlijker wordt voor die troepen – inderdaad allemaal tekenen dat de overwinning op handen is….

Tekenend was de reportage van het TV-programma NOVA, met uitspraken van Afghanen over de Nederlandse rol. De één: Nederland moet wegwezen, Afghanen en de Afghaanse regering kunnen prima onderling hun zaken regelen, vertrouwen herstellen en vrede brengen. Een ander: de Nederlandse soldaten moeten vervangen worden door Amerikanen, die weten hoe je op de Taliban moet jagen. Meerdere bewoners spraken van groeiende onveiligheid, een steeds machtiger Taliban. Echt het soort reportage waarvan je het gevoel kreeg: hier worden binnenkort Westerse overwinningsparades gehouden, met een triomfantelijk schrijdende Jaap de Hoop Scheffer aan de kop van de stoet…

Steeds duidelijker wordt inmiddels hoe het Westen, ook Nederland, die overwinning dichterbij brengt. Het actualiteitenprogramma Twee Vandaag had gisteravond een reportage van oorlogsverslaggever Arnold Karstens. Daarin legde hij bloot dat bij de slag om Chora in juni Nederlandse houwitsers een heel dorp zonder waarschuwing hadden platgebombardeerd, met volgens een Afghaanse mensenrechtenorganisatie minstens 70 burgerdoden, bijna allemaal door Nederlands vuur.
Trouw had vanochtend een artikel met dezelfde strekking en citeert president Karzai, of all people: "je opent niet het vvuur op dertig kilometer van het doel. Daarmee maak je vrijwel zeker slachtoffers onder de burgerbevolking." En generaal McNeil, commandant van ISAF, noemt het beschieten met houwitsers zonder waarneming van het doel "in strijd met het oorlogsrecht". Een stuk op het kersverse weblog van de Internationale Socialisten (IS) dat vanmorgen al op de reportage en het Trouw-artikel wees, vat de zaak beknopt samen en spreekt over "wat er gaande is in Uruzgan: (...) een ordinaire bezettingsoorlog." Zo is het. (1)
Karskens sprak in de reportage van Twee Vandaag ronduit van een oorlogsmisdaad. Hem werd ook gevraagd of Nederland dan zomaar moest vertrekken. Dan krijg je toch de Taliban terug, wilde hij dat dan? Karstens zei dat het leven onder de Taliban weliswaar niet leuk was. "Maar onder de Taliban werden er geen dorpen platgebombardeerd."

Zo helpen de Nederlandse bewapende wederopbouwwerkers het Westen dus richting overwinningen: met oorlogsmisdaden. Nietwaar, mijnheer De Hoop Scheffer? Wie zijn twijfel hierover ziet groeien, wie deze missie wil stoppen voor Nederland nog veel meer dood en verwoesting aanricht, is welkom op de actie tegen de NAVO-top in Noordwijk, 25 oktober. Zie berichtgeving op www.stopoorlog.nl.
(1). Nee, ik ben niet neutraal, ja ik ben lid van de IS en medeplichtig aan dat weblog, al heb ik niet zelf dat stuk geschreven. Ik prijs dat weblog bij deze dan ook schaamteloos aan. Onpartijdigheid is onmogelijk en onwenselijk, ook in dit soort zaken.

dinsdag 9 oktober 2007

Zoals het een schurkenstaat betaamt

De Grote Blanke Vader in Washington is boos op zijn ongehoorzame kinderen in Afghanistan. Daar komt de reactie van de Nederlandse regering op de executie van 15 ter dood veroordeelden in Afghanistan op neer. De regering, met name minister Bert Koenders, is "onaangenaam getroffen" door de doodvonnissen, zo meldt De Volkskrant. De hypocrisie van deze reactie kent waarlijk geen grenzen.
Het valt natuurlijk ook niet mee voor het kabinet. Je stuurt troepen, je verkoopt dat als steun aan wederopbouw van Afghanistan, dat echter eerst beveiligd moet worden tegen enge terroristen, gevaarlijke fundamentalisten, kortweg tegen de Taliban. Het idee erachter was dat de regering van Karzai zich wezenlijk zou onderscheiden van die Taliban. Bij het beschavingsproject dat Balkenende in Uruzgan pretendeert uit te voeren passen geen doodvonnissen. Geschoktheid dus, de regering weet niet of ze vooral boos is of vooral verdrietig vanwege de hardleersheid van haar Afghaanse pupillen. Het mentale kolonialisme viert hoogtij, over een tekort aan VOC-mentaliteit heeft Balkenende bepaald niet te klagen.
Wie erin tuint - wie werkelijk nog denkt dat Nederland troepen heeft gestuurd op verzoek van de Afghaanse president Karzai, in plaats van op verzoek van de Amerikaans president Bush - mag het zeggen. De executies hoeven ons in het geheel niet te verbazen. De staat waar Karzai leiding aan tracht te geven, is weinig meer dan een coalitie van militieleiders, drugsbaronnen en andere geheime of openbare geweldplegers. Daar horen executies bij, al kunnen dit soort types het doorgaans ook prima af zonder de formaliteit van een voorafgaand proces.
Maar - zo hoor ik de Hirsi Alis, de Salman Rushdies, de Jamis en al die andere kruisvaarders al roepen - de Afghaanse staat is tenminste niet Islamistisch, Jihadistisch, Fundamentalistisch, Salafistisch, of welke echte of vermeende vakterm de AIVD nu weer naar voren heeft geschoven. Al dat geweld en al die corrupte, al die krijgsheren en drugsmijnheren -je moet dat zien als kinderziekten van het opbouwen van een liberale rechtsorde.
Net zoals Hirsi Ali nog niet zo lang geleden om begrip voor de druk die het Turkse leger uitoefende tegen de op verkiezingssteun leunende regering van ultra-gematigde Islamisten. "Leger behoedt Turkije voor Islamisering" zo luidde de titel van haar opiniestuk in de NRC, op 11 mei van dit jaar. Liever dictatuur tegen Islamisme, dan democratie die Islamisme ruimte biedt. Dat was de kern van haar houding. Liever grof geweld ten dienste van liberale waarden, dan zelfbeschikking die tot een verkeerde uitkomst kan leiden. Dat is de houding achter het begrip en de steun die de Karzai-maffia krijgt.
Maar het idee dat de huidige Afghaanse staat een seculier karakter heeft klopt nog niet eens ook. De executies - zo meldt niet De Volkskrant, maar wel Al Jazeera - konden volgens de Sharia, aan de Islam ontleende wetgeving, door de beugel volgens de correspondent van Al Jazeera. De Islamitische grondslag van de Afghaanse staat is trouwens zelfs in de grondwet vastgelegd. VS, NAVO en Balkenende hebben geen soldaten in Afghanistan om Westerse waarden tegen Islamisten te verdedigen. VS, NAVO en Balkenende houden gewapenderhand het ene fundamentalisme tegen het andere. De executies waar de regering zich nu zo geschokt over toont, passen in die logica. Regeringstranen voor de geëxecuteerden zijn krokodillentranen.
Dat blijkt ook uit de identiteit van enkele van de veroordeelden. Er zit bijvoorbeeld een zekere Farhad bij, die ondermeer Clementina Cantoni. Italiaans ontwikkelingswerkster, heeft ontvoerd en 24 dagen vastgehouden. Reza Khan, ook geëxecuteerd, had in eind 2001 drie journalisten ontvoerd en vermoord. Het gaat hier dus om het slag mensen waartene de regering-Karzai steun zegt te zoeken bij onder andere Nederland.
Het verschil is dat de Afghaanse staat soms nog een proces houdt voor ze dit soort lui afmaakt. De NAVO en ook Nederland schiet gewoon op 30 kilometers afstand houwitsers af tegen plekken waar ze vermoedt dat zich gewapende strijders ophouden. Zo bespaar je in ieder geval uitzoekwerk en proceskosten. Precies zoals het een echte schurkenstaat betaamt.

zondag 1 juli 2007

Vrolijkheden van het front

Tijd voor weer wat frontberichten uit de Oorlog tegen Terrorisme en het Nederlandse aandeel erin. Het gaat nog steeds goed, het gaat zelfs steeds beter.

Zo bevestigen de Verenigde Naties eindelijk wat zeer velen van ons al vermoedden: er zijn in Irak geen massavernietigingswapens te vinden.
"VN staken speurtocht naar massavernietigingswapens Irak", vertelde De Volkskrant op 29 juni. Voorwaar, een hele opluchting! We worden dus - ik zeg het maar eens duidelijk - dus niet door Saddam Hoessein bedreigd met atoomraketten, gifgas en anthrax. Jammer alleen dat dit inzicht wat laat komt. Te laat, voor de honderdduizenden Irakezen die door de Amerikaans-Britse invasie - met die massavernietigingswapens als voorwendsel - de dood in zijn gejaagd: 655.000 volgens een serieus onderbouwde schatting waarvan zelfs een Britse regeringsfunctionaris toegaf dat die er maar al te gefundeerd uit zag. De schatting dateert overigens van herfst vorig jaar, we zijn al weer negen moorddadige maanden verder.

Maar met die oorlog zelf gaat het uitstekend, dank u vriendelijk. Die conclusie wordt gerechtvaardigd door het volgende bericht, van de website nieuws.nl :
"VS hebben helft Bagdad in handen". Wat een triomf! In maart 2003 begonnen Britse en Amerikaanse militairen hun aanvalsoorlog tegen Irak. Op 1 mei 2003 verklaarde president Bush: "Grote gevechtsoperaties zijn beëindigd. In de slag om Irak hebben de Verenigde Staten en hun bondgenoten gewonnen." Op de achtergrond, op het vliegdekschip waar Bush deze historische woorden sprak, dat fameuze en al snel enigszins omstreden spandoek: "Mission Accomplished".

Inderdaad! Vier jaar en twee maanden later hebben de Verenigde Staten al de helft van de hoofdstad in handen. Alle reden om aan te nemen dat tussen nu en september 2011 de andere helft dit zelfde heuglijke lot beschoren zal zijn. O wacht! Eerder dit jaar, in april was nog slechts 20 procent van de hoofdstad in Amerikaanse handen, volgens het bericht op nieuws.nl. Het gaat toch sneller, die slag om Bagdad. Alleen merkwaardig dat de VS tussen de overwinningsspeech in mei 2003 en het voorjaar van 2007 eerst kans gezien hebben om vier vijfde van de veroverde hoofdstad weer kwijt te raken.

Het meest hoopgevende frontbericht komt echter niet uit het vrije Irak, maar uit het van wederopbouw gonzende Afghanistan.
"Kabinet wil in Uruzgan blijven", meldt De Volkskrant. Wat een mooi nieuws! Wat een opofferingsgezindheid! Ik wist weliswaar niet dat het kabinet in Uruzgan zat. Toch moet het waar zijn, want als het kabinet niet in Uruzgan zat, kon het er immers ook niet blijven, en De Volkskrant schrijft zoiets toch niet zomaar?

En nu blijft het kabinet daar dus ook nog! Zo komen we toch maar sneller van de nieuwe regering af dan we hadden durven dromen. Ik hoop alleen wel dat het kabinet, als het toch in Uruzgan zit, de 1600 Nederlandse soldaten naar huis stuurt. Wederopbouw, mijnheer Balkenende, Koenders, Verhagen, van Middelkoop, dat doen jullie toch zeker veel liever zelf?

dinsdag 26 juni 2007

Afghanistan: Westerse mogendheden boeken successen

Tilburg, 26 juni (Rooieravotr)

De militaire operaties van de Verenigde Staten en de NAVO boeken steeds grotere successen in Afghanistan, zo blijkt uit berichtgeving in verschillende media. USA Today meldt bijvoorbeeld dat volgens een telling van Associated Press aanvallen van NAVO en VS dit jaar al tot minstens 203 doden onder de burgerbevolking hebben geleid. Gewapende strijdgroepen zoals de Taliban haalden met 178 burgerdoden een beduidend mindere score. De NRC meldt: "Vorig jaar vielen de meeste burgerslachtoffers nog door zelfmoordaanslagen en bermbommen van de Talibaan. Dit jaar is dat anders."

Andere cijfers uit het aangehaalde artikel uit USA Today geven een iets ander beeld: NAVO- en VS-aanvallen leiden tot ongeveer evenveel burgerslachtoffers als aanvallen van de Taliban en dergelijke groeperingen. Maar als de trend richting steeds meer burgerslachtoffers door NAVO en VS doorzet, dan kan een volledige overwinning voor de Westerse mogendheden niet lang uitblijven. Uiteindelijk wonen er in Afghanistan slechts 31 miljoen mensen, aldus de CIA, en zonder bevolking geen gewapend verzet.

Een voorbeeld van succesvol Westers ingrijpen werd begin vorige week gemeld, toen een luchtaanval van de VS in het oosten van Afghanistan zeven kinderen het leven kostte. Aljazeera meldt dat er volgens de VS geleide coalitie "geloofwaardige informatie" was dat zich strijders in het gebouw bevonden waar de kinderen omkwamen. Woordvoerder Chris zegt: "we zijn bedroefd over het verlies van onschuldige levens die verloren gingen door de lafheid van militanten." Over de lafheid die bestaat uit het van grote hoogte met de modernste technologische middelen onder vuur nemen van straatarme mensen rept de berichtgeving niet.

Ook Nederlandse gevechtseenheden verrichten grote prestaties in de oorlog. In de hevige strijd die de afgelopen weken plaats vond rond Chora zetten Nederlandse troepen volgens De Volkskrant het zwaarste geschut in waarover ze beschikken, namelijk pantserhouwitsers. Daarmee namen ze posities onder vuur van 30 kilometers afstand. Een woordvoerder van Defensie licht toe: "Volgens hem is de inzet van de pantserhouwitsers een zwaar middel waar slachtoffers bij vallen, maar lopen de Nederlanders daarbij geen gevaar." Minister Van Middelkoop, die eerder een zelfmoordaanslag op een Nederlandse militair waarbij acht kinderen opkwamen een "laffe aanslag" noemde (Trouw, 16 juni 2007), liet een soortgelijke typering bij deze beschieting vanaf grote en veilige afstand achterwege. Het waarom van deze nalatigheid bleef onduidelijk.

Ook met de wederopbouw en de economie gaat het steeds beter. "Het Afghaanse volk en de regering maken immense vooruitgang", zo meldde NAVO-chef Jaap de Hoop Scheffer onlangs volgens een artikel in De Volkskrant. De economie groeit dit jaar tussen de 12 en de 14 procent, en 10 procent van de bevolking beschikt tegenwoordig over een mobiele telefoon.

Opvallend is de grote groei van het belangrijkste exportproduct van de Afghaanse economie, aldus berichtgeving in De Volkskrant. Het desbetreffende gewas kende in 2006 een recordoogst. Het aantal velden dat ermee beplant was groeide dat jaar met 59 procent. Ook de verwerking van het gewas vindt voor een groeiend deel in laboratoria in Afghanistan zelf plaats, hetgeen de Afghaanse economie verder ten goede komt.

Het desbetreffende gewas is papaver, grondstof voor heroïne. Volgens de Verenigde Naties is 90 procent van de heroïne in de wereldgemaakt met papaver uit Afghanistan. De opbrengst wordt gespreid over verschillende partijen: zowel Taliban als functionarissen verbonden met de regering delen mee, hetgeen de spreiding van macht over de verschillende partijen in het nieuwe democratische Afghanistan slechts ten goede kan komen. Samen met de groeiende effectiviteit van NAVO- en Amerikaanse troepen in het doden van Afghanen wijst het op het succes van de operaties waarvan ook de Nederlandse wederopbouwmissie in Uruzgan deel uitmaakt.

zaterdag 16 juni 2007

Gedachten rond aanslag Tarin Kowt, Afghanistan

Voosheid en hypocrisie kenmerken de reactie van oorlogsminister van Middelkoop op de aanslag gisteren in Tarin Kowt, Afghanistan. Bij die zelfmoordaanslag kwamen een Nederlandse militair en acht Afghanen om. Zeven van hen waren kinderen.

De aanslag zelf vervult me met gemengde gevoelens. Er is een grimmige voldoening dat het Afghaans verzetsgroepen lukt de bezettingsmacht - waar de omgekomen Nederlandse militair deel van uitmaakt - te treffen. Die Afghaanse verzetsgroepen - Taliban en anderen - staan in hun gewapende strijd tegen die bezettingsmacht doodgewoon in hun recht.

De dood van de Nederlandse militair is triest. Maar bezetting roept nu eenmaal verzet op, en ik hoop dat dit verzet de bezetting zodanig weet te verzwakken dat de bezetters - waaronder dus Nederland - het opgeven. Dodelijke aanvallen op de bezettingsmacht zijn legitiem deel van dat verzet, en successen van dat verzet zijn welkom. Wie geen nieuwe Nederlandse doden meer wil in Uruzgan, kan beter helpen om de Nederlandse troepen zo snel mogelijk terug te krijgen.

Je zou denken en hopen dat de enige min of meer serieuze anti-oorlogspartij die Nederland kent, juist nu dan ook zou hameren op deze noodzaak tot terugtrekking. Niet dus. Dit meldt Het Parool over de reactie van de SP: "SP-woordvoerster Krista van Velzen noemt het niet gepast om nu uitspraken te doen over de missie. Haar partij is nooit voorstander geweest van de militaire missie in Afghanistan. 'Wij horen nu vooral stil te staan bij de nabestaanden'"

Trieste voorzichtigheid is het, vermoedelijk ingegeven uit angst om ongevoelig over te komen. Op de website van de SP en de weblogs van Jan Marijnissen, Harry van Bommel en Anja Meulenbelt is op het moment dat ik dit schrijf (zaterdagavond 16 juni, rond 22 uur) over de hele zaak niet eens iets te lezen....

Intussen opereren voorstanders heel anders. Zowel Balkenende als Van Middelkoop hebben aangegeven dat ze in de aanslag geen reden voor vervroegde terugtrekking zien. Geen spoor van het idee dat die houding nu "niet gepast" zou zijn.

Naast de grimmige voldoening die ik hierboven uitlegde is er afschuw over de dood van burgers, en vooral van de zeven kinderen. Nee, ik geloof niet dat de zelfmoordaanslag het doel had om zo veel mogelijk burgerslachtoffers te maken, en zeker niet om kinderen te doden. Maar het risico ervan is op de koop toe genome. Veel schelen kon het degene die de aanslag pleegden en planden kennelijk niet.

Een tactiek van verzet die zo omgaat met burgers, is een wrede en onjuiste tactiek. Het is een tactiek die de broodnodige steun van de bevolking voor verzetsactiviteiten eerder ondermijnt dan verstevigt. Juist wie vindt dat het verzet op zichzelf in zijn recht staat, heeft geen enkele reden om deze vorm van verzet goed te keuren of toe te juichen. Integendeel.

Maar nu de reactie van Van Middelkoop. Hij zegt: "De laffe aanslag toont aan met welke tegenstanders we te maken hebben. Deze tegenstander wil slachtoffers maken, waarbij het er niet toe doet alsof het militairen of kinderen zijn."

Was dit echt een "laffe aanslag"? Wreed? Ja. Nietsontziend? Zeker. Maar degene die de bomauto bestuurde, wist dat hij zijn eigen dood tegemoet ging. Of hij geen angst voelde, of de angst onder ogen zag en onder controle wist te houden, weten we niet. Of je dit roekeloosheid moet noemen of moed, daar valt over te twisten. Maar ik kan er geen lafheid in bespeuren.

Zeker niet als je het vergelijkt met de favoriete manier waarop Westerse troepen het Afghaanse en ook het Iraakse verzet bestrijden: met bommen en raketten, van grote afstand, uit vliegtuigen of vanaf oorlogsschepen ver weg. Laf is het afschieten van kruisraketten: mensen sterven in de aangerichte puinhopen, terwijl degene die het commando geeft en degene die op de knop drukt om het ding af te vuren, vrijwel geen enkel risico loopt. Vergeleken bij de "Bravery of Being Out of Range" waar Roger Waters over zingt in het gelijknamige lied, de 'dapperheid' om buiten het bereik van de vijand te zitten, vind ik degene die zichzelf opblies in Tarin Kowt bepaald geen lafaard.

Het idee dat het de plegers van dit soort aanslagen niet uitmaakt of de slachtoffers kinderen zijn of soldaten lijkt mij onjuist. Van Middelkoop voert er ook geen enkel argument voor aan. In feite is er hier iets anders aan de hand, iets dat oorlogsministers van Westerse staten bekend moet voorkomen.

Ja, de plegers van de aanslag namen het risico van dode burgers, dode kinderen, op de koop toe, zoals we zagen. Maar waarin verschilt dat van de houding van NAVO en VS als ze een wijk bombarderen waar volgens hen Taliban of andere verzetsstrijders zitten, maar waar vervolgens vooral door de bommen gedode kinderen of bejaarden gevonden worden?

Dan spreken woordvoerders van NAVO of Pentagon van betreurenswaardige, maar onbedoelde sterfgevallen. Dan zegt Van Middelkoop niet dat het er voor de NAVO "niet toe doet of het militairen of kinderen zijn" die omkomen. Dan heten de dode kinderen "collateral damage". De dubbele moraal die hier gehanteerd wordt, springt in het oog.

De brute logica van beide partijen in deze oorlog is vergelijkbaar. Het absoluut wezenlijke verschil is dat het verzet in haar streven de bezetter te verdrijven het recht aan haar kant heeft; zij gebruikt foute methoden in een op zichzelf terechte strijd. VS, NAVO en Nederland gebruiken foute methoden in een strijd die zelf door en door verkeerd is in haar inzet, in haar doelstelling.

Maar we kunnen verder gaan. Hoe vaak horen we niet dat verzetsstrijders zelf schuld zijn van het omkomen van burgers, doordat verzetsstrijders zich tussen die burgers schuilhouden als NAVO of VS ze aanvalt? Dat kunnen we echter ook omkeren. In Trouw lezen we dat Nederlandse eenheden geregeld patrouilleerden in Tarin Kowt, "vaak gevolgd door een zwerm uitgelaten kinderen". Volgens de logica dat verzetsstrijders burgers in gevaar brengen door zich te midden van hen op te houden, brachten Nederlandse patrouilles kinderen in gevaar door rond te rijden met die kinderen in het kielzog.

De verontwaardiging van Van Middelkoop en anderen over de dood van die kinderen is sowieso hoogst verdacht. Als we dat zo schokkend vinden, waarom krijgen we dan niet - even prominent als de Nederlandse militair, en zo mogelijk met foto - de namen van alle zeven kinderen te lezen? Waarom geen gegevens over wie ze waren, hun achtergrond, hun ouders? Interesseert het ook maar iemand in de redactie van Trouw of in de staf van Defensie?

De burgerslachtoffers zijn kennelijk goed genoeg om als argument te dienen tegen die vreselijke onmenselijke tegenstander. Maar enige menselijkheid wordt ze niet gegund, niet tijdens hun leven en niet na hun dood. En zouden we veel drukte over de zeven omgekomen kinderen in de media hebben gezien als alleen zij waren omgekomen en de Nederlandse soldaat ongedeerd was gebleven?

En dat patrouilles van de bezettingsmacht doelwit van aanslagen konden worden, was geen nieuws. "De kans op een terroristische aanslag is altijd aanwezig", zei hierover de commandant van Kamp Holland in Tarin Kowt, Hans van Griensven. Militairen wisten dus wat ze riskeerden - en dat kinderen daarvan de dupe konden worden.

Het zal hierbij niet blijven. Zolang de bezettingsmacht, en dus de Nederlandse missie aldaar, blijft, zullen er nieuwe aanvallen volgen, zullen er meer doden vallen, kinderen, soldaten... Het verzet staat bepaald niet op het punt om in te zakken, zo laat Paul Rogers zien in "Afghanistan: low level, high impact" op de website opendemocracy.net. Integendeel: het groeit aan kracht, reikwijdte en effectiviteit.

We zien dan ook, uit de aanslag en uit het beeld dat Rogers schetst, een bloedige maar wat mij betreft niet puur hopeloze realiteit: vroeg of laat wordt ook deze bezetting onhoudbaar. Hoe eerder we dat onder ogen zien, hoe eerder de troepen teruggehaald worden, hoe beter het is voor zowel kinderen die Afghanistan sturen als militairen die erheen zijn gestuurd in een onrechtvaardige oorlog.

woensdag 16 mei 2007

Afghanistan, Irak, Eindhoven: zo daar, zo hier

Hier en daar leeft de illusie dat een staat aan oorlogen van grote mogendheden mee kan doen zonder daarmee medeplichtig te worden aan de misdaden van die grote mogendheden, en zonder dat ook eigen soldaten oorlogsmisdaden begaan.

Zo denkt de Nederlandse regering dat ze in Afghanistan allereerst bijdraagt aan 'wederopbouw', zodat ze niet medeplichtig gehouden kan worden aan de misdaden van Amerikaanse troepen elders in het land. Die misdaden gaan door, in hoog tempo. Vrijwel dagelijks lezen we over bombardementen van dorpen. Die zijn uiteraard louter gericht tegen 'Taliban-strijders' daar: zestig doden bij een NAVO-luchtaanval op drie dorpen, volgens Aljazeera op 15 mei. De Taliban zegt dat de doden louter bezoekers van een bruiloft waren.

Natuurlijk kunnen we die beschuldiging vanuit de Taliban afdoen als leugens. Dat is lekker makkelijk. Het is alleen jammer dat de beweringen over burgerslachtoffers keer op keer wel degelijk op waarheid berusten.

Inmiddels hebben de VS toegegeven bijvoorbeeld dat bij eerdere gevechten wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen: veertig, volgens plaatselijke bewoners. Het bloedvergieten vond plaats in het district Sangin, in de provincie Helmand. (Aljazeera, 11 mei). Zo gaat het keer op keer op keer. Zelfs president Karzai, die geen dag president zou zijn als hij er niet door de VS was neergezet en door VS-troepen werd beschermd, klaagt over de burgerslachtoffers die de Westerse troepen steeds weer maken.

Ook betoogden boze Afghanen tegen de Amerikaanse aanvallen (Aljazeera, 1 mei). Studenten blokkeerden een toegangsweg naar Jalalabad en riepen om het vertrek van zowel de Amerikaanse troepen als van president Karzai, ondanks zijn woorden van protest feitelijk weinig meer dan een Amerikaanse pion.

Uit berichtgeving blijkt geen specifiek Nederlandse rol bij dit alles. Maar elke soldata die Nederland in Uruzgan heeft neergezet, is een Amerikaanse, Britse of Australische soldaat die elders Afghaanse verzetsstrijders kan opjagen, Afghaanse dorpen kan aanvallen en bombarderen. De Nederlandse inzet in Uruzgan ondersteunt zo de gehele militaire operaties, de hele bezettingspolitiek, de hele misdaad die de NAVO onder VS-leiding pleegt tegen de Afghaanse bevolking.

Het lijkt me een kwestie van tijd voor we ook lezen over misdaden begaan door Nederlandse soldaten in Uruzgan zelf. Een blik op hoe dit soort dingen in Irak gingen is wellicht heilzaam. Daar heeft Nederland gedurende 2003 en 2004 ook een militaire eenheid neergezet, in de relatief rustige provincie Muthanna.

Natuurlijk was het doel daar ook: wederopbouw en stabilisatie. Net als nu in Uruzgan. Maar ook daar gold iets dergelijks als nu in Afghanistan. Elke Nederlandse soldaat aldaar maakte een Amerikaanse of Britse soldaat vrij om in andere delen het verzet te verpletteren, een opstandige bevolking te onderdrukken, te schieten, te bombarderen en te folteren. Zo droegen de Nederlandse soldaten, in opdracht van de Nederlandse regering, indirect bij aan de verwoesting van het verzetsbolwerk Fallujah in november 2004. Dat is medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden op grote schaal.

Maar Nederlandse troepen zelf begingen eveneens wreedheden. Vandaag lezen we in De Volkskrant over mishandelingen door mensen van de militaire inlichtingendienst MIVD. Arrestanten kregen een hoofdkap op, en volgens één betrokken MIVD-er gebruikte het verhoorteam zelfs een stroomstok. Juridisch adviseur Micha Geeratz mocht van MIVD-ers niet bij het verhoor zijn, terwijl aanwezigheid van zo'n adviseur verplicht is. Aldus berichtgeving uit De Volkskrant, 16 mei. Eerder berichtten kranten al over het onderzoek rond de schietpartij waarbij militair Erik O. een Irakees doodschoot, over een beschuldiging intimidatie van een militair door Erik O., zodat de werkelijke toedracht verborgen bleef, over het zoekraken/ zoekmaken van foto's van de schietpartij, en over het feit dat er meerdere 'schietincidenten' waren geweest, lang niet allemaal volgens de regels gemeld.

Dat was het zuiden van Irak, waar het toen nog vrij rustig was. Gelooft er iemand dat het in Uruzgan - relatief rustig, maar alleen in vergelijking met naburige provincies waarin de oorlog in nog vollere hevigheid woedt - heel erg anders zal gaan? Bereid je maar vast voor op hele nare onthullingen over hele akelige daden van Nederlandse militairen.

En dan nog iets. Oorlog houdt niet op als de soldaten weer naar huis zijn. En oorlog en geweld stopt evenmin bij de grenzen van het land. Als soldaten gewend raken aan het idee dat je vrij weerloze landen mag binnenvallen, mag bezetten, en wie zich verzet met alle beschikbare middelen mag verpletteren - wat voor mentaliteit cultiveert dat bij soldaten elders - bijvoorbeeld bij de thuisblijvers?

Als je van de regering weerloze landen ver weg mag slopen, waarom zou je dan - geholpen door rijkelijk vloeiende drank en ongetwijfeld een stevige dosis verveling - dan niet een weerloze dakloze, dichtbij mogen aftuigen tot hij bewusteloos was, zoals negen militairen klaarblijkelijk in Eindhoven hebben gedaan volgens een bericht in de NRC? Oorlog voer je niet alleen over de grenzen; oorlog vergiftigt de hele maatschappij en slaat vroeg of laat naar binnen terug. Ook de in Eindhoven mishandelde dakloze man is van die oorlogspolitiek het slachtoffer.

vrijdag 13 april 2007

Harde aanpak, zachte aanpak: koloniale aanpak

Harde aanpak of zachte aanpak? Wat is de beste manier voor de NAVO-troepen om Afghanistan uit de handen van de Taliban te houden, en van andere groeperingen die de regering en de Westerse troepen bestrijden?

De harde aanpak zien we daar waar bijvoorbeeld Canadese soldaten vechten. In de Afghaanse stad Kandahar bijvoorbeeld, waar Minka Nijhuis over schrijft in Trouw. Ze vertelt: "De drie artsen die in het Mirwais ziekenhuis aan de thee zitten, zijn boos dat de gevechten alleen maar toenemen in het zuiden. 'Wat kost een bom? Vijfduizend dollar? Van dat geld kunnen Afghanen een flinke tijd leven. Zeg maar tegen je regering dat ze hun wapens kunnen houden,' zegt de arts Mahmad Qasim."


De arts zegt ook nog: "Laat de Taliban maar terugkomen, dan hebben we tenminste geen probleem met de veiligheid." Dat is bepaald niet onlogisch. "Door grootschalige corruptie, wanbeleid en het uitblijven van de beloofde vrede en wederopbouw is het vertrouwen in de autoriteiten en de buitenlandse troepen die met het samenwerken, behoorlijk gedaald. Ook de grote offensieven die de afgelopen maanden waarschijnlijk honderden burgerslachtoffers eisten, hebben kwaad bloed gezet bij de bevolking."

Nijhuis vermeldt ook hoe er ook jonge Afghanen zijn die hopen dat de Taliban wegblijven: mensen die in het Westen hebben gestudeerd en nu bijvoorbeeld als tolk voor Westerse instellingen werken. Maar de conclusie dat de Westerse harde aanpak in Kandahar de afkeer van de bevolking van de Westerse gewapende aanwezigheid, en daarmee de steun voor de Taliban, doet groeien.

Werkt de 'zachte aanpak' zoals Nederlandse troepen die in Uruzgan (verondersteld worden te) hanteren, beter? Een redactioneel commentaar, een dag na het artikel van Nijhuis verschenen in Trouw, spreekt die hoop uit, maar twijfelt.


Het stuk wijst er op dat Nederland wel degelijk een rol speelt waar de 'harde aanpak' wordt gehanteerd - bijvoorbeeld in Kandahar. Dan vervolgt het artikel: "Bovendien is de hardere aanpak vol risico's. De gevechten trekken veel moslimextremisten aan, treffen vrijwel altijd ook burgers en zetten veel kwaad bloed, zoals gisteren in deze krant werd beschreven. ook het onderuit schoffelen van de papaverteelt, nog zo'n harde aanpak, drijft boeren richting taliban."

Maar het alternatief is ook niet zeer succesvol. "De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook onzeker is of de Nederlandse aanpak wel werkt. De 'veilige' inktvek in Uruzgan wordt nauwelijks groter en mogelijk laten de opstandelingen nederland alleen met rust omdat zij zich nu vrijelijk in Uruzgan kunnen hergroeperen. Zelfs de grootste optimist moet erkennen dat de aanpak jaren, zo niet decennia vergt."

Het stuk zegt wel dat de poging niet moet worden opgegeven, bij gebrek aan beter. Maar de laatste zin is veelzeggend: "Alleen als de NAVO-missie ook in het zuiden van Afghanistan wederopbouw centraal stelt en de opstandelingen niet met steeds meer militairen probeert te bestrijden, verdient het overweging. Het veilig houden van een geïsoleerd inktvlekje in hartje Afghanistan is volstrekt zinloos."

De Afghaanse operaties, of ze nu hardhandig te werk gaan of wat subtieler, lijken daarmee uiteindelijk tot mislukken gedoemd: de weerstand is te groot. Opvallend in de twee besproken Trouw-stukken is dat nergens de vraag gesteld wordt of Westerse machten wel het recht hebben om zelfs maar te proberen om Afghanistan uit handen van de Taliban te houden.


Maar zouden we met een succes van de 'zachte aanpak' wel blij moeten zijn, als dat zich zou voordoen? Waar haalt Nederland, Canada, of welke staat dan ook, het recht vandaan om de Afghaanse maatschappij een bepaalde kant op te duwen met een grootschalige militaire macht, of die nou bommen gooit, waterpuntten aanlegt of allebei? Vriendelijk kolonialisme is ook kolonialisme

Dat Nederland soms iets minder onsubtiel te werk gaat dan bijvoorbeeld de VS, is soms waar, en ook verklaarbaar. Nederland is al sinds pakweg 1600 een koloniale mogendheid, en heeft dus in alle mogelijke varianten praktijkervaring opgedaan, van de grofste genocidale versies tot de wat minder onhoffelijke strategie die Nederlandse soldaten in Uruzgan toepassen. De Nederlandse koloniale staat heeft gewoon wat langer kunnen oefenen dan bijvoorbeeld de VS. Dat land, komen als koloniale staat maar net kijken, net als trouwens Canada en Australië.


Voor de Britse rol gelden weer andere zaken: nog niet zo lang geleden een wereldmacht, en sindsdien zodanig vastgeklonken aan de VS dat haar optreden daar maar al te vaak op lijkt. Maar ook van Britse zijde is wel eens gewezen op het verschil tussen de Britse, wat subtielere, aanpak, en de Amerikaanse van-dik-hout-zaagt-men-planken-benadering.

Zo zei een Britse officier die in Irak met Amerikaanse militairen samenwerkte, in 2006 dat "luide stemmen, volledige wapenrusting, (...), luchtaanvallen en dagelijkse uitzendingen door brigadier-generaals met schoudergordels die aankondigen hoeveel Irakezen vandaag zijn gedood" geen "strategie om de harten en geesten te winnen" was. Hij citeerde zelfs een Irakees, iemand van de Baath-partij, die bij vrijlating door Amerikaanse officier luidruchtig belerend werd toegesproken, in het bijzijn van een Britse militair: "Hey, mijnheer de Amerikaan, de volgende keer dat je zoveel spreekt, dan moet je met hem praten. Hij is Brits - zij weten hoe je aan land moet binnenvallen."

En inderdaad. Het Britse rijk heeft, net als Nederland, een lange koloniale ervaring ervaring opgedaan. Subtieler wellicht, maar zeker niet minder arrogant, dan de houding van de VS. Of de geciteerde conversatie werkelijk en in die vorm, heeft plaatsgevonden is hier niet zo relevant. Het gaat om de houding van de Britse officier die hij met deze uitspraak illustreert.

Een ander verschil is dat de VS haar grove aanpak niet ver over de grenzen heeft aangeleerd, maar vlakbij huis. De VS zelf heeft haar eigen grondgebied bijeengeroofd in een reeks genocides en etnische zuiveringen waarmee de oorspronkelijke bevolking deels werd uitgemoord, deels werd verdreven. Daar liggen de wortels van het Amerikaanse leger, dat is de glorieuze traditie ervan. Ook dat geeft de Amerikaanse schurkenstaat haar specifieke brute eigenaardigheden. Voor Australië geldt in mindere mate hetzelfde.

Voeg daarbij het feit dat de Amerikaanse positie als de allersterkste militaire macht ter wereld ook niet echt een basis is voor terughoudendheid en subtiliteit, en het plaatje is wel duidelijk. Nederland heeft domweg niet de brute kracht om te doen wat bijvoorbeeld de VS, maar ook Canada en de Britse staat ontketenen. Wie niet sterk is, moet slim zijn. Maar het verwerpelijke koloniale doel is hetzelfde.

Wat de Nederlandse schurkenstaat tekort komt aan brute militaire macht, dat compenseert het ruimschoots met hooghartige huichelarij. Soms lijkt het er zelfs even op alsof de Nederlandse staat in haar eigen humanitaire sprookjes gelooft.


De Volkskrant gaf daarvan een wrang maar toch ook hoogst amusant voorbeeld. "Van Griensven bezoekt Afghaanse nabestaanden" , heet het stuk. Van Griensven is Nederlands commandant ter plekke; hij bezoekt familieleden van Afghanen die kennelijk bij vergissing door Nederlandse troepen zijn gedood.

Van Griensven had ook wat bij zich voor de mensen: "De families van de slachtoffers kregen zakken rijst, olie en geld om vlees te kopen voor een rouwmaaltijd, zo maakte het ministerie van Defensie dinsdag bekend." Het kan waarlijk niet op, nietwaar? Krijgen nabestaanden van Nederlandse doden zakken ook aardappelen, margarine en geld voor de cake en koffie op de uitvaart? Aan een verdere schaderegeling wordt overigens nog gewerkt.

Maar het bericht wordt nog mooier. "Volgens Defensie stelden de families dit op prijs, maar waren ze nog wel aangedaan." Gek he? Dat het verdriet wegens dit verlies van familieleden niet is weggenomen door pakken rijst, olie en geld? En is Defensie daar - zo klinkt het bericht bijna - daar verbaasd over?! Had Defensie anders verwacht? Is het verdriet van nabestaanden van dode Nederlandse militairen weg te nemen door een schadeloosstelling en plakjes cake, of zijn zulke families misschien ook "aangedaan" als ze een dierbare kwijt zijn geraakt?


Het is deze houding van de Nederlandse staat jegens haar Afghaanse slachtoffers die typerend is. Het is deze houding waaraan je precies de gouden oude koloniale arrogantie en het bijbehorende neerkijken op de "inlanders" die dankbaarheid verschuldigd zijn aan hun witte weldoeners in herkent.

zaterdag 10 maart 2007

Nederland in Afghanistan: koloniale politiek

'Operatie Achilles', zo heet de grote militaire NAVO-campagne in Afghanistan. Daarmee proberen minstens 4500 NAVO-soldaten en 1000 Afghaanse militairen het gewapend verzet in het zuiden van Afghanistan te breken. Wie verzint toch die prachtige namen? De Westerse bezetting van het land is inderdaad bezig een tweede Achilleshiel te worden aan de voeten van een wankelend Westers imperium.

Die bezetting loopt op steeds meer fronten stuk. Operatie Achilles is daar zelf een teken van: het offensief is gelanceerd om een voorjaarsoffensief van de Taliban - alom verwacht en door de Taliban aangekondigd en klaarblijkelijk ook van start gegaan - te vlug af te zijn. Maar het hele feit dat, ruim ruim vijf jaar naar de verdrijving van het Talibanbewind door de Amerikaanse aanvalsoorlog van oktober en november 2001, de Taliban nog bestaan en in kracht toe nemen, laat al zien hoe faliekant mislukt de 'bevrijding' van Afghanistan is.

We zien in feite een klassieke koloniale bezetting, met een pro-Westerse regering van president Karzai die in elkaar zou zakken zodra de bezetters - de VS, maar ook de andere NAVO-legers, waaronder de Nederlandse troepen - de hielen zouden lichten. We zien dagelijks gevechten in een hardnekkige guerrilla-oorlog. Ook Nederlandse militairen doen keihard mee. "Vier Nederlandse patrouilles in Uruzgan zijn in de afgelopen tien dagen beschoten (...) Onder de Nederlanders vielen geen slachtoffers. Aan vijandelijke zijde vermoedelijk wel" , aldus de NRC op 8 maart. "Bij de vier gevechtscontacten is twee keer luchtsteun gebruikt om de schietpartij tussen de Nederlanders en de vijandelijke strijders te beëindigen."

Nederland voert doodgewoon oorlog, wie daar nog aan twijfelt steekt zijn kop diep in het Afghaanse woestijnzand. Maar voorstanders van de Nederlandse rol aldaar wijzen ook op stukjes wederopbouw. "In het dorpje Tarkak (...) hebben de Nederlandse militairen een waterput geslagen voor drinkwater voor de bevolking. Ook sloegen zij een waterput in de gevangenis in Tarin Kowt, zodat de leefomstandigheden in de instelling kunnen verbeteren." Dat lezen we in hetzelfde NRC-stukje. Onthutsend detail: zelfs wie als gevangene te gast is van de Afghaanse autoriteiten, kon tot voor kort kennelijk niet op stromend water rekenen.

Oorlog of wederopbouw? Dat is de vraagstelling in de discussie over de Westerse rol in Afghanistan, en ook over de Nederlandse troepenmacht daar. Het is een oppervlakkige tegenstelling. Ja, hoe duidelijker het wordt dat de NAVO, Nederland ook, gewoon oorlog aan te voeren is, hoe eenvoudiger het wordt om te pleiten voor terugtrekking van die troepen. Hoe duidelijker het wordt dat in die oorlog vooral ook veel burgers het slachtoffer worden, hoe luider de roep om een eind aan de bezetting zal worden - en terecht.

Een voorbeeld laat dat zien.Twee recente Amerikaanse acties binnen een etmaal - een schietpartij op burgers nadat Amerikaanse mariniers in een hinderlaag liepen, en een bombardement op woningen vanwaaruit gevuurd werd - kostten een twintigtal burgers het leven. Het laat zien hoezeer de oorlog tegen de Taliban tegelijk een oorlog tegen de bevolking is.

Maar betekent dit dat wel wel voor een 'echte' wederopbouwmissie zouden moeten zijn? Als Nederlandse troepen nu vier waterputten hadden geslagen, en maar één keer in gevecht waren gekomen met Afghaanse gewapende strijders, was de Nederlandse rol dan minder onaanvaardbaar? Is 'wederopbouw' op voorwaarden van Westerse bezettingstroepen iets om te verwelkomen?

Ik denk van niet. Nederland hield er ooit een groot koloniaal rijk op na: het huidige Indonesië. Tot vlak voor de Eerste Wereldoorlog voerden Nederlandse troepen op tal van plaatsen oorlogen om dat rijk te vestigen en te consolideren. De bekendste was de bloedige Atjeh-oorlog. Maar tussen pakweg 1910 en 1942 (toen Japanse legers de kolonie enkele jaren hardhandig overnamen) heerste er op de meeste plekken rust in het koloniale rijk. Het koloniale bewind legde wegen aan, opende scholen en ziekenhuizen, gaf de zending de ruimte. In modern jargon: de oorlogsmissie werd vervangen door een langdurige wederopbouwmissie. Met had er zelfs een officiële term voor bedacht: 'ethische politiek'.

Maar het was koloniale politiek: Nederlandse ondernemers hadden wegen nodig van en naar hun plantages en mijnen; enig geschoold personeel, en dus enig onderwijs, was wel zo handig. Zieke arbeiders zijn minder productief dan gezonde, dus hier en daar een hospitaal was wel zo verstandig. En sowieso: een beleid dat het welzijn van de 'inlanders' (zo heetten de Indonesiërs in het koloniale jargon) bevorderde, leidde tot minder onvrede, en dus tot ongestoorde koloniale exploitatie van de grote hulpbronnen van het toenmalige Nederlands-Indië. Geen serieuze tegenstander van het kolonialisme zou toen gezegd hebben: het Koninklijk Nederlands Indische Leger KNIL leger doet geen oorlogsmissie meer, het gezag is met wederopbouw bezig, de koloniale aanwezigheid is nu aanvaardbaar.

Het idee van 'humanitaire interventie' is niets nieuws, 'wederopbouw' is van alle koloniale tijden. Als Julius Caesar's legers er ooit in geslaagd zouden zijn dat laatste Gallische dorpje onder de voet te lopen zouden ze er ongetwijfeld een 'wederopbouwproject' zijn gestart dat de inheemse toverdrank zou hebben uitgebannen en de vals zingende bard zou hebben opgesloten, wellicht tot relatieve opluchting van velen. Maar ik denk niet dat Asterix zich door dit type van ethische politiek zand in de ogen zou hebben laten strooien. Dat zouden wij vandaag de dag rond Afghanistan en de 'wederopbouw' evenmin moeten laten doen.

Oorlog voeren tegen de Taliban, waterputten slaan en scholen bouwen om een pro-Westerse president enig krediet te bezorgen: het is allemaal deel van hetzelfde koloniale project. De afwijzing van de Nederlandse missie in Afghanistan is niet afhankelijk van de mate waarin Nederlandse troepen daadwerkelijk oorlog voeren. Kolonialisme met een menselijk gezicht is nog altijd in de allereerste plaats kolonialisme, en daarmee volledig verwerpelijk.

donderdag 22 februari 2007

Irak, Afghanistan: bezettingen onder grote druk

De 'Coalition of the Willing' waarmee Bush en Blair Irak vanaf maart 2003 in een bloedige afgrond hebben gestort, stelt steeds minder voor. Steeds duidelijker wordt de Irak-oorlog wat die van het begin af in de kern al was: een Amerikaanse onderneming, met bij elkaar gesprokkelde steun.

Op 21 februari kondigde de Britse premier Blair dat 1600 van de 7100 Britse militairen op vrij korte termijn teruggetrokken worden. Mogelijk komen daar nog 500 bij, zodat het aantal Britse troepen eind 2007 rond de 5000 uitkomt. Op dezelfde dag maakte ook Denemarken bekend dat ze haar troepen terugtrekt. Het gaat om 460 spldaten, en rond augustus 2007 moeten ze weg zijn uit Irak. En ook Litouwen - met 53 soldaten weliswaar niet de grootste partner - overweegt om na afloop van het mandaat van haar troepen in Irak het verder voor gezien te houden.

Als doekje voor het bloeden kondigde Denemarken wel aan dat het een helicopterteam stuurt met zo'n 50 militairen. Groot-Brittannië komt met iets fraaiers, het stuurt een heuse prins in uniform: Zijne Koninklijke Hoogheid Harry trekt ten strijde, vol vuur en enthousiasme. Dat zal die dwarse Irakezen wel leren. Wat Litouwen gaat doen om het gemis van de 53 militairen in Irak te compenseren, vermeldt de berichtgeving helaas niet.

De terugtrekking van Denemarken en Litouwen is voornamelijk symbolisch, en verandert vrij weinig aan de kracht van de bezettingsmacht. De Britse aftocht doet er veel meer toe. Volgens de Britse regering is de gedeeltelijke terugtrekking mogelijk omdat de veiligheid in de zuidelijke stad Basra nu gehandhaafd kan worden door Iraakse regeringsstrijdkrachten zelf. De Britse terugtocht is daarmee een teken van succes voor het Britse andeel in de bezetting. De Amerikaanse vice-president Cheney zei dat de terugtrekking een teken is "dat de zaken daar behoorlijk goed gaan." Dat klinkt nogal als de 'zegevoerende terugtocht'van Duitse legers tussen 1943 en 1945, van Stalingrad naar Koersk, van Koersk terug naar Warschau, en uiteindelijk helemaal terug naar Berlijn.

Juan Cole ziet dan ook een heel andere reden voor het Britse vertrek. Hij schrijft: "Dit is een vlucht, daar mag geen twijfel over bestaan. De ruziemakende Sjiitische milities en stammen in Irak's zuiden hebben het de Britten onmogelijk gemaakt om te blijven. Ze hebben reeds de door Al-Sadr beheerste provincie Maysan verlaten, evenals het slaperige Muthanna. Ze verplaatsten het Britse consulaat naar het vliegveld omdat ze het in Basra niet konden beschermen. Ze incasseren elke nacht mortier- en raketvuur." De Britse aftocht duidt op een nederlaag, niet op een overwinning.

Een tweede reden om het aantal Britse soldaten in Irak terug te brengen ligt in die andere bezetting die ook al niet echt soepel verloopt: Afghanistan. "Omdat het Britse leger in essentie een veel intensievere contra-guerrilla-oorlog uitvecht in Afghanistan, was er het besef dat er een sort van overdracht moest plaatsvinden van Irak nar Afghanistan", legt Midden-Oosten-deskundige Clive Jones uit in de Los Angeles Times (gevonden via Juan Cole).

Ja, Afghanistan dus. In dezelfde week dat de Britse, Deense en Litouwse terugtocht beklend werd, kwam uit Australië een aankondiging: de regering van dat land overweegt méér troepen naar Afghanistan ter sturen. Minister van Defensie heeft ook contact met de regering van Nederland gehad. Niet zo vreemd als je bedenkt dat in Uruzgan 400 Auistalische militairen onder Nederlands commando staan.

Maar het opkalefateren van de Westerse bezetting in Afghanistan wordt al; net zo moeilijk als het tegengaan van de afkalving van de bezettingscoalitie in Irak. Daar weet de Italiaanse regering - pardon, de voormalige Italiaanse regering - van mee te praten. Gisteravond diende de premier van Italië, Prodi, het ontslag van zijn regering in. Aanleiding: een krappe meerderheid had tegen het buitenlandse beleid van zijn regering gestemd. Deel daarvan was de zending van 2000 Italiaanse militairen naar Afghanistan. Anders gezegd: deelname van Italië aan de bezetting van dat land is de centrum-linkse regering mede fataal geworden.

De hele reeks van gebeurtenissen, van de Britse terugtocht tot en met de Italiaanse regeringscrisis - wijst op twee zaken. Het gewapende verzet in zowel Irak als Afghanistan is zo hardnekkig en sterk dat het regeringen steeds meer moeite kost om de rug recht te houden. Tegelijk is legt de weerstand van de bevolking in de troepenzendende landen fors gewicht in de schaal.

De hardnekkigheid van het verzet in Irak is tamelijk evident. Iraakse strijders slagen er bijvoorbeeld vaker in om Amerikaanse helicopters neer te halen, in een recent geval met een effectiever wapen dan voorheen. In Afghanistan vergaat het de bezetters ook niet goed. De Taliban groeit in slagkracht en draagvlak. Een gouverneur van een aan Afghanistan grenzende provincie meent dat de Taliban feitelijk "een bevrijdingsoorlog" voeren. De man, Orakzai geheten en naaste medewerker van president Musharaff, zegt: "Tegenwoordig steunt een groot deel van de lokale bevolking de militante operaties. Die ontwikkelen zich tot een soort nationalistische beweging, een verzetsbeweging." Als dat klopt - en veel wijst daarop - dan is een mislukking van de bezetting op termijjn vrijwel gegarandeerd, tenzij de bezetters tot waarlijk genocidaal geweld zouden durven overgaan.

Om zo'n verdere escalatie tegen te gaan een een einde aan beide bezettingen dichterbij te brengen is de tweede factor wezenlijk: het protest in de oorlogvoerende landen. Vlak voor de val van de Italiaanse regering liet dit type verzet nog eens zien hoe sterk het was. Meer dan 100.000 mensen demonstreerden in Vicenza, Noord-Italië, tegen de aanleg van een Amerikaanse militaire basis op het vliegveld Dal Molin. Ongetwijfeld droeg dit bij aan de druk waaronder de regering-Prodi uiteindelijk bezweek. Weerstand tegen Amerikaanse militaire basis en tegen h de aanwezigheid van Italiaanse troepen in Afghanistan staan bepaald niet los van elkaar.

Ook de Britse gedeeltelijke terugtocht - inmiddels weten we uit The Guardian dat Britse commandanten liever meer troepen hadden teruggetrokken, in hoger tempo - is deels een gevolg van de druk van hardnekkig protest tegen de oorlogen in Afghanistan en vooral Irak, en de Britse deelname daaraan. De Stop The War Coalition, de sterkste anti-oorlogsbeweging die de wereld momenteel kent, heeft keer op keer vele tienduizenden op straat gebracht. Ze heeft er wezenlijk toe bijgedragen dat Blair zijn enthousiaste rol als oorlogsleider met steeds groter verlies aan populariteit en autoriteit moest bekopen.

Voor komende zaterdag 24 februari heeft de Stop the War Coalition opnieuw een betoging aangekondigd. Hopelijk zal die het proces van afbrokkeling van de Britse oorlogsdeelname verder versnellen.