Posts tonen met het label Islam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Islam. Alle posts tonen

vrijdag 8 februari 2008

Ook béétje boerkaverbod is kwalijk en zot

Het kabinet gaat de boerka een beetje verbieden. Daar komt het kabinetsbesluit van vrijdag op neer. Minister Plasterk bereidt een wet voor om gezichtsbedekkende kleding op school te verbieden. Het kabinet gaat bij openbaarvervoersbedrijven aandringen om een verbod van gezichtsbedekking in de vervoersvoorwaarden opgenomen te krijgen. Gaan OV-bedrijven hier niet in mee, dan houdt het kabinet de mogelijkheid tot een wettelijk verbod daar achter de hand. Voor rijksambtenaren wordt de boerka sowieso verboden.

Met deze maatregelen gaat het kabinet mee met het gestook van een Wilders. Hij en aanverwante islamofobe politici hebben een algeheel boerkaverbod al in 2007 op de politieke agenda gezet. Zo’n algeheel verbod komt er weliswaar niet, vooral omdat dit volgens de regering juridisch onhaalbaar is. Maar het ontmoedigingsbeleid waartoe het kabinet besloten heeft, gaat een eind diezelfde richting op. Hoe "kwalijk en zot" een boerkaverbod trouwens is, dat heb ik eerder op dit weblog al eens uitgelegd. Tegen de huidige halfslachtige versie ervan gelden in de kern dezelfde bezwaren.

Het beleid wordt verpakt als maatregel tegen álle gezichtsbedekkende kledij. Maar hoeveel leerlingen dragen in de klas eenbivakmuts? Hoeveel passagiers van de tram dragen een valhelm met klep naar beneden? Die twee kledingsstukken worden er enkel bijgehaald om aan het zicht te onttrekken dat de boerka, en daarmee de overtuiging en achtergrond van de dragers ervan, het echte doelwit zijn.

Uit een uitspraak van minister Vogelaar wordt dit duidelijk. "De boerka roept ook angst op. Het wordt geassocieerd met radicalisme. Daar moeten we ook serieus rekening mee houden." Er wordt hier geen "open communicatie" - het argument waar Balkenende en ook minister Ter Horst mee schermt - nagestreefd. Er wordt een culturele minderheid als radicaal en (dus) gevaarlijk bestempeld, enkel omdat sommige andere mensen de boerka associëren met iets onaangenaams. Negatieve beeldvorming als motor achter repressieve wetgeving. Precies de richting waarin Wilders het politieke 'debat' drijft.

Natuurlijk gaat de stap voor de recht(s)geaarde islamofoob niet ver genoeg. Henk Kamp: "Ik kan me nog herinneren dat er in Nederland maar weinig vrouwen een hoofddoekje droegen, nu zijn het er honderdduizenden. Als straks ook veel meer vrouwen de boerka dragen lukt het je niet meer om het te verbieden." Inspelen op de angst voor de 'islamisering' dat is de grondslag van het boerkaverbod – en de regering komt daar met haar beleid een heel eind aan tegemoet.

En juist bij het feit dat de regering wel in Wilders' richting gaat, maar niet zover als Wilders zou willen, geeft weer ruimte aan hem om er nog een extra schepje bovenop te doen. Zo raakt het politieke klimaat stap voor stap verder verrechtst en vergiftigd.

vrijdag 5 oktober 2007

Hier en daar beveiliging

Ayaan Hirsi Ali is terug in Nederland, en dat zullen we weten ook. Meteen is in het parlement een debat gevoerd over haar beveiliging: waarom wil de Nederlandse staat daar niet voor betalen? Waarom kan, nadat tot tweemaal toe tot verlenging van die betaling is overgegaan, zo'n verlenging niet nog een derde keer? Dat wilde GroenLinks weten nadat minister Hirsch Ballin de situatie rond die betaling had uiteengezet.

Media en politiek maken van de zaak een circus met een reeks hoogst bizarre en soms vermakelijke aspecten.
De NRC zegt bijvoorbeeld dat Hirsi Ali "al jaren zwaar wordt bedreigd wegens haar kritische uitlatingen over de Islam." Nee dus, zo zat het niet. Hirsi Ali was als VVD-politicus voortdurend bezig, niet met kritiek op de Islam, maar met belediging van Moslims. Keer op keer veegde ze daarbij kwalijke praktijken zoals vrouwenbesnijdenis op een hoop met 'de' Islam. Daarbij speelde ze ook nog eens die kleine minderheid van Moslims die dit soort zaken wèl als deel van de Islam zien, in de kaart.

Wat heilig was voor Moslims moest het keer op keer ontgelden in nogal grove bewoordingen. Daarmee droeg ze bij aan een sfeer waarin Moslims angst werd aangejaagd. Het waren geen "kritische uitlatingen over de Islam" die tot dreigementen leiden. Hirsi Ali zaaide haat via belediging - en ze oogstte daarvoor van oververhitte enkelingen bedreigingen. Die bedreigingen deugden niet, de moorden die in mei 2002 en november 2004 op dit soort bedreigingen voortvloeiden natuurlijk nog veel minder.

De Nederlandse staat vond het - na de moorden op Fortuyn en Van Gogh - wijs om die dreiging serieus te nemen. Dus kreeg Hirsi Ali beveiliging. Maar het is opvallend hoezeer wel de bedreiging van Hirsi Ali tot verontwaardiging leidde, en hoezeer dat veel minder gold voor de beledigende haatzaaiende retoriek die voor enkelingen helaas aanleiding tot deze bedreigingen was. Het werpt de vraag op: wie beveiligt de maatschappij nu eens tegen islamofobe haatzaaierij en racisme, en wie betaalt daarvoor de kosten?

Maar vorig jaar vertrok ze, na de bezopen heisa die minister Verdonk destijds had ontketend rond het al dan niet geldige paspoort van Hirsi Ali, naar de Verenigde Staten, waar ze ging werken voor een rechtse denktank. Welnu, zij is een liberaal politicus. Laat ik haar dan, in de geest van het liberalisme dat zij zegt aan te hangen, even eraan herinneren dat die verhuizing haar vrije keus was.

Trouw trekt dat in twijfel
en schrijft: "Hirsi Ali zag zich destijds gedwongen vroegtijdig naar de VS ernstig bezwaar hadden gemaakt tegen haar aanwezigheid en nadat de rechter dat bezwaar in eerste aanleg nog had gehonoreerd ook." Daarom vindt Trouw het doorbetalen voor beveiliging voor de Nederlandse staat een "erezaak". Wat een flauwekul. Er zijn meer buurten, meer bewoners, andere rechters en in dit soort rechtszaken is er ook nog een 'tweede aanleg'. Hirsi Ali is niet naar de VS gevlucht (zoals ze destijds wel uit Somalië is gevlucht). Ze is gewoon geëmigreerd, in een doordachte carrière-move, en hooguit heeft de houding van buurt en rechter die emigratie wat extra vaart gegeven. Zij en haar fans moeten niet zo zielig doen.

Ze koos bij haar verhuizing voor een land waar, ook op het gebied van beveiliging, de burger een grotere eigen verantwoordelijkheid toegemeten krijgt dan in het volgens veel VVD-ers veel te sociaal-democratische ingerichte Nederland. In de VS betaal je zelf, of het bedrijf of de instelling waarvoor je werkt, de kosten van beveiliging. Je kunt dat eerlijk vinden, of juist heel unfair. Maar Hirsi Ali wist of kon weten dat het zo in elkaar stak. Dat de Nederlandse regering nog tijdenlang doorging met die beveiliging toch voor haar betalen kun je netjes vinden, of zwaar overdreven.

Maar dat dit een keer ophoudt is wel zo logisch, en het gejammer erover is nogal vreemd. En is het niet opvallend hoe een klassiek VVD-liberaal, gewend om mensen op eigen verantwoordelijkheid te wijzen, in een mum van tijd een even klassieke sociaal-democraat wordt zodra de staatssteun die te halen is niet ten goede komt aan arme mensen, vluchtelingen, mensen zonder werk of anderszins in nood, maar aan haarzelf?

Bizar is het trouwens dat uitgerekend GroenLinks zo'n drukte om de beveiliging van Hirsi Ali maakte. Heeft die partij geen mensen kunnen vinden die meer in de knel zitten, meer in aanmerking komen om in bescherming genomen te worden tegen vervolging en bedreiging? Is het opkomen voor islamofobe politici die af en toe een giftige terugslag ondervinden vanwege het gif dat zij zelf uitstrooien, nu werkelijk zo belangrijk dat er een spoeddebat tegenaan gegooid moet worden, precies in de week dat Birma steeds meer verandert in een openluchtgevangenis en Afghanistan steeds meer in een schiettuin voor Nederlandse militairen?

Natuurlijk moet de zaak van Hirsi Ali, nu die eenmaal zoveel herrie heeft veroorzaakt, nu wel worden opgelost, al was het maar zodat we ons dan weer over wezenlijker dingen druk kunnen maken. Ik heb daarom een voorstel waarin het veelgeprezen liberale gevoel van eigen verantwoordelijkheid gecombineerd wordt met de solidariteit waarmee de SP haar kosten betaalt. Waarom de beveiliging niet betalen via een afdrachtregeling? Als al de islamofobe Kamerleden die het parlement 'rijk' is, nu eens hun verantwoordelijkheid voor hun geesteverwant nemen en allemaal een fors deel van hun salaris afstaan voor de beveiliging van Hirsi Ali? Wilders en zijn acht fractiegenoten, plus natuurlijk mevrouw Verdonk die met haar houding rond het paspoort van Hirsi Ali mede aanleiding gaf tot de huidige vertoning?

Het gaat, zo
meldt De Volkskrant, in totaal om 2 miljoen euro per jaar. Dat is 200.000 euro per jaar per islamofoob kamerlid - tenzij natuurlijk de VVD ook meedoet, dan worden de lasten een stuk lager. En mocht mevrouw Halsema werkelijk zo begaan zijn met het lot van Hirsi Ali, dan mag ook zij een persoonlijke duit in het collectezakje doen. Maar zó diep zal zij hopelijk niet zakken.

donderdag 6 september 2007

Geplaatst: "Progressieve ex-moslim wijst comité af"

Zelden plaats ik complete stukken die ik niet zelf heb geschreven. Voor het onderstaande stuk maak ik echter graag een uitzondering, gezien het politieke belang ervan, en omdat één van de schrijvers ervan me het stuk zelf onder de aandacht bracht met het oog op verdere verspreiding. Het stuk staat in de NRC, maar niet iedereen leest het NRC... :-)

Progressieve ex-moslim wijst comité af

Ehsan Jami spreekt niet namens alle ex-moslims, betogen Peyman Jafari en Behnam Taebi. Jami brengt de islam met terrorisme in verband en voedt de hetze tegen moslims. Progressieven moeten zich van zijn comité distantiëren.

In de afgelopen weken hebben tientallen bekende Nederlanders een brief gekregen met de oproep zich aan te sluiten bij het Steuncomité ex-moslims. De brief is ondertekend door bekende islam-bashers zoals Afshin Ellian, maar ook door progressieven zoals hoogleraren Jos de Beus en Arjo Klamer. Bewust van hun islamofobe gezelschap, beweren ze met de steun aan Jami's Comité van ex-moslims slechts op te komen voor het recht op geloofsafval. Dit is een ongelooflijk
naïeve bewering, die in de praktijk het neoconservatieve wereldbeeld versterkt waarin moslims de 'westerse beschaving' zouden bedreigen. In de publieke opinie zal immers nauwelijks een onderscheid gemaakt worden tussen dat wereldbeeld en dat van Jami's comité.

Ten eerste wordt de oprichting van Jami's comité gekleurd door een
specifieke context – stigmatisering en vernedering van moslims in woord en daad. Wie het kan opbrengen om de wereld vanuit de ogen van moslims te bekijken, zal zien dat het elke dag mokerslagen regent op een hele bevolkingsgroep. Sinds de aanslagen van 11 september worden moslims uitgemaakt voor 'geitenneukers', 'pooiers van de profeet', 'criminelen' en 'terroristen'. Hun scholen en moskeeën
zijn regelmatig het doelwit van bekladding en brandstichting, zoals recentelijk in Haarlem. En in het dagelijkse leven en op de arbeidsmarkt krijgen ze steeds vaker met discriminatie te maken.

Dan zijn er ook nog de uitspraken van Ehsan Jami zelf die naadloos
aansluiten bij deze ontwikkeling. Hij hanteert de retoriek van de 'oorlog tegen terrorisme' door de profeet Mohamed met Osama Bin Laden te vergelijken. En om er geen misverstand te laten bestaan over zijn politieke agenda, kiest Jami 11 september voor de presentatie van zijn comité. Daarmee roept hij het beeld op van de islam als een religie die aanzet tot terreur tegen het Westen.

Om die reden wordt Jami op handen gedragen door de hofhouding van Ayaan Hirsi Ali. Jami zet nu zijn eerste stappen in haar voetsporen die via de denktank American Enterprise Institute naar de spelonken van de
neoconservatieven in het Witte Huis leiden. Zijn gids is niemand anders dan Afshin Ellian die zich opwerpt als de verdediger van de 'westerse cultuur' tegen het 'islamofascisme'. Tot Jami's grote vreugde heeft ook Geert Wilders zijn steun uitgesproken.

Progressieve steun voor het Comité van ex-moslims is kortzichtig, nu de neoconservatieven het recht op geloofsafval voor hun politieke kar hebben gespannen. Als ex-moslims komen we op voor het recht om de islam te verlaten zonder geconfronteerd te worden met bedreiging of geweld. Echter, de manier waarop Jami voor dit recht zegt te willen opkomen, werkt contraproductief. De sociale spanningen waarmee individuele keuzes over religie soms gepaard gaan, worden door de hetze tegen moslims alleen maar opgevoerd. Daarom willen we ons
juist als ex-moslims publiekelijk uitspreken tegen het initiatief van Jami en Ellian en ons inzetten voor dialoog en samenwerking met moslims. Daarbij hebben we geen enkele angst om ons als 'openlijke islamverlaters' te afficheren, ook al gaan we liever door het leven als wat we zijn dan wat we zijn geweest.

In hun verklaring beweert het Steuncomité dat in het Westen een 'trend' van geweldstoename tegen ex-moslims merkbaar is. Als bewijs voeren ze 'de zeer geringe aantallen openlijke islamverlaters' aan. Voor ons en veel andere ex-moslims is er simpelweg geen noodzaak voor de oprichting van een comité, nog minder voelen we de drang om muren op te trekken tussen onszelf en onze familieleden, vrienden en kennissen. Veel ex-moslims willen ook terecht geen munitie leveren voor de anti-moslimhetze van de neoconservatieven.

Progressieven die steun werven voor het Comité van ex-moslims zijn niet alleen naïef, maar ook hypocriet. Jami, Ellian en Wilders bevorderen niet de vrijheid van religie, maar ze creëren een klimaat waarin moslims hun godsdienst niet vrij van angst en discriminatie kunnen beleven. Tegen deze tsunami van islamofobie hebben we nooit iets van de ondertekenaars gehoord. En ondanks hun
tirades tegen geweld wordt de wereld met hun bijdrage er niet vreedzamer op – integendeel.

Wilders is zelf het levende bewijs dat men niet in de Koran hoeft te
geloven om tot geweld op te roepen. Naar aanleiding van rellen tussen supporters van Jong Marokko en Jong Oranje pleit Wilders om in de toekomst met scherp te schieten op relschoppers.

Ook pleit Wilders voor bombardementen op Iran, een land met 70 miljoen inwoners. Na de Amerikaanse aanval op Irak in maart 2003 juichte Ellian in zijn column dat de 'vredesdemonstranten verloren hebben' en betichtte hij hen van een 'laffe houding' omdat 'ze niet weten dat elke strijd tegen tirannie slachtoffers eist'. Vier jaar later weten we hoeveel slachtoffers in Irak zijn gevallen – nu meer dan 650.000 volgens The Lancet.

Door moslims als een bedreiging voor de 'westerse beschaving' af te
schilderen voeden de neoconservatieven niet alleen het categorisch discrimineren van moslims, ze zoeken ook naar een ideologische rechtvaardiging voor de gevoerde oorlogen in het Midden-Oosten en nieuwe oorlogen die aanstaande zijn. Het zou pas van lef getuigen als progressieven hun selectieve verontwaardiging opzij leggen en de strijd aanbinden met die politiek die in het Midden-Oosten honderdduizenden slachtoffers maakt en nieuwe rekruten werft voor fundamentalisten. De progressieve strijd voor universele waarden als vrijheid en gelijkheid is niet gebaat bij de valse notie dat al het kwade uit de islam
voortvloeit en al het goede uit het Westen. Een beter startpunt is het antwoord van Gandhi toen een journalist hem vroeg wat hij van de 'westerse beschaving' vond. Hij antwoordde: „Het zou een goed idee zijn."

Peyman Jafari is politicoloog en Behnam Taebi doceert techniekfilosofie aan de TU Delft. Op maandag 10 september bezoeken ze met een delegatie van ex-moslims een moskee in Amsterdam en gaan ze in gesprek met de voorzitter van de Vereniging van Imams in Nederland.

maandag 16 april 2007

Islamisme, secularisme, nationalisme en links

Twee demonstraties afgelopen weekend verdienen enige aandacht. De eerste was een betoging van zo'n 200.000 mensen in Turkije. De tweede vond plaats in Pakistan en trok tienduizenden mensen, mogelijkerwijs 100.000.

De demonstraties hadden naast hun aanzienlijke omvang nog bepaalde kenmerken gemeen. Beide betogingen richtten zich tegen de politieke Islam, tegen datgene wat in Westerse media doorgaans als Moslim-fundamentalisme wordt getypeerd. Het ging om demonstranten die een seculiere staat willen, en gekant zijn tegen een staatsbestel dat zijn wetgeving baseert op aan de Islam ontleende rechtsprincipes.

Dat is in de gangbare Islamofobe beeldvorming niet onbelangrijk. Zowel in Pakistan als in Turkije bestaat de overgrote bevolking uit Moslims. Als in beide landen zulke grote aantallen mensen de straat op gaan voor seculiere politiek, dat laat dat zien dat zo'n seculiere maatschappijopvatting kennelijk uitstekend te combineren valt met het aanhangen van de Islam. Dat doorbreekt het stereotype Islam-vijandige beeld dat Moslims in feite allemaal verkapte fundamentalisten zijn, die de scheiding tussen religie en staat nog maar steeds niet hebben begrepen.

Maar daarmee is het goede nieuws rond deze gebeurtenissen wel uitgeput. Beide demonstraties zijn weliswaar gericht tegen conservatief-Islamistische politiek. Maar dat maakt de betogingen nog niet tot iets vooruitstrevends. Dat wordt wat duidelijker als we de context ervan wat nader beschouwen.

Allereerst Pakistan. Daar keerden de demonstranten zich tegen de radicaal-Islamitische 'Rode Moskee', vanwaaruit religieuze activisten een campagne 'tegen ondeugd' hadden opgezet. Ze oefenen druk uit op winkels die muziek en video's verkopen, vrouwelijke studenten van de religieuze school (madrassa) die aan de Rode Moskee verbonden is, vielen een huis binnen waarvan ze zeiden dat het een bordeel was. Moskee-activisten hebben gedreigd met zelfmoordaanslagen als de regering tegen de Rode Moskee optreedt. De regering zoekt naar een oplossing via overleg.

De demonstranten zeggen: "De Islam is een religie van vrede en heeft geen Kalashnikovs en stokken nodig" ,
zo lezen we in Aljazeera. Maar daar wringt wel iets. Eén van de zaken waar de mensen van de Rode Moskee zich ook druk over maken is de steun van de Pakistaanse president Musharaff voor de 'Oorlog tegen terrorisme' van president Bush. Radicale aanhangers van de Rode Moskee zijn herhaaldelijk de straat op gegaan om tegen die oorlog, en daarmee ook tegen het regime van Musharaff, te protesteren. Die demonstratie botsten keer en keer met een van keihard optredende oproerpolitie.

Ook andere demonstraties, zoals de op zichzelf vreedzame betogingen tegen de schorsing van de hoogste rechter door de president, krijgen keer op keer met grof politiegeweld te maken. De demonstratie tegen de Rode Moskee bleef echter ongemoeid. Dat lijkt me nauwelijks toevallig.

Kennelijk kwam het de president goed uit dat een grote massa de straat op ging tegen een groepering die, naast akelige praktijken tegen rechten en vrijheden van mensen, ook een volstrekt terechte kritiek op Musharaff's oorlogspolitiek laat klinken. Bedoeld of onbedoeld, de demonstranten geven het bewind Musharaff, steun in de rug. De president kan naar volkssteun verwijzen voor zijn in de kern autoritaire beleid. Laten we niet vergeten dat Musharaff een militaire dictator is, aan de macht gekomen via een staatsgreep in 1999. De World Socialist Website heeft in een zeer recent stuk interessante achtergrondinformatie samengevat over de situatie in Pakistan waaraan ik het nodige heb ontleend alhier.


Veel duidelijker dan in Pakistan is de seculiere demonstratie in Turkije een verlengstuk van zeer autoritaire tendensen, in dit geval in de Turkse staat. Inzet is de opvolging van de president van het land. Daar gaat het parlement over, en in dat parlement is de Welvaartspartij, een gematigd-Islamistische partij, de sterkste. De huidige premier Erdogan is van die partij. Hij overweegt om zich kandidaat voor het presidentschap te stellen, waarmee zowel de regering als het presidentschap aan Islamistische politici zou kunnen komen.

Dat is niet naar de zin van zeer veel topfunctionarissen in de Turkse staat, vooral niet van de legerleiding. Die verwijzen naar het officiële seculiere karakter van de Turkse staat, dat door de Welvaarstpartij bedreigd zou worden. Allerlei rechtse nationalistische partijen steunen ditzelfde soort secularisme-van-hogerhand. Het betreft hier een wezenlijk onderdeel van het Turkse nationalisme, dat onder het mom van seculiere waarden de Islam zo min mogelijk ruimte in het openbare leven wenst te geven.

Dar het bij dit secularisme helemaal niet om iets democratisch gaat, bleek al eerder. In 1997 dwong de militaire top de toenmalige, eveneens door Islamisten geleide regering, tot aftreden. Dat kwam feitelijk neer op een staatsgreep tegen een regering die via verkiezingen tot stand was gekomen, net als de huidige. Het officiële secularisme van de generaals is in de kern anti-democratisch.

Precies aan dat officiële secularisme geven de massaal opgekomen demonstranten steun. De betoging kreeg brede ondersteuning, van rechtse nationalistische club tot - treurig genoeg - de vakbondsfederatie Turk-Is aan toe. Kort voor de demonstratie sprak generaal Yasar Buyukanit, de hoogste militair van Turkije al: "We hopen dat er iemand als president wordt geselecteerd die loyaal is aan de beginselen van de republiek - niet alleen in woorden maar in daden." De woorden kregen als het ware een echo van een demonstrant: "Ik ben hier om te vorkomen dat Recep Tayyip Erdogan president wordt. Nooit is er iemand met die mentaliteit president geworden, en dat zal ook nooit gebeuren."


De Welvaartspartij van Erdokan heeft een Islamistische politiek, maar het lijkt meer op een Moslim-versie van CDA of Christenunie dan op iets dat ook maar in de buurt komt van Taliban-achtige spookbeelden. Aljazeera beschreef , in het stuk waaruit ook de twee geciteerde uitspraken afkomstig zijn, wat Erdogan probeerde aan Islamistisch beleid. Erdokan heeft geprobeerd overspel strafbaar te stellen, maar krabbelde onder druk van de EU terug. Ook sprak hij zich uit tegen de beperking op het dragen van hoofddoeken, en deed pogingen om de positie van religieuze instellingen te versterken.

Een serieuze poging om van Turkije een islamitische staat te maken kun je dat toch moeilijk noemen. De BBC zegt dan ook: "De premier heeft gezegd dat hij niet van plan is om een pro-Islamistische agenda door te drukken,. Er is maar erg weinig bewijs dat anders suggereert, maar de machtige elite van het land vertrouwt hem gewoon niet." En die elite laat haar kracht zien, met dreigende taal èn met straatprotest waartoe die elite mede opriep.

Dat maakt de demonstratie tegen Erdogan's eventuele presidentschap tot onderdeel van autoritaire, rechtse politiek. Waar is het elementaire democratische idee dat de Welvaartspartij een groot aantal kiezers achter zich heeft gekregen, genoeg voor een premierschap en, via een gekozen parlement wellicht ook het presidentschap hierbij gebleven? Als seculiere politici zo'n bezwaar hebben tegen de Welvaartspartij, laat ze dan steun verwerven voor haar eigen politiek, een geloofwaardig alternatief tegenover de Welvaartspartij naar voren brengen, en daarmee verkiezingen winnen. Van tegenwerking van media, generaalsdreigementen en strenge toespraken vanuit de EU zullen ze daarbij geen last ondervinden.

Maar de Welvaartspartij - zelf ook bepaald geen linkse club - is juist zo sterk geworden omdat mensen zagen dat achter de taal van secularisme en nationale eenheid een politiek schuil ging waar heel veel bewoners van Turkije geen brood in zagen. Desillusie in de seculiere nationalisten dreef mensen naar de Islamistische oppositie. En grote delen van links steunden dit seculiere nationalisme en zagen Islamisme als de ultieme bedreiging. Daarmee bood ook dit links voor arbeiders en onderdrukte bevolkingsgroepen geen werkelijk alternatief.

Dat wreekt zich niet alleen in de opkomst van conservatieve Islamistische politiek. Het onvoorwaardelijke nationalisme bedreigt ook democratische rechten van vooral de Koerden. Zo heeft een rechts politicus het bestaan om premier Erdogan een aanklacht te bezorgen omdat hij de gevangen Koerdische verzetsleider Ocalan met 'mijnheer' aanduidde! Griezeliger is de dreigende taal van een generaal: die opperde afgelopen week dat het Turkse leger desnoods een militaire operatie in Iraaks Koerdistan moest uitvoeren tegen Koerdische guerrillabeweging PKK die van daaruit zou opereren.

Het gevestigde Turks nationalisme erkent het leger als garantiemacht voor het seculiere karakter van de staat. Hetzelfde nationalisme vertrapt alles wat de nationale eenheid kan bedreigen, bijvoorbeeld ook de nationale rechten van Koerden en Armenen. Het bindt de arme meerderheid van de Turkse bevolking aan haar eigen overheersers en uitbuiters, en moedigt seculiere Turken aan om hun Islamistische buren en collega's t wantrouwen en hun seculiere basen als nationaal bondgenoot te zien.

Een linkse politiek die niet breekt met dit nationalisme, laat de Koerden in de steek, accepteert verkeerde verdeeldheid tussen arbeiders, en bindt grote delen van de arbeidersbeweging aan een staat die van deze beweging de dodelijke vijand is. Zolang de heersers het boven geanalyseerde nationalisme hanteren, en zolang links hier niet mee breekt, zullen mensen die nee willen zeggen tegen die heersers maar al te gemakkelijk uitkomen bij de Welvaartspartij van Erdogan. Een ander alternatief is dan immers ternauwernood zichtbaar. Een belangwekkende analyse van de spanningen in Turkije, de rol van het seculiere nationalisme en de van het Islamisme lees je in een recent artikel op de World Socialist Website, waarvan ik lustig gebruik heb gemaakt in dit weblogstuk.

Als we dit allemaal meewegen, dan komt de demonstratie tegen Erdogan er tamelijk onaangenaam uit te zien. Betogen tegen het feit dat een langs democratische lijnen gekozen premier zich langs democratische lijnen tot president wil laten aanwijzen- enkel omdat de man Islamist is - het mag erg seculier zijn, erg pro-Westers ook. Maar erg bevorderlijk voor werkelijke democratie is het niet.