donderdag 3 mei 2007

Boris Jeltsin in zijn tijd (deel twee)

(Met enige vertraging, het tweede deel)

Vanaf 1986 zette de nieuwe partijleider Gorbatsjov een hervormingprogramma door om de Sovjetunie beter opgewassen te maken tegen de vanuit Washington met kruisraketten, Pershings en de ontwikkeling van het 'Star Wars'-ruimteschild aangejaagde wapenwedloop. Marktwerking moest meer dynamiek ik de economie brengen, openheid moest het mogelijk maken om corrupte en tegenwerkende functionarissen terzijde te schuiven. Een vleugje democratisering mocht dienen om goodwill onder de bevolking op te wekken - een goodwill die het bewind hard nodig zou hebben, want de markthervormingen dreigden het beetje bestaanszekerheid dat de mensen hadden, door middel van prijsstijgingen en bedrijfssluitingen aan te tasten.

Het hele imago van een zich richting democratie en vrije markt hervormende Sovjetunie kon tevens vertrouwen wekken in het buitenland, zodat overeenkomsten richting wapenbeheersing makkelijker werden en de haviken in Washington hun escalatie van de wapenwedloop minder makkelijk door konden zetten. Raketten richten op een land waar stappen richting democratie gezet worden is lastiger uit te leggen dan dezelfde raketten richten op een starre Stalinistische staat. En precies het afremmen van de wapenwedloop - die voor de Sovjetunie nauwelijks meer was bij te benen - kwam de leiding rond Gorbatsjov zeer goed uit.

De doeleinden van de hervormingen lagen dus in het herstellen en versterken van de concurrentiepositie van de Sovjetunie. De logica van de concurrentie dreef het beleid van de staatskapitalistische heersers van de Sovjetunie. Democratie en openheid waren geen doel op zich, maar middelen voor machtsherstel en machtsbehoud van de staat, en vooral van de heersers in die staat. Dat zagen veel topfunctionarissen in die staat zelf in. Vandaar dat ook mensen met nogal wat bloed aan hun handen in de jaren tachtig de overgang maakten van keiharde apparatsjik naar 'democraat'. Het doel was immers niet veranderd, alleen de aanpak.

Eén van degenen die deze overgang maakte was Boris Jeltsin. Data en gegevens over Jeltsins carrière vind je trouwens, net als ik, in "Russia: Highlights of Yeltsin's life" , Radio Free Europe/ Radio Liberty, 27 april 2007. De opkomst van Jeltsin als boerenzoon via het partijleiderschap in de regio Sverdlovsk naar partijbaas in Moskou schetste ik in deel één van dit verhaal. Daar kan aan toegevoegd worden dat, wie in die periode zo snel opklom, een keihard figuur zonder veel gewetensproblemen met onderdrukking en verraad moet zijn geweest. Dat gold dan ook voor Jeltsin zelf.

Matt Taibbi, Amerikaans journalist die tijdens het presidentschap van Jeltsin in Rusland woonde, vertelt over de jonge jaren van de latere 'democraat'. De grootvader van Jeltsin, een niet totaal verpauperde boer, werd als 'koelak'(rijke boer) weggezuiverd tijdens de collectivisatie van de landbouw. De vader vertrok met het gezin om te werken in de bouw. Taibbi gaat verder: "In die tijd werkte de familie Jeltsin in een arbeidersbarak waar mannen, vrouwen, kinderen en bejaarden bovenop elkaar sliepen als dieren en vochten, letterlijk vochten, met vuisten en loden pijpen, om broodkorsten, of om wat centimeters ruimte om 's nachts op te slapen. De communistische regering vond haar leiders onder de gemeenste en hebzuchtigste van de kinderen die overleefden en gedijden in plaatsen als deze. Boris Jeltsin was zo'n kind."

Hij voegt eraan toe: "Bij de eerste de beste gelegenheid sloot hij zich bij de communisten aan die zijn grootvader hadden geliquideerd en zijn vader hadden vervolgd. Hij stal; en sloeg gezichten in elkaar op professionele basis, en steeg snel in de communistische rangen om baas te worden in de Sverdlovsk-regio, waar hij opnieuw beroemd was vanwege twee dingen: zijn heldhaftig drinken, en zijn scherpe politieke neus voor het plunderen en verdelen van de buit van Sovjetcontracten in bouw en wegenaanleg." Taibbi ziet hier, door zijn anti-Marxistische bril, iets communistisch in. Mij doet het allemaal meer denken aan de opkomst van grote ondernemers als Carnegie, Morgan en anderen in de laatste decennia van de negentiende eeuw, zogeheten robber barons. Maar het beeld dat hij schetst lijkt mij grimmig-realistisch.

Dat was dus de Boris Jeltsin die van Gorbatsjov de partijorganisatie in Moskou mocht leiden Zoals vuistslagen en diefstal in eerdere jaren zijn weg omhoog typeerden, zo werd een vertoon van democratie en hervormingsijver nu zijn visitekaartje. De drank bleef, evenals de weergaloze ambitie waarvoor hij nu een nieuwe tactiek hanteerde.

Jeltsin werd populair omdat hij zich op de hoogte stelde van wat er onder de bevolking leefde. Hij ging vaak met de metro rond, in plaats van met de partijlimousine. Dit contact met de bevolking doordrong hem ervan hoe diep de maatschappelijke crisis, hoe groot de onvrede, en hoe urgent dus de noodzaak tot veranderingen waar de bevolking iets positiefs van merkte. Dat maakte hem tot radicaler hervormer dan de immer schipperende Gorbatsjov.

Nadat Jeltsin op een partijbijeenkomst van topfiguren de aarzeling en halfslachtigheid van Gorbatsjov kritiseerde, kreeg hij van Gorbatsjov en conservatievere partijbazen de wind van voren in een golf van botte kritiek. Jeltsin trad af wegens de spreekwoordelijke gezondheidsredenen waarmee machthebbers hun stappen in de carrière wel vaker afdekken. Het was herfst 1987.

Maar in de eerste maanden van 1989 dook hij weer op. In dat jaar vonden verkiezingen plaats waar meerdere kandidaten aan mee konden doen, en waaraan openlijke campagnes van rivalen en zelfs rivaliserende stromingen aan vooraf gingen. In diverse deelstaten waren groeperingen opgekomen die nationale autonomie, later zelfs onafhankelijkheid, bepleitten: zogeheten Volksfronten. Die verschenen in de Baltische staten, in de Oekraine, in Armenië. In Rusland zelf groepeerden hervormingsgezinde leden van de Communistische partij en schoven kandidaten naar voren. Eén van hen was Boris Jeltsin, en hij werd - zoals veel andere hervormers - gekozen, in de eerste min of meer democratische verkiezingen sinds kort na de Oktoberrevolutie. Het jaar erop vonden soortgelijke verkiezingen in de deelrepubliek Rusland plaats, waarna het gekozen parlement Jeltsin tot president van de Russische Republiek koos.

Jeltsin was helemaal terug, nu als aanvoerder van de hervormingsvleugel, in en deels al buiten de Communistische Partij. Dat maakte Jeltsin niet tot degene die democratie bracht aan Rusland. Het is anders: de opkomst van democratische krachten gaf Jeltsin een handvat, een achterban, een hefboom voor het veroveren van machtsposities. Niet Jeltsin brengt democratie; democratische krachten duwen Jeltsin naar voren en verschaffen hem kansen. Jeltsin werd democraat omdat dit hem als machtspoliticus van pas kwam. Best mogelijk dat hij het meende: mensen geloven wel vaker in opvattingen die hen goed uitkomen.

Gorbatsjovs perestrojka en glasnost was intussen aan de regie van de grote leider ontsnapt. De crisis was zo diep, de onvrede zo groot, dat de gecontroleerde opening, het tolereren van kritiek en botsende standpunten, het vrijlaten van dissidenten, al snel overging in een vloedgolf van protesten, bijeenkomsten, demonstraties en, vooral vanaf de zomer van 1989, grote mijnstakingen. De verkiezingen van 1989 en 1990 gaven uitdrukking aan de opkomst van brede protestbewegingen.

Op het economisch front regeerde steeds meer de chaos. Dat kwam deels door de diepte die de crisis als vóór de perestrojka had bereikt vanwege de glasnost, de openheid, was die crisis niet langer meer te ontkennen en via propaganda over Glorieuze Socialistische Opbouw te maskeren. Maar de hervormingen zelf hielpen ook niet bepaald. Dat was ook niet vreemd. Door marktwerking toe te laten in een vastgeroeste staatseconomie, werden enorme aantallen fabrieken met sluiting bedreigd. Dat was sociaal een ramp, vanwege de werkloosheid die het meebracht.

Maar ook economisch was het, hoe gek dat in liberale oren ongetwijfeld ook klinkt, niet efficiënt. Al die verliesgevende , gesubsidieerde staalfabrieken en kolenmijnen leverden namelijk nu net wèl de grondstoffen voor de handvol industrieën die wèl winstgevend konden draaien. Sluit al die verliesgevende mijnen en staalfabrieken, en je knijpt ook de concurrerende bedrijven af. Zo dreigde uit naam van marktconforme efficiency de hele economie zo ongeveer lamgelegd te worden.

Voor het overlaten van de prijzen aan de markt gold iets dergelijks. Als elke fabriek zijn eigen prijzen mocht vaststellen dan konden ze die veelal straffeloos enorm laten stijgen. dat werd in de hand gewerkt door de enorme monopolisering in de economie. Van allerlei onderdelen en artikelen was er maar één producent. Die kon dus, zonder angst voor concurrentie, de prijs omhoog gooien. Privatisering van die staatsmonopolies - een idee dat in deze jaren veld begon te winnen -was geen oplossing; dat veranderde slechts staatsmonopolies in particuliere monopolies.

Het recept van marktwerking en privatisering leidde hooguit tot de opkomst van handjesvol winstgevende bedrijven te midden van een sociale ruïne. Maar voor het probleem waar de leiding van de Sovjetunie een oplossing zocht - het versterken van de concurrentiekracht van de economie als geheel, niet enkel van wat onderdelen ervan - bood dit utopische liberalisme geen oplossing. Over de omvorming van staatskapitalisme naar een meer op de vrije markt gebouwd kapitalisme in de tijd van Gorbatsjov en Jeltsin, zie: Chris Harman, "From fire to frying pan" , Socialist Review 222, augustus 1998.

Intussen lieten alle door hervormingen bedreigde functionarissen, ministers, directeuren, generaals en andere bureaucraten zich niet onbetuigd. Zij verzetten zich, openlijk maar vaak ook achter de schermen, tegen Gorbatsjov s hervormingen en vooral tegen de mate waarin die uit de hand liepen en een werkelijke democratische beweging in het leven hielpen roepen. Alle economische problemen waren munitie in de handen van deze conservatieven. Maar ook zij wisten dat terugkeer naar de vertrouwde Stalinistische structuren een gepasseerd station was. Ze drongen aan op tragere markthervormingen, met wezenlijk minder ruimte voor kritiek en democratische pressie. Tragere perestrojka, zonder glasnost en zeker zonder democratie, dat was hun opzet.

In augustus 1991 zette een handvol van dit type conservatieve functionarissen Gorbatsjov af in een staatsgreep die er aanvankelijk erg griezelig uitzag. Gorbatsjov werd ontvoerd naar een verblijf aan de Zwarte Zee. Het gezelschap, onder leiding van ene zekere Janajev, minister, hield snel een persconferentie. Die maakte veel duidelijk voor de opmerkzame waarnemer. De hele wereld kon de handen van Janajev nerveus zien beven. Dat gaat niet erg goed met die coupplegers, zal menigeen toen gedacht hebben. En inderdaad, het werd een klucht, maar niet zonder tragische kanten.

Al op dag één van de staatsgreep gingen mensen de straat op uit protest. En één van hen was Boris Jeltsin, die op een tank klom, tot verzet opriep en de staatsgrijpers de wacht aanzegde. dat was een moedige daad, niemand kon zeker weten of in een naburig gebouw geen scherpschutter zat, en hoe zwak de staatsgreep stond was toen nog niet duidelijk (al sluit ik niet uit dat Jeltsin informatie had waaruit die zwakte al bleek). Tienduizenden mensen verdedigden het parlementsgebouw tegen een dreigende bestorming door militairen. In de derde nacht kwam er zo'n bestorming, en drie demonstranten kwamen om. Maar de aanvallers trokken zich terug. Elders in het land demonstreerden mensen tegen de staatsgreep, hier en daar vonden mijnstakingen plaats, en veel functionarissen gaven slechts halfslachtige steun aan de staatsgreep.

De dag erop zakte de coup in elkaar, Gorbatsjov keerde terug, maar aan het hoofd van een totaal in diskrediet geraakte Communistische Partij. Jeltsin, diehet jaar ervoor zijn partijlidmaatschap al had afgedankt, was de grote held, ontbond meteen de Communistische Partij en liet Gorbatsjov het decreet waarin hij dat besloot, ondertekenen, in een vernederende demonstratie van de nieuwe machtsverhoudingen. Enkele maanden later regelde de Russische president Jeltsin, samen met zijn Oekraiense, Kazachse en Witrussische collega's, de ontbinding van de Sovjetunie. Gorbatsjov, formeel nog steeds president van de Sovjetunie, stond buitenspel en kon slechts machteloos toekijken.

De sterke man in het nieuwe Rusland was president Jeltsin. De weg naar een snelle overgang in de richting van een vrije martkteconomie gecombineerd met een liberaal-democratisch staatsbestel leek nu open te liggen. Het eerste gebeurde, min of meer, en tegen een hoge prijs. Het tweede kwam slechts in de vorm van een karikatuur tot stand. Maar daarover in een volgend stuk meer.

Geen opmerkingen: