woensdag 12 maart 2008

Admiraal Fallon, opgestapt als vredesvriend?

Admiraal Fallon, commandant van de Amerikaanse troepen in het Midden-Oosten, neemt ontslag. Berichtgeving in De Volkskrant doet het voorkomen alsof de man een tegenstander was van het Iran-beleid van Bush, en dat dit reden was voor zijn vertrek. Met Fallon zou een tegenstander van een aanval op Iran het veld ruimen, zo is de indruk die achterblijft. Maar die indruk is maar zeer gedeeltelijk juist.

De indruk dat Fallon geen zin had in een aanval op Iran bestond al langer. In mei 2007 schreef Gareth Porter al dat de admiraal het sturen van een derde vliegdekschip richting Iran had geblokkeerd. Een oorlog tegen Iran zou onder zijn commando niet gebeuren. "Not on my watch" zouden zijn woorden zijn geweest.

Maar er is een andere kant aan dit verhaal, of beter gezegd: twee. Allereerst was zijn benoeming destijds opvallend. John Abigaid, zijn voorganger als commandant van CENTCOM – het Amerikaanse commando waaronder de troepen in Irak en Afghanistan vallen – kwam uit het leger. Gezien de oorlogen in Afghanistan en Irak – niet vanaf zee, maar vooral met grondtroepen en luchtsteun – was dat niet vreemd.
Maar wat heb je aan een admiraal uit de marine, met expertise in amfibische landingen en het rondsturen van oorlogsvloten? Voor Afghanistan en Irak: weinig tot niets. Voor een eventuele aanval op Iran – met een lange kust, en olie-installaties in dat kustgebied – een stuk meer. Michael T. Klare, defensiecorrespndent voor het blad The Nation, wees hier in januari 2007 op. De benoeming van Fallon was dan ook goed te plaatsen als deel van de oorlogsvoorbereiding tegen Iran.
Dat klinkt helemaal niet onredelijk – maar staat op gespannen voet met het beeld van Fallon als iemand die de oorlogsvoorbereidingen tegen dat land dwarsboomt. Bovendien is het niet zeer logisch dat een president een commandant benoemt die iets anders beoogt dan de uitvoering van het – al jarenlang vrij duidelijke – agressieve beleid tegen Iran.

Maar er is nog iets. Chris Floyd wijst daarop in een stuk op het mooie weblog Empire Burlesque. Hij heeft het artikel in Esquire doorgevlooid. Dit was het artikel waarin de wrijving tussen het Witte Huis en Fallon zodanig werd uitvergroot dat Fallon opstapte. Maar in dat artikel beantwoordt Fallon de vraag van interviewer Thomas Barnett "wat als het tot een oorlog komt?" met: "wees toch serieus. Deze lui zijn mieren. Wanneer de tijd daar is, verpletter je ze." We nemen maar beter ook kennis van de racistische mentaliteit die tegenstanders tot mieren degradeert, goed genoeg om geplet te worden. Ik wijs er maar op dat er staat "wanneer de tijd daar is", en niet "áls de tijd daar is." When, en niet If. De waarde admiraal is niet zeker van het moment waarop de mieren plat moeten, maar dát het gaat gebeuren, staat blijkbaar ook voor hem vast.

Als er dus al een verband is tussen het vertrek van de admiraal en de politiek van Cheney en Bush tegen Iran, dan gaat het niet om het strategische doel: het breken van de Iraanse zelfstandige macht. Slechts timing en tactiek zorgden mogelijk voor wrijving. Dat echter zelfs de meest beperkte afstand tussen een admiraal als militaire uitvoerder, en de besluitvormers in het Witte Huis al reden lijkt te zijn voor het vertrek van de admiraal, duidt erop dat de greep van de meest oorlogszuchtige tak van het Amerikaanse establishment nog steeds griezelig stevig is. Iran is niet uit de gevarenzone – verre van dat.

1 opmerking:

Anoniem zei

goede start