woensdag 19 maart 2008

Vrijheid voor Tibet – maar hoe?

Tibetanen in opstand in Gansu
De Tibetaanse opstand gaat haar tweede week in. In de hoofdstad Lhasa heeft de Chinese staat door middel van keihard militairen haar orde hersteld. Berichtgeving op Aljazeera spreekt spreken van huiszoekingen, van 105 Tibetanen die volgens de Chinese autoriteiten "direct betrokken zijn bij het in elkaar slaan van mensen, vernieling, plundering en brandstichting" en die zich hebben overgegeven.

De Tibetaanse regering-in-ballingschap noemt honderd als dodental, de Chinese regering 13. Dat laatste is sowieso ongeloofwaardig, gezien de staat van dienst van China’s soldaten in Tibet en daarbuiten, en gezien het feit dat machthebbers in dit soort situaties altijd liegen en hun misdaden ontkennen. Dat wil niet zeggen dat het getal 100 dus de waarheid is. Juist oppositiegroepen laten zich in dit soort situaties vaak door hun terechte verontwaardiging meeslepen en brengen getallen de wereld in waarvoor ook geen stevig bewijs bestaat.

China heeft het gebied zo ongeveer van de buitenwereld afgesloten, dus erg hard is de informatie allemaal niet. Dat het Chinese staatsgezag in Lhasa zeer bloedig is en wordt hersteld, lijkt echter wel duidelijk. Maar in andere steden, ook in provincies buiten Tibet, gaan protesten door. Zo betoogden gisteren duizenden Tibetanen in Gansu, probeerden een regeringsgebouw te bestormen. Toen dat niet lukte omdat Chinese politie de aanvallers met traangas verdreef, haalden kwade betogers een Chinese vlag neer en vervingen die door een Tibetaanse.

De vraag stelt zich: hoe kunnen de opstandige Tibetanen hun vrijheid herwinnen? En hoe kunnen solidaire mensen tot steun zijn? Een ding staat vast: op eigen kracht van Tibetanen alleen gaat dat niet lukken. Een paar cijfers maken dat duidelijk. De Chinese staat – de macht die Tibet bezet houdt, en waartegen het protest zich in de allereerste plaats richt – telt 1,3 miljard inwoners, en is inmiddels uitgegroeid tot een economisch grote mogendheid. Het Chinese leger telt volgens Wikipedia 1,7 miljoen soldaten, met nog eens tussen de 1,2 en de 1,5 miljoen mensen die daar bovenop ingezet kunnen worden. Dan is er nog de Gewapende Volkspolitie, met nog eens 1,1 miljoen mensen in dienst. Het militaire budget van China was 44,94 miljard in 2007, volgens Chinese regeringscijfers.

Laten we daartegenover eens Tibet stellen. De website van de Tibet Support Groep Nederland zegt dat er 6,5 miljoen Tibetanen in Tibet wonen – naast 7.5 miljoen Chinezen. Dat maakt de Tibetanen tot een minderheid in eigen land. Maar er wonen ook Tibetanen in andere deelstaten van China. Wikipedia schrijft dat er 5 tot 6 miljoen Tibetanen in totaal zijn – in Tibet, in die andere deelstaten, en ook in ballingschap. Een wat lager cijfer dus. Hoe dan ook, we hebben het over een volk van ruim onder de tien miljoen mensen, onderworpen door een staat die over 1.3 miljard mensen heerst en als ze wil 4,3 miljoen mensen onder de wapenen kan hebben. Een ongelijke strijd.

Maar een teréchte strijd! Wie een hart heeft leest over de brute onderdrukking door de jaren heen, maar vooral ook over de huidige kolonisatiepolitiek die China in Tibet bedrijft - zie de website Open Democracy met een verhelderend stuk - zal dat erkennen. China voert gigantische moderniseringsprojecten door in Tibet – maar brengt daarvoor grote aantallen Chinezen naar het gebied. De Tibetanen zijn hierdoor niet alleen een minderheid in eigen land, maar worden ook verregaand naar de marge geduwd. Ze houden zich moeizaam staande op het platteland, of als losse werkkrachten in de armoedigste banen. Iets van de sociale achtergronden van de protesten wordt duidelijker bij lezing van 'The riots in Tibet' op de website Marxist.com. De economische groei die er wel degelijk is, komt vrijwel uitsluitend ten goede aan Chinese immigranten en aan een kleine Tibetaanse elite die zich voegt naar de eisen van de Chinese heersers.

Het voortrekken van Chinese boven Tibetaanse bewoners van Tibet zet kwaad bloed onder Tibetanen. Dit maakt het logisch dat de protesten van de afgelopen dagen zich niet alleen tegen de Chinese staat en haar gewapende macht keren, maar ook tegen Chinezen en Chinese bedrijven. De vrijheidsstrijd heeft tegelijk de trieste dimensie van een etnisch conflict. Dat door zulke aanvallen op Chinese winkels de Chinese bevolking van Tibet in de armen gedreven wordt van het Chinese staatsgezag is ook logisch, en dit soort aanvallen dragen dan ook niet bepaal;s bij aan de Tibetaanse vrijheidsstrijd. Maar het is het Chinese beleid dat hiervoor verantwoordelijk is.

Op eigen kracht winnen de Tibetanen hun strijd met geen mogelijkheid, hoe moedig duizenden demonstranten ook de straat op blijven gaan en de dood onder ogen zien. Gaat de ‘internationale gemeenschap’ – regeringen die het voor de strijdende Tibetanen gaan opnemen - ze te hulp komen? Vast en zeker – maar veel geholpen is de Tibetaanse vrijheid daarmee hoogstwaarschijnlijk niet, eerder het tegendeel. De éne symbolische stap die de Chinese leiders een vernederende tik op de vingers zou bezorgen – een boycot van de Olympische Spelen – wordt zorgvuldig uit de weg gegaan door alle regeringsleiders die er in dit verband toe doen. Natuurlijk zou zo’n stap ook niet erg serieus te nemen zijn. Zeg nou zelf: een VS die de Olympische Spelen gaat boycotten wegens een gewelddadige bezetting. Ik ken nog wel twee landen die last hebben van bezettingspolitiek, en wel door de VS. Eén van die twee landen, Afghanistan (moet ik het andere land werkelijk noemen?!) heeft ook Nederlandse bezettingstroepen op haar grondgebied, in Uruzgan. Alleen dat al maakt een boycot van regerinsgwege door Nederland totaal huichelachtig en ongeloofwaardig.

Hetzelfde geldt ook voor de ideetjes van SP-kamerlid Harry van Bommel om niet alleen een "de Nederlandse mensenrechtenambassadeur" op pad te sturen naar Tibet, maar ook om "verdere diplomatieke stappen en zelfs handelsmaatregelen" te overwegen. Is die mensenrechtenambassadeur al in Uruzgan geweest? Of, als dat te gevaarlijk wordt bevonden, heeft deze persoon dan misschien de moeite genomen op het weblog van journalist Arnold Karskens te kijken, dat Nederlandse oorlogsmisdaden in die Afghaanse provincie bij herhaling onder de aandacht heeft proberen te brengen? En diplomatieke -en handelssancties – heeft Van Bommel al eens gepleit voor zulke stappen tegen de Verenigde Staten?

Wel China de les lezen over de onderdrukking in Tibet, en geen minstens zo zware stappen eisen tegen Nederlands Grote Amerikaanse Bondgenoot is niet alleen hypocriet. Het helpt de Tibetanen eerder nog verder achteruit. Westerse druk op China rond Tibet heeft te maken met belangen in die regio. Een mooi artikel op de World Socialist Website gaat onder meer op deze achtergronden in.De VS is sowieso bezorgd over de groeiende economische en militaire macht van rivaal China. Tibet ligt ook nog eens vrij dicht bij de gebieden waarin de VS haar strijd voert om olie- en gasvoorraden en de gebieden waardoor pijleidingen voor die grondstoffen (moeten) liggen. Zo ver ligt Afghanistan niet van Tibet af. Officiële steun aan Amerikaanse druk op China – met Tibet als voorwendsel – maakt van Tibet een speelbal in een strijd die economische en geopolitieke belangen tot doel heeft. Het draagt bij tot de vreselijke conflicten die Afghanistan en Pakistan al verscheuren. Moge Tibet dit lot bespaard blijven.

Werkelijke steun voor Tibet’s vrijheidsstrijd zal elders gezocht moeten worden, binnen het Chinese rijk en daarbuiten. Arme Tibetanen zijn bepaal net de enige slachtoffers van de Chinese heersende klasse. Enorme aantallen arbeiders werken onder zware omstandigheden tegen een schamel loon. Die arbeiders maken spullen waar Chinese kapitalisten, maar ook multinationale bedrijven, zich weergaloos mee verrijken door ze op de markt te gooien. De Chinese staat helpt meer dan een handje, door abbeidersprotesten hadrd neer te slaan, keer op keer op keer. Dezelfde staat die Tibet koloniseert houdt de Chinese arbeiders eronder. Iets soortgelijks geldt voor boeren en anderen die steeds weer in opstand zijn tegen corrupte bestuurders dergelijke: ook die staan tegenover dezelfde onderdrukkingsmacht. Dáár liggen dan ook de onmisbare bondgenoten voor opstandige Tibetanen. Het Chinese Volksleger kan de opstandige Tibetanen wel de baas, helaas. Maar als datzelfde leger tegenover tientallen miljoenen stakende arbeiders en boeren tegelijk komt te staan, dan wordt het een ander verhaal. Tibets vrijheid kan gewonnen worden als deel van een veel grotere vrijheid. Maar daar is dan een omwenteling in minstens héél China voor nodig.

Belangrijk is dan ook de vraag of er verbondenheid is tussen de arbeidersstrijd in China, en de nationale bevrijdingsstrijd in China. Weinig tot niets wijst daar op. Ja, de protesten zijn overgeslagen naar provincies buiten China. Ja, in die protesten zijn niet alleen monniken, maart ook straatarme mensen actief. Maar het gaat hier om Tibetanen die buiten Tibet wonen, voor zover ik heb gezien, en niet om solidaire Chinezen. En het feit dat bij veel Tibetaanse protesten Chinese winkels en bedrijven doelwit zijn, maakt het voor Chinezen moeilijker om zich solidair met Tibetaanse demonstranten op te stellen.

Van een bewuste poging vanuit Tibetaanse oppositiegroepen om solidariteit onder andere onderdrukte en uitgebuite groepen in China te zoeken, is nog weinig te merken. Omgekeerd zie ik op websites die zich bezighouden met arbeidersstrijd in China - het China Labour Bulletin bijvoorbeeld, en China Labor Watch - ook geen berichten over Chinese arbeiders of anderen die een geluid van solidariteit tegen de onderdrukking in Tibet naar voren brengen. Dat opstandige Tibetanen en protesterende Chinese arbeiders elkaar objectief tot steun zijn is daarmee overigens niet weerlegd. Maar voor groter effect hiervan is bewustzijn van deze samenhang, en bijbehorend solidair handelen, wel erg nodig.

Wat staat intussen mensen in een land als Nederland te doen? Niet meegaan met de oproepen om een Westers front tegen China te maken, met Tibet als voorwendsel. Dat mag uit het bovenstaande duidelijk zijn geworden. Maar atleten en sportjournalisten aanmoedigen om zelf stelling beginnen te nemen, en uit weerzin zouden overwegen thuis te blijven van de Spelen wordt al een heel andere verhaal.
Belangrijk is en blijft het om een geluid van solidariteit naar voren te blijven brengen, van gewone mensen in Nederland naar Tibetanen én tegenover de Chinese heersers: de Tibetanen staan niet alleen. Wakes en protesten, zoals afgelopen dinsdag op de Dam, zijn een belangrijk middel daarvoor. De Chinese staat moet merken dat ze een PR-slag verliest, en haar misdadige onderdrukking in Tibet niet uit het blikveld van heel veel mensen zal kunnen houden.

Geen opmerkingen: