maandag 16 april 2007

Islamisme, secularisme, nationalisme en links

Twee demonstraties afgelopen weekend verdienen enige aandacht. De eerste was een betoging van zo'n 200.000 mensen in Turkije. De tweede vond plaats in Pakistan en trok tienduizenden mensen, mogelijkerwijs 100.000.

De demonstraties hadden naast hun aanzienlijke omvang nog bepaalde kenmerken gemeen. Beide betogingen richtten zich tegen de politieke Islam, tegen datgene wat in Westerse media doorgaans als Moslim-fundamentalisme wordt getypeerd. Het ging om demonstranten die een seculiere staat willen, en gekant zijn tegen een staatsbestel dat zijn wetgeving baseert op aan de Islam ontleende rechtsprincipes.

Dat is in de gangbare Islamofobe beeldvorming niet onbelangrijk. Zowel in Pakistan als in Turkije bestaat de overgrote bevolking uit Moslims. Als in beide landen zulke grote aantallen mensen de straat op gaan voor seculiere politiek, dat laat dat zien dat zo'n seculiere maatschappijopvatting kennelijk uitstekend te combineren valt met het aanhangen van de Islam. Dat doorbreekt het stereotype Islam-vijandige beeld dat Moslims in feite allemaal verkapte fundamentalisten zijn, die de scheiding tussen religie en staat nog maar steeds niet hebben begrepen.

Maar daarmee is het goede nieuws rond deze gebeurtenissen wel uitgeput. Beide demonstraties zijn weliswaar gericht tegen conservatief-Islamistische politiek. Maar dat maakt de betogingen nog niet tot iets vooruitstrevends. Dat wordt wat duidelijker als we de context ervan wat nader beschouwen.

Allereerst Pakistan. Daar keerden de demonstranten zich tegen de radicaal-Islamitische 'Rode Moskee', vanwaaruit religieuze activisten een campagne 'tegen ondeugd' hadden opgezet. Ze oefenen druk uit op winkels die muziek en video's verkopen, vrouwelijke studenten van de religieuze school (madrassa) die aan de Rode Moskee verbonden is, vielen een huis binnen waarvan ze zeiden dat het een bordeel was. Moskee-activisten hebben gedreigd met zelfmoordaanslagen als de regering tegen de Rode Moskee optreedt. De regering zoekt naar een oplossing via overleg.

De demonstranten zeggen: "De Islam is een religie van vrede en heeft geen Kalashnikovs en stokken nodig" ,
zo lezen we in Aljazeera. Maar daar wringt wel iets. Eén van de zaken waar de mensen van de Rode Moskee zich ook druk over maken is de steun van de Pakistaanse president Musharaff voor de 'Oorlog tegen terrorisme' van president Bush. Radicale aanhangers van de Rode Moskee zijn herhaaldelijk de straat op gegaan om tegen die oorlog, en daarmee ook tegen het regime van Musharaff, te protesteren. Die demonstratie botsten keer en keer met een van keihard optredende oproerpolitie.

Ook andere demonstraties, zoals de op zichzelf vreedzame betogingen tegen de schorsing van de hoogste rechter door de president, krijgen keer op keer met grof politiegeweld te maken. De demonstratie tegen de Rode Moskee bleef echter ongemoeid. Dat lijkt me nauwelijks toevallig.

Kennelijk kwam het de president goed uit dat een grote massa de straat op ging tegen een groepering die, naast akelige praktijken tegen rechten en vrijheden van mensen, ook een volstrekt terechte kritiek op Musharaff's oorlogspolitiek laat klinken. Bedoeld of onbedoeld, de demonstranten geven het bewind Musharaff, steun in de rug. De president kan naar volkssteun verwijzen voor zijn in de kern autoritaire beleid. Laten we niet vergeten dat Musharaff een militaire dictator is, aan de macht gekomen via een staatsgreep in 1999. De World Socialist Website heeft in een zeer recent stuk interessante achtergrondinformatie samengevat over de situatie in Pakistan waaraan ik het nodige heb ontleend alhier.


Veel duidelijker dan in Pakistan is de seculiere demonstratie in Turkije een verlengstuk van zeer autoritaire tendensen, in dit geval in de Turkse staat. Inzet is de opvolging van de president van het land. Daar gaat het parlement over, en in dat parlement is de Welvaartspartij, een gematigd-Islamistische partij, de sterkste. De huidige premier Erdogan is van die partij. Hij overweegt om zich kandidaat voor het presidentschap te stellen, waarmee zowel de regering als het presidentschap aan Islamistische politici zou kunnen komen.

Dat is niet naar de zin van zeer veel topfunctionarissen in de Turkse staat, vooral niet van de legerleiding. Die verwijzen naar het officiële seculiere karakter van de Turkse staat, dat door de Welvaarstpartij bedreigd zou worden. Allerlei rechtse nationalistische partijen steunen ditzelfde soort secularisme-van-hogerhand. Het betreft hier een wezenlijk onderdeel van het Turkse nationalisme, dat onder het mom van seculiere waarden de Islam zo min mogelijk ruimte in het openbare leven wenst te geven.

Dar het bij dit secularisme helemaal niet om iets democratisch gaat, bleek al eerder. In 1997 dwong de militaire top de toenmalige, eveneens door Islamisten geleide regering, tot aftreden. Dat kwam feitelijk neer op een staatsgreep tegen een regering die via verkiezingen tot stand was gekomen, net als de huidige. Het officiële secularisme van de generaals is in de kern anti-democratisch.

Precies aan dat officiële secularisme geven de massaal opgekomen demonstranten steun. De betoging kreeg brede ondersteuning, van rechtse nationalistische club tot - treurig genoeg - de vakbondsfederatie Turk-Is aan toe. Kort voor de demonstratie sprak generaal Yasar Buyukanit, de hoogste militair van Turkije al: "We hopen dat er iemand als president wordt geselecteerd die loyaal is aan de beginselen van de republiek - niet alleen in woorden maar in daden." De woorden kregen als het ware een echo van een demonstrant: "Ik ben hier om te vorkomen dat Recep Tayyip Erdogan president wordt. Nooit is er iemand met die mentaliteit president geworden, en dat zal ook nooit gebeuren."


De Welvaartspartij van Erdokan heeft een Islamistische politiek, maar het lijkt meer op een Moslim-versie van CDA of Christenunie dan op iets dat ook maar in de buurt komt van Taliban-achtige spookbeelden. Aljazeera beschreef , in het stuk waaruit ook de twee geciteerde uitspraken afkomstig zijn, wat Erdogan probeerde aan Islamistisch beleid. Erdokan heeft geprobeerd overspel strafbaar te stellen, maar krabbelde onder druk van de EU terug. Ook sprak hij zich uit tegen de beperking op het dragen van hoofddoeken, en deed pogingen om de positie van religieuze instellingen te versterken.

Een serieuze poging om van Turkije een islamitische staat te maken kun je dat toch moeilijk noemen. De BBC zegt dan ook: "De premier heeft gezegd dat hij niet van plan is om een pro-Islamistische agenda door te drukken,. Er is maar erg weinig bewijs dat anders suggereert, maar de machtige elite van het land vertrouwt hem gewoon niet." En die elite laat haar kracht zien, met dreigende taal èn met straatprotest waartoe die elite mede opriep.

Dat maakt de demonstratie tegen Erdogan's eventuele presidentschap tot onderdeel van autoritaire, rechtse politiek. Waar is het elementaire democratische idee dat de Welvaartspartij een groot aantal kiezers achter zich heeft gekregen, genoeg voor een premierschap en, via een gekozen parlement wellicht ook het presidentschap hierbij gebleven? Als seculiere politici zo'n bezwaar hebben tegen de Welvaartspartij, laat ze dan steun verwerven voor haar eigen politiek, een geloofwaardig alternatief tegenover de Welvaartspartij naar voren brengen, en daarmee verkiezingen winnen. Van tegenwerking van media, generaalsdreigementen en strenge toespraken vanuit de EU zullen ze daarbij geen last ondervinden.

Maar de Welvaartspartij - zelf ook bepaald geen linkse club - is juist zo sterk geworden omdat mensen zagen dat achter de taal van secularisme en nationale eenheid een politiek schuil ging waar heel veel bewoners van Turkije geen brood in zagen. Desillusie in de seculiere nationalisten dreef mensen naar de Islamistische oppositie. En grote delen van links steunden dit seculiere nationalisme en zagen Islamisme als de ultieme bedreiging. Daarmee bood ook dit links voor arbeiders en onderdrukte bevolkingsgroepen geen werkelijk alternatief.

Dat wreekt zich niet alleen in de opkomst van conservatieve Islamistische politiek. Het onvoorwaardelijke nationalisme bedreigt ook democratische rechten van vooral de Koerden. Zo heeft een rechts politicus het bestaan om premier Erdogan een aanklacht te bezorgen omdat hij de gevangen Koerdische verzetsleider Ocalan met 'mijnheer' aanduidde! Griezeliger is de dreigende taal van een generaal: die opperde afgelopen week dat het Turkse leger desnoods een militaire operatie in Iraaks Koerdistan moest uitvoeren tegen Koerdische guerrillabeweging PKK die van daaruit zou opereren.

Het gevestigde Turks nationalisme erkent het leger als garantiemacht voor het seculiere karakter van de staat. Hetzelfde nationalisme vertrapt alles wat de nationale eenheid kan bedreigen, bijvoorbeeld ook de nationale rechten van Koerden en Armenen. Het bindt de arme meerderheid van de Turkse bevolking aan haar eigen overheersers en uitbuiters, en moedigt seculiere Turken aan om hun Islamistische buren en collega's t wantrouwen en hun seculiere basen als nationaal bondgenoot te zien.

Een linkse politiek die niet breekt met dit nationalisme, laat de Koerden in de steek, accepteert verkeerde verdeeldheid tussen arbeiders, en bindt grote delen van de arbeidersbeweging aan een staat die van deze beweging de dodelijke vijand is. Zolang de heersers het boven geanalyseerde nationalisme hanteren, en zolang links hier niet mee breekt, zullen mensen die nee willen zeggen tegen die heersers maar al te gemakkelijk uitkomen bij de Welvaartspartij van Erdogan. Een ander alternatief is dan immers ternauwernood zichtbaar. Een belangwekkende analyse van de spanningen in Turkije, de rol van het seculiere nationalisme en de van het Islamisme lees je in een recent artikel op de World Socialist Website, waarvan ik lustig gebruik heb gemaakt in dit weblogstuk.

Als we dit allemaal meewegen, dan komt de demonstratie tegen Erdogan er tamelijk onaangenaam uit te zien. Betogen tegen het feit dat een langs democratische lijnen gekozen premier zich langs democratische lijnen tot president wil laten aanwijzen- enkel omdat de man Islamist is - het mag erg seculier zijn, erg pro-Westers ook. Maar erg bevorderlijk voor werkelijke democratie is het niet.

Geen opmerkingen: