donderdag 13 december 2007

Mak en Melching in Europa

Sinds een paar weken vertoont de VPR een televisieserie over de Eurp[ese geschiedenis, onder de titel 'In Europa'. De serie is een visuele follow-up van het gelijknamige boek van Geert Mak. Bij de serie hoort ook een website, onder de originele naam 'In Europa'. Het wachten is nog op de verfilming, en de musicalproductie verzorgd door Joop van der Ende.

Ik heb nog geen aflevering gezien, eerlijk gezegd. Niet uit desinteresse, maar omdat ik sowieso weinig TV kijk, en er domweg nog niet toe kom de afleveringen via internet te gaan bekijken. Wel heb ik op de mooie website rondgekeken, en volg ik met belangstelling de publiciteit rond deze serie. Want het met beeldmateriaal en interviews inzichtelijk maken van de recente geschiedenis van dit werelddeel voor een breed publiek vind ik een zeer zinnige, sympathieke onderneming. Dat de kwaliteit ervan volgens minstens één vakhistoricus de toets der kritiek niet kan doorstaan vraagt dan ook enige aandacht. Per slot van rekening heb ik, ergens in het grijze verleden, eens een studie geschiedenis gevolgd. En, zoals dat met studies gaat: eerst volg je de studie, en dan volgt de studie jou.

De vertoornde vakhistoricus is Willem Melching. In een
artikel in De Volkskrant noemt hij enkele fouten. In de serie zien we een man van de Eifeltoren springen. In 1912, volgens de serie, en hij probeerde of hij kon vliegen. In 1901, schrijft Melching streng, en hij testte alleen maar een parachute. Verder situeert Maks serie het uitgaanscentrum van Berlijn aan de Alexanderplatz. Fout, bromt Melching, dat moest de Friedrichsstrasse zijn, en verder het westen van de stad. Dat soort zaken.

Iets ernstiger is het verwijt dat de serie een kaart van Duitsland uit 1945 presenteert als een kaart uit het begin van de eeuw. Ook is het wat slordig om het Oostenrijks-Hongaarse rijk tot aan de Zwarte Zee te laten doorlopen, terwijl aan die kust de staten Roemenië en Bulgarije lagen.

Wat moeten we hiermee? Ik voel wel mee met de ergernis van Geert Mak, en met diens sarcastische
opmerking: "Het is en blijft knap werk, een oordeel vellen over een serie van 35 delen, op basis van anderhalve aflevering." Mak gaat kort in op de vermeende fouten: inderdaad, hij had moeten zeggen 'bijna tot aan de Zwarte Zee' Inderdaad, de reden van de sprong van de Eiffeltoren was verkeerd weergegeven. Maar de kaart, zo legt Mak uit, was wel degelijk uit het begin van de eeuw. Alleen werd die later gefilmd, in het ballingsoord van kiezer Wilhelm II. Heel veel stelt het allemaal niet voor, bij nadere beschouwing.

Maar Melching ging verder dan een kort stuk in de Volkskrant. Een langer
stuk in het Historisch Nieuwsblad komt met meer verwijten. Zo sneert hij dat Mak ten onrechte de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie neerzet als een 'supermacht'. Nee, zegt Melching: "Oostenrijk was weliswaar na Rusland qua oppervlakte weliswaar het grootste land van Europa, maar het rijk was verdeeld over talloze nationaliteriten, die zich graag los wilden maken van Wenen."

Dat is een hele rare conclusie van mijnheer Melching, en niet alleem omdat ik nog nooit een taal gezien heb die zich op eigen houtje van wat dan ook wil losmaken. Heeft hij wel eens van Tsaristisch Rusland gehoord, een land dat ook "verdeeld was over talloze nationaliteiten en talen, die zich graan los wilden maken", in dit geval van Moskou? Of van de Sovjetunie – die aan dit losmakingsproces voor een belangrijk deel ten gronde is gegaan? Of zullen we het eens hebben over de Britse, Franse en Nederlandse koloniale rijken, bijeengeroofd en daardoor ook vol van "talloze nationaliteiten en talen, die zich graag los wilden maken" van het 'moederland'? Is het feit dat een supermacht een heleboel volkeren onder zich heeft, een reden om het geen supermacht te noemen? En is het feit dat een supermacht, door de revoltes van onderworpen volkeren kwetsbaar wordt, een reden om niet van een supermacht te spreken?

Vervolgens komt Melching met een prachige demagogische vergelijking. "De Oostenrijkse staalproductie bedroeg in 1913, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, slechts 8 procent van de Amerikaanse en 15 procent van de Duitse. Wèl wist Oostenrijk met 2,6 tegen 2,8 miljoen ton een nipte voorsprong te behouden op… België. Hoezo, supermacht?"

Misschien is deze sneer overweldigend overtuigend voor mensen die behept zijn met de in Nederland helaas gangbare neerbuigendheid jegens België en Belgen. Een hooggeleerd vakhistoricus moet echter beter weten, zeker als hij zoveel kapsones in stelling brengt. België was, na Engeland, het tweede land waar grootschalige industrialisatie op gang kwam. Het kende een voor die tijd geavanceerde steenkool – en hoogovenssector. Het was, niet qua oppervlakte maar wel qua economie, een redelijk grote mogendheid. Het beschikte bovendien over een flink koloniaal rijk, en kwam daarmee tenminste in de buurt van supermachtstatus. Het feit dat Oostenrijk, waar de industrialisatie veel later op gang kwam, dit België qua staalproductie inmiddels had ingehaald, suggereert op zijn minst toch een stevige economische dynamiek. Melchings sneer is dan ook een a-historische domheid.

De openingszinnen van Melchings stuk in De Volkskrant luiden: "De tv-serie ‘In Europa’ bevat feitelijke onjuistheden. Is dat erg? Ja, want feiten zijn de basis van elke historische redenering". Daar kan ik bij deels in vinden. Deels – want jet is een nogal simplistisch idee dat de geschiedenis zou bestaan uit een grote doos vol vaststaande, maar loshangende, feiten, die vervolgens in een redenering passen. Veel van de feiten blijken niet zo simpel te liggen terwijl omgekeerd de samenhang tussen feiten zelf ook meer is dan e alleen maar een redenering. Het hele historische proces zelf heeft iets ‘feitelijks’- hoe moeilijk het ook is om vast te stellen hoe dat precies werkt.

Maar het verlangen naar feitelijke correctheid dat Melching, theoretisch dus wat krakkemikkig, hier verwoordt, deel ik. Als een historisch betoog vol aantoonbare onjuistheden zit, dan ondermijnt dat mijn vertrouwen in wat er in betoogd wordt, juist ook in die beweringen die ik niet, of niet makkelijk, zelf kan controleren. Maar het maakt dan wel uit of het hier om werkelijk stevige missers gaat of – zoals in het geval van Mak en de serie, om betrekkelijke kleinigheden. "Melching zoekt spijkers op laag water", moppert Geer Mak. Naar mijn idee heeft hij daarin gelijk.
(wordt vervolgd)

3 opmerkingen:

Maarten Das zei

Ook ik heb helaas nog geen aflevering gezien, maar wat me wel een beetje stoort is de slogan van de serie, iets in de trant van: "De afgelopen eeuw heeft het volk de macht gekregen... maar wat heeft het volk met die macht gedaan?". Een aardige, pakkende stelling om een serie ingelokt te worden, een soundbite-achtige conclusie van de Europese geschiedenis vanaf 1900, maar... feitelijk ónjuist, lijkt mij. Tuurlijk, we zijn dat akelige feodalisme kwijtgeraakt, maar volksmacht hebben we er nou ook weer niet echt voor teruggekregen...

Peter Storm zei

Inderdaad, hetzelfde stoorde mij al voordat de kritiek van Melching kwam. Zie daarover deel twee, zojuist geplaatst:-)

Anoniem zei

GEERT MAK HEEFT ZIJN HUISWERK NIET GEDAAN!!

Ik heb het prachtig geschreven boek "In Europa" gelezen, tot aan het hoofdstuk over Istanbul. Door toeval weet ik iets meer af van de Turkse geschiedenis dan de gemiddelde kijker/lezer. In dit hoofdstuk valt voor mij Geert Mak door de mand, als iemand die zijn huiswerk niet heeft gedaan. Ataturk wordt als een "dictator" neergezet, terwijl juist deze man een nieuw Turkije heeft opgebouwd, compleet met vrouwenrechten, rechtsbestel en parlemanet, waarbij vooral West-Europa als voorbeeld is genomen. Voor Ataturk en het moderne Turkije was West-Europa altijd een lichtend voorbeeld voor dit Oost-Europees land. Een dankbaar onderwerp om in een boek als "In Europa" eens flink op in te gaan. Verder slaat Geert mak de plank volledig mis door het militaire ingrijpen in 1980, als een militaire coupe tegen de ultra-islamisering te beschrijven. In feite was het ingrijpen beldoeld om het moorden tussen linkse en rechtse groepen te stoppen. Interessant zijn de kranten die een paar dagen voor het ingrijpen de militairen verzochten om iets te doen tegen een schemerende semi-burgeroorlog. Tot slot maakt Mak zich wel erg makkelijk af van de massamoord op de Armeniers. Met een simple check op Wikipedia had Mak kunnen zien, dat de zaak een stuk genuanceerder ligt dan een "genocide met 1,5 miljoen" slachtoffers. De Armeense vervalsing van een document waarbij de Sultan opdracht zou hebben gegeven (alsof die nog macht had) tot een geplande massamoord, is een van de vele details warbij de lezer op het puntje van z'n stoel gaat zitten. Dat los van de Armeense massamoord op niet-Armeense (vnl Ottomaanse) burgers, als onderdeel van een grondige etnische zuivering. Geert Mak laat zien dat hij zijn huiswerk niet heeft gedaan en onderwerpen ongenuanceerd behandeld. Voor mij niet diegene die over Europa zou moeten verhalen.