De algemene staking in Guinee, waarmee vakbonden en anderen al wekenlang het bewind van president Conte onder druk zetten, is voorbij. De president is akkoord gegaan met de benoeming van een premier die hij moest kiezen uit een lijstje van kandidaten dat door vakbonden en andere oppositiekrachten was opgesteld. Inmiddels heeft Conte inderdaad een nieuwe premier benoemd, een zekere Lansana Kouyaté. Vakbonden riepen intussen hun aanhangers op om op 27 februari weer aan het werk te gaan.
Het einde van de algemene staking kwam na weken van grote spanning. Een staat van beleg met grof geweld van veiligheidstroepen tegen demonstranten was onvoldoende om de staking te breken. Toen de president de staat van beleg wilde verlengen, blokkeerde het parlement dat plan. Dat gaf aan dat de president zelfs aan de top van de maatschappij zijn greep aan het verliezen was. Meestal deed het parlement wat de president wilde, maar deze keer ging het dus anders. Intensieve onderhandelingen brachten de dagen erop de ontknoping, het vooruitzicht van een nieuwe premier, en het einde van de staking.
Daarmee heeft de explosieve sociale crisis tot een gedeeltelijke overwinning van de protesterende bevolking geleid. Een overwinning, omdat de president tweemaal toe moest toegeven aan de protestbeweging. De eerste keer dwong die de benoeming van een nieuwe premier af met een al;gemene staking die op 19 januari begon en 18 dagen duurde. Toen Conte echter als premier een nauwe medemerker van hem, Eugene Camara, naar voren schoof. Dat was niet een figuur die onafhankelijk jhegens het bewind stond, niet een figuur die daarmee het vertrouwen van de oppositie won. De vakbonden hervatten daarop de staking en wisten daarmee de benoeming van een premier af te dwingen waar ze meer vertrouwen in hadde. Dat laat de hardnekkigheid en kracht van de volksbeweging zien, en van haar spil: de in vakbonden georganiseerde arbeidersbeweging.
Maar de overwinning is slechts gedeeltelijk. Tijdens de tweede staking was luid en duidelijk de eis te horen dat de president zelf moest aftreden. "Wanneer de staking weer begint, dan vragen wij klip en klaar om het vertrek van president Lansana Conte" , zei vakbondsleider Ibrahima Fofana bij het begin van de tweede staking. Maar de president is niet weggestaakt, het bewind niet omvergeworpen. De revolutionaire crisis heeft geen revolutionaire ontknoping gekregen.
Dat betekent dat Conmte zijn macht kan blijven gebruiken om verdere bedreiging van zijn macht tegen te werken. Ook is het onduidelijk wat een nieuwe regering, ook al heeft die meer bevoegdheden ten opzichte van de pr4esident, aan de sociale nood, de gestegen prijzen en de corruptie gaat doen. De nieuwe premier was eerder uitvoerend secretaris van ECOWAS, de Economische Gemeenschap van Westafrikaanse Staten. Dat doet minstens vermoeden dat het hier niet echt gaat om iemand met wortles in de volksbeweging, maar eerder een technocraat van wie een neoliberaal beleid kan worden verwacht.
Dat beleid zal neerkomen op grote ruimte voor de vrije markt, privatiseringen bezuiniging. Wellicht wordt corruptie iets steviger aangepakt, en vermoedelijk zal een nieuwe regering minder autoritair optreden dan de vorige - al was het maar uit angst voor herleving van de stakingsbeweging. Maar verdergaande verandering lijkt van de nieuwe regering niet te verwachten. En de prijs die de bevolking heeft moeten behalen voor haar beperkte succes was erg hoog: rond de 120 mensen kwamen om het leven, voor het overgrote deel slachtoffer van het geweld van veiligheidstroepen tegen demonstranten.
Het uitblijven van een revolutionaire doorbraak is in de hand gewerkt door de rol van de opppositieleiding, vooral de vakbondstop. Die ontketende met de stakingen weliswaar een beweging met een revolutionaire dynamiek. Maar juist over die dynamiek maakten ze zich ongerust, ze poogden de greep op de boze betogers te houden, om een oplossing via overleg mogelijk te maken. Daarmee blokkeerden ze de furie van onderop, in plaats van die te bundelen en effectief te richten tegen te heersers. "We weten ons geen raad omdat dingen al zijn begionnen voordat we onze stakingsoproep gelanceerd hebben" , zo verwoordt een vakbondsonderhandelaar zijn zorg over een achterban die zich onverwachts als voorhoede begon te gedragen. "Het is des te zorgelijker omdat er momenteel geen onderhandelingen plaatsvinden."
Maar deze koers van de vakbondstop had nooit zo succesvol kunnen zijn als die achterban-die-voorhoede-werd zich bewust, effectief en grootschalig had weten te bundelenl te organiseren. Er waren wel degelijk andere organisatief actief, met een veel radicalere koers. Zo maakte de website AllAfrica melding van een verklaring van Omali Yeshitela, voorzitter van de Afriukaanse Socialistische Internationale. Hij riep op tot solidariteit met wat het bericht noemt de "radicaal linkse jeugdorganisatie, de Afrikanistische Beweging, waarvan ze zegt dat het de enige geloofwardige revolutionaire organisatie die betrokken is bij de massastrijd die in Guinee gaande is" . Yeshelita zegt: "De leidende revolutionaire organisatie (...) is de Afrikanistische beweging. Het is een organisatie die begrijpt dat de strijd van Guinee-Conakry deel uitmaakt van de strijd voor de bevrijding en vereniging van Afrika en Afrikaanse mensen overal."
Het is kennelijk een organisatie in de Pan-Afrikaanse traditie, een organisatie die een nationalisme-op-Afrikaanse schaal voorstaat, gericht tegen Westerse overheersing. Doel is volgens Yeshitela "de totale bevrijding en vereniging van Afrika en Afrikaanse mensen onder de leiding van de Afrikaanse arbeidersklasse en arme boeren" . Het betreft bij deze Afrikanistische Beweging hier kennelijk een anti-imperialistisch nationalisme, met een stevige linkse inslag.
Het stemt hoopvol dat er kennelijk een linkse organisatie bestaat die een rol kon spelen in de stakingsstrijd. Maar klaarblijkelijk was de invloed ervan nog onvoldoende om het onbevredigende compromis waartoe de stakingen hebben geleid te blokkeren en de weg naar een verdergaande bevrijdingsstrijd te openen.
Maar misschien komt zoiets nog. De beweging van de afgelopen maanden heeft ongetwijfeld iets losgemaakt bij de deelnemers eraan, al die vele duizenden stakers en demonstranten die hun kracht begonnen te ervaren. De rust zou wel eens erg breekbaar kunnen zijn, en niet van heel lange duur. Socialist Worker concludeerde: "De situatie blijft onstabiel en er kunnen snel weer oproepen zijn voor nieuwe stakingen." De revolutie in Guinee lijkt dan ook eerder tijdelijk onderbroken dan werkelijk afgesloten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten