Het moest er eens van komen: revolte in de Socialistische Partij (SP). Dat is de reactie van talloze leden en zelfs afdelingen tegen een partijbestuur dat kritische geluiden met nogal botte disciplinaire maatregelen beantwoordt. Dat die kritiek nu naar boven komt is gezond, en wijze waarop partijbestuurders erop reageren is kwalijk en zorgwekkend. Maar heel erg inspirerend en inhoudelijk sterk vind ik de democratische opponenten tot nu toe bepaald niet.
Vanmorgen trad de opstandigheid aan het daglicht.De Volkskrant schrijft er uitgebreid over, en de NRC blijft niet achter. We lezen onder meer dat de partijleiding Elma Verhey, hoofdredacteur van SP-partijblad De Tribune, heeft geschorst. Dat was het autoritaire antwoord op het voornemen van de hoofdredacteur om een kritisch artikel te publiceren, onder meer over een afdelingsvergadering in Zwolle. Op die vergadering uitten veel leden hun woede en frustratie over de zaak-Yildirim.
Wat is de zaak Yildirim? Het gaat om kandidaat-Eerste Kamerlid Düzgün Yildirim die via voorkeursstemmen in de Eerste Kamer is gekozen. Maar het partijbestuur zegt dat de op de partijraad vastgestelde lijstvolgorde moet worden aangehouden, en dat Yildirin zijn zetel zou moeten afstaan. Heel veel leden vinden dat ondemocratisch. Wat daarbij vooral kwaad bloed heeft gezet is de manier waarmee partijbestuurders met deze kritiek omsprongen. Het weblog van Yildirin werd door de SP off-line gehaald. Ook klaagden mensen dat de partij de Statenleden die de Eerste Kamer moesten kiezen niet duidelijk heeft ingelicht over wat er van ze verwacht werd, wat de afspraken waren. En er was kritiek op de gang van zaken op de partijraad die daar achteraf over heeft gesproken, maar waarin critici erg kort werden gehouden.
Het artikel (hier via de NRC-website), geschreven door Marijn Schrijver, geeft een aantal uitspraken. "Wij zijn geschrokken van de manier waarop de partij met mensen omgaat. Hoe Düzgün en andere statenleden zijn behandeld, staat haaks op onze eigengrondbeginselen", zegt bijvoorbeeld afdelingsvoorzitter Joris de Koning. "Statenleden werden gebeld met de mededeling dat ze hun excuses moesten asturen naar de partijtop en Düzgün moesten laten weten afstand te doen van hun stem. Ze kregen zelfs voorgehouden dat ze anders hun zetel konden kwijtraken." Statenlid Jelma Wiegersma kreeg mail van fractievoorzitters. "Ik zou geen politiek inzicht hebben en stront aan de partij." Ze is heeft zowel haar zetel als haar lidmaatschap van de SP opgezegd: "Voor dit soort politieke spelletjes ben ik niet geschikt." En Elisabeth Bakker, lid uit Amsterdam: "Het lijkt soms alsof de partij maar weinig vertrouwen heeft in haar kiezers en leden. Op deze manier worden we vanzelf weer klein." Daarmee sluit het artikel, waarin overigens ook staat dat partijbestuurders erkennen fouten gemaakt te hebben en waarin ook mensen aan het woord komen die opstappen geen goede reactie vinden, af.
Natuurlijk kan ik niet beoordelen of alle aantijgingen kloppen. Het artikel komt echter niet van SP-haters maar uit de partij zelf. Datzelfde geldt voor andere kritische geluiden. SP-afdeling Emmen vult haar website enkel nog met een protestboodschap. Daarin onder meer: "Wij staken. Dit doen wij uit protest tegen de steeds verder toenemende censuur vanuit de SP. Zaken als het blokkeren van de persoonlijke weblog van Düzgün Yildirim en het schorsen van Tribune-hoofdredacteur Elma Verhey vinden wij niet toelaatbaar." Dit alles is niet af te doen als deel van een 'aanval' op de partij; het is eerder een zeer gezonde reactie op wat daarbinnen scheef is gegroeid en verder scheef groeit. Ik geef ze daarin groot gelijk.
En het excuus dat de partijleiding aanvoert voor het sluiten van Yirdirin's weblog rammelt. Yildirin heeft inmiddels een nieuw weblog en zegt erover: "Het landelijk SPP-bestuur heeft onlangs mijn weblog van SP Overijsel afgesloten met de mededeling per e-mail ; 'er zijn maar een paar mensen die de weblog bezoeken en er wordt niet opgetreden tegen laster en smaad jegens personen.'" Wat dat eerste betreft komt Yildirin met cijfers die anders uitwijzen; wat het tweede betreft: ga eens kijken tussen de reacties op de weblogs van Harry van Bommel en Jan Marijnissen zelf. Smaad en laster daar te over. Het siert die twee overigens dat ze daar niet meteen van de kook van raken. Maar dat dit argument tegen Yildirin in stelling wordt gebracht, dat is ver beneden peil.
Maar daarmee zijn we er helaas niet. Hoe kwalijk de methoden waarop partijbestuurders op critici reageren ook zijn, en hoe nodeloos lomp en bot ze Yildirin ook behandelen, in de kern van de kwestie van de voorkeursstemmen heeft de partijleiding wel een sterk punt. Iemand die kandidaat staat namens de SP, heeft te maken met de spelregels die daarbinnen gelden. daar hoort bij dat de partij, via de partijraad die daartoe voor de verkiezingen bijeenkomt, de lijstvolgorde vaststelt. Over die volgorde dient te worden gediscussieerd, en vervolgens komt er een besluit. En daar hou je je als lid dan aan. En het zijn SP-leden - namelijk de Statenleden die de Eerste Kamer kiezen - die nu via voorkeursstemmen de binnen de partij afgesproken lijstvolgorde doorkruisen.
Dat ligt dus anders dan bij Tweede Kamerverkiezingen. Daar zijn het kiezers die rechtstreeks via voorkeursstemmen door de lijstvolgorde heen kunnen fietsen. Dat is democratisch gezien gezond: de rechtstreekse democratie van kiezers aan het woord weegt zwaarder dan de, vaak heel indirecte en te vaak afwezige, democratie binnen een partij als de SP. Maar bij Eerste Kamerverkiezingen betekent voorkeursstemmen accepteren dat je de stem van een handvol Statenleden meer gewicht toekent dan de uitspraak die de partij als geheel via haar partijraad doet. En dat is niet democratisch.
Alleen als die Statenleden zelf gekozen zouden zijn met de belofte aan kiezers dat zij een voorkeursstem van plan waren uit te brengen op Yildirin, dàn zou hun voorkeursstem - net als bij Tweede Kamerverkiezingen - democratisch gezien meer gewicht in de schaal leggen. Maar daarvan heb ik nergens iets gelezen. Dus sluit ik me hier in principe aan bij Anja Meulenbelt, Eerste Kamerlid voor de SP, waar ze zegt: "wanneer bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer voorkeursstemmen worden uitgebracht, is het duidelijk dat de Nederlandse bevolking een partij wil laten weten voorkeur te hebben voor een kandidaat (...). Datzelfde geldt niet bij de verkiezingen voor de EK, waar de statenleden fungeren als kiesman -of- vrouw. Bij de Tweede kamerverkiezingen vinden we voorkeursstemmen dus wel democratisch, bij de Eerste Kamer dus niet."
Maar nog zijn we niet klaar! De redenering van Anja Meulenbelt is geldig - maar alleen als het dan binnen de partij echt democratisch toe gaat, als zo'n partijraad bijvoorbeeld democratisch verloopt. En hier wijkt het idyllische beeld dat Anja Meulenbelt schetst, in haar stuk waar ik zojuist uit citeer, toch wel erg af van het veel grimmiger beeld uit het Tribune-stuk dat tot schorsing van de hoofdredacteur aanleiding gaf. De indruk dat Anja Meulenbelt de gang van zaken binnen de SP netter en democratische voorstelt dan gerechtvaardigd is, is toch wel vrij stevig. Dat betekent dat een formeel gelijk van de partijleiding rond de voorkeurskwestie niet opweegt tegen het democratische gelijk dat de critici wat mij betreft hebben, en dat ze dienen te krijgen ook.
Democratische oppositie binnen de SP verdient dan ook sympathie en steun. Maar die moet gepaard gaan met kritiek. Waar staan de diverse critici van de partijleiding war het om de politieke inhoud gaat. Gat hun kritiek dieper dan alleen de wijze van besluitvorming en de omgangsvormen binnen de SP? We hebben eerder gezien - in de geschiedenis van de Communistische Partij van Nederland bijvoorbeeld, in de jaren zeventig en tachtig - hoe terechte democratische kritiek makkelijk samen ging met druk om van zo'n partij een 'normale' parlementaire partij. Het breken met stalinistische erfenissen sloeg al snel om in het breken met alles wat de CPN buiten de politieke hoofdstrook plaatste. Klassenstrijd, het idee van socialisme als een maatschappij die het kapitalisme niet bijschaafde maar afschafte, iedere hint dat daar een revolutie voor nodig was - die rode kinderen verdwenen al snel met het stalinistische badwater.
Dreigt in de SP nu hetzelfde? Ik kan dat nog niet inschatten, maar ik ben niet gerust. Daarom lijkt mij dat het zaak is dat de democratische opponenten het ook over politieke inhoud gaan hebben - en zich bijvoorbeeld tegen iedere inbreuk op democratische rechten juist ook buiten de SP uitspreken. Geen aanpassing aan de liberale hoofdstroom, geen gezeur meer bijvoorbeeld tegen dubbele paspoorten, om maar iets te noemen, geen enkele zweem van sympathie voor iets dat ook maar lijkt op een burkaverbod. Alleen door democratische vormen van partijleven met democratische inhoud van politiek te combineren, wordt de ontluikende democratische oppositie in de SP ook werkelijk de benodigde linkse oppositie daarbinnen.
donderdag 12 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Zoals je aangeeft hangt de organisatorische discussie samen met een politieke. Ik vermoed dat antiracistische SPers zich ergeren aan het gebrek aan democratie in de partij. Zij willen hun punten wel naar voren schuiven, maar ze worden voor de voeten gelopen door types als Cox, Marijnnissen en Van Bommel, en hun extra dikke (klote)plus. Deze democratiseringscrisis binnen de SP kan de gelegenheid zijn om hun stem harder te laten klinken.
We kunnen op die antiracistische SPers wachten, maar we zouden ze ook kunnen opzoeken. Er zijn hier en daar al SP-platformpjes voor verandering (zoals een hele afdeling Emmen). Ook kans dus voor een SP-platform tegen racisme die openingen en medestanders opzoekt om rond dit punt te mobiliseren.
Comite Democratisering Socialistische Partij:
SP Anders
Een reactie posten