donderdag 8 maart 2007

Internationale Vrouwendag blijft nodig

Vandaag, 8 maart, is Internationale Vrouwendag, een dag waarop jaarlijks wereldwijd wordt opgekomen voor de rechten van vrouwen. Een overdaad aan feiten en cijfers laat zien dat werkelijke gelijkwaardigheid, gelijke rechten van vrouwen en mannen, bepaald nog lang geen realiteit zijn - niet wereldwijd, en ook niet in Nederland.

*Het aantal vrouwen in traditionele 'mannenberoepen' blijft relatief laag. Het gaat om bedrijfstakken als de bouw, de ICT, de metaal. Een onderzoek van het ministeries van Sociale Zaken en onderwijs liet dat zien. "De onderzoekers bekeken honderd bedrijven, waar mannen oververtegenwoordigd zijn. (...) Driekwart van de ondervraagde ondernemingen gaf aan dat van het totale personeelsbestand minder dan 10 procent vrouw is." IBM en Shell vormen op dit beeld een uitzondering, melden de onderzoekers erbij. Reden voor de achterstand is dat "werkgevers niet genoeg moeite doen om vrouwen in dienst te nemen en te houden. (...), nut en noodzaak om vrouwen aan te nemen worden nog nauwelijks gevoeld" . Aldus een bericht op planet.nl.

*Vrouwen blijven in de top van het bedrijfsleven zwaar in de minderheid - en Nederland loopt daarin nogal achteraan. "Het aantal vrouwen in topposities is sinds 2004 licht gestegen, van 19 naar 22 procent. Nederland komt uit op 13 procent en is ook hiermee een van de hekkensluiters." Nieuws.nl bericht over het onderzoek waar deze cijfers uit naar voren komen, gehouden door het Grant Thornton International Business Report. De kop van het stukje: "Aandeel vrouwen in top bedrijfsleven groeit nauwelijks" .

*Niet alleen de economie, ook de politieke top wordt nog steeds door mannen beheerst - en de trend is in de verkeerde richting. Het kenniscentrum E-Quity stelde vast dat het aantal vrouwelijke kandidaten bij de Statenverkiezingen bij vier partijen lager is dan vier jaar terug. Die partijen zijn CDA en VVD, maar ook GroenLinks en de SP. E-Quity spreekt van "'een stap terug in de tijd'". Alleen de PvdA maakte serieus werk van een evenwichtige verdeling. Nieuws.nl bericht over de ontwikkeling, onder de titel "'Gebrek aan vrouwelijke kandidaten Eerste Kamer'" .

De achterstand van vrouwen in maatschappelijke topfuncties is ernstig. Niet omdat die topposities als zodanig zo begerenswaardig zouden moeten zijn - er zijn belangrijker dingen dan carrière maken. Maar in een maatschappij waar zulke carrières er toe doen, is het onaanvaardbare ongelijkheid als zulke loopbanen voor vrouwen minder open staan dan voor mannen. En als zelfs hoogopgeleide vrouwen aanknallen tegen mechanismen waardoor zij moeilijker op posities komen waar hun opleiding toegang zou moeten geven - hoe zwaar zullen vrouwen met minder opleiding het dan niet hebben? De achterstand van vrouwen aan de top straalt een boodschap uit naar alle vrouwen: jullie zijn minder belangrijk. Niet vreemd dat onderzoeksbureau Gallup International/ TNS NIPO meldt dat heel veel mensen nog geen gelijkheid tussen man en vrouw waarnemen. "Eén op de zeven ondervraagden meent dat mannen en vrouwen in Nederland geen gelijke rechten heeft" , lezen we op nieuws.nl Mij zou het niets verbazen als dat cijfer onder vrouwen aanzienlijk hoger ligt - en bovengenoemde cijfers laten zien dat deze mensen gelijk hebben.

Internationale Vrouwendag is daarmee een zinvol en noodzakelijk iets. Dat geldt des te meer nu we opgescheept zijn met een regering die aan het recht op abortus begint te knagen, onder meer door bij de bedenktijd verplicht te stellen. Internationale Vrouwendag is vanuit de socialistische arbeidersbeweging aan het begin van de twintigste eeuw naar voren gekomen. De koppeling tussen arbeidersstrijd en vrouwenrechten was bepaald niet onlogisch, al zag niet iedereen dat zo. Vrouwenonderdrukking wortelt in de klassenmaatschappij, en momenteel dus in het kapitalisme.

Dat werkt - heel schematisch - als volgt. Ondernemers verrijken zich door arbeiders in dienst te nemen, en die minder te betalen dan hun arbeidsvermogen oplevert. Arbeiders maken tijdens werktijd spul dat meer waard is dan het loon dat ondernemers betalen. Op dat verschil, de meerwaarde, is de winst gebaseerd.

Maar arbeiders zelf moeten ook 'gemaakt' worden: opgevoed, opgeleid, verzorgd. Als alle arbeiders continu in fabrieken en kantoren werken, dan komt die verzorging in gevaar, dan verkommeren arbeiders - en daarmee de bron van winst. Daarom stimuleerden vanaf de negentiende eeuw politici en intellectuelen ui te de elite de opkomst van het moderne gezin, op basis van resten van eerdere familievormen en daarbij behorende rollenpatronen. Dat moderne gezin combineerde, in het standaardgeval, een man die loonarbeid verrichtte, en een vrouw die de man verzorgde en daarbij ook de kinderen. De man moest zich laten uitbuiten, de vrouw zorgde ervoor dat de man in staat bleef te werken en zorgde door het grootbrengen van kinderen tevens voor nieuwe arbeiders, of nieuwe verzorgers van arbeiders.

De man stond aan het hoofd van het gezin, het leek alsof de vrouw voor de man werkte. Maar in feite werkte de vrouw, net als de man, ook voor de ondernemer: de verzorging die zij man en kinderen gaf, zorgde er immers voordat ondernemer over een arbeidsgeschikte werkkracht beschikte, en over het vooruitzicht van nieuwe arbeiders. Ook huishoudelijke arbeid is daarmee werk in dienst van het kapitaal.

Dat kapitaal betaalt de vrouw daar niet voor; de man wordt geacht uit zijn loon het hele gezin te onderhouden. Het feit dat de man geacht werd voor het hele gezin de kost te verdienen gaf ondernemers bovendien een smoes in handen om vrouwen die wèl betaald werk deden, minder te betalen. Ze hadden het geld immers niet echt nodig als de echtgenoot hen onderhield?

Bij deze gezinsvorm hoort een ideologie waarin de man - vanwege zijn functie als betaalde arbeider - als het ware meer waard is dan de vrouw. Seksisme, ondergeschiktheid van de vrouw aan de man, is kenmerkend hiervoor. Vrouwen werden in het verlengde daarvan als tweederangsburger beschouwd, en als seksueel dienstbaar aan de man.

Strijd tegen deze achterstelling betekende strijd tegen de maatschappelijke dwang die mensen in het gezin-als-hoeksteen-van-de-samenleving duwde. Tegelijk stond de strijd voor gelijk loon voor gelijk werk op de agenda van arbeidersvrouwen en hun socialistische voorvechtsters. Ook kiesrecht voor vrouwen werd een belangrijke eis.

In de kern was de strijd voor vrouwenbevrijding een onmisbaar dele van de strijd voor de bevrijding van de arbeidersklasse als geheel, die de kern van het gevecht voor socialistische bevrijding vormde. Uiteindelijk gaat het om veel meer dan om gelijke rechten binnen deze kapitalistische maatschappij, het ideaal van veel feministen, toen en nu; het gaat om een wezenlijk ander soort maatschappij, een wereld van vrijheid gecombineerd met gelijkwaardigheid en solidariteit. Alexandra Kollontai, Russisch marxiste uit de eerste helft van de twintigste eeuw, maakt dit verschil duidelijk in haar artikel uit 1909: "The Social Basis of the Woman Question" .

Om de strijd voor vrouwenrechten binnen de arbeidersbeweging het volle gewicht te geven, werd in 1910 op een Tweede Socialistische Vrouwenconferentie in Kopenhagen besloten jaarlijk Vrouwendag te vieren. De jaren erop groeide de dag uit tot één van de twee symbolische dagen voor de wereldwijde linkse beweging. De andere was de Dag van de Arbeid op één mei.

Er is veel te vertellen over die oude, maar meer dan relevante traditie van Internationale Vrouwendag. Op de website van het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV) lees je meer, in "Ontstaansgeschiedenis van 8 maart, Internationale Vrouwendag" . Temma Kaplan geeft fascinerende historische details in "On the socialist origin of International Woman's Day" , in Feminist Studies 11, nr. 1, (1985). Dé marxiste wier naam onverbrekelijk verbonden is aan de begintijd van Internationale Vrouwendag is Klara Zetkin. Haar werk, plus een biografische schets, kun je lezen via een aan haar gewijde rubriek op de immense website Marxists.org.

Het is zaak om die historie niet alleen te beschouwen als versteende traditie, fossiele resten van een voorbij verleden. De strijd voor vrouwenbevrijding is - zo maken de cijfers en gegevens uit het eerste deel van dit artikel duidelijk - bepaald nog niet gewonnen. De inzichten die onder meer Klara Zetkin uidroeg zijn daarmee van grote waarde - niet slechts als inspirerende traditie, maar als argumenten voor vandaag en morgen.

Geen opmerkingen: