Demonstraties dezer dagen tegen het militaire bewind in de macabere politiestaat Birma (Myanmar, volgens de machthebbers)verdienen aandacht en grote bewondering. Enkele honderden mensen hebben in de grootste stad Rangoon geprotesteerd tegen de plotselinge verhoging van brandstofprijzen. Het bestreft een prijsverhoging die meteen ook de prijs van het openbaar vervoer omhoog jaagt.
Enkele dagen eerder hadden ook al 400 mensen om dezelfde reden gedemonstreerd. Afgelopen dag en nacht arresteerde het bewind een aantal democratische activisten. Maar dat was niet voldoende om de betoging van vandaag de kop in te drukken, zo viel uit artikelen uit The Guardian en op Aljazeera af te leiden. Birma beweegt, van onderen - en niet voor het eerst.
Onderdrukking...
Demonstreren in Birma vereist grote moed. Al vele jaren lang onderdrukken de militaire machthebbers democratisch activisme met groot machtsvertoon. Arrestaties, gevolgd door vaak langdurige gevangenisstraf, zijn de gewoonste zaak van de wereld, marteling is niet ongebruikelijk.
Amnesty International meldt dat er in 2006 zeker 1185 politieke gevangenen waren; in het Jaarboek 2006 van deze mensenrechtengroepering staat te lezen: "Er waren talloze berichten over marteling en andere vormen van mishandeling tijdens ondervraging en voorarrest. Marteling in gevangenissen nam voorzover bekend toe". Ook kwamen zeker zes mensen tijdens hun politieke gevangenschap om. "Hun dood zou mede zijn veroorzaakt door marteling, slecht voedsel en gebrekkige medische zorg", aldus het Jaarboek. Tevens maakt Amnesty daarin melding van zware dwangarbeid door gevangenen. Dat zijn het soort dingen die dus ook de mensen die deze dagen opgepakt worden wegens volstrekt vreedzaam protest, aan kunnen worden blootgesteld.
De dictatuur van Birma bestaat al vele jaren. Tot aan 1988 gebeurde dat onder een pseudo-socialistisch vlaggetje en had de staat enorme greep op de economie. In dat jaar verving een groep generaals de toenmalige dictator Ne Win en bouwden zijn éénpartijstaat om tot 'gewone' militaire dictatuur.
Tegenwoordig biedt die staat ruim baan aan multinationale ondernemingen die daarmee profiteren van lage lonen en de rechteloosheid van arbeiders. Het is een minder bekend voorbeeld van de switch van staatskapitalisme naar neoliberaal kapitalisme die zo veel landen, bijvoorbeeld in Oost-Europa, in de jaren tachtig en negentig hebben gemaakt. Een lijst van bedrijven die zaken doen met of in Birma is veelzeggend: tal van Aziatische bedrijven, maar ook Siemens en general Motors, enkele Nederlandse houthandelbedrijven en een reisbureau staan er op.
Amusant is de naam die het bewind aan het hoogste machtsorgaan in het land heeft gegeven: de Staatsraad voor Vrede en Ontwikkeling. Vóór 1997 heette dat nog Staatsraad voor het Herstel van Wet en Orde. Wikipedia meldt, helaas zonder bronvermelding, dat een PR-bedrijf uit de VS het bewind - geheel in de geest van George Orwell's '1984' - geadviseerd heeft die naam om te zetten in de huidige. Helaas vertelt Wikipedia ook niet welk Amerikaans bedrijf het was, en ook wordt geen bron vermeld.
De onderdrukking in Birma raakt niet alleen stedelijke activisten voor democratie. Ook bevolkingsgroepen die steun geven aan eisen voor meer autonomie krijgen de harde militaire hand te verduren. Een mensenrechtengroepering die het voor de Karen, één van die bevolkingsgroepen, opneemt rapporteert over militaire moorden op 38 bewoners van Karen-dorpen, in de leeftijd van 7 tot 60 jaar. En Volgens de Internationale Confederatie van Vrije Vakbonden (ICFTU) verrichten dagelijks honderdduizenden mensen in Birma dwangarbeid.
... en verzet
Verzet tegen de dictatuur bestaat al zeer lang en is hardnekkig. Glorieus, maar bloedig neergeslagen, hoogtepunt was een grote volksopstand in 1988. Wekenlang hadden grote mensenmenigten - studenten, maar ook grote groepen arbeiders en anderen - feitelijk de straten van meerdere grote steden in handen. Het hoogtepunt was 8 augustus, toen ook een algemene staking plaatsvond. Het was feitelijk een beginnende revolutie die hier aan de gang was.
DE machthebbers deden beloftes en concessies. Maar achter de schermen bereidden ze een tegenaanval voor. Binnen het bewind vond in september van dat jaar een soort staatsgreep plaats, en met meedogenloos bloedvergieten sloegen de militaire machthebbers het volksverzet neer. Het feit dat de protestbeweging, zoals zo vaak, gehandicapt was door een leiding die zocht naar compromis en overleg, in plaats van alles in het werk te zette om het bewind omver te gooien, maakte de succesvolle tegenaanval van de machthebber gemakkelijker. De militairen brachten honderden mensen, misschien veel meer, om het leven in de furieuze onderdrukking van de protestbeweging.
In een scriptie die ik via Google opduikelde - compleet met commentaar van de docent - schetst een zekere Olivier Mannion de gebeurtenissen en tracht die te duiden. Daarbij ziet hij economische problemen, gecombineerd met pogingen van het bewind om via hervormingen de boel open te gooien, als factoren die de protesten op gang brachten. dat hij het 'socialisme' van de Birmese staat tot 1988 ten onrechte serieus nam heeft hij gemeen met teveel anderen over soortgelijke staten. Evengoed is zijn analyse de moeite waard - en er is over deze gebeurtenis niet ze heel veel te vinden verder. De Birmese revolutie van 1988 wacht nog op een geschiedschrijver die de gebeurtenissen werkelijk recht doet.
Bekend werd vanaf die episode de latere Nobelprijswinnaar Aung Sang Suu Kyi, één van de aanvoerders van het protest in 1988. Zij voert nu al jaren de National Leage for Democracy (NLD) aan, de belangrijkste oppositiepartij. Die partij won in 1990 met grote meerderheid de verkiezingen die het regime destijds onder grote druk vanuit de bevolking had georganiseerd. Maar de militaire machthebbers weigerden plaats te maken voor gekozen politici. Aung San Suu Kyi kreeg keer op keer huisarrest, veel andere aanhangers van de NLD verdwenen in gevangenschap.
Af en toe vinden protestacties plaats, zoals in 1998. In dat jaar protesteerden studenten tegen beroerde examenregelingen, maar riepen ze tevens om de val van het militaire bewind. Twee jaar eerder maakte het bewind met groot machtsvertoon een eind aan een reeks demonstraties en protestbijeenkomsten, onder meer bij de woning van Aung Sang Suu Kyi. Zij deed sowieso de afgelopen jaren keer op keer van zich spreken en hielp daarmee het democratische vlammetje brandende te houden. Maar een fundamentele bedreiging voor het bewind vormt haar voorzichtige vorm van oppositie op zichzelf niet.
Stap vooruit
De huidige protesten zijn een voortzetting van de traditie van democratisch verzet. Ze vormen daarin ook een stap vooruit. Veelbetekenend is de aanleiding: hogere brandstofprijzen. Veelbelovend is de reactie: openlijk de straat op met honderden mensen, waarbij demonstranten omstanders aanmoedigen om mee te doen. Weerzin tegen de zware onderdrukking bracht keer op keer betrekkelijk kleine aantallen, voornamelijk studenten en intellectuelen, in beweging. Woede over prijsstijgingen kan juist ook grootschaliger beweging op gang brengen vanuit de toch al straatarme bevolking.
Een activisme dat protest tegen repressie combineert met verzet tegen hogere prijzen, kan een smeulend revolutionair vuur in Birma helpen ontketenen. En dan kunnen de griezelige generaals nog wel eens spijt krijgen dat ze in 1990 niet de nodige ruimte gemaakt hebben voor de dappere, maar tevens o zo gematigde en keurige Aung Aang Suu Kiy. Dat opgepakte aanvoerders van de protesten volgens Aljazeera leden zijn van een beweging die zich de 88 Generatie Stuedenten beweging noemt, laat intussen zien hoezeer huidige actievoerders zich bewust zijn van de grote traditie van verzet waarop Birma's bevolking kan bogen.
woensdag 22 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten