De deze week hervatte serie "Hoe je een fascist herkent" beoogt aannemelijk te maken dat Wilders een fascistisch politicus is, die bezig is een fascistisch politiek project op de kaart te zetten met buitengewoon griezelige implicaties. Niet iedereen was blij met de richting van die stukken. Pepijn Brandon kon al na drie delen van de serie zijn zorgelijke ongeduld niet bedwingen. Van hem plaatste ik dan ook op 3 april een gastcolumn. Rick Gallagher werd het na vijf delen allemaal te gortig. Hij schreef als commentaar bij deel 5 een tweetal uitvoerige reacties. Allebei hartelijk dank trouwens!
Maar hoe opgewekt ik ook werd van het feit dat Pepijn en Rick zich in de discussie stortten, van de inhoud van hun reacties val ik niet ondersteboven. Geen van beide schrijvers raken de kern van wat ik aan het doen ben. Geen van beiden hebben voldoende oog voor het feit dat ik nog maar in de aanloop ben, onderweg in mijn betoog. Pepijn reageert vooral op conclusies waarvan hij vreest dat ik ze zal gaan trekken maar die ik nog helemaal niet getrokken heb. Rick dicht mij opvattingen toe die ik helemaal niet heb, om daarvan klinkende weerleggingen te geven. Allebei verwijten ze me dat ik op wezenlijke aspecten van wat fascisme wel en niet is, niet ben ingegaan.
Om met dat laatste te beginnen: geduld, kameraden! Brandend geduld, desnoods, maar toch geduld. De serie is nog helemaal niet af, en kritiek leveren omdat deel zes tot en met elf nog niet zijn verschenen, omdat mijn betoog nog allerlei aspecten niet heeft behandeld - is dat een redelijk soort van polemiek bedrijven?
Rick Gallaghers reacties komen in een volgend stuk aan bod. Laat ik beginnen met Pepijn. Hij "wacht met spanning het vervolg af. Ook met lichte vrees, moet ik toegeven." Ik concludeer alvast twee dingen: hij heeft het vervolg niet afgewacht, noch in spanning, noch anderszins. Anders was deze gastcolumn er niet. Bovendien: angst - ook in de vorm van "lichte vrees"- is een slechte raadgever.
In de wereldpolitiek leidt angst voor niet-bestaande dreigingen nogal eens tot oorlogen tegen niet-bestaande bezitters van gevaarlijke wapens en verzonnen sponsors van terrorisme. Dit soort pre-emptive strikes pakken nogal eens verkeerd uit, zoals de hoofdbewoner van het Witte Huis kan uitleggen, als hij tenminste uit zijn woorden komt.
Maar ook pre-emptive strikes in politieke discussie leiden nogal makkelijk tot missers. Angst voor niet-bestaande conclusies zijn daarvan een voorbeeld. Argumenten aandragen tegen dingen die ik helemaal niet beweer hoort daarbij. Gebrekkige logica en innerlijke tegenstrijdigheid van zijn betoog al evenzeer. Van alle drie is in Pepijns betoog in ruime mate sprake.
Om met dat laatste te beginnen. Hij zegt: "hoe herken je een fascist? Interessante en belangrijke vraag." Even eerder waarschuwde hij echter dat "een verkeerde vraagstelling wel eens (...) tot een overdreven galop in het onderzoek en een modderige conclusie aan het eind" kan leiden. Wat is het nu, Pepijn? Een interessante vraag? Of een verkeerde vraagstelling? Allebei gelijk, in weergaloos dialectische samenhang? Of bedoel je gewoon dat de vraagstelling wel goed is maar het antwoord je niet bevalt? Uit het vervolg van zijn betoog blijkt vooral het laatste - maar what a muddle, zou Tony Cliff, oer-Internationaal Socialist, verzuchten.
Dan zegt Pepijn: "in deel 2 en 3 neemt Peter wel alvast een voorschot op de beoordeling van Wilders." Nee hoor, dat doe ik helemaal niet. Ik draag in de delen tot nu toe - twee en drie, maar ook de twee delen daarna - slechts bouwstenen aan voor zo'n beoordeling, ik neem geen voorschotten erop. Iedere bank en iedere aannemer kan desgewenst het verschil tussen een voorschot en een bouwsteen uitleggen.
Ik wijs op het racisme van Wilders, en laat zien dat dit veel dieper en verder gaat dan het wijdverspreide alledaagse onderbuikracisme. Ik wijs op het felle nationalisme waar dit racisme in zit ingebed. Ik zeg dat Islamofobie griezelige parallellen vertoont met antisemitisme. Ik zeg bijvoorbeeld: "Die verwevenheid van racisme geeft aan de opvattingen van Wilders een extra gevaarlijke dimensie - een dimensie waarin hij zich verwant betoont aan fascistische stromingen en personen elders." (deel 3)
Verwantschap laten zien zoals ik doe, tussen Wilders en fascistische politici en verschijnselen, is geen bewijs voor Wilders' fascistische aard. Het is een serieuze aanwijzing in die richting, een bouwsteen van de argumentatie waarin ik dat wil laten zien. De weg ligt hier nog open voor een conclusie die zegt: ja, het lijkt op fascisme maar het is het niet - bijvoorbeeld om redenen die Pepijn noemt. Ik denk dat zo'n conclusie onjuist zou zijn, en Pepijns betoog geeft mij geen redenen om dat te herzien. Maar ik ben nog onderweg. Mijn opmerkingen over het racisme en nationalisme van Wilders beogen niets meer te zijn dan seinpalen onderweg naar de eindbestemming. Pepijns reactie is hierdoor misplaatst en voorbarig.
Hetzelfde geldt voor zijn verzuchting over datgene waar ik in mijn reeks nog niet op ben ingegaan. Pepijn onderkent dat racisme en nationalisme belangrijke elementen zijn van fascistische politiek. Maar hij mist in mijn analyse van de klassenbasis die fascisme zo'n typerend en specifiek soort van uiterst rechtse politiek maakt: de naar rechts radicaliserende middenklasse, waarvan delen zich laten omvormen tot paramilitaire beweging die de arbeiderklasse kan breken om daarmee de crisis van het kapitalisme op te lossen op voorwaarden die de winstgevendheid van het kapitaal kan redden over de rug van die arbeiders.
Dictatuur ten gunste van het grote kapitaal, doorgedrukt via een kleinburgerlijke massale terreurbeweging - dat is de strekking van het fascisme. Pepijn geeft het helder aan, en ik deel deze definiëring in grote lijnen. Maar als Pepijn uitroept, over mijn betoog tot zo ver: "Maar waar is de militante massabeweging van de middenklasse als antwoord op de organische crisis? " dan antwoord ik: ergens in deel 6 tot en met 11 (of whatever) van deze serie... Dan ga ik er op in, op mijn tijd en op mijn manier. Sorry to keep you waiting, old chap...
Ik weet heel goed dat de ideologische kenmerken van iemand niet voldoende zijn voor een sluitende bewijsvoering over diens politieke identiteit, al zou ik het ideologische element hierin bepaald ook niet "ondergeschikt" willen noemen zoals Pepijn doet. Nogmaals, de ideologische kenmerken, de plannen en uitingen van Wilders zijn voor mij bouwstenen, wegwijzers. Ze zetten me op het spoor richting Wilders-als-fascist, en ze ouden anderen op dat spoor moeten zetten. Ze zijn als zodanig inderdaad nog geen doorslaggevend bewijs. Pepijn polemiseert hier tegen een niet-bestaande misvatting.
Denkt Pepijn al te weten hoe ik de "militante massabeweging van de middenklasse" als onderdeel van het Wilders-fenomeen uit de hoge hoed ga toveren? Het lijkt er enigszins op als hij schrijft over "een aantal nuttige onderzoeken die laten zien dat in de marge van Wilders' partij een aantal neonazi's ronddobberen" om vervolgens te waarschuwen: "dit verheffen tot een centraal definiërend kenmerk voor wat Wilders aan het opbouwen is, zou geen serieuze analyse zijn maar een kinderachtige discussieertruc."
Vraagje, Pepijn. Waaruit blijkt in mijn stukken dat ik deze "kinderachtige discussieertruc" hanteer of ga hanteren? Waaruit blijkt dat ik denk de aanwezigheid van een paar neonazi's in Wilders' kielzog niet alleen een symptoom van Wilders ' fascistische inslag zou kunnen zijn - wat mij aannemelijk lijkt, maar waar ik nog op terugkom - maar zelfs een "centraal definiërend kenmerk" van wat dan ook?
Misschien heeft deze opmerking van Pepijn ergens polemische waarde, maar ze raakt nergens serieus aan wat ik betoog. Ik heb het over de tendenzen tot vorming van een uiterst-rechtse massabeweging in deze stukken nog helemaal niet gehad. Het lijkt of hier de angst voor waar mijn betoog mogelijkerwijs op gaat uitdraaien, hier de overhand heeft gekregen op het reageren op wat ik daadwerkelijk beweer. Het leest hier als een ideologische pre-emptive strike van zijn kant tegen een volstrekt onbewezen, door angst ingegeven, ontsporing aan mijn kant. Ik vind zoiets een miskleun.
Een denkfout ligt ten grondslag aan Pepijns woorden: "als Wilders een fascist was, dan zouden beide punten (dit slaat op zijn racisme, en het feit dat hij vijand is van onze rechten, rooieravotr) ondergeschikt zijn aan iets anders: we zouden Wilders' beweging op straat en waar ze verder ook maar bijeenkomt moeten confronteren en blokkeren, met alle mogelijke middelen om een herhaling van Auschwitz te voorkomen."
Hier verwart Pepijn twee niveaus, twee lagen in de discussie. Iemand kan - vanwege diens opvattingen, doeleinden, ambities en de pogingen om daaraan een bijbehorende praktijk te verbinden - als persoon een fascist zijn. Hierin is trouwens de ideologie van zo'n persoon trouwens helemaal niet zo ondergeschikt als Pepijn doet voorkomen, lijkt me zo. Wie een nazi-staat wil invoeren zoals Hitler dat deed, en daartoe boeken schrijft is óók een nazi, ook als hij nergens lid van is en verder 'alleen maar' lezingen geeft. Dat betekent nog niet dat hij dùs ook al over een massabeweging beschikt die ook maar iets voorstelt. Het gaat hier om doelstelling en dynamiek, niet om het resultaat.
Een klein voorbeeld. Het feit dat Pepijn Brandon er net als ondergetekende vooralsnog niet in geslaagd is om een Leninistische massapartij van de grond te krijgen doet aan zijn en mijn ambitie in die richting niets af. Zelfs al waren hij of ik de enigen met deze opvattingen in Nederland, dan nog gold dat. Hij en ik zijn Leninist vanwege onze opvattingen, en vanwege onze inzet om daaraan een praktijk te verbinden - niet vanwege het effect dat we daarmee tot nu toe behalen.
Voor fascisten geldt iets dergelijks. De jaren vijftig en zestig wemelen van de eenlingen die het Derde Rijk verheerlijkten en tot nieuw leven wilden brengen. Ze bereikten vrijwel niets. Maar hun ideologie en hun - gelukkig vaak wel zeer knullige - pogingen om die ideologie in praktijk te brengen wezen op hun politieke identiteit. Ook zulke mensen noemen we fascisten, toch? En als Constant Kusters straks zijn zieltogende Nederlandse Volksunie (NVU) uitgegooid wordt door gefrustreerde partijgenoten, om zich vervolgens op Ameland terug te trekken om zijn memoires "Mijn Ramp" te gaan schrijven waarin hij zijn huidige opvattingen uiteen blijft zetten - is hij dan opgehouden een neo-nazi te zijn omdat hij zin beweginkje kwijt is?
Anders gezegd: je kunt fascist zijn, ook als je geen massabeweging in je kielzog hebt. Pepijn weet dat ook wel. We duidden Pim Fortuyn in De Socialist in 2002 aan als "fascist zonder fascistische beweging", toch? Het laat zien dat zoiets - ongeacht hoe we achteraf tegen deze typering aankijken - in principe ook voor Pepijn tot de mogelijkheden behoort. Volgens mij was deze typering destijds trouwens juist, en gaat die in hoge mate ook voor Wilders op.
Maar die erkenning impliceert helemaal niet dat we nu met blokkades en confrontatie de Wilders-beweging moeten stoppen. Hier verwart Pepijn de vraag hoe je een fascistisch politicus die nog geen beweging heeft dwarsboomt met de vraag hoe je een fascistische beweging die al wel op straat is, het beste bestrijdt.
Zeggen dat Wilders een fascist is betekent helemaal niet dat de bestrijding van zijn vorm en fase van fascisme hetzelfde dient te geschieden als de strijd tegen bijvoorbeeld de NVU. Ook fascisme heb je in meerdere vormen en vooral stadia van opbouw, en hetzelfde geldt voor de bestrijding ervan. Wilders' fascisme blootleggen is in die bestrijding een wezenlijk onderdeel. En daar ga ik dus onverstoorbaar mee door.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
"Mijn Ramp" :D
'Hij en ik zijn Leninist vanwege onze opvattingen'
De internationale socialisten is toch een Trotskistische organisatie? En volgens mij zit er toch wel het een een ander aan verschil tussen Trotski en Lenin.
@jesse: interessant vraagstuk. Voor mij zijn Trotskisten Leninisten. Heel kort door de bocht gezegd zijn Trotskisten antistalinistische Leninisten. Maar dat suggereert dat er ook pro--Stalinistische Leninisten zijn. Maar het waren en zijn juist de Stalinisten die in essentie met Lenins politiek hebben gebroken (terwijl ze de formuleringen ervan bleven herhalen). Trotskisten probeerden Leninistische politiek voort te zetten en verder te ontwikkelen. Lenin en Troktski waren het niet in alles eens. Maar ze staan in dezelfde traditie. Niet helemaal voor niets noemde Trotski zijn Linkse Oppositie in de jaren dertig doorgaans Bolsjevieken-Leninisten. Maar er valt veel meer over te zeggen dan een kort commentaartje toelaat.
Dan zal ik met geduld op het lange commentaar wachten.
wat verdiend een volk wat achter zo een gestoorde schijnt te willen slaapwandelen? valium heroine coke cannabis etceterra ,etceteraar volk die nullanders. uit
Een reactie posten