Koningin Beatrix spreekt haar jaarlijkse kerstboodschap uit, vol van de gebruikelijke vrede en verdraagzaamheid maar wat scherper van toonzetting, en iets duidelijker geadresseerd aan bepaalde niet nader genoemde politici. Eén van de doelwitten, Wilders, bijt terug en wil de koningin de regering uit werken zodat ze alleen nog maar linten hoeft door te knippen. Premier Balkenende, plus een Kamermeerderheid, neemt het op voor de koningin en ontkent dat de koningin haar woorden speciaal tegen Wilders richtte. Commotie alom.
De hele rel is een prachtige symbolische samenvatting van het afgelopen jaar. Hard islamofoob racisme bij monde van Wilders wordt tegengesproken door softe pleidooien voor multicultureel samenleven, deze keer verwoord door Beatrix. Vervolgens moet zo ongeveer de complete textielindustrie er aan te pas komen om enorme aantallen mantels der liefde en natte dekens te produceren om het conflict mee te bedekken.
Wat moet een beetje socialist met zoiets? Hoe reageert een socialist – principieel antiracist èn als democraat principieel anti-monarchist – als een racist als Wilders botst met het erfelijk staatshoofd? Goedkope antwoorden liggen voor de hand, beide kanten op. Vreugde dat iemand van naam het nu eens tegen Wilders' haatdragend gestook opneemt kan tot een links-verpakt 'Leve de Koningin' leiden. Diepe afkeer van heel het idee dat iemand vanwege geboorte een paleis mag bewonen, aan het hoofd van een staat mag staan en kerstboodschappen mag deponeren in de ether kan anderen tot een eveneens progressief-vermomd 'Leve de Republiek!'verleiden. Bij weer anderen zal afkeer van het héle spektakel tot gelijktijdige afwijzing van zowel de demagoog als de monarch leiden, of tot de houding van dat Afrikaanse spreekwoord: "Als twee olifanten ruzie maken, kan de muis zich beter uit de voeten maken", of woorden van die strekking.
Geen van de drie reacties zijn adequaat. Dat wordt hopelijk helder als de de botsing tussen Wilders en de koningin beter bekijken. Wilders valt de toespraak van Beatrix aan op precies d’t element wat er goed aan is, op uitspraken als deze: "Grofheid in woord en daad tast de verdraagzaamheid aan. Discussies ontaarden in verharde verhoudingen. In zo’n sfeer worden mensen al snel als groep over één kam geschoren en worden vooroordelen als waarheid aangenomen. Daarmee erodeert de gemeenschapszin." Wie kan er aan twijfelen dat het verwijt va grofheid aan Wilders was geadresseerd, en dat de groep die volgens Beatrix niet over één kam mag worden geschoten, vooral door Moslims wordt gevormd?
De hele rel is een prachtige symbolische samenvatting van het afgelopen jaar. Hard islamofoob racisme bij monde van Wilders wordt tegengesproken door softe pleidooien voor multicultureel samenleven, deze keer verwoord door Beatrix. Vervolgens moet zo ongeveer de complete textielindustrie er aan te pas komen om enorme aantallen mantels der liefde en natte dekens te produceren om het conflict mee te bedekken.
Wat moet een beetje socialist met zoiets? Hoe reageert een socialist – principieel antiracist èn als democraat principieel anti-monarchist – als een racist als Wilders botst met het erfelijk staatshoofd? Goedkope antwoorden liggen voor de hand, beide kanten op. Vreugde dat iemand van naam het nu eens tegen Wilders' haatdragend gestook opneemt kan tot een links-verpakt 'Leve de Koningin' leiden. Diepe afkeer van heel het idee dat iemand vanwege geboorte een paleis mag bewonen, aan het hoofd van een staat mag staan en kerstboodschappen mag deponeren in de ether kan anderen tot een eveneens progressief-vermomd 'Leve de Republiek!'verleiden. Bij weer anderen zal afkeer van het héle spektakel tot gelijktijdige afwijzing van zowel de demagoog als de monarch leiden, of tot de houding van dat Afrikaanse spreekwoord: "Als twee olifanten ruzie maken, kan de muis zich beter uit de voeten maken", of woorden van die strekking.
Geen van de drie reacties zijn adequaat. Dat wordt hopelijk helder als de de botsing tussen Wilders en de koningin beter bekijken. Wilders valt de toespraak van Beatrix aan op precies d’t element wat er goed aan is, op uitspraken als deze: "Grofheid in woord en daad tast de verdraagzaamheid aan. Discussies ontaarden in verharde verhoudingen. In zo’n sfeer worden mensen al snel als groep over één kam geschoren en worden vooroordelen als waarheid aangenomen. Daarmee erodeert de gemeenschapszin." Wie kan er aan twijfelen dat het verwijt va grofheid aan Wilders was geadresseerd, en dat de groep die volgens Beatrix niet over één kam mag worden geschoten, vooral door Moslims wordt gevormd?
Wilders’ verwijt maakt duidelijk dat hij zich doelwit voelt van de vorstelijke toorn: "De naam PVV staat er nog net niet in. Maar het is een politieke toespraak tegen ons, waarin het multiculti-ideaal wordt opgehemeld, door iemand die niet is gekozen en die ik niet kan aanspreken." Eerst maar een vraagje voor Wilders: zou hij daar ook over begonnen zijn als de koningin de verdraagzaamheid vooral bedreigd zou zien door Koran, Boerka, fundamentalisme en suikerfeest? Als Beatrix in haar kerstboodschap vooral de Joods-Christelijke wortels van de Nederlandse cultuur in gevaar zag komen door 'islamisering', al dan niet verpakt als tsunami, zou Wilders dan ook zo boos geworden zijn? Of heeft Wilders alleen bezwaar tegen politieke uitspraken van Beatrix als het de 'verkeerde' uitspraken zijn?
Natuurlijk kun je een discussie hebben over de bevoegdheden van een ongekozen staatshoofd. Natuurlijk hoort de koningin niet alleen, zoals Wilders wil maar vanuit een principieel andere invalshoek,de regering te verlaten, maar tevens haar paleis, met achterlating van haar bevoegdheid als staatshoofd. Ongetwijfeld zal een woningcorporatie in het nabijgelegen Soest wel een fatsoenlijke huurwoning voor haar weten te vinden, en haar reïntegratie op de arbeidsmarkt laat ik met groot genoegen aan het UWV over. Maar republiek of monarchie is niet de werkelijke inzet in deze rel. Racisme tegen antiracisme, daar draait het nu om.
Als Wilders de woorden van Beatrix opvat als aanval op het racisme van zijn PVV heeft hij natuurlijk gelijk. En het is slap van die politici zoals Mariëtte Hamers van de PvdA, die in de woorden “geen verwijzing naar hem als persoon” kunnen vinden, om te ontkennen dat Wilders wel degelijk de geadresseerde is. Precies die onderhuidse verwijzing naar Wilders en zijn politiek zijn de kracht in de kerstboodschap van de koningin. Verder waren haar woorden weinig schokkend, een jaarlijks ritueel. "De koningin roept elk jaar op tot vrede en verdraagzaamheid", stelt een SP-woordvoerder droogjes. Zo is het ook, maar de worden tegen generaliseren tegen bevolkingsgroepen en tegen vooroordelen gingen verder dan de gebruikelijke clichés.
Hier past dan ook duidelijkheid: de woorden uit de kerstboodschap waar Wilders aanstoot aan neemt zijn goede en juiste woorden, zij het nog veel te voorzichtig. Beatrix heeft hier gelijk, heel simpel, en linkse mensen doen er goed aan dat gelijk – een progressief, antiracistisch gelijk – en goed en uitdagend in te wrijven
Tegelijk moet dat met nauwkeurigheid. We verdedigen deze uitspraken van de koningin, maar we verdedigen iet die koningin als zodanig. Ze heeft gelijk op dit ene specifieke punt, in deze ene specifieke discussie. Niet meer. Maar ook niet minder.
Er is een tegenwerping. Het is nogal makkelijk, zou je kunnen zeggen, om vanuit je prachtige en goedbeschermde paleis de witte mensen in arme wijken te vermanen dat ze aardig moeten zijn tegen hun Marokkaanse buren. "Het wordt hoog tijd, Uwe Majesteit, dat U eens een halfjaartje in Kanaleneiland doorbrengt" stelt iemand in een reactie op de berichtgeving.
Natuurlijk kun je een discussie hebben over de bevoegdheden van een ongekozen staatshoofd. Natuurlijk hoort de koningin niet alleen, zoals Wilders wil maar vanuit een principieel andere invalshoek,de regering te verlaten, maar tevens haar paleis, met achterlating van haar bevoegdheid als staatshoofd. Ongetwijfeld zal een woningcorporatie in het nabijgelegen Soest wel een fatsoenlijke huurwoning voor haar weten te vinden, en haar reïntegratie op de arbeidsmarkt laat ik met groot genoegen aan het UWV over. Maar republiek of monarchie is niet de werkelijke inzet in deze rel. Racisme tegen antiracisme, daar draait het nu om.
Als Wilders de woorden van Beatrix opvat als aanval op het racisme van zijn PVV heeft hij natuurlijk gelijk. En het is slap van die politici zoals Mariëtte Hamers van de PvdA, die in de woorden “geen verwijzing naar hem als persoon” kunnen vinden, om te ontkennen dat Wilders wel degelijk de geadresseerde is. Precies die onderhuidse verwijzing naar Wilders en zijn politiek zijn de kracht in de kerstboodschap van de koningin. Verder waren haar woorden weinig schokkend, een jaarlijks ritueel. "De koningin roept elk jaar op tot vrede en verdraagzaamheid", stelt een SP-woordvoerder droogjes. Zo is het ook, maar de worden tegen generaliseren tegen bevolkingsgroepen en tegen vooroordelen gingen verder dan de gebruikelijke clichés.
Hier past dan ook duidelijkheid: de woorden uit de kerstboodschap waar Wilders aanstoot aan neemt zijn goede en juiste woorden, zij het nog veel te voorzichtig. Beatrix heeft hier gelijk, heel simpel, en linkse mensen doen er goed aan dat gelijk – een progressief, antiracistisch gelijk – en goed en uitdagend in te wrijven
Tegelijk moet dat met nauwkeurigheid. We verdedigen deze uitspraken van de koningin, maar we verdedigen iet die koningin als zodanig. Ze heeft gelijk op dit ene specifieke punt, in deze ene specifieke discussie. Niet meer. Maar ook niet minder.
Er is een tegenwerping. Het is nogal makkelijk, zou je kunnen zeggen, om vanuit je prachtige en goedbeschermde paleis de witte mensen in arme wijken te vermanen dat ze aardig moeten zijn tegen hun Marokkaanse buren. "Het wordt hoog tijd, Uwe Majesteit, dat U eens een halfjaartje in Kanaleneiland doorbrengt" stelt iemand in een reactie op de berichtgeving.
Bij die klacht kan ik me iets voorstellen. Natuurlijk heeft iemand uit de top van de heersende klasse enen geloofwaardigheidsprobleem van jewelste als ze progressieve dingen gaat zeggen. Maar dat is nu niet de kern. Ongetwijfeld weet de koningin niet werkelijk hoe het is in arme wijken. Misschien is ze wel hypocriet, wie weet? Maar de vraag is niet: heeft ze voldoende begrip voor armoede? De vraag is ook niet: meent ze wat ze zegt? De vraag is heel simpel: klopt het wat ze zegt? Spreekt ze op dit punt de waarheid, en een waarheid die nodig gezegd moet worden? Het antwoord op die kernvraag is wat mij betreft ja.
Nogal pijnlijk aan de uitspraken van Beatrix is niet zozeer het feit dat de koningin ze doet. Wie daar vanauit ene links antiracistisch perspectief schamper over doet, richt zijn woede verkeerd. De vraag is niet: waarom uitgerekend de koningin op deze toer? De vraag moet zijn: waarom anderen níét? Ik wil dit soort stellingnames – maar dan robuuster, helderder, en gecombineerd met bijbehorende demonstratieve en politieke activiteit – horen van Jan Marijnissen, van Agnes Jongerius van de FNV, van Femke Halsema – en niet alleen van Beatrix, Maxima of Doekle Terpstra.
Ik wil een brede linkse beweging tegen het soort van giftige politiek die Wilders propageert. Maar om dat te doen, moet elk progressieve geluid op dit punt krachtig ondersteund, aangemoedigd, toegejuicht en voor verder antiracistisch activisme benut worden – uit welke merkwaardige mond dat progressieve geluid ook komt.