maandag 18 juni 2007

Frankrijk: hoopgevende verkiezingsuitslag

De parlementsverkiezingen in Frankrijk zijn een veel minder treurig gebeurtenis geworden dan waar het van tevoren op leek. De rechtse partij UNP heeft, in het kielzog van Sarkozy's zegen bij de presidentsverkiezingen, een meerderheid behaald. Maar de overwinning is niet groot. Sterker: met de 314 zetels die de UNP naar verwachtingen krijgt, wordt de fractie kleiner dan in het vorige parlement waarin de UMP 359 zetels hadden (BBC, "Sarkozy party wins in French poll", 18 juni 2007)

De Socialisten, wiens presidentskandidaat Segolene Royal dramatisch was verslagen door Sarkozy, behalen nu tegen de verwachting in 185 zetels, tegen 149 in het vorige parlement. De socialistische kandidaat versloeg zelfs UMP-minister Alain Juppé in Bordeaux. Juppé trad onmiddellijk af. De Communistische Partij stort ook niet volledig in en krijgt 12 tot 19 parlementsleden (De Morgen, "Links beperkt schade in Franse parlementsverkiezingen", 18 juni 2007). Al met al is de gevreesde ineenstorting van links tegenover de rechtse opmars uitgebleven.

Hoe is dat te verklaren? Zeer zeker niet uit het effectieve en strijdbare optreden van de grote linkse partijen. De Socialisten zijn verdeeld, tot op het hoogste niveau: presidentskandidate Royal en partijleider Hollande, 25 jaar getrouwd, gaan uit elkaar. Dat lijkt symbolisch, want ook in de partijtop staan de twee tegenover elkaar. Binnen de partijleiding heerst vooral de neiging om verder naar het midden op te schuiven en zaken te doen met de centrumrechtse stroming van presidentskandidaaat Bayrou. Zijn partij haalt trouwens maar 3 zetels, aldus de BBC in het al aangehaalde bericht, dus erg veel kracht valt aan een bondgenootschap met hem zelfs kwantitatief niet te ontlenen. Belangrijker: hoe meer de Socialisten naar het midden schuiven, hoe meer ze proberen Sarkozy-light te zijn, hoe minder reden mensen hebben om erop te stemmen.

Dat mensen dat nu toch gedaan hebben is vooral ingegeven door de behoefte om de macht van Sarkozy en zijn rechtse club beperkt te houden, om tegenwicht te bieden door links te stemmen. Niet zozeer uit vertrouwen in de Socialistische en Communistische partij stemden mensen daarop, maar eerder als tegenstem tegen Sarkozy.
De relatieve kracht van links zou wel eensmede het gevolg kunnen zijn van rechtse zelfgenoegzaamheid. Aan de vooravond van de verkiezingen leek een rechtse monsterzege gegarandeerd. Waarom dan nog de moeite nemen om te gaan stemmen, zo zullen veel rechtse kiezers wellicht hebben gedacht. Linkse kiezers daarentegen zetten zich kennelijk schrap en gingen juist nu wèl, om het broodnodige tegengas te bieden.

Een tweede reden is waarschijnlijk het aangekondigde voornemen van de nieuwe regering om de BTW te verhogen (Aljazeera, "Sarkozy's bloc 'wins' French poll", 17 juni 2007) . Mensen vinden het niet leuk als alles duurder wordt, en als zich via de stembus de kans aandient om de regering daarvoor te straffen, dan gebruiken mensen die kans. Als dit klopt is het veelbetekenend, onheilspellend voor Sarkozy en hoopvol voor een strijdbaar links verzet.

Mensen stemden deels op Sarkozy vanwege diens stoere retoriek van alles-moet-anders, de-bezem-erdoor en dergelijke. Zodra die retoriek echter omgezet wordt in beleid waar brede lagen van de bevolking last van hebben, zodra de dreiging van rechts niet langer verbaal is maar in de portemonnee aankomt, keren mensen zich er blijkbaar al weer tegen. Als dit nu al gebeurt, voordat Sarkozy en zijn regering de aanval echt geopend hebben, dan zou de reactie van veel arbeiders op plannen om aan de 36-urige werkweek te knagen en het stakingsrecht uit te hollen, wel eens explosief kunnen zijn.

Geen opmerkingen: