donderdag 8 februari 2007

Onheilspellend regeerakkoord (deel 1)

Het nieuwe regeerakkoord ligt er, en het akkoord doet pijn aan de oren. In mijn vorige stuk nam ik al wat beleidsvoornemens onder de loep. De kern van die analyse hou ik overeind. Wel blijkt het vasthouden aan de Zalmnorm, de wijze waarop met inkomsten, uitgaven, mee- en tegenvallers wordt omgegaan, iets minder eenduidig te zijn dan ik op grond van eerdere gegevens dacht.

Inn grote lijnen echter zien we enerzijds dat verslechteringen van het vorige kabinet niet serieus worden teruggedraaid, hooguit op onderdelen verzacht. Anderzijds zien we ook geen grote nieuwe plannen om sociale zekerheid, zorg en onderwijs verder op de schop te nemen, te privaitiseren, kapot te bezuinigen en wat dies meer zij. De vaart is een beetje uit het offensief van bezuinigen en privatiseren. De weerstand daartegen, zoals die met name bleek uit de SP-verkiezingsoverwinning, is te groot. Hardnekkig verzet en linkse stembuswinst voor links verklaren tevens dat het nieuwe kabinet het langverwachte generaal pardon voor vluchtelingen nu accepteert, de huurliberalisatie niet doorzet en huurstijgingen beperkt tot de inflatie.

Verder zien we in het regeerakkoord een lappendeken van voorstellen. Sommigens zijn op zich prima. Gratis schoolboeken zijn welkom, het feit dat Schiphol niet via de beurs wordt geprivatiseerd is dat ook. Het Parool meldt trouwens dat privatisering via de achterdeur mogelijk blijft. Geld voor achterstandswijken en armoedebestrijding - wie zal er tegen zijn? Ik niet. Maar het zijn fragmenten, druppels op een gloeiende plaat. Gezien de economische bloei die veel meer mogelijk maakt, gezien vooral de rijkdom aan de top die ook door dit kabinet ongemoeid wordt gelaten, is het spreekwoordelijke zoet dat nu wordt uitgedeeld weinig meer dan een handvol pepernoten, uitgedeeld in een immense krottenwijk.

Hoe groot die rijkdom aan de top is, en hoe die groeit, liet De Volkskrant op 2 februari zien: "De inkomsten van de bestuurders van beursgenoteerde bedrijven in Nederland uit opties en geschonken aandelen zijn in een jaar tijd meer dan verdubbeld. In 2006 haalden de directeuren en de commissarissen in totaal meer dan 209 euro op met deze prestatiebeloningen, tegen 96 miljoen in 2005." Over het woord 'prestatiebeloning' valt te twisten, maar de trend is duidelijk. En dit zijn slechts de personlijke inkomens. De winsten van de betrokken ondernemingen zullen een veelvoud daarvan zijn. Geld voor werkelijke verbeteringen ten guinste van de brede meerderheid is er, je moet alleen de krachten weten te miobiliseren om het ta gaan halen. Maar dat moet je dan wel willen. Dit kabinet wil niet.

Erger is dat de bewoners van die spreekwoordelijke krottenwijk - wij dus - de pepernoten zelf mogen betalen. Tegenover uitgaven staan stevige bezuinigingen. De "intensiveringen" (zoals investeringen in het regeerakkoord heten) bedragen 7 miljard. Niet alles ervan komt ons ten goede. De 200 miljoen voor "defensie en vredesoperaties" (lees: oorlog en assistentie aan de ambities van de VS) zijn 200 miljoen teveel. En 400 miljoen voor "versterking veiligheidsketen" is een beetje vaag, maar klinkt als extra geld voor politie en justitie, en dus geld voor repressie. Geen goed plan.

Dan is er lastenverlichting: 3 miljard in totaal. Deels zal dat ten goede komen aan welgestelden en ondernemers. Een lastenverlichting "voor economische structuurversterking" klinkt mij vooral als ondernemersvriendelijk in de oren. Maar er zit ook 800 miljoen aan lastenverlichting "voor koopkrachtondersteuning" bij. Dat is wel degelijk één van die pepernoten in de metaforische armenwijk.

Maar, zelfs al zouden we ervan uit gaan - ten onrechte, zoals ik aangaf - dat àlle "intensiveringen" en lastenverlichting ten goede kwam aan de niet rijke meerderheid van de bevolking, de mensen met een gewoon loon, salaris, uitkering of studiebeurs, dan nog betaalt die meerderheid daar feitelijk zelf voor. "Uitgavenombuigingen en lastenverzwaringen" bedragen in totaal 8,5 miljard. "Uitgavenombuigingen" is Binnenhof-geheimtaal voor bezuinigingen. Bezuinigingen en hogere belastingen wegen dus al ruimschoots op tegen de extra uitgaven, en zijn bijna even hoog als extra uitgaven en lastenverzameling gezamenlijk. Het geld verdwijnt uit onze portemonnee en komt daar langs ingewikkelde weg weer in terug. Dat is, zeer globaal, wat er gebeurt.

Het beeld qua inkomsten en uitgaven is daarmee rechts, maar zonder het aantsuren op confrontaties met grote delen van de maatschappij. Het zoeken van botsingen met vooral de vakbeweging was juist wel een kenmerk van Balkenende Twee, vooral voordat de vakbondsprotesten van september en oktober 2004 de vaart eruit haalden. Op het vlak van strategie zien we dat het nieuwe kabinet wel degelijk een koerswijziging beoogt.

Maar het is geen koerswijziging naar links. Het is een combinatie van drie dingen: 1. een tijdelijk terugdeinzen voor een frontale aanval, uit angst een felle verdediging van vakbondskant uit te lokken; 2. een reeks minder frontale, minder opvallende, aantastingen van sociale zekerheid en zorg; en 3. een griezelig ideologisch offensief, kracht bijgezet met meer repressie.

Over punt 1 heb ik hier voldoende gezegd. Onder punt 2 val het stapsgewijs verder doorvoeren van marktwerking in bijvoorbeeld de ziekenhuszorg en de afschaffing van bijstand voor mensen tot 27 jaar. Dit voornemen is trouwens verstopt in een tabel en een bijbehorende voetnoot op pagina 50. Die jongeren krijgen kennelijk hetzij een baan, hetzij een opleiding. Van enig concept van 'passend werk' of een opleiding waar je cht voor wilt gaan, wordt feitelijk afgestapt. Mensen in vage slechtbetaalde baantjes proppen, daar gaat het op neerkomen.

Maar punt 3 is waar de werkelijke schrik vandaan komt. Het regeerakkoord is geen lijstje van beleidsvoornemens alleen. Het bevat een zware ideologische lading. Vier punten springen eruit 1. voortgezette marktobsessies, neoliberalisme op economisch vlak; 2 saamhorigheid en gemeenschapszin in traditionele verbanden, met name gezin en natie; vooral de nationalistische ondertonen zijn onmiskenbaar; 3. latente maar diepgaande xenofobie, met imp[liciet islamofobe ondertonen; 4. beginnende aantastingen van het recht op persoonlijke zelfbeschikking.

Het marktideologische motief zien we in de tweede van de zes "pijlers" waarin het document de voornemens indeelt: "Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie". Op pagina 15 wordt dat uitgewerkt. Punt 1. "Ondernemingen, maatschappelijke intellingen en de mensen die daarin werken, verdienen het vertrouwen en krijgen de ruimte om zich voluit te kunnen ontplooien" . Eerst de ondernemingen, dan pas de mensen die er werken. 2. "Zelfstandig ondernemerschap zal worden gestimuleerd." Andere punten betreffen meer aandacht voor het midden- en klein-bedrijf, verlaging van de administratieve lastendruk voor bedrijven en dergelijke.

Het geloof dat het welzijn van ondernemingen en ondernemers kern is van economisch beleid, staat recht overeind. Maar het gaat verder dan het stimuleren van particuliere bedrijven. Punt 5 begint aldus: "In het onderwijs krijgt ondernemerschap meer aandacht. Opname in het studieprogramma van het vak ondernemerschap wordt bevorderd." Ondernemerschap heeft ondertonen van het nemen van initiatief, persoonlijke verantwoordelijkheid, individuele ontplooiing en dergelijke. Ogenschijnlijk kun je er moeilijk bezwaar tegen maken. Maar ontplooiien kun je je in allerlei beroepen, in kunst, in je studie, in je hobbies.

Ondernemerschap heeft twee kenmerken die haar onderscheiden. 1. het najagen van rentabiliteit, denken in winst en verlies, winststreven, zo niet als doen dan minstens als voorwaarde voor welk doen ik; en 2. concurreren met anderen die dezelfde rentabiliteit nastreven. Ondernemerschap als vak invoeren op school bekent het stimuleren van vaardigheiden om jezelf te verrijken, van commercie als waarde op zoch; het betekent het stimuleren van een mentaliteit van competitief individualisme. Mensen gaan niet zozeer leren hoe ze zich ontplooien, maar hoe ze, in een wedloop met anderen, meer kunnen vergaren en hogerop kunnen komen.

Dat zoiets wordt bijgebracht in scholen waarin je leert hoe je een winkel moet leiden is erg genoeg, maar in een markteconomie niet echt schokkend. Maar dat zoiets in het hele onderwijs een plek hoort te hebben betekent dat het onderwijs een propagandamiddel wordt voor een plat-egocentrische commerciële moraal. Dat is een kwalijke trend. Als we straks weer in optocht door een stad mogen lopen omdat iemand een ander heeft neergestoken om het slachtoffer van een MP-3speler te beroven, dan is de dader weinig meer dan een wat al te consequente leerling van het onderdeel "ondernemerschap" in het onderwijs.

(wordt vervolgd)

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hmmm, rooieravotr, we zitten met smart te wachten op die stukjes! hier in ieder geval een leuke link (acrobat reader nodig!)

Anoniem zei

sorry link vergeten:
http://www.nmazca.com/threat_to_peace.pdf