vrijdag 28 september 2007

Revolutie in Birma (deel 2)

De militaire machthebbers hebben grof geweld ontketend op Birma's straten. Ze bestoken de demonstranten met traangas, ze slaan betogers, en ze schieten met scherp. Het dodental loopt op en bedraagt zeker tien, en volgens berichtgeving op Al Jazeera zelfs al tegen de 200. Maar de dappere demonstranten blijven de straat op gaan, trotseren het leger. Beelden van monniken die voor dreigende soldaten op de grond zitten, berichten van betogers die leuzen blijven roepen, soldaten uitschelden - het toont de enorme moed van mensen die de dictatuur van Birma aanvechten.
Is het de moed der wanhoop? Of staan we aan de vooravond van de val van het schrikbewind? Naar mijn mening is er reden tot voorzichtige hoop. De junta staat niet eenvoudig tegenover een reeks demonstraties voor meer democratie. De demonstraties vormen deel van een beweging die wat breedte, diepgang en radicalisme wel degelijk revolutionaire dimensies heeft. Het neerslaan van de vorige volksopstand in Birma in 1988 kostte maanden van bloedvergieten, en was voor het bewind kantjeboord. Er is geen reden om te verwachten dat het nu veel makkelijker zal zijn voor de machthebbers - eerder moeilijker.
Genoeg reden voor revolte
De protesten wortelen in woede over twee thema's. Het eerste is de immense armoede. het tweede is de felle onderdrukking. Strijd tegen die twee wantoestanden voedt de woede en de volharding van duizenden betogers. Zo ernstig is de toestand dat ween nu-of-nooit-gevoel zich van de massa's meester kan maken. Gebeurt dat, dan is er geen macht ter wereld die de junta nog kan redden. maar óf het al zover is, val;t nog niet te zeggen.
De armoede in Birma is enorm. Een kwart van de bevolking leefde in 2000 beneden de armoedegrens; de werkloosheid was in 2006 ruim 10 procent, de inflatie boven de 20 procent. De armoede is niet bepaald gelijkmatig verdeeld: de armste 10 procent kreeg in 1998 2,8 procent de rijkste 10 procent krijgt 32,4 procent van het inkomen. Dit zijn cijfers uit het CIA Factbook.
Bij die armoede komt corruptie. Volgens het Transparancy Institute, dat vergelijkend onderzoek doet naar corruptie, is Myanmar samen met Somalië het land dat als meest corrupt wordt ervaren. En aan de top wordt stevig geprofiteerd en uitgegeven. Een kennelijk uitgelekte video van het huwelijk van de dochter Than Shwe, één van de leidende generaals ziet een zeer trouw luxueus feest zien, met juwelen en alles. The Guardian hierover: "ze ontving voor 25 miljoen dollars aan geschenken - in een land waar het jaarinkomen 500 dollar per persoon is."
Maar dat zijn nog maar peulenschilletjes. De machthebbers zijn kortgeleden verhuisd naar een compleet nieuwe hoofdstad, die ook niet gratis in de aanleg zal zijn geweest. The Independent meldt echter dat ze een deel van hun werkzaamheden alweer willen verplaatsen: de vrouw van de opper-generaal vindt het woonklimaat niet aangenaam. Malaria en slangen bederven het genot. Ambtenaren hebben zelfs hun baan achtergelaten omdat ze de verhuizing naar dit rampgebied niet wilden meemaken, aldus een bericht van Radio Free Asia.
Het toont de absurde prioriteiten van de Birmaanse machthebbers dat ze aan zoiets geld uitgeven. Die prioriteiten blijken ook uit andere cijfers: 0,9 procent van de begroting was eind jaren negentig gereserveerd voor onderwijs, o,3 procent voor gezondheidszorg. In heel Azië waren die cijfers 2,7 procent en 1,7 procent (The Guardian, 28 september). En de BBC schrijft: "De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat Birma 10 dollar per persoon per jaar uitgeeft aan gezondheidszorg, vergeleken met buurlanden Maleisië en Thailand die respectievelijk 160 en 218 dollar per jaar spenderen." Malaria, ademhalingsziekten en diarrhee kosten jaarlijks aan 150.000 kinderen onder de vijf jaar het leven. Het aantal mensen met HIV wordt geschat op minstens 360.000. De generaals houden de bevolking dus niet alleen arm, maar het liefst ook nog ziek en onwetend.
Echt veel spendeert het bewind aan het leger, dus eigenijk vooral aan zichzelf en haar macht. Wikipedia vertelt dat de militaire uitgaven jaarlijks ruim 7 miljard dollar bedragen, 19 procent van het Bruto Nationaal Produkt. Het CIA World Factbook spreekt echter slechts van 2,1 procent van het BNP die voor militaire uitgaven zijn bestemd. Beide getallen zijn van 2005. En zelfs de 2,1 procent is nog altijd veel en veel meer dan de genoemde percentages die voor gezondheidszorg en opvoeding worden uitgetrokken. Die getallen - o,3 en 0,9 - waren bovendien percentages van het staatsbudget. Als percentages van het totale BNP zijn die uitgaven dus nog veel lager.
Geld steekt de junta dus vooral in wapens, in macht, in zichzelf - niet in de massa van de bevolking. Sterker: die macht en die wapens zijn boven alles bedoeld tegen die eigen bevolking. Een serieuze oorlogsdreiging met buurlanden is er niet. De meeste van de opstanden in deelstaten waar etnische minderheden voor vrijheid strijden zijn neergeslagen of in een soort regeling uitgemond.
De enige grote taak van het grote leger van ruim 400.00o soldaten - naast zelfverrijking via de talloze ondernemingen waarin het militaire apparaat verweven is, tot drugshandel aan toe - is onderdrukking, keiharde onderdrukking. Die vindt plaats in de vorm van verdrijving van mensen, dwangarbeid, arrestaties en marteling. Een enkel bericht van Amnesty International geeft een indruk van de verschrikkingen: "Myanmar: Tens of thousands face forced labour, beatings and theft". Het is uit 2005. Niets duidt erop dat er wezenlijk iets is verbeterd, eerder het tegendeel. Protesteren tegen de machthebbers is een levensgevaarlijke activiteit.
Armoede en repressie vormen de drijfveer van de huidige revolutie. Het was de abrupte prijsverhoging van brandstof die in augustus de aanleiding vormde voor mensen om te betogen. En nog steeds is verlaging van prijzen een leus die centraal staat bij de voortdurende demonstraties. Een monnik van de All Birma Buddhist Monks Alliance, belangrijke organisatie in de protesten, vertelt aan Al Jazeera wat de eisen van deze monniken zijn. Het waren er drie. De eerste was verlaging van prijzen van eerste levensbehoeften.
Precies dit geeft de protesten een dimensie van arm-tegen-rijk, en daarmee van klassenstrijd. Samen met de eis tot vrijlating van politieke gevangenen en van stappen in de richting van meer democratie kan zo'n eis vrijwel de hele bevolking aanspreken en in beweging helpen brengen.
Zeer breed protest
De beweging is al zeer breed. In de berichtgeving domineren de monniken en ook de studenten. Nonnen zijn afgelopen weekend ook de straat op gegaan, zo lezen en zien we in The Times. Maar het protest is inmiddels veel breder. Woordvoerders van partijen van etnische minderheden hebben volgens The Irrawaddy om vrijlating van in augustus opgepakte actievoerders aangedrongen. Die minderheden zij vaak zelf doelwit van extreme repressie geweest en voelen zich vaak gene onderdeel van de Birmese maatschappij. Dat zij zich verbinden met het protest van Birmezen zelf, is een goed teken.
Een verklaring van de Internationale Unie van arbeiders in onder meer de Voedingsindustrie (IUF) rept van een verklaring van ambtenaren op vier ministeriesdie toezeggen aan democratische protesten deel te gaan nemen. En het vakbondsdocument vertelt ook: "Arbeiders in Rangoon begonnen eind augustus-begin september pamfletten tegen de dictatuur uit te delen." Van vakbondactivisme en stakingen heb ik nog geen berichten gezien, maar dit zijn wel tekenen dat arbeiders een eigen rol in de protesten spelen.
Achter de protesten zit organisatie, dat wordt ook steeds duidelijker. Dat maakt de gebeurtenissen tot veel meer dan een losse opstand, dat stuwt de beweging in Birma richting revolutie. Drie groeperingen spelen in ieder geval een rol de afgelopen weken. De eerste groepering die meteen in augustus de aandacht trok was de 88 Generation Students. Het gaat hier om veteranen van de opstand van 1988. Deze groepering hielp de protesten prijsverhoging van brandstof organiseren. Veel van hun leidende activisten zijn opgepakt. De BBC schreef op 22 augustus over deze groep. De organisatie vertegenwoordigt een belangrijk stuk continuïteit in het democratische verzet in Birma. Dat maakt het doorgeven van ervaringen, en ook het leren van eerdere fouten, mogelijk.
Veel prominenter in de media is de Nationale Liga voor Democratie (NLD). Dit is de partij waarvan de verkiezingszege in 1990 door de machthebbers ongeldig werd verklaard. De leider Aung Sang Suu Kyi heeft sindsdien vrijwel voortdurend huisarrest. Zij is binnen en buiten Birma symbool geworden van het volhardende protest voor democratie tegen de wrede junta. maar in de protestbeweging speelt de NLD een halfslachtige en zeker geen overtuigende rol.
Zo duurde het even voordat leidende leden van de partij zich op straat vertoonden. Na afgelopen weekend waren ze er, op maandag 24 september toen honderdduizend mensen door de straten van Yangon (Rangoon) liepen. Twee dagen eerder waren monniken wezen bidden voor het huis van Aung Sang Suu Kye.
Het lijkt er op dat Aung Sang Suu Kye en haar partij de protesten wil gebruiken als drukmiddel in onderhandelingen met het bewind. "Er moet geen agitatie zijn om het bewind omver te werpen. Dat zal de mensen veel banger maken voor een militair antwoord en mensen zullen erg aarzelen om zich bij de beweging aan te sluiten." Dat zei ze tegen The Times, vlak voordat de militaire machthebbers hun antwoord gaven.
Dat dit bewind niet erg open staat voor onderhandelingen zou ze inmiddels kunnen weten. De World Socialist Website (WSWS) stelt zelfs dat zij in 1988 de protesten afblies in ruil voor vrije verkiezingen. Dit heb ik echter elders nergens terug kunnen vinden, maar het past wel in haar strategie van overleg. Die verkiezingen kwamen er, haar partij won, maar, zoals gezegd, de machthebbers erkenden die uitslag niet. Het huidige optreden laat dus niet voor het eerst de volstrekte uitzichtloosheid zien van het idee dat je via keurig overleg van de huidige machthebbers af kunt komen. Hoeveel respect de moed van Aung Sang Suu Kye ook verdient, de revolutie in Birma komt pas verder als ze met haar soort van politiek breekt.
Monniken
De derde kracht die de afgelopen weken de protesten vaart gaf, werd natuurlijk gevormd door de monniken. Zij gaven de revolutie letterlijk kleur met hun gewaden. Na twee dagen schieten zijn de meeste monniken uit de straten van Yangon verdwenen. Invallen in kloosters en massa-arrestaties van monniken door soldaten lijken de rol van de geestelijken in de beweging te hebben verzwakt, althans tijdelijk. Andere stadsbewoners zetten hardnekkig de protesten voort. Het doet aan de hoofdrol die het monnikenprotest de afgelopen weken speelde niets af.
De rol van monniken, en later ook nonnen, in de protestbeweging is minder vreemd dan op het eerste gezicht misschien lijkt. Over het Boeddhisme, monniken en nonnen in Birma las ik veel leerzaams in "Buddhism in Myanmar - Myanmar Buddhism", deel van de website allmyanmar.com, waar je een beetje mee mag uitkijken trouwens: het is een site van een soort touristenbureau van Birma, als ik me niet vergis, en of het bewind hier een vinger in heeft kan ik niet overzien. Maar de informatie over het Boeddhisme leek me doordacht en heb ik dan ook gebruikt.
Bijna negentig procent van de bevolking is Boeddhistisch. Dat boeddhisme leent zich, zoals elke religie, voor zeer uiteenlopende interpretaties, ook zeer rebelse. Koningen horen het goede voorbeeld te geven in deugdzaamheid en spirituele zuiverheid. Het volk zal dan volgen. Dat is het idee, en het suggereert dat deugdzaamheid van boven naar beneden gaat. Maar wat als er van daa boven geen deugdzaamheid komt, maar onrecht en geweld? Is het dan niet de taak vaan een vroom Boeddhist om zijn of haar stem te verheffen? Dat is klaarblijkelijk het idee van veel monniken in Birma.
Maar dit religieus verwoorde protest heeft zeer materiële wortels. De gemeenschap van monniken - Sangha geheten - omvat honderdduizenden, mogelijk een half miljoen, mensen in Birma. Het is niet ongewoon dat jongens een tijdje lang monnik worden. Daar hebben ze onderdak, eten en onderwijs - dingen die hun familie ze niet kan bieden,m en die het bewind niet geeft. Kloosters zijn daarmee een soort instellingen van welzijn en educatie in Birma.
De band tussen kloooster en bevolking is sterk. Dat wordt in de hand gewerkt door het feit dat veel jongens slechts tijdelijk kloosterling zijn en dus weer in de rest van de maatschappij terugkeren. Maar het wordt ook bevorderd door de bestaanswijze van monniken. Zij leven niet van geld, maar van aalmoezen. Die verwerven ze door de straat op te gaan, of op bezoek te gaan op vaste adressen, 'sponsors', om het oneerbiedig te zeggen. Degene die een aalmoes geeft, ontvangt daarvoor als het ware spiritueel krediet, de wetenschap dat hij of zij iets deugdzaams heeft gedaan. De Volkskrant spreekt zelfs van een "spirituele bankrekening".
Zo hebben monniken intensief contact met de bevolking, en zien ze het leed en de armoede van dichtbij. Het zijn, zoals Jonathan Watts uitlegt in The Guardian, ook vaak jongens uit arme gezinnen die langdurig monnik worden: het biedt tenminste een vorm van overleven. Dit alles maakt dat monniken niet alleen in hoog aanzien staan van de bevolking, maar ook delen in de noden van die bevolking. Dat verklaart ook dat ze het in tijden van crisis voor de bevolking opnemen. Nonnen zijn er ook, maar die staan helaas aanzienlijk lager in aanzien. Dat ook zij nu de straat op zijn gekomen, tekent de diepgang van de protestbeweging nog eens extra.
Maar binnen de Sanghka spelen ook sociale en politieke tegenstellingen. De top van de gemeenschap van monniken is nauw verbonden met het bewind. Generaals proberen zich ook van moreel krediet te voorzien door veel geld te steken in kloosters en pagodes. De top van het kloosterwezen, het State Maha Nayaka Committee, is feitelijk een deel van het bewind (The Times, 27 september). De huidige revolutie brengt daarmee niet alleen de tegenstelling tussen monniken en regime naar voren, maar behelst ook een strijd binnen die Sangha zelf.
(wordt vervolgd)

2 opmerkingen:

Maarten Das zei

Dank voor je inzichtelijke samenvatting van je uitgebreide bronnenonderzoek. Wel even schrikken over de top van de kloosters. Maar ja, hetzelfde zie je in zekere zin ook bij het Vaticaan tegenover lokale katholieke parochies.

Keesjemaduraatje zei

zie ook de foto'van de demonstratie van gisteren op Indymedia:
http://www.indymedia.nl/nl/2007/09/47342.shtml