woensdag 10 oktober 2007

Solidariteit met vrijheidsstrijd - maar hoe? (deel 2)

Uit Birma, waar de militaire machthebbers met kogels en massa-arrestaties een indrukwekkende democratische massabeweging van de straat hebben gedreven, komen uiteenlopende berichten. Enerzijds gaat de onderdrukking keihard door. Anderzijds zijn er tekenen dat het bewind een paar stapjes terug doet. Dat kan echter best een teken zijn dat de generaals zich zeker genoeg voelen van hun zaak en daarom de teugels wat te durven laten vieren.

Duidelijk is wel dat de nederlaag die de machthebbers de democratische beweging gewelddadig hebben toegebracht, die beweging verder en waarschijnlijk langduriger teruggedreven heft dan ik een week geleden nog dacht. Dit maakt het des te meer noodzakelijk om solidariteit te tonen met de dappere monniken, studenten en vele anderen in Birma die tegen de verdrukking in hun vrijheidsstrijd voortzetten. Dát die strijd doorgaat, en dat in die zin de revolutie in Birma niet voorbij is, dat is wel degelijk realiteit.

Harde onderdrukking

Teken van harde repressie zijn overduidelijk. Arrestaties gaan door. De Democratic Voice of Birma meldde alleen al op dinsdag 9 oktober de arrestatie van drie leiders van de Al-Birmaanse Federatie van Studentenbonden; het oppakken van de vrouw van de vrouw van een politiek actieve dichter, al op 1 oktober; de arrestatie van een leider van de 88 generatie, een groepering die vooral in de beginfase van de protesten in augustus een belangrijke rol speelde; vijf bewoners van Pakokku hebben inmiddels zware gevangenisstraffen gekregen wegens beschadiging van eigendommen; één van hen was parlementslid van de oppositiepartij Nationale Liga voor Democratie (NLD), bekend van de leider ervan, Aung San suu Kyi.

Mizzima.com meldt intussen in een bericht over voortdurende arrestaties de dood van één van de opgepakte arrestanten, Win Shwe, lid van de NLD. Het lot van twee opgepakte, bij de protesten betrokken komieken is onduidelijk, volgens een artikel van The Irrawaddy. Beiden hebben zich langdurig kritisch over het bewind uitgelaten. Berichtgeving van de Democratic Voice of Burma spreken van de indeling van opgepakte mensen in vier categorieën op basis van de mate van betrokkenheid bij de protesten, van spilfiguur tot toeschouwer.

Staat het bewind wel zo sterk?

Intussen laat het bewind ook mensen vrij. Maar dat zijn - aldus berichtgeving van Mizzima.com - volgens secretaris K Bo Ky van de AAPP-B, een organisatie die zich inzet voor politieke gevangenen in Birma, vooral "omstanders of mensen die de demonstranten hadden toegejuicht." Het bewind beweert dat het 1215 mensen heeft vrijgelaten en 2093 mensen heeft opgepakt. K Bo Y zegt echter: "Minstens 4000 mensen, waaronder 1000 monniken, zijn door de junta tijdens de protesten gearresteerd." In Trouw staat te lezen: "Overal circuleren verhalen over lichamen die anoniem in het crematorium verdwijnen., over talloze vermisten en over gewonden die te bang zijn voor arrestatie om medische hulp te zoeken. Op de staatsradio heeft de junta gemeld dat artsen geen slachtoffers mochten behandelen. Daarom durven veel mensen ook niet naar ziekenhuizen te gaan."

Naast vrijlating van gevangenen zijn er andere tekenen dat het bewind zich wat minder bedreigd voelt. De internet-verbindingen zijn niet langer volledig geblokkeerd, waardoor webloggers weer nieuws naar buiten kunnen brengen, meldt The Guardian. Het bewind biedt onder voorwaarden besprekingen aan met Aung San Suu Kyi, en heeft daar zelfs een onderminister voor aangewezen, aldus de NRC op 9 oktober. De dag erop meldt dezelfde krant: "oppositie wil onderhandelen zonder eisen vooraf."

Dat het bewind wel degelijk aangeslagen is blijkt echter weer uit andere zaken. Zo kwam The Times met het gerucht - afkomstig van de Democratic Voice of Birma, dat zich baseert op gegevens van oppositie-mensen in Birma zelf - dat de vrouw, dochter en schoonzoon van Than Shwe, de hoogste generaal van het land, Birma heeft verlaten en in Singapore zit. Dat klinkt niet als een familie die gerust is op de - voor de machthebbers - goede afloop. Dat een Birmaanse diplomaat ontslag heeft genomen uit afschuw voor de onderdrukking van betogers - aldus The Irrawaddy - , duidt ook niet bepaald op een stevige positie van het bewind.

Verzetsgeest leeft

Veelzeggend zijnook de woorden van de man, in antwoord op de vraag "of hij dacht dat de pro-democratische beweging nu afgelopen was(...) 'Ik denk dat het niet voorbij is. Ik denk dat het alleen maar het begin was van de revolutie." Soortgelijke geluiden komen niet alleen ui diplomatenmond, ver van de greep van de dictatuur. Ook in Birma zelf tekenen journalisten uitspraken op die erop wijzen dat het vuur van de revolte niet in uitgedoofd. De BBC citeerde een activiste die ondergronds is gegaan na het begin van de protesten: "We moeten een manier vinden om deze slag te winnen door de handen ineen te slaan met de monniken en het publiek." De BBC voegde eraan toe: "zij drong er bij leden van de Birmaanse strijdkrachten op aan dat ze moesten ophouden met vechten voor 'generaals met bloed aan hun handen' ".

The Times laat Vida, een naar Thailand gevluchte monnik, aan het woord. Het is de basis voor een mooi artikel. Vida zegt: "In een paar weken tijd zullen de monniken zich reorganiseren. Dit is niet het einde." Hij gaat binnen een paar weken terug om plannen te maken, zo vertelde hij. Hoe het protest er uit zou gaan zien? Dat wist hij ook niet precies. "Ik denk dat we een andere stijl van protesteren nodig hebben", zei hij. Zijn ervaringen hebben hem duidelijk steeds radicaler doen worden. Hij maakte ook duidelijk dat hij de soldaten nu gewoon haat. "Ik weet dat ik dat niet zou moeten doen, maar ik doe het wel", zo zegt hij. "Maar ze kunnen ons niet zo bang maken dat we het opgeven", voegt hij er aan toe. Maar, zo maakt hij ook duidelijk, de monniken kunnen het niet alleen. "We hebben de internationale gemeenschap ook nodig."

Solidariteit: wat te doen?

Dat brengt me bij de vraag waar ik mijn vorige stuk over Birma mee afsloot. Internationale solidariteit is nodig. Maar hoe dan? Oproepen op internet moeten niet in de valkuil van internationale rivaliteiten tussen machtige staten moeten trappen. Het aanjagen van bijvoorbeeld een stemming tegen het Chinese bewind omdat dat regime de dictatuur in Birma steunt, is verkeerd. Ik ging in het vorige stuk al op de eenzijdigheid ervan in. Door hieraan mee te doen kom je aan de kant terecht van Westerse staten die de revolutie in Birma misbruiken voor hun eigen agenda - een agenda die alles te maken heeft met investeringsruimte en invloedssferen, en bitter weinig met echte steun voor democratie.

1. Welke internationale gemeenschap?

Maar hoe dan? De 'internationale gemeenschap' waar ook monnik Vida een beroep op doet, is verdeeld - langs twee lijnen. De officiële internationale gemeenschap - die bestaat uit staten en regeringen - is onderling verdeeld. Hun onderlinge rivaliteiten zijn economisch, militair, politiek - en inzet voor democratie is daaraan ondergeschikt, en dus altijd voorwaardelijk en doortrokken van hypocrisie. Hoe begrijpelijk het ook is dat sommige Birmaanse democraten van bijvoorbeeld Westerse staten hard, en zelfs militair, ingrijpen verlangen, het is een misplaatst verlangen. Dat moet eerlijk worden gezegd.

Maar er is een andere "internationale gemeenschap": wij allemaal samen. mensen aan de onderkant - arbeiders, scholieren, studenten, noem maar op, maar niet de rijken en machtigen. Daar dient solidariteit gekweekt te worden, daar zitten bondgenoten van democraten in Birma die er geen dubbele agenda van winstbejag en machtspolitiek op nahouden.

2. De zin van demonstraties

Hoe dient zulke solidariteit eruit te zien? Demonstraties zijn een eenvoudig, maar wel degelijk doeltreffend wapen. Op zichzelf lijken ze weinig druk uit te oefenen, maar er gaat wel degelijk kracht van uit. Birmanen in ballingschap worden ongetwijfeld enorm bemoedigd als ze zien hoe ze samen met allerlei andere mensen zich laten horen, de generaals aanklagen, zich solidair verklaren met de vervolgde demonstranten in Birma zelf. En Birmaanse ballingen staan in contact met activisten in Birma zelf. Die krijgen via via te horen hoe mensen zich in allerlei landen het lot van de vrijheidsstrijd in Birma aantrekken. Dat geeft moed, dat gaat het wanhopige gevoel dat activisten in Birma ongetwijfeld wel eens bekruipt - dat ze er alleen voor staan - tegen. Demonstraties zijn een morele steun in de rug van democraten in Birma.

Demonstraties in zo veel mogelijk landen zijn tevens een drukmiddel tegen de generaals. Nee, een optocht door Amsterdam raakt niet direct aan de macht van de dictators daarginds. Maar zo'n optocht is een bijdrage aan de verspreiding van het gevoel van walging jegens de generaals dat wereldwijd dient te klinken. Die walging tast het idee dat machthebbers zichzelf aanpraten - dat ze ergens toch met iets goeds bezig zijn - aan. generaals bekeren is in zijn algemeenheid absurd. Maar generaals onzeker maken, ze op alle mogelijke manieren uitkotsen als schurken en tirannen - het is een vorm van psychologische strijd dat een ogenschijnlijk onmerkbaar, maar toch niet te versmaden effect heeft. Zou die Birmaanse diplomaat in Londen bijvoorbeeld ook ontslag genomen hebben als mensen vorig weekeinde niet tegen de dictatuur in Birma hadden betoogd - juist ook in Londen?

3. "Niet in onze naam!"

Dit type demonstraties kan het beste maar een hele eenvoudige, eenduidige opzet hebben: weg met de dictatuur in Birma, solidariteit met de monniken, studenten en alle anderen die daar voor vrijheid strijden. Als we echter specifieke eisen willen stellen - en dat is niet verkeerd! - laten we onze doelwitten dan dicht bij huis zoeken. Ja, China is medeplichtig aan de dictatuur in Birma. Nederland is dat echter ook, op tal van manieren.

Op de Chinese machthebbers kunnen we van hier uit vrij weinig druk uitoefenen; op de machthebbers in Nederland veel meer. Dat is bij uitstek onze taak. Nederlandse betrokkenheid bij onderdrukking aankaarten, aanklagen en bestrijden zou juist voor solidaire mensen in Nederland prioriteit moeten hebben. "Niet in onze naam!" zeiden vredelievende in de VS mensen in de herfst van 2001, toen de regering van dat land ten oorlog ging na 11 september. "Niet in onze naam!" moeten wij ook in Nederland zeggen als Nederlandse bedrijven, beschermd door Nederlandse politici, zich verrijken door zaken te doen in de wrede dictatuur in dat geteisterde land.

(wordt vervolgd)

5 opmerkingen:

Maarten Das zei

Soms denk ik wel eens: moeten we in sommige gevallen niet ons gelijk opzij schuiven om tenminste IETS te kunnen doen? Ik denk aan Birma, ik denk ook aan Darfur. We zeggen 'nee' tegen buitenlandse interventies omdat uiteindelijk buitenlandse mogendheden hun eigenbelang voorop stellen en het dus uiteindelijk voor de plaatselijke bevolking geen werkelijke bevrijding betekent. En dus wijzen we op de rol van protest van onderaf, solidariteit etc. Terwijl dat er (nog) niet of nauwelijks is. Zijn er geen situaties zo acuut en nijpend dat je 'for the time being' je eigen gelijk even inslikt, en met een flinke dosis heldere kritiek tóch bepaalde interventies steunt, al is het maar om levens te redden en de ergste nood voor het moment te lenigen? Ik zie ook wel in dat je dan op een hellend vlak terechtkomt, maar de vraag broeit nu eenmaal in mij, dus leg ik hem graag hier neer.

Peter Storm zei

Deze vragen verdienen een serieus antwoord, wat uitvoeriger dan ik hier in de reacties wilde doen. Dat uitvoeriger antwoord komt - in een volgend stuk over deze zaak. Intussen ben ik benieuwd hoe andere lezers tegen de door Maarten opgeworpen vraag aankijken.

Anoniem zei

Ik denk dat we niet al bij voorbaat 100% moeten uitsluiten om ons leger ergens naar toe te sturen.

Wat wel erg belangrijk is, is dat we niet voor ONS belang gaan maar voor het belang van de lokale bevolking.

Als er bijv. in Irak geen olie was, zouden we er helemaal niet zitten (Net of Bush het wat interesseerd dat er in Irak een dictator aan de macht is...). Daarom ben/was ik daar tegen..

Maar STEL dat in bijv. Birma de bevolking andere landen vraagt om steun van andere landen om het onderdrukkende regime te stoppen? Dat er geen mogelijkheid is op dit moment dat ze het zelf kunnen?

Het is inderdaad een interessante stelling en ik hoop dat RooieRavotr er een nieuw goed stuk over schrijft...

Anoniem zei

In sommige situaties zal de bevolking er meer mee opschieten bij een buitenlandse interventie, denk ik.
En kan een interventie de maatschappelijke verhoudingen ook niet veranderen? Zodat dit voor links nieuwe perspectieven bied. Er ontstaan misschien meer mogelijkheden op het gebied van actievoeren, en de bevolking zal het misschien meer over politiek en bestuur gaan hebben.
En is in veel landen het westen niet een soort ideaal onder grote gropen (verzets) mensen. Als er dan zo'n 'westerse' regering komt zien ze dat dat ook niet alles is en kan het werken aan een echt alternatief beginnen.

Maarten Das zei

Mijn vraag staat nog telkens...