maandag 5 november 2007

Hoop in Midden-Oosten en daaromtrent 3: Egypte en Dubai

Elders in de regio staat een diepere bevrijdingsstrijd op het programma dan we op dit moment in Afghanistan en Irak zien. Daar is de hoop dan ook niet van de wrange bijsmaak doortrokken die de situatie in Afghanistan en Irak meebrengt. Ik doel hier op de sociale strijd die arbeiders in een tweetal landen in het Midden-Oosten voeren: in Egypte en in de Verenigde Arabische Emiraten.

Egypte

In Egypte is die strijd grootschalig en buitengewoon hardnekkig – en relatief succesvol bovendien. Sinds vorig jaar is daar een stakingsgolf gaande, met bedrijfsbezettingen door boze arbeiders. Vooral in de textielindustrie is het bijna voortdurend raak. De textielfabriek Al-Mahalla kende zelfs meerdere stakingen: in december vorig jaar, en afgelopen september, . Stakers bezetten de fabriek en vormden zelfs een eigen ordedienst. En ze wonnen.

De stakingsgolf waar deze acties deel van uitmaakten kent een grote omvang. In 2006 waren er minstens 222 stakingen en andere arbeidersacties (demonstraties, hongerstakingen, sit-ins), de eerste vijf maanden van 2007 was er gemiddeld bijna dagelijks een arbeidersprotest, zo meldt een liberale krant in Egypte volgens MERIP Report. In september kwam Hossam el-Mamalawy met cijfers over de eerste helft van 2007: "100 sit-ins, 109 stakingen, 33 demonstraties, 126 illegale bijeenkomsten vergezeld van korte werkonderbrekingen."

Reden tot staken zijn veelal het verlagen of intrekken van beloofde bonussen, en meer in het algemeen de lonen. Op de achtergrond speelt het streven om staatsbedrijven te privatiseren een rol. Maar arbeiders eisten vaak ook een abulance binnen het berdijf, vanwege de vele levensgevaarlijke ongelukken. De stakingen zijn illegaal en richten zich eveneens tegen de officiële vakbond die aan een touwtje van de regering zit.

De stakingsbeweging zet de regering van Egypte onder druk. Het land is een dictatuur geleid door Mubarak. Vele duizenden mensen zitten vast, een journalist die meldding maakte van een gerucht dat Mubarak wellicht was overleden werd zelfs voor de rechter gesleept. Verkiezingen zijn goeddeels voorgekookt, en waar dat niet voldoende is, doen intimidatie van politiekant en fraude de rest.

De sterkste oppositiegroepering is de Moslim Broederschap. Die combineert het eisen van democratische speelruimte met conservatieve opvattingen tegen de rechten van vrouwen en tegen de Koptisch-Christelijke minderheid. Tegenover de stakingsstrijd staat de beweging nogal halfslachtig: de ruggengraat ervan zijn veelal zelf ondernemers, en die zitten niet te wachten op rebelse arbeiders. Maar onder de leden zijn radicalere houdingen merkbaar. Tegenover het bewind verdient de beweging solidariteit, en op sommige punten werkt links er ook mee samen. Maar tegelijk brengt links haar eigen politiek naar voren, waar nodig zeer kritisch tegenover de Broederschap.

Het mooie aan de hele situatie is dat hier nu eens niet voornamelijk islamistische en./ of nationalistische bewegingen – met al hun beperkingen - tegen een bezetter of dictator staan, maar dat het vooral arbeiders zijn die opstaan tegen hun bazen en tegen de regering. Dat biedt grote aanknopingspunten voor links om voet aan de grond te krijgen, en precies dat is in Egypte op bescheiden schaal al enige tijd ook gaande.

In International Socialist Journal nr. 106 (voorjaar 2005) leggen linkse activisten uit hoe ze samenwerking met de Broederschap combineren met een eigen, onafhankelijk linkse lijn. Een ouder artikel in hetzelfde kwartaalblad laat Sameh Naguib aan het woord, socialist in Egypte die de stakingen en de pogingen van revolutionair links om activiteiten te ontplooien bespreekt. Stakingsstrijd als ruggengraat van een gevecht om democratische en sociale rechten, dwars tegen een harde dictatuur in die ook nog eens grootschalige Amerikaanse steun krijgt – het opent een perspectief van een diepgaande revolutionaire bevrijdingsstrijd.

Dubai

Iets soortgelijks, op kleinere schaal maar gezien de omstandigheden aldaar minstens zo indrukwekkend, speelt zich af in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), en vooral in en rond Dubai, dat onderdeel is van die VAE. Dubai is een absurde stad in een bizar land waaraan kapitalistische tegenstellingen op wel heel groteske wijze zijn opeengestapeld. Mike Davis geeft in een prachtig artikel in New Left Review een schrijnend beeld.

Het land is steenrijk, op basis van olie maar ook van kapitaal dat uit de hele regio naar de VAE stroomt. Een bovenlaag van 20 procent heeft burgerrechten, de rest niet. Het land kent geeneens schijnverkiezingen, er is geen enkel gekozen orgaan, zelfs de pretentie van democratie ontbreekt. Vrijheid is er totaal verknipt: een stuk van Dubai waarin internetbedrijven zijn gevestigd, is vrije internettoegang, in de rest van het land niet. In de wijk waar mediabedrijven staan, is persvrijheid, daarbuiten niet.

Het beleid is erop gericht om van Dubai het luxe-winkelcentrum te maken waar mensen uit heel de regio heen vliegen om er te gaan shoppen. De twee hoogste wolkenkrabbers worden er aangelegd, evenals de twee grootste winkelcentra ter wereld. Het is een pl;ek voor de jet-set wereldwijd. Rockster Rod Stewart heeft er een eiland, voetballer David Beckham een strand. In sommige hotels wordt op de hete zomerdag het zwembad gekoeld. Zo’n soort plek is het, een neoliberaal Noord-Korea.

Oliekapitaal, maar ook geld uit drugs- en wapenhandel circuleren er. Naar verluidt gaat er ook geld rond dat ten goede komt aan Taliban en Al Qaeda. Er is berichtgeving geweest over een voorgenomen Amerikaanse aanval met kruisraketten op Bin Laden in Afghanistan. Die werd afgeblazen omdat vermoed werd dat hij zich in koninklijk gezelschap vanuit de Emiraten bevond.

De machthebbers hebben van Amerikaanse functionarissen in het land gedaan gekregen dat ook zij de Golf waaraan Dubai ligt niet aanduiden als Perzische maar als Arabische golf. Het artikel in Asia Times waarin ik dit feitje aantrof laat niet na er fijntjes op te wijzen dat die 'Arabische' Golf vol ligt met een Amerikaanse oorlogsvloot, en dat de VAE een Amerikaanse marinebasis telt.
Al die gebouwen moeten worden aangelegd, en al die rijken bediend met zorg en huishoudelijk werk, om van de prostitutie nog maar te zwijgen.

Het land heeft dus bouwarbeiders nodig, en huishoudelijk personeel – en daarvoor ronselen ondernemers gastarbeiders in allerlei landen, vooral India en Pakistan. Tachtig procent van de bevolking bestaat uit deze migrant-arbeiders die bijna geen rechten hebben. Ze wonen in afgeschermde arbeiderskampen buiten de stad. MERIP Report heeft een artikel waarin beschreven wordt hoe het leven daar is. De onderneming waar ze werken heeft hun paspoort in beslag genomen. De arbeiders hebben lange werktijden tegen laag loon, de woonomstandigheden in de akelige barakken zijn veelal erbarmelijk. Formeel en economisch betreft het hier loonarbeid, maar de verwantschap met openlijke slavernij is groot. Vakbonden zijn verboden.

En juist onder deze verschoppelingen, deze door rigide dwang eronder gehouden arbeiders, broeit het verzet. Mike Davis vertelt van stakingen en rellen, vooral in 2006. De afgelopen week was er opnieuw protest. Enkele duizenden bouwarbeiders staakten, demonstreerden, bekogelden de politie met stenen en blokkeerden de weg. Ze eisten beter loon en verbetering in hun huisvesting, zo meldde de BBC. De staking is inmiddels voorbij, en het AP meldt dat volgens de Indiase ambassadeur ruim 4000 opgepakte stakers weer vrij zijn; 160 stakers zitten nog vast.

De Telegraph zegt dat honderden stakende arbeiders – wiens verblijfsrecht immers afhangt van de ondernemer die hun paspoort in handen heeft – al het land zijn uitgezet. De minister van arbeid van het land noemde het protest "onbeschaafd", ja zelfs "barbaars", volgens die Britse krant. Die krant meldde ook dat 500 arbeiders in augustus ook al hadden betoogd, en dat twee jaar terug actievoerende arbeiders de haven hadden geblokkeerd omdat ze in vier maanden hun toch al schamele loon niet uitbetaald hadden gekregen. De staking van deze week is daarmee blijkbaar uiting van een herhaaldelijk naar boven komende onvrede, tegen de zware verdrukking in.

Het feit dat er arbeidstekorten zijn, nu bijvoorbeeld mensen uit India ook in dat land zelf banen vinden vanwege de bloeiende economie, maakt de druk van stakende arbeiders kansrijker. En de ervaringen die de stakers in hun strijd opdoen kunnen na thuiskomst ook weer doorwerken in de landen van herkomst zelf. Naast het economisch effect dat stakingen hebben in dit centrum van internationale handel maakt ook dit de stakingen in Dubai van grensoverschrijdend belang.

De stakingsgolven in Egypte en Dubai doen ertoe. Ze zetten twee dictaturen onder stevige druk. Ze ondermijnen de gewelddadig verkregen rust in twee belangrijke Amerikaanse steunpilaren in het gebied. Maar bovenal geven ze een voorbeeld van grote moed en solidariteit – een voorbeeld van bevrijding-in-de-maak dat hopelijk wijd en zijd over de grenzen van die twee landen uitstraalt

Geen opmerkingen: