zondag 18 november 2007

Uit de kast met minister Plasterk (deel 3 en slot)

OK OGay
Met het onkritisch stimuleren van 'coming out' als emancipatie-strategie is méér mis dan een zeker gebrek aan sensitiviteit aan ministerskantvoor de moeite die zoiets kan kosten. Het hele idee van een ‘coming-out’-dag vind ik al matig. Dat het uit kringen van homogroepen zelf komt doet daar niets aan af. Het geeft een diep persoonlijke stap iets hinderlijk-collectiefs.

Ik moet er niet aan denken dat er straks een soort plechtigheid voor komt ook, waarin per gemeente honderden pas uit hun Ikea-meubilair geklommen homo’s en lesbo’s hun coming-out-certificaat verstrekt krijgen, in aanwezigheid van het voltallige bestuur van het plaatselijke COC. Natuurlijk zal dan ook het recht op weigering van ambtenaren om zulke certificaten te verstrekken aandachtspunt worden van regeringsbeleid. Kringloopbedrijven kunnen alvast maatregelen nemen om al de overtollig geworden kasten in te zamelen en af te voeren. Mocht het zover komen, dan schaf ik een mooie eikenhouten kast aan en ga er in, en kom er niet meer uit voordat het over is met deze flauwekul.

Want flauwekul is het, en niet zonder gevaar. Het gaat uit van een standaardisering van de homoseksuele ervaring en leefwijze, en van een simplistisch model van emancipatie. Het idee is als volgt. Mensen worden geboren in een maatschappij die doordrenk is van hetero-vanzelfsprekendheid. Wie daar buiten valt zit, vanzelfsprekend en volautomatisch, 'in de kast', en moet daar voor zijn of haar bestwil uit. Een vrije homo, om niet te zeggen een 'echte' homo, is 'uit de kast'. Als maar alle homo’s uit de kast zijn, dan zijn homo ’s vrij en is het probleem opgelost.

Maar dit is een kwalijk waanidee. Kwalijk, omdat het de hetero-vanzelfsprekendheid niet ondermijnt maar bevestigt. Homo’s zitten 'in de kast' en moeten 'eruit'. Hetero’s hoeven dat niet. Wie niet uit de kast komt, wordt dus geacht hetero te zijn. De hoofdverantwoordelijkheid voor homobevrijding wordt hier ten onrechte eenzijdig bij de homo’s zelf gelegd: zij moeten de stap zetten; hetero’s hoeven alleen maar een beetje begrip te tonen en dienen af te zien van al te openlijke homofobie. Maar zolang heteroseksualiteit de norm is en alles doordrenkt, blijft de homo de uitzondering die de regel bevestigt, en blijft de voedingsbodem voor homofobie - hetero-seks als vanzelfsprekend, en dus al gauw als de norm – overeind.

Het is ook een waanidee. Het ziet alle veelvormigheid die seksualiteit heeft, over het hoofd. Je hebt niet alleen homo’s en hetero’s. En zelfs als je biseksuelen en transseksuelen in het rijtje van potentiële kastverlaters opneemt misken je de variatie aan seksuele verlangens die mensen hebben. Krijgen we straks trouwens het verschijnsel dat mensen voor het percentage dat ze niet-hetero zijn uit de kast mogen komen op 11 oktober? Ongeveer zoals je ook 30 procent arbeidsgeschikt kunt worden verklaard?

Wat te denken ook van mensen die wel openlijk zijn over hun seksualiteit onder vrienden, maar niet op het werk? Of juist andersom? Of sommige vrienden wel maar familie en collega’s weer niet, op één toffe tante en één fijne collega na? 'Uit de kast komen' is vaak een heel traject, met haperingen, onvolledigheden, stappen vooruit maar ook weer terug. En op elke nieuwe werkplek heb je weer een 'uit-de-kast'-moment. Eigenlijk houdt het nooit op, dat geklauter uit dat nare meubilair. En wat als mensen een tijdlang homoseksuele verlangens hadden en volgden, maar later toch voornamelijk heteroseks zoeken? Moeten die de kast weer in of zo?

En wat te denken van mannen die zichzelf volslagen als heteroseksueel beschouwen maar het soms prettig vinden om seksueel contact met andere mannen te hebben? Zijn die 'eigenlijk' biseksueel, en moeten die persé 'uit de kast' (voor een bepaald percentage)? Is dat geen grove miskenning van het recht van mensen om zichzelf te definiëren, en zelf te bepalen welk etiket ze op zichzelf willen plakken? En er zijn ook mensen die verschillende voorkeuren vorm geven in verschillende rollen, die een soort dubbelleven ontwikkelen, meer uit fascinatie, als een soort spel, dan uit pure angst. Zulke mensen hebben waarschijnlijk minder plezier in hun leven als zij gewoon 'uit de kast' zouden zijn.

Ja, het is waar dat in een hetero-gedomineerde wereld mensen het veelal uit praktische overwegingen prefereren als hetero door het leven te gaan, ook als ze verlangens en ervaringen hebben die daar buiten vallen. Maar dat los je niet op door die mensen geforceerd te herdefiniëren als 'eigenlijk' bi. Dat los je pas op als je de premie die staat om als hetero door het leven te gaan, afschaft door de heteroseksualiteit-als-norm onderuit te halen.

We moeten geen genoegen mee moeten nemen met minder. Homo’s die de kast uit stappen, verdienen steun en solidariteit – van andere homo’s, en van ieder sociaal en weldenkend mens. Maar we moeten toe naar een maatschappij waarin dat moeizame traject – opgroeien met verborgen verlangens, en pas later met veel moeite voor die verlangens uit komen – overbodig is.

Ik wil geen maatschappij met keurige hetero’s en keurige uit de kast geklommen homo’s. Ik wil dat mensen opgroeien en leven in een wereld waar ze vrij hun veelvormige lichamelijke verlangens kunnen verkennen, en in wederkerigheid kunnen uitleven als gelijkwaardige mensen. Ik wil dat de kast als plaats waar mensen noodgedwongen opgroeien en leven wordt afgeschaft.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Het is beter om een 'kastvernietigingssdag' te houden. Weg met de kasten!

Maarten Das zei

Dat is toch ook wat. Zit zelf nog in het kabinet, wil ons uit de kast. Tja, zo lok je mensen uit hun tent... als we maar niet in onze schulp gaan kruipen... (en zo gingen de woordgrapjes nog een tijdje door... ;-))