donderdag 30 november 2006

Irak: bloedige chaos, met dank aan bezetters

Amerikaanse militairen brachten in Ramadi zes mensen om het leven, waaronder vijf meisjes. Eén van de meisjes was een baby. Op nieuws.nl lezen we: "De gevechten begonnen toen een legerpatrouille in de provinciehoofdstad Ramadi een bermbom ontdekte en twee mannen het huis invluchtten, die zich daarna opstelden op het dak. Terwijl de militairen de bom onschadelijk maakten, openden de mannen vanaf het dak het vuur op de soldaten, die terugschoten met machinegeweren en tanks, aldus het leger. Toen de militairen na afloop het huis doorzochten, troffen ze de zes lichamen aan van een man en vijf meisjes."

Enkele opmerkingen hierbij. Als je vanaf een dak beschoten wordt door twee mannen, is het dan gebruikelijk om niet alleen richting dak te schieten, maar het hele huis onder vuur te nemen met tanks en mitrailleurs? Kennelijk is dat wat er gebeurde, anders zouden de zes mensen niet zijn doodgeschoten. Of is het bericht van de twee mannen op het dak een gelegenheidsargument, bedoeld om een moordpartij op zes mensen te camoufleren als betreurenswaardige sterfgevallen van mensen die in de vuurlinie zijn beland? In beide gevallen is hier sprake van een oorlogsmisdaad, in beide gevallen is kennelijk geen serieuze poging gedaan om burgerslachtoffers te vermijden.

Maar dat is niet alles. Een veel fundamentelere vraag: wat doen die Amerikaanse soldaten daar?! Wat proberen ze te bereiken? Niemand die daar een overtuigend antwoord op levert. Juan Cole vraagt zich af: "Op welk moment zullen de mensen in Ramadi 's morgens opstaan en zeggen: 'We zijn van mening veranderd. We houden van de nieuwe regering van Sjiitische ayatollahs en Koerdische krijgsheren. We zijn blij dat we Westerse bezettingstroepen mogen ontvangen op onze bodem. Het kan ons niet schelen dat die troepen bondgenoten zijn van de Israelische militairen, die dagelijks onze broeders en zusters in Gaza bombarderen en hen doden en eronder houden. We nemen de moeite niet meer om bermbommen te plaatsen, en we leggen onze sluipschuttersgeweren weg.' (...)

Het gaat niet gebeuren. In de herfst van 2004 dacht 14 procent van de Soennitische Arabieren (in Irak, rooieravotr) dat het lkegitiem was om Amerikaans personeel aan te vallen in Irak. Nu denkt meer dan 70 procent dat. Gaat dat niet naar de 100 procent? Hoe gaat het helpen om de mensen in Ramadi min of meer in een kooi op te sluiten, met name als dit opgevat wordt als iets dat gedaan wordt ten gunste van de Opperste Raad van de Islamitische Revolutie (gesticht door ayatollah Khomeini in Iran) en de Koerdische Peshmerga's? (...)

Wat is de militaire missie? Ik kan geen praktische missie zien. En als er geen militaire taak is die redelijkerwijs kan worden volbracht binnen een bepaalde tijd, dan is het een vorm van moord om Amerikaanse troepen in Al-Anbar (de provincie waarvan Ramadi hoofdstad is, rooieravotr) te houden. Omdat je weet dat, elke keer als ze op patrouille gaan worden er elke week een paar opgeblazen of doodgeschoten. Daar kun je van op aan. Elke week. Alsmaar. Het is monsterlijk om hen te dwingen Russische Roulette te spelen elke dag, tenzij er een duidelijke missie is die daardoor volbracht zou kunnen worden. Die is er niet." En al was die er wel - zo voeg ik er graag aan toe - dan zou dat een onrechtmatige en onrechtvaardige missie zijn, van een bezettingsleger dat daar na een aanvalsoorlog in binnengedrongen en gebleven.

Inmiddels groeit zelfs onder Amerikaanse militairen het inzicht dat de bezetting van tenminste de provincie Al-Anbar - waar het verzet enorm krachtig is - een uitzichtsloze zaak is. De Washington Post schreef op 28 november over een rapport vanuit het Amerikaanse Korps Mariniers van afgelopen nazomer. Daarin staat de erkenning dat Amerikaanse troepen en hun Iraakse helpers "niet langer bij machte zijn de opstand in Al-Anbar militair te verslaan". De krant meldt ook het aantal dode Amerikaanse militairen in die provincie sinds 1 september: 90. En ABC News meldde op dezelfde dag dat het Pentagon overweegt de Amerikaanse militairen uit die provincie terug te trekken.

En hoe staat het elders, slagen de bezetters daar wel in het brengen van 'stabiliteit'? Een stukje op de site van de Volkskrant maakt veel duidelijk. De ontmoeting tussen president Bush en de Iraakse premier Maliki spreekt bijvoorbeeld boekdelen. Die vond plaats in Amman, de hoofdstad van Jordanië. Kennelijk is, zoals ik al ergens gesuggereerd zag, de veiligheid, zelfs in de Green Zone waar de Amerikaanse autoriteiten en de Iraakse regering zetelen in wat feitelijk een enorme belegerde versting is, niet te garanderen. Intussen komen er van de Grote Leiders in Washington klachten dat de premier de zaak niet meer in de hand heeft. Stephen Hadley, nationale veiligheidsadviseur van Bush, betwijfelt om Maliki wel in staat is "om zijn goede intenties om te zetten in actie"... Intussen is de beweging van de sjiitische leider Moqtada al-sadr, met zijn invloedrijke Mahdi militie, uit protest tegen de ontmoeting tussen Bush enMaliki, uit de regering gestapt. Sadr noemt de ontmoeting "een provocatie van het Iraakse volk".

Intussen wordt vrijwel overal in Irak de bloedige chaos groter. Amerikaanse media beginnen nu openlijk te spreken over 'burgeroorlog'- niet als iets wat dreigt maar als iets dat al gaande is. Dit geluid is bijvoorbeeld nu via de invloedrijke omroepmaatschappij NBC te vernemen. Daarmee vervalt de zoveelste smoes voor het Witte Huis om de oorlog in Irak voort te zetten. Immers, de troepen moesten blijven om een burgeroorlog te voorkomen.

Hoe vreselijk die burgeroorlog is, vertelt Patrick Cockburn, één van de betere verslaggevers in Irak. Hij schetst het moorden over en weer, de diepe kloven tussen religieuze groeperingen. Heel aangrijpend is het volgende: "Iraakse vrienden plachten mij te verzekeren dat er geen burgeroorlog zou komen omdat zoveel Sjiieten met Soennieten getrouwd waren en andersom. Deze families worden nu door hun families gedwongen te scheiden. 'Ik hou van mijn echtgenoot, maar mijn familie dwong me van hem te scheiden omdat wij Sjiiten zijn en hij Soenniet', zegt Biba Sami, de moeder van vier, tegen een VN-functionaris. 'Mijn familie zegt dat zij (de familie van de echtgenoot) opstandelingen zijn en dat samenleven met hem een belediging is voor God.' Lewden van gemengde families zetten een vereniging op om e;lkaar te beschermen, de Unie voor Vrede in Irak geheten. Maar ze werden als snel gedwongen om die te ontbinden toen enkele van de oprichters vermoord werden."

Dat laat zien hoe diepo de haat is - maar ook hoe geforceerd, afgedwongen, tegen de wil van mensen in. Patrick Cockburn geeft ook aan wie vooral schuld heeft aan dit bloedvewrgieten tussen bevolkingsgroepen. "Het werd wel gezegd dat de vreemde bezetting tenminste een burgeroorlog voorkwam,. maar met 1000 Irakezen die elke week gedood worden, faalt de bezetting daar duidelijk in. Integendeel, de bezetting zelf hielp de huidige burgeroorlog uit te lokken. Ik bedoel niet dat iemand in Washington of Londen samenzweerde om Irakezen elkaar naar de keel te laten vliegen. Het was al die tijd al zo dat er in Irak-na-Saddam frictie zou zijn - mogelijkerwijs met geweld als deel ervan - tussen de Sjiitische, Soennietische en Koerdische gemeenschappen. Maar Irakezen werden ook nog eens gedwongen om te besluiten of ze voor of tegen een vreemde indringer waren. De Soennitische gemeenschap zou altijd tegen de bezetting gevochten hebben, de Koerden zouden die verwelkomen en de Sjiitenzouden samenwerken met de VS en Groot-Brittannië voor precies zo lang als het strookte met hun belangen. Patriottisme en het eigenbelang van de eigen gemeenschap gingen samen. Voor 2003 kon een Soenniet wwn Sjiiet zien als een lid van een andere geloofssgemeenschap, maar sinds het begion van de oorlog begon hij hem te zien als een verrader van zijn land."

Daar is veel meer over te zeggen - ik denk dat hij de opstelling van de diverse gemeenschappen nog te statisch beschrijft; de opkomst van Sadr en zijn beweging liet juist zien dat er ook in de Sjiitische gemeenschap al snel diepe weerzin tegen de bezetting was.

Maar dat versterkt alleen maar de conclusie van Cockburn: de burgeroorlog is een gevolg van de invasie en de bezetting. Dat versterkt mijn mening: hoe eerder die bezetting stopt, hoe beter de kansen dat er uit de puinhopen van Irak ooit nog een min of meer functionerende maatschappij kan worden opgebouwd - door de Irakezen zelf.

dinsdag 28 november 2006

Heel soms heeft de Telegraaf gelijk

Wat een ironie. De ene dag neemt een rooie ravotr het op voor krakers die fort Pannerden hebben heroverd na een eerdere ontuiming door politie en leger die met veel machtsvertoon en grove minachting voor de spullen van de krakers plaatsvond. De aanvallers, met al hun zware materieel en hun militaire ondersteuning, hadden twee dagen nodig om de 25 krakers te verdrijven. Een zeer moedgevend signaal van verzetsgeest, net als de nieuwe krakersintocht in het fort. Een lange neus naar het staatsgezag dat arrogant is, maar ook in toenemende mate belachelijk. Buurtbewoners lieten in Twee Vandaag duidelijk blijken hoe zot ze de nieuwe ontruimingsdreiging vinden. Een luid en duidelijk geluid van protest tegen die dreiging is en blijft zeer hard nodig. Veel informatie lees je op de website van de moedige actievoerders.

Maar nu aandacht voor heel andere slachtoffers van staatsrepressie: twee journalisten van dat beruchte rechtse dagblad, De Telegraaf.
De twee journalisten, Joost de Haas en Bart Mos, zitten vast, de rechter-commissaris heeft ze laten gijzelen omdat ze weigeren te zeggen hoe ze aan AIVD-documenten komen, wie er heeft gelekt. De AIVD-gegevens gaan over Mink K., een bekend 'topcrimineel', al lijkt me dat laatste etiket lichtelijk grotesk (ik ken bepaald criminelen die werkelijk aan de top staan). Maar ik raak van mijn onderwerp, geloof ik.

"Laat ze vrij" kopt de Telegraaf dinsdagochtend 28 november. Ik ben het daar hartgrondig mee eens. Het opsluiten van de twee journalisten is een aanval op de persvrijheid. Terecht zegt de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ): "Zodra journalisten worden gedwongen om hun bronnen prijs te geven, worden ze een verlengstuk van justitie. Hierdoor zal niemand het meer aandurven met de pers te praten over gevoelige zaken en is een belangrijke rol van de pers uitgespeeld: het aan de kaak stellen van misstanden in de samenleving. Wij maken ons grote zorgen om het feit dat journalisten steeds vaker om hun bronnen worden gevraagd." Deze woorden dienen als toelichting
op een petitie die de NVJ op haar website heeft staan, en die wat mij betreft steun verdient, net als de actie die de NVJ op woensdag 29 november om 13 uur houdt bij de rechtbank die over het langer vasthouden van de twee journalisten gaat beslissen (informatie via dezelfde NVJ-link als de petitie).

De Telegraaf-journalisten verdienen onze solidariteit, maar tegelijkertijd verdient de Telegraaf-campagne zelf een gepaste, ruime afstand. De steun voor de aangevallen journalisten gaat nu echter voor. Ongeacht hoezeer De Telegraaf de stem is en wil zijn van en voor rechts nnederland, ongeacht hoe De Telegraaf vrijwel alles waar ik voor sta keer op keer hard aanvalt.

De zaak is vrij simpel: als Justitie het aandurft om een sterke, gevestigde krant, die keer op keer aan dezelfde kant staat van hetzelfde justitie-apparaat waar ze nu tijdelijk mee in aanvaring is gekomen, aan te vallen - dan loopt ieder kritisch geluid gevaar. Als Telegraaf-journalisten in de cel kunnen verdwijnen omdat ze hun bronnen willen beschermen, dan kan dat journalisten van kleinere media, linkse tijdschriften, dwarse webloggers, minstens net ze makkelijk overkomen. En die hebben veel minder macht om weerstand te bieden. Deze aanval op de Telgraaf-journalisten dient daarom resoluut te worden teruggeslagen, en weerzin tegen datgene waar dat dagblad voor staat mag ons daar niet van weerhouden.

Maar afstand jegens de Telegraaf is daarbij belangrijk. Dat blad gebruikt haar protest als PR voor haarzelf. Voor de oplage van de krant is de hele commotie vermoedelijk erg gunstig. Ik kom zelf zelden op de website van de Telegraaf; nu wel. Ik vermoed dat ik de enige niet ben. De reactie vanuit de Telegraaf-directie heeft veel trekken van ee publiciteitsstunt.

Bovendien voert De Telegraaf haar verdediging ook met rechtse argumenten, met argumenten die de macht van de staat dreigen te versterken. Zo noemt ze het feit dat er vanuit de AIVD blijkbaar gelekt wordt "
een BLAMAGE". Dat mag zo wezen, maar dan moet er bij gezegd worden dat dit nsoort blamages erg welkom zijn, en dat klokkeluiders nuttig zijn. De toon van De Telegraaf impliceert een oproep aan de AIVD om zich beter te beveiligen tegen dit soort lekkage.

Dat is slecht nieuws voor een ieder die vindt dat hij of zij informatie naar buiten meent te moeten brengen, al dan niet uit principiële overtuiging dat die informatie in de openbaarheid thuishoort. De Telegraaf maakt blijkbaar graag gebruik van informatie van zulke 'klokkenluiders' maar verdedigt slechts de ontvangers van die gegevens, niet de klokkenluiders zelf. De verdediging van de persvrijheid van de Telegraaf is daarmee - ik zeg het maar voorzichtig - weinig principieel. De verdediging van democratische vrijheden is te belangrijk om aan die krant over te laten.

zondag 26 november 2006

Goed nieuws: Fort Pannerden opnieuw gekraakt

Goed nieuws: "Het fort Pannerden is weer gekraakt. Zo'n honder krakers zijn zaterdagavond om tien uur het historische bolwerk bij Doornenburg binnengetrokken en zijn van plan er te blijven, zegt woordvoerder Titus. 'We zijn weer thuis', meldt hij verheugd." De website van de actievoerders zelf meldt 80 krakers, die al om kwart over negen de plek heroverd hadden.

Fort Pannerden is zes jaar lang gekraakt geweest, vanaf 12 juni 2000 om precies te zijn. Op 7 en 8 november ontruimden Mobiele Eenheid, samen met een genie-eenheid
van de Landmacht, het fort. Dat ging niet makkelijk. Krakers, aangevuurd door 50 tot 100 buurtbewonders, waaronder schoolkinderen, boden zo hevig verzet dat het de ME niet in één dag lukte. De grofheid van de politie trok aandacht. De Nederlandse Vereniging voor Journalisten stuurde een brief aan de betrokken korpschef van de politie warin ze klaagden dat de politie zes journalisten "ernstig belemerd" had in hun werk: ze werden op zeker anderhalve kilometer afstand van de plaats waar de ontruiming plaatsvond gehouden.

De afgelopen jaren, vboor de eerste ontruiming, had de kraakgroep die er woonde allerlei culturele activiteiten opgezet, ook voor buurtbewonders. Maar de eigenaar, Staatsbosbeheer, wilde er een bezoekerscentrum vestigen, overleg liep spaak, de autoriteiten pasten "bestuursdwang" toe, en met een tweedaagse operatie vond 7 en 8 de ontruiming plaats. Op de hierboven al doorgelinkte website Fort Pannerden is meer te vinden, ook een
heel nuttig archief met zowel ambtelijke stukken als berichten uit de media en video's van de ontruiming zelf. Ook Indymedia biedt veel informatie, veelal overgenomen van de Fort-Pannerden-website zelf.. Het officiële excuus voor ontruiming - onbewoonbaarheid - is sowieso onzin, anders laat je er vervolgens heen antikraakwacht in wonen...

En nu hebben krakers hun plek heroverd, en dat noem ik dus goed nieuws. Waarom? Het laat zien dat mensen zich niet door staatsgeweld van het actief nastreven van hun idealen laten weerhouden. Politie - met legersteun! - ontruimt de zaak, en de krakers komen doodleuk een paar weken later terug. Ik zie dat zeer graag, dit soort onverzettelijkheid. Het soort staatsgeweld dat bestuurders tegen de krakers van Fort Pannerden inzetten, valt te trotseren, en uiteindelijk te verslaan ook. Dat geeft hoop.

Maar deze krakers hebben meer nodig dan complimenten voor hun moed en dank voor de inspiratie die ze geven met hun verzet. Ze verdienen solidariteit. Niet omdat ik het in alles met ze eens ben. Ik geloof zelf niet dat we de wereld kunnen veranderen door eigen alternatieve gemeenschappen te vormen en vooral vandaaruit actie te voren. Daar zit iets teveel het idee in dat je aan deze wereld kunt ontsnappen. Deze wereld staat echter geen ontsnapping toe, alleen overwerping van de machten die deze wereld onleefbaar maken voor ons allemaal.

Maar in die strijd tegen de machten sta ik, meningsverschil of niet, aan dezelfde kant als de dappere mensen in Fort Pannerden. Als zijn weer ontruimd worden, dan is dat een klap in het gezicht van eenieder die weerstand biedt aan een onrechtvaardige orde en een bloedig gezag. Hun nederlaag is een verlies voor iedereen onderaan. Als Fort Pannerden echter standhoudt, dan is dat goed nieuws voor ons allemaal. Deze mensen en hun verzet verdienen solidariteit.

zaterdag 25 november 2006

Regeren? Niet doen dan, Jan!

De eerste stappen in de regeringsvorming worden gezet, na een verkiezingsuitslag die politiek Den Haag in een verheugende chaos heeft veranderd, vol handenwringende politici en commentatoren die somberen over polarisatie, een moeilijke kabinetsformatie en meer van dat fraais. Alsof Nederland onregeerbaar aan het worden is - en alsof dat erg zou zijn.

Hier bijvoorbeeld de Volkskrant. "Nu de rook van de verkiezingsstrijd is opgetrokken, komt de blik vrij op een ontredderd en chaotisch en chaotisch slagveld. De enige zekerheid is dat de formatie van een nieuw kabinet moeilijk wordt." De NRC: "het verbrokkelde partijlandschap dat achter de stofwolken van de nieuwste kiezersrevolte opdoemt, levert geen voor de hand liggende combinaties op." Minister Zalm noemde de uitslag kortweg "een chaos". De kiezers hebben er een zootje van gemaakt, dat is de teneur. Hinderlijk, verkiezingen, nietwaar, mijnheer Zalm?

Groot is de zorg in ondernemerskringen. VNO-NCW (de grote ondernemers) en MKB ( midden- en kleinbedrijf) vinden dat "er moet worden geregeerd om het herstel van de economie vast te houden en uit te bouwen. Dat vergt een snel en verstandig beleid, waarin het ondernemersklimaat centraal staat." MKB-voorzitter Loek Hermans wil "een stabiek kabinet dat het economisch beleid van de afgelopen jaren in hoofdlijnen kan voortzetten." Het Nederlands Centrum voor Directeuren en Commissarissen (NCD): "Wij zijn teleurgesteld en ook wel een beetje ontevreden dat de combinatie CDA/VVD, die toch een redelijk succesvol beleid heeft neergezet, niet een meerderheid heeft gekregen."

Tsja, dames en heren ondernemers. Veel kiezers wilden nu juist af van een beleid waar het "ondernemersklimaat"(lees: winst boven alles") de toon zet. Veel kiezers willen nu juist dat "het economisch beleid "van de afgelopen jaren" vrij fors verandert, "in hoofdlijnen". Veel kiezers vonden het beield niet "redelijk succesvol", maar catastrofaal voor zorg, sociale zekerheid en inkomen. Dat is misschien even slikken voor de rijken en machtigen. Maar ja, jammer wellicht voor hen, de maatschappij bestaat nu eenmaal niet in meerderheid uit Ondernemers, Directeuren en Commissarissen, maar uit een loonafhankelijke bevolking wiens harde en onvoldoende betaalde werk de basis voor de megawinsten en topsalasissen van die Ondernemers, Directeuren en Commissarissen. En die bevolking wil dat er iets verandert, en vrij stevig ook.

Twee elementen liggen achter de zorg die commentatoren, ondernemers en daarmee bevriende politici uitspreken. Er is de ruk naar links, de explosieve groei van de SP, als deel van een harde polarisatie tussen links en rechts. Maar dit gebeurt ook nog eens op chaotische wijze. Er is niet alleen polarisatie, maar ook fragmentatie, verbrokkeling. Wat de toppen van de maatschappij - want dáár wortelt deze zorg - nerveus maakt is niet alleen de druk om het beleid naar links te duwen. Minstens zo zenuwachtig worden ze van de verbrokkeling die vooral bij hun eigen politieke vrienden ter rechterzijde toegeslagen heeft.

De drie linkse partijen zijn opvallend welwillend en vriendelijk tegenover elkaar. Ter rechterzijde worden de messen geslepen, zoals we op verkiezingsavond al zagen bij de felle uitval die Rutte deed naar Wilders. Zelfs binnen rechtse partijen zijn breuklijnen zichtbaar. Zo lijkt het erop dat Verdonk erg veel voorkeursstemmen heeft gehaald, wellicht meer stemmen dan lijsttrekker Rutte zelf.

Ondernemers willen niet alleen dat hun vrienden en bondgenoten regeren; ze willen vooral dàt er strak en helder geregeerd wordt. Verbrokkeling, een chaotisch politiek landschap, lange en moeizame regeringsvorming - het is hun een gruwel. Ondernemers hebben vaak liever snel een regering van een volgens hen dubieuze samenstelling, maar eentje die tenminste regeert, dan eindeloze onduidelijkheid over het beleid. Dubieuze regeringen kunnen ze tenminste nog ergens de schuld van geven ook.

Dat is de achtergrond waarin nu de eerste stappen naar regeringsvorming gezet worden. Die eerste stappen laten iets zien dat we een week geleden nog vrijwel ondenkbaar vonden: een verkenning naar de mogelijkheden van een coalitie met zowel CDA als SP erin. Of dat gaat lukken lijkt me hoogst twijfelachtig. Maar dat er zelfs maar pogingen in die richting komen is al een teken van de mate waarin de politiek door kiezers op zijn kop is gezet.

Wat moeten we hier van denken? Allereerst is meedoen van de SP aan onderhandelingen een erkenning van de enorme kracht van die partij, en van haar achterban. Het idee dat Balkenende aan één tafel met Marijnissen moet zitten, niet meer als premier tegenover oppositioneel politicus van een kleine partij, maar als min of meer gelijke deelnemers aan onderhandelingen waar een regering uit moet rollen - daar zit toch een knieval van rechts in, en dat is mooi.

In de tweede plaats denk ik dat heel veel SP-kiezers graag willen dat de SP gaat regeren. Dat is ook niet vreemd. Mensen stemmen SP om verandering in sociale richting te breiken, en de SP heeft regeringsmacht nodig om dat daardwerkelijk te doen. Dat is de gedachtengang, en op het eerste gezicht een hele logische gedachtengang ook. Tegelijk is het een levensgevaarlijke illusie.

Waarom willen juist ook veel mensen van buiten die partij, dat de SP mee gaat regeren? Daar zitten twee ideëen achter. 1. Het is wel zo netjes dat een grote winnaar haar opvattingen in politiek macht en beleid kan omzetten. Daar gaan verkiezingen immers over? Maar ook 2. laat de SP maar gaan regeren, dan zien mensen dat het allemaal dagdromerij en onzin is en dan stemmen de mensen volgende keer weer braaf een stuk minder links. Of, andere variant: laat de SP maar meeregeren, dan ontdekt Jan Marijnissen zelf wel dat het allemaal niet zo simpel is als hij dacht, en dan matigt hij zich wel. Slim rechts accepteert mogelijk regerinsgdeelname van de SP - maar dan als methode om de SP te temmen, of om haar geloofwaardigheid te ondermijnen.

Neem bijvoorbeeld dit citaat: "De SP moet een kans krijgen te regeren, anders hebben de kiezers nooit de kans om te zien hoe de SP het echt doet als regeringspartij. Ik ben voor een miderheidskabinet Balkenende-Marijnissen. Lachen. Marijnissen als minister van Sociale Zaken en Agnes Kantnop Volksgezondheid. Kunnen we zien of hewt werkloosheidspercentage dan echt naar beneden gaat." Dit komt uit de vingers van iemand die vlak ervoor heeft aangekondigd om op Geert Wilders te stemmen. Als de fans van de dodelijke vijanden van links op deze basis willen dat de SP gaat regeren, dan is oplettendheid geboden, lijkt mij.

Iemand als Maxime Verhagen lijkt me sluw genoeg om in dit soort redeneringen mee te gaan en de SP in de regering te willen. Wellicht hebben sommige rechtse politici daar zelfs een wat minder asociale koers voor over, tijdelijk. Als daar een verzwakking van de SP, of minstens van het radicalisme van die partij, tegenover staan, weegt dat wellicht op lange termijn op tegen de kosten die een iets minder rechts beleid op korte termijn in hun ogen vergt.

Het argument heeft echter ook een linkse variant, eentje die ik in de kern onderschrijf. De enige manier om te laten zien dat parlementair links geen werkelijke oplossing biedt, is om het uit te proberen. Laat de SP regeren, dan zien mensen dat het niet werkt en komen ze het revolutionair linkse verzet versterken(1).

Op zichzelf klopt dit. Maar er zijn wel tee voorwaarden voor nodig. Allereerst willen we dat zulke parlementaire linkse partijen zich dan niet kunnen verschuilen achter rechts. SP-deelname aan Balkenende IV geerft Marijnissen altijd de ruimte om te zeggen: "ik wil wel, maar ja, het CDA liet het niet toe, en ik wou niet dwars liggen want anders krijgen we de VVD weer terug". Mede daarom moet links alleen regerien als meerderheidscoalitie, en niet met een rechtse partij om zich achter te verschuilen.

In de tweede plaats schuiven mensen pas door van parlementair naar revolutionair links als dat laatste op de kaart staat! Als parlementair links, met of zonder SP, regeert en er is géén zichtbaar oppositioneel links - dan leidt de teleurstelling in zo n regering maar al te makkelijk tot afhaken - of tot een vlucht naar rechts en uiterst rechts. Wilders staat al klaar in de coulissen.

Kijk ook maar eens naar Groot-Brittannië in de jaren zeventig. Eerst stakingen, en de val van de Conservatieve regering in 1974. Toen een Labour-regering met een stevig links programma. Vervolgens economische crisis, en een hard rechts bezuinigingsprogramma, door links doorgevoerd. In 1979 wel stakingen, en de val van de regering. Arbeiders waren afgeknapt op Labour en bleven thuis - of stemden op de oppositie. Die oppositie waren de Conservatieven, nu onder het botte rechste leiderschap van Margaret Thatcher.

Het argument "laat links regeren, dan zien mensen de beperkingen ervan" moeten we dus altijd wel combineren met 1. bouw links van parlementair links hard aan een alternatief - een alternatief dat ook keer op keer op die beperkingen wijst, en 2. versterk het verzet tegen rechts beleid - of dat rechtse beleid nu door een rechtse of door een parlementair linkse regering wordt doorgezet.

Mij lijkt, om eerder genoemde redenen, dat de SP niet deel moet gaan nemen aan een coalitie waarin ook het CDA of een andere rechtse partij zit. Er is een diepere reden om regeringsdeelname van de SP onwenselijk te vinden. Regeringen in een kapitalistische maatschappij opereren altijd binnen de context van die maatschappij. Welk beleid deelnemende partijen ook voorstaan, aan één voorwaarde moet altijd worden voldaan: het kapitalisme moet functioneren, de ondernemers moeten zaken kunnen doen en winst kunnen maken. Van de opbrengst van een goed lopende markteconomie kan een regering via belastingen wat afromen om daar beleid mee te maken. Accenten van dat beleid kunnen verschillen. Maar noch de belastingdruk, noch het aanvullend beleid, mag het maken van winst, het functioneren van het kapitalisme, echt verstoren.

Ook de SP, zelfs als ze deel zou uitmaken van een linkse meerderheidsregering, zou de permanente druk van ondernemers en het met hen verbonden ambtenarenapparaat voelen, dag in dag uit. Die pressie zou afdoende zijn om zelfs een tamelijk dwarse linkse partij bij de kapitalistische les te houden. Aangezien de druk van de linkse achterban veel indirecter is - eigenlijk alleen maar voluit op verkiezingsdag - is te voorspellen wat de overhand krijgt.

Slechts als een linkse regering zich meer verbonden zou weten met een actieve bevolking die zich georganiseerd dan met de staat die ze moet besturen, slechts dan heeft en permanente druk op de regering zet om door te bijten tegen rechts, slechts dan kan zo'n regering een breuk met rechts helpen forceren. Maar dat betekent dat die regering zich deel weet van een revolutionaire wending in de maatschappij, en geen normale regering meer is. En zelfs dan moeten we het zwaartepunt niet bij die regering leggen, maar bij wat we op de werkvloer en op straat zelf doen. Maar dit is nu totaal de situatie niet.

De SP heeft dus momenteel - als ze werkelijk stevige maatschappijverandering wil althans - in een regering niets te zoeken. Zelfs onderhandelen erover is riskant, ook als er geen regeringsdeelname uitkomt. Het hele proces draagt verder bij aan de verdere "normalisering" van de SP in de richting van een iets linksere PvdA, met Marijnissen als een doodgewoon politicus, iets minder erg dan de rest. Zover is het niet, maar die kant gaat het met onderhandelingen en deelname aan het reguliere politieke gebeuren wel steeds meer uit. Precies daarvoor heb ik nu net niet mijn stem op de SP uitgebracht, en ik vermoed dat dit voor heel veel mensen geldt.

Dat veel mensen regeringsdeelname van de SP wenselijk vinden, begrijp ik. Maar precies om die veranderingen te bereiken die deze mensen via regeringsdeelname hopen te zien, kan de SP veel beter een strijdbare oppositie helpen voeren. Regeringsdeelname betekent een verdere aanslag op precies datgene wat de opkomst van de SP tot zo een positief fenomeen maakt. Niet doen dan, Jan!

Noot:
(1.) Zie ook het tweede commentaar van Dylan Paauwe bij mijn stuk "Redenen voor een rode doorbraak", "Voor revolutionair links een alternatief kan worden, moet bewezen worden dat reformistisch links de oplossing niet is. En daarvoor moet de SP de regering in", zegt hij. Punt is dat revolutionair links al enige kracht moet hebben terwijl dit bewijs geleverd wordt. Anders zeggen mensen: ok, parlementair links werkt niet, niks werkt blijkbaar, we doen niks - of zelfs, we gaan naar rechts.

donderdag 23 november 2006

Redenen voor een rode doorbraak

"Er heeft een politieke aardverschuiving plaatsgevonden en die heet SP". Dat zei Femke Halsema op verkiezingsavond. Zo is dat: de overwinning van de SP is dè gebeurtenis van verkiezingsdag, en een zeer verblijdende ook. De SP viert zelf feest, en ook ver daarbuiten kijken veel mensen vandaag waarschijnlijk erg vrolijk. Rechts is minder happy, maar het rechtse chagrijn verhoogt alleen maar de linkse feestvreugde. Maar wat is de oorzaak van de grote SP-zege, wat is de betekenis ervan?

Commentatoren zoeken het geheim in het charisma van aanvoerder Jan Marijnissen, de Tovenaar van Oss zoals ik hem al heb horen noemen. Nu heb je vandaag als joviale persoon die begrijpelijke taal spreekt al gauw charisma. Maar zonder enige twijfel zullen veel kiezers gevoelig zijn voor "arbeidersjongen Marijnissen" als "authentiek alternatief" tegenover Wouter Bos. Maar ook een authentieke arbeidersjongen krijgt pas steun als hij dingen zegt die veel mensen overtuigen, en als mensen geloven dat hij het echt meent en te vertrouwen is.

Die betrouwbaarheid, van Marijnissen en de SP, is een tweede veelgehoorde verklaring. De SP zelf legde hier vooraf al een stevige nadruk op. "Geloofwaardigheid is het kroonjuweel van de SP", zegt Jan Marijnissen kort voor verkiezingsdag tegen het Financieel Dagblad. Het lijkt me geen onzin dat veel mensen de partij zo zien. Dat imago heeft redenen. Onmvriendelijk gezegd: de SP is nog nooit op grote schaal door de mand gevallen, door regeringsdeelname, zla de PvdA. Maar er is meer dan dat. De SP voert campagne tegen sociale afbraak, dag in dag uit, en niet alleen in verkiezingstijd. Dat betekent dat er vertrouwensbanden hebben kunnen groeien tussen mensen in vooral arme wijken en steden, en de partij. Dat geeft de partij krediet, en gisteren wierp dat krediet vruchten af.

Toch kan betrouwbaarheid, op zichzelf beschouwd, het geheim niet zijn. Bas van der Vlies, fractieleider van de SGP, bastion van betrouwbaarheid met zijn stoer-gereformeerde verhaal, haalde gisteren twee zetels, hij haalt vandaag twee zetels, en hij zal ook morgen twee zetels halen, misschien drie, misschien één. Betrouwbaarheid verschaft op zich geen ticket voor 26 zetels. Ook kunnen we moeilijk beweren dat de SP vrijwel drie keer groter is geworden omdat ze vrijwel drie keer zo betrouwbaar is geworden dan in 2003...

Een aantal commentaren duiden de richting van een verklaring aan. "Polarisatie is helemaal terug", zegt de NRC. "Hoe verwarrend deze uitslag ook is, duidelijk is dat kiezers een eind hebben gemaakt aan de ontideologisering van de politiek." Trouw zegt: "Kiezers vluchten uit midden". Een hoofdartikel in de NRC constateert iets vergelijkbaars: "Burgers hebben gekozen voor de scherper geprofileerde varianten van bestaande partijen. Zo gaan stemmen van de VVD maar de Partij van de Vrijheid, van de PvdA naar de SP, van Groen Links naar de Partij voor de Dieren en van het CDA naar de Christenunie", aldus een hoofdartikel in de NRC.

Inderdaad. Rechts staat weer ouderwets tegenover links, en in zo'n klimaat scoort expliciet, hard links beter dan voorzichtig, meegaand en vrijwel onzichtbaar links. Ideologisch debat vindt weer plaats, en in zo'n klimaat scoort een duidelijk links verhaal beter dan vaagheden. Polarisatie en de terugkeer van ideologische strijd - kortom, een stevige tegenstelling tussen rechts en links - het biedt ruimte aan een openlijk linkse partij als de SP.

Polarisatie tussen links en rechts verklaart de groei van hard links en hard rechts. Maar het verklaart nog niet waarom die groei ter linkerzijde veel groter is dan ter rechterzijde. Hoe sterk - en angstaanjagend - Wilders' sprong van nul naar negen ook is, ze verbleekt een beetje bij de explosieve SP-groei van 9 naar 26. En waar de groei van Wilders plaatsvind binnen een iets krimpend rechts, is de SP-doorbraak kern van een lichte groei van heel links. Er is niet alleen polarisatie; in de polarisatie versterkt vooral links zich.

De verklaring hiervan ligt vooral buiten de SP zelf, bij wat er onder brede lagen van de bevolking gebeurt, al vele jaren lang. Al sinds de jaren zeventig zijn opeenvolgende regeringen begonnen met pogingen om bezuinigingen door te voeren. De groei van de lonen werd eerst afgeremd, daarna herhaaldelijk in een daling omgezet. De groei van de sociale zekerheid werd eerst tot staan gebracht, daarna sluipenderwijs en vanaf 1982 (eerste kabinet Lubbers, CDA-VVD) op botte wijze in haar tegendeel veranderd.

In de late jaren tachtig ging de vaart er iets uit, in de jaren negentig - nu met de PvdA in drie opeenvolgende kabinetten - werd de grofheid van bezuinigingen weer groter. De WAO ging op de schop, de bijstand werd strenger. Zorg, onderwijs en openbaar vervoer raakten doordrenkt van commercie, werden duurder en kariger tegelijk. Wachtlijsten werden een publiek schandaal. Het beleid drukte de levensstandaard en bestaanszekerheid van miljoenen mensen omlaag, terwijl winsten en topinkomens zo ongeveer geen bovengrens meer kenden. Dit hele beleid van marktwerking, privatisering, bezuiniging - bekend als neoliberalisme - leidde tot een grote, aanvankelijk nog onderhuidse woede.

Herhaaldelijk kwam die aan de oppervlakte. In 1994 leidden CDA-plannen om aan pensioenrechten te komen tot een verkiezingsnederlaag van die partij, en tot de opkomst van bejaardenpartijen. Die verdampten vrij snel, in een voor toeschouwers vrij koddig spektakel van ruzies dat achteraf gezien LPF-achtige trekjes had. In 2001-2002 kreeg de onvrede een ernstig, zeer rechts gezicht. Fortuyn slaagde er toen in de woede in islamofobe en racistische richting om te buigen.

Maar witte arbeiders zagen ook wel dat dit niets oploste. Je kunt schelden op je Marokkaanse buurman, maar daarmee gaat je loon nog niet omhoog. Je kunt goedkeurend knikken als nazi-pubers een moskee proberen te vernielen, maar daarmee is je dreigende WAO-herkeuring niet van de baan. Racisme verloor wat van haar acute kracht, vooral toen de onderliggende woede andere, positieve kanalen vond om zich te uiten. Dat het racisme, en haar rol om frustraties ene reactionair web destructief kanaal te bieden, bepaald niet is uitgeschakeld, laat de opkomst van Wilders sinds 2004 zien.

Eén positief kanaal voor de onderhuidse onvrede was het verzet tegen de oorlogspolitiek van Bush. Rond het begin van de Irak-oorlog betoogden ook in Nederland herhaaldelijk tienduizenden mensen. Een ander kanaal was solidariteit met vluchtelingen: in april 2004 betoogden duizenden mensen tegn dreigende deportatie van mensen die vaak na jaren wachten geen verblijfsvergunning kregen.

In beide gevallen leek de kwestie weinig met neoliberalisme en het verzet ertegen te maken te hebben. Toch is er een verband. Het neoliberalisme is de economische versie van het recht van de sterkste. Dat vervulde en vervult steeds meer mensen met weerzin. De oorlogen van Bush, en de deportaties van Verdonk - wat waren die anders dan een militaire dan wel justitiële versie van datzelfde recht van de sterkste? Ik vind het niet vreemd dat die twee thema's juist mensen die het neoliberalisme verafschuwden in beweging brachten.

Intussen hadden we Balkenende II op het oorlogspad tegen de sociale zekerheid. Het neoliberale beleid bereikte nieuwe dieptepunten, de woede daarover groeide naar nieuwe hoogtepunten. Op 2 oktober 2004 brachten vakbonden samen met allerlei maatschappelijke organisaties en linkse partijen 300.000 mensen het Museumplein op (voorzover ze dat plein wisten te bereiken in de enorme drukte). Dat was de climax van maanden protest tegen regeringsplannen om de pensioenrechten te ondermijnen - plannen die een neoliberaal paradepaardje van het kabinet waren. Op 1 juni 2005 stemde een forse meerderheid de Europese grondwet weg, deels uit afkeer van de neoliberale strekking van het document.

Aan al deze protesten - tegen oorlog, tegen deportaties, tegen pensioenafbraak, tegen de Europese grondwet - nam de SP stevig deel. Dat had al een aanloop in de jaren negentig toen de partij met succes de leus "stem tegen, stem SP!" voerde. Met een PvdA die hetzij regeerde, hetzij maar heel voorzichtig en zwabberend oppositie voerde, werd de aantrekkingskracht van de SP als links alternatief steeds groter. De partij wist niet alleen de weerzin tegen neoliberalisme, oorlog en uitzetting van vluchtelingen te helpen organiseren. Ze slaagde er ook in die afkeer om te zetten in zetelwinst.

De spectaculaire verkiezingswinst van gisteren liet zien hoe groot de woede is, en hoe weinig greep de PvdA nog om haar achterban - waar die woede groot is - heeft. Dat zagen we ook nu. "De weigering van Bos om voor een linkse coalitie te kiezen en zijn gedraai rond het belasten van pensioenen van bejaarden, gaf Marijnissen de kans zich te profileren als dè linkse oppositieleider. Drie jaar geleden gaven veel kiezers Bos het voordeel van de twijfel, maar nu is het Marijnissen", aldus het Parool. "De mediagenieke uitstraling, in 2003 nog de basis van zijn opkomst, keerde zich nu tegen hem. Veel kiezers, ook uit de linkerhoek, twijfelden aan zijn oprechtheid. Zij vonden in arbeidersjongen Marijnissen een authentiek alternatief." Aldus nogmaals de Volkskrant. Nogmaals die authentieke Marijnissen waar ik het eerder over had. Maar nu is de aantrekkingskracht van hem en zijn partij hopelijk een stuk duidelijker: die heeft een politieke basis, het is meer dan een kwestie van uitstraling.

De grote steun voor de SP bij de verkiezingen van 22 november is een vertaling via de stembus van de grote woede die 25 jaar neoliberalisme, en de daarmee verbonden oorlogs- en uitzettingspolitiek, bij miljoenen mensen heeft opgeroepen. Trouw wijst erop hoe bijvoorbeeld "het niet aflatende verzet van de SP tegen marktwerking in de zorg" haar veel steun opleverde.

Wat de SP gaat doen met die enorme en welverdiende steun? Daarover ben ik bepaald niet gerust, gezien de bereidheid van Marijnissen om met het CDA te praten over de mogelijkheden van een regeringscoalitie. Maar dat is een ander onderwerp.

Verkiezingen: eerste impressies

De resultaten zijn binnen, en de dreun zal nog lang naklinken in het land. Een paar eerste conclusies die zich na de verkiezingsuitslag van 22 november al laten trekken.

1. De balans tussen links en rechts ie een klein beetje verschoven naar links. PvdA, SP en GroenLinks hebben samen 65 zetels. Niet genoeg voor een linkse meerderheid, maar wel 7 meer dan in 2003. Zo bezien is er sprake van een bescheiden linkse opmars, maar zeker niet van de linkse doorbraak die zich in peilingen van 2004 en 2005 aftekende.

Op 29 oktober 2004 bijvoorbeeld stonden de linkse partijen in de Politieke Barometer samen op 78 zetels, een meerderheid (peiling van 5 november aanklikken als je wilt checken; daar staat ook de peiling van de week ervoor vermeld). Alle drie de partijen gingen toen vergeleken met de kamerverkiezingen van 2003 vooruit. Dat was vlak nar de grote vakbondsprotesten van die herft, met hun hoogtepunt op 2 oktober, toen op en rond het Museumplein te Amsterdam zo'n 300.000 mensen betoogden tegen vooral de aantasting van pensieoenrechten die het kabinet door wilde drukken. Precies dit soort straatprotest gaf de linkse partijen in de peilingen vleugels. Met het afnemen van dit type acties op grote schaal is de positie van links ook electoraal verzwakt.

2. Links als geheel rukt dus een klein stukje op, de afkeer van Balkenende's bezuinigingen en marktwerking komt mede aan de linkerzijde ten goede. Maar wàt een verschuiving binnen links zien we! Alle winst die links binnenhaalt, is verworven door de Socialistische Partij. Die haalt tevens stemmen weg bij mensen die eerder PvdA stemden. Resultaat is de mega-overwinning van de SP: van 9 naar 26 zetels. Gisteren was "de dag dat de socialen de liberalen zijn gepasseerd", zei een glunderende Jan Marijnissen volkomen terecht. We zien binnen links een ruk naar links, zo sterk dat de groei van de SP het verlies van PvdA en GroenLinks méér dan compenseert. Dat is het dramatisch goede nieuws van deze verkiezingsdag.

3 Maar daarmee houdt het goede nieuws nog niet op. De coalitie CDA-VVD-D66 is haar meerderheid van samen 78 zetels kwijt; daar zijn er nog maar 66 van over, een verlies van 12 zetels. Alle drie de partijen verloren zetels. Het meest natuurlijk de VVD, die gewoon een heerlijke vernederende nederlaag te verwerken kreeg. D66 verloor de helft. Maar ook het CDA verloor drie zetels, en voor de overwinnaarshouding van Balkenende op verkiezingsavond was weinig aanleiding. Ja, zijn CDA verloor minder dan verwacht - maar het verloor. Ja, het CDA werd de grootste partij. Maar de linkse partijen samen zijn vrijwel net zo groot als de coalitie van Balkenende Twee, en twee zetels groter dan de coalitie CDA VVD waarmee Balkenende mee doorging nadat D66 het eerder dit jaar voor gezien hield.

4. De regeringscoalitie heeft dus verloren, mensen willen in meerderheid een ander beleid. Dat maakt 22 november 2006 tot een goede dag voor iedereen die zich wil keren tegen rechts en de ondernemers. Maar een deel van het néé tegen de regering wijkt niet uit naar links. Andere partijen ter rechterzijde oogsten. De ChristenUnie scoort met haar bedaarde oppositietoon, waarin ze meer dan eens aan de zelfde kant als de linkse partijen opereert.

Ernstig, een serieuze smet op een prachtige dag, is de onverwacht grote groei van de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders. Zoals we ter linkerzijde en verheugende groei van hard links zien - deels ten koste van rechts, goeddeels ten koste van meegaand en soft links - zo zien we ter rechterzijde een groei van hard rechts. En deze Wilders lijkt me aanvoerder van een stevig politiek verschijnsel. Waar Fortuyn zijn club binnen een paar maanden in elkaar sleutelde heeft Wilders twee jaar de tijd gehad. Waar Fortuyn geen ervaring in de politiek had, daar was Wilders al jaren Kamerlid voor de VVD. Wilders en zijn partij zijn geen eendagsvlieg, maar vertegenwoordigen een levensgevaarlijke opkomst van uiterst rechts.

Binnen dat uiterst rechtse kamp hebben de andere twee het afgelegd. Lijst Vijf Fortuyn - de opvolger van de LFP - is verdampt. Haar verhaal bestond vooral uit het noemen van het ideeëngoed van Pim en het memoreren van het feit dat ze nu de kinderschoenen ontgroeid zijn en dus een nieuwe kans verdienen. Wat de relevantie van die fameuze ideeën waren, en wat ze zou gaan doen met een eventuele nieuwe kans, bleef tamelijk onduidelijk. Kiezers, ook Fortuynistische kiezers, zijn niet helemaal gek en lieten de LPF-opvolgers vallen.

Datzelfde gebeurde bijna net zo drastisch met Eén NL, de club van Marco Pastors. "Voor één zetel zouden we er niet aan begonnen zijn", of woorden van die strekking, mopperde Pastors op verkiezingsavond, toen peilingen erop wezen dat hij die ene zetel nog kreeg. Hij erkent dat zijn boodschap wellicht nog "te genuanceerd" was. Binnen hard rechts heeft het meest òngenuanceerde geluid gewonnen. Dat werd geleverd door de steeds griezeliger Geert Wilders. Daartegenover is het feit dat Joost Eerdmans zegt: "ik ga een baan zoeken, ver van Den Haag". Maar ik blijf lid van Eén NL", een schrale troost. Hoe graag ik die man - rechts en niet dom, en daarom een gevaarlijke tegenstander - ook zie vertrekken (zie "Eén NL -'Zo gaat het soms'", op de website van de Volkskrant.

Wilders is dus de sterke man van uiterst rechts geworden. Maar verkiezingsdag was vooral de dag dat links - stevig, hard links - electoraal doorbrak. Het wordt zaak dat we de houding die hierdoor uitgedrukt wordt helpen vertalen omzetten in het rode elan op straat en werkvloer waar het deels ook uit voortkomt, en in effectieve strijd Die moeten we voeren tegen welk rechts beleid van welke regering dan ook, èn tegen de versterkte uiterste rechterflank. Het worden onrustige maar kansrijke tijden.

woensdag 22 november 2006

Verkiezingen en verandering (deel 7)

Het kan op het moment dat ik dit schrijf nog een paar uur: stemmen. Om vier uur 's middags was bijna de helft van de kiesgerechtigden wezen stemmen, de Stemwijzer verstrekt per uur 30.000 adviezen. En het is belangrijk, de uitslag ervan. Wat staat er op het spel, wat zijn de vragen die als de uitslagen binnen komen en besproken gaan worden, centraal dienen te staan?

Allereerst de opkomst: hoe hoog wordt die? Ik hoop dat veel mensen wèl gaan stemmen, ook al heb ik geen enkel vertrouwen dat de stembus als machtsmiddel adequaat is. En dat is nog zachtjes gezegd. Mensen die thuisblijven hebben een punt, ik heb dat eerder aangegeven., in deel 1, deel 2 en deel 3 van deze serie.

Stemmen verandert immers op zich de wereld niet. Hoger loon en betere arbeidsvoorwaarden winnen we met staking als actiemiddel. Oorlogen stoppen we met demonstraties, blokkades van kazernes, ondermijning van het gezag binnen het leger, dienstweigering en muiterij. Bomen in Schinberg verdedigen we tegen kap door... welnu, door ze daadwerkelijk te verdedigen zoals GroenFront dat begin van dit jaar deed. Een andere maatschappij winnen we als we al dit soort drukverhogende actievormen bundelen, focussen op de heersende machten en die heersende machten uit het zadel lichten. Verkiezingen op zich gaan dat niet doen, al wint de SP - wat ik geweldig zou vinden - 150 van de 150 zetels.

Maar verkiezingen kunnen wel bijdragen aan dit proces. De uitslag laat zien wat voor soort argumenten sterk zijn en in de aanval, en wat voor soort argumenten zwakker en in de verdediging. En het geeft de winnende argumenten een extra push. Een overwinning van Wilders laat bijvoorbeeld zien hoe sterk racisme en islamofobie zijn . Het maakt geeft islamofobe racisten ook wind mee in discussies, een gevoel van erkenning, een steun in de rug. Zoiets maakt uit voor degenen die zich tegen zulke giftige politiek teweer willen stellen.

Een overwinning van links daarentegen laat niet alleen zien dat heel veel mensen minder ongelijkheid willen, weerzin hebben tegen een sociale uitsluiting van hele beviolkingsgroepen, minderof geen commercie in zorg en openbaar vervoer, een beter bestaan voor mensen onderaan, meer solidariteit, betere sociale voorzieningen en sowieso betere zorg, onderwijs en openbaar vervoer. Zo'n overwinning geeft mensen met dit type opvattingen extra moed, het maakt hetvoor zulke mensen - linkse mensen - makkelijker om discussies aan te gaan en te winnen. het trekt het politieke klimaat naar links. Als expliciete afwijzing van oorlog en racisme - iets wat een erezaak voor links zou moeten zijn - steun vindt in verkiezingen, dan maakt dat het werk voor antiracisten en tegenstanders van oorlog makkelijker.

Voorwaarde dat dit inderdaad zo werkt is het bestaan van mensen, in georganiseerd verband, die deze discussies inderdaad willen voeren en winnen, vóór, tijdens en na verkiezingsdag. Het opbouwen van verzet kan aan een linkse uitslag een heleboel elan ontlenen - maar alleen als er krachten zijn die de opbouw van dat verzet centraal stellen. Verkiezingen moeten we tactisch benutten voor zulk verzet, maar ze zijn er een ondergeschikt onderdeel in, geen alternatief ervoor en ook niet de kern van het verzet. Wat zijn, vanuit dit perspectief, dan de vragen van vanavond?

1. Wint links of wint rechts? Uit bovenstaande blijk het belang hiervan. Een linkse meerderheid zou een grote opsteker zijn en de argumenten tegen sociale afbraak en uitsluiting, tegen racisme en tegen oorlog een forse extra weerklank geven. Hoe dicht komen we daarbij? De laatste peilingen geven aan dat het niet gata lukken. Dan blijft de vraag: hoe ver blijven we ervandaan, en is die meerderheid vergeleken bij vier jaar geleden dichterbij gekomen?

Het gevecht tussen links (PvdA, GroenLinks en de SP) en rechts (de rest in feite, al wil ik naar de Partij van de Dieren nog wel eens beter kijken) is een vervormde uitdrukking van de strijd tussen de onderkant - de arbeiders an andere lagen en groepen die het zacht gezecht niet voor het zeggen hebben - en de bovenkant - de ondernemersklasse. Heeft die laatste klasse nog een verregraande greep op de gedachtenwereld van mensen, dan wint rechts. Alas grote groepen die rechtse gedachtenwereld tenminste voor een dele verwerpen, dan wint links. Verkiezingen zijn daarmee niet de klassenstrijd zelf. Ze zijn er wel een echo van, en een echo die ook weer effect heeft op de strijd.

2. Welk links domineert ter linkerzijde? Grote delen van links gaan niet verder dan zeer beperkte aanpassingen van het rechtse beleid. De scherpe kantjes eraf, iets socialere retoriek, iets minder openlijk hardvochtig. De PvdA heeft deze houding. GroenLinks ook, al gaat die wat verder.

De SP staat voor steviger veranderingen inde goede richting, al laten zowel programma als recente uitspraken van leidende SP-ers zien dat de stevigheid vermindert. In Het Financieel dagblad zegt Jan Marijnissen bijvoorbeeld op de vraag of socialisme "een systeemverandering of een correctie op het kapitalisme" is: "Dat laatste is het, ja". Nu kun je dat nog afdoen als een tactische move van Marijnissen om de sjieke lezers van het Financieel dagblad niet op de kast te jagen. Maar de SP laat het interview op haar eigen site pronken, het gematigde geluid van Marijnissen is blijkbaar echt hoe de SP gezien wil worden...

Maar deze gematigdheid is relatief - vergeleken bij de andere twee is de SP hard links. Dat harde linkse geluid zie ik graag terug in discussie inb de maatschappij, en wel in de aanval. Voor mensen die verzet willen opbouwen maakt het dus uit of het geluid van de SP in de schaduw blijft van de PvdA-hegemonie, of dat de SP die hegemonie doorbreekt. Een grote steun voor de SP laat zien dat radicaler linkse geluiden aan kracht winnen, en zal voor stevig linkse mensen wind mee betekenen in de strijd. Een grote SP maakt het werkterrein makkelijker voor wie de druk vanuit links op wil voeren. Daarom wil ik niet alleen een overwinning van links, maar ook een overwinning van de meest linkse parlementaire kracht, de SP. Wat zou het mooi zijn als die partij de VVD daadwerkelijk zou inhalen als derde partij qua aanhang...

3. Verliest de huidige coalitie zijn meerderheid? Als links wint is er sowieso geen CDA-VVD-meerderheid meer. Maar ook als rechts krap wint gaat een flink deel van de stemmen niet naar VVD en CDA. Versplintering ter rechterzijde maakt voortzetting van Balkenende's kabinet moeilijker, en zou op zich welkom zijn. Psychologisch zou het ook van groot belang zijn als de linkse combinatie - zelfs als ze net gene meerderheid wint - groter wordt dan de twee huidige regeringspartijen samen. En psychologie is belangrijk in de klassenstrijd...

4. Hoe gevaarlijk wordt de rechterzijde van rechts? Versplintering ter rechterzijde heeft wel iets - maar niet als die de uiterst rechtse partijen versterkt. Tegen die achtergrond is het de vraag: hoe sterk wordt Lijst Vijf Fortuyn ( het LPF-restant), Eén NL ( de club van Pastors) en de Paretij van de Vrijheid (Wilders)? Lang leek het erop dat Wilders en Pastors elk een zetel zouden krijgen, wellicht twee. Maar de laatste weken zien we een verontrustend herstel: in de Politieke Barometer van de dag voor verkiezingsdag stond Wilders op vier, Pastors een zetel en zelfs de LPF-voortzetting lijkt weer een zetel te scoren. Ik denk dat we vooral Wilders als levensgevaarlijk politiek verschijnsel serieuzer moeten nemen dan we tot nu toe gedaan hebben. Zijn agressieve zelfvertrouwen bij het verkiezingsdebat van de aanvoerders van kleine partijen gisterenavond stemde niet erg vrolijk. het tegengas van Pechtold was meer dan welkom en bij vlagen indrukwekkend. D 66 is geen linkse partij, maar Pechtold verwoordde hier wel degelijks een links geluid dat weinig veel te weinig horen.

Dit zijn volgens mij de kernvragen: wint links of wint rechts? Hoe groot wordt de SP? Houdt de coalitie haar meerderheid? Hoe groot en gevaarlijk wordt fascistisch rechts ? Ja, dat lees je goed: fascistisch rechts. Dat ga ik binnenkort eens uitleggen. Maar niet nu. Ik ga me eens voorbereiden op een spannende maar ook gezellige verkiezingsavond met kameraden en vrienden. Na middernacht zit ik hier op mijn post...

dinsdag 21 november 2006

Gerechtigheid in Houston

Een vleugje gerechtigheid voor schoonmakers in Houston, Texas. Dat is het resultaat van een wekenlange staking.

Schoonmakers in Houston verdienen $ 5,15 per uur. Dat is de helft van het loon van hun collega's in Los Angeles. Ze werken veelal maar vier uur per nacht, waardoor ze met zo'n laag uurloon helemaal weinig krijgen. Betaalde vakantiedagen zijn er niet bij. Intussen strijken de grote schoonmaakbedrijven stevige winsten op.

De vakbond SEIU bundelde 5300 schoonmakers in Houston. De SEIU-campagne "Houston Justice for Janitors" begon. Vanaf 23 oktober staakten 1700 schoonmakers en eisten een fatsoenlijk arbeidscontract van vijf grote schoonmaakbedrijven. Schoonmakers hielden allerlei demonstratieve vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid.

De
politie trad bij zo'n actie hard op tegen actievoerders, reed met paarden op ze in, arresteerde demonstranten en verwondde een 83-jarige schoonmaakster zodanig dat ze snel naar een ziekenhuis vervoerd werd. De vrouw, Hazel Ingram, is al 52 jaar vakbondslid en verdiende 19 dollar per uur... Ik schreef een paar dagen terug ook over dit politiegeweld.

De burgemeester, niet blij met de actiemethoden van de vakbond,
riep de schoonmaakbedrijven op te onderhandelen met de SEIU. Afgelopen weekend vonden die plaats. De resultaten mogen rustig een doorbaak genoemd worden:
* Loonsverhoging: een uurloon van $6,25 per 1 januari 2007, $7,25 het jaar erop, en $ 7,75 per 1 januari 2008;
* Werktijden worden in twee jaar verhoogdnu zes uur per dienst in plaats v;n vier. Dat maakt het mogelijk om een hoger inkomen te verdienen.
* Een min of meer betaalbare ziektenkostenverzekering per 1 januari 2009;
* Betaalde vakantiedagen.

Maar het belang van de overwinning stijgt uit boven de concrete verbeteringen. Het gaat om waardigheid, verworven door strijd en solidariteit.
Mercedes Herrera, schoonmaakster: Ïk ben zo gelukkig, ik ben zo opgewonden... We verkregen gerechtigheid. Dit wil het leven van mijn familie veranderen... We werkte hard, en de schoonmakers wonnen stevig."

De schoonmaakstaking is er één in een langere reeks van acties. "Janitors for Justice" boekte al resultaten in andere steden. Bij de vakbond SEIU zijn 225.000 schoonmakers aangesloten, in 29 steden. Ken Loach heeft een prachtige film gemaakt over zo'n soort staking: "Bread and Roses", waarvan ik een
vermakelijk-zure recensie in de NRC van 11 april 2001 vond. Die klassenstrijd-sympathie van Loach, zo is de teneur, is natuurlijk ridicuul en "voorspelbaar, maar de manier waarop hij het onderbouwt is slim, moeilijk te weerleggen en soms ontroerend."Ik kan het met dat laatste alleen maar hartgrondig eens zijn, maar dan zonder de evidente tegenzin van de NRC-recensent...

Terug naar de stakingszege in Houston. Belangrijk is de uitstraling die deze kan hebben op versterking van vakbonden elders in de Verenigde Staten. Vooral in de Zuidelijke staten van de VS is het vaak erg moeilijk werken voor vakbonden en vakbondsactivisten. Wetgeving maakt het mogelijk voor ondernemers om staklers permanent te vervangen door werkwilligen en zo stakingen en vakbondsgroei te breken. Toch broeit er juist in zuidelijke staten op dit punt iets.

Enkele voorbeelden
van de website van Houston Justice for Janitors. Beveiligingspersoneel in Los Angeles en Harvard wonnen onlangs vakbondsrechten, vormen een SEIU-afdeling of verkregen erkenning van het recht van de SEIU om namens hen te onderhandelen. In zes ziekenhuizen in Florida vormden stemden 4000 personeelsleden om een vakbond te vormen die deel uitmaakt van de SEIU. Het waren arbeiders - onder meer verplegenden en technici - van allerlei bevolkingsgroepen.

Julius Getman, professor arbeidsrecht aan de Universiteit van Texas concludeert uit de overwinning van de schoonmakers daar: "Het is duidelijk een belangrijke overwinning. Arbeiders met een laag loon zullen de boodschap horen dat in solidariteit kracht ligt. Het zal niet meteen de 'unionisering' (het overwegend organiseren van arbeiders in vakbonden, rooieravotr) in het Zuiden inluiden, maar ik denk dat het een belangrijke stap is." Dat is het zeker - en een hele hoopgevende ook.

maandag 20 november 2006

Verhoorschandaal: tussen democratie en doofpot

Eind vorige week kwam de Volkskrant met haar berichtgeving over mishandeling van Iraakse gevangenen door Nederlandse militairen in Irak. Sindsdien is er een verwoede strijd rond deze gebeurtenissen gaande, een gevecht tussen democratie en doofpot. We weten inmiddels dat 15 gevangenen hardhandige ondervraging te verduren hebben gekregen, met fel licht, luide muziek, verhindering van slaap, gooien met water en geblindeerde skibrillen. We weten van een onderzoek door de Marechaussee, we hebben Kamp in Nederland Kiest inmiddels horen zeggen dat hij het destijds niet nodig vond om de Tweede Kamer in te lichten. Er waren immers geen strafbare feiten vastgesteld.

De laatste twee dagen heeft generaal Berlijn zich bij minister Kamp gevoegd in een felle tegenaanval op degenen het ministerie van doofpotterij beschuldigen. Kamp was, zo konden we vernemen, "
'geschokt' over houding links". Dat geldt ook voor Berlijn, bevelhebber van 'onze' strijdkrachten. Hij is boos op de linkse partijen die volgens hem de reputatie van Defensie te grabbel gooien met hun kritiek: "als zelfs het Openbaar Ministerie concludeert dat er niets strafbaars gaande was, hoe kunnen mensen dan woorden als marteling en doofpot in de mond nemen? Ik had gedacht dat we meer krediet hadden", moppert hij. Nu heeft de gewapende arm van de B.V. Nederland wat mij betreft noch financieel noch moreel recht op krediet. En is het niet bij de brave generaal opgekomen dat het Openbaar Ministerie wellicht lang niet alles te zien en te horen heeft gekregen? Als er geen doofpot is, waarom dan nu toch een onafhankelijk onderzoek?

Het is een klassieke operatie van militairen en oorlogsministers. Stront aan de knikker? Geef links maar de schuld van de nare berichten. We kennen deze procedure. In Duitrsland heette zoiets na de nederlaag in Wewreldoorlog I in 1918 "dolkstootlegende". In de VS sprak rechts er na de nederlaag in Vietnam schande van dat het leger moest vechten "met één hand gebonden op de rug". Wat er ooit militair misgaat, het is de schuld van critici en tegenstanders.

Kamp en Berlijn gaan echter aan belangrijke zaken voorbij. Het door hen verfoeide links heeft een geloofwaardigheid waar leger en ministerie niet aan kunnen tippen. Dat geldt met name voor dat deel van links dat keer op keer stelling genomen heeft tegende oorlogen in Irak en Afghanistan en de Nederlandse deelname eraan. Wat critici van de oorlogen zeiden bleek keer op keer te kloppen. De massavernietigingswapens van Irak waren en bleven spoorloos. De Irakezen verwelkomden de invasietroepen met verzet, niet met bloemen. De oorlog leidde tot aanslagen uit vergelding: het antiterorisme-argument bleek onzin.

Het was allemaal keurig voorspeld door tegenstanders tegen de oorlog in 2002 en 2003, waaronder politici van links. Ook de 'wederopbouwmissie' in Uruzgan bleek een keiharde vechtmissie te worden, geheel zoals bijvoorbeeld de SP al vermoedde. Als Kamp en Berlijn de linkse critici nu onder de tafel denken te kunnen praten, kampen ze met een stevig geloofwaardigheidsprobleem.

Maar als Kamp en Berlijn geen les van links willen hebbben, zijn ze misschien wel ontvankelijk voor de stem van die keurige en bepaald niet linkse krant, de NRC. Uit
een hoofdartikel van 18 november het volgende:

"De Nederlandse militairen vormden de voorhoede van de Nederlandse bijdrage aan de ppacificatie van Irak. In dit geval waren de Nederlandse strijdkrachten expliciet niet bevoegd om zelf verhoren af te nemen. Praten met gedetineerden was wel mogelijk 'maar dient plaats te vinden zonder enige vorm van dwang of dreiging', zo heette het in een intern stuk." Daar past geen lawaai, fel licht, blindering en gedwongen slapeloosheid bij, lijkt me.

Kan iemand trouwens uitleggen waar die skibrillen die gevangenen op kregen voor nodig waren? Ter voorkoming van herkenning konden ondervragers toch net zo goed zichzelf onherkenbaar maken, in plaats van de gevangenen zo te blinderen? En dat gooien met water? Ter verkoeling, ter bevordering van de sfeer en de hygiëne? Het klinkt allemaal toch meer als minstens het vernederen en schrik aanjagen van weerloze gevangenen dan als legitieme verhoormethode onder welke omstandigheden dan ook. En dan druk ik me erg mild uit.

Maar laten we het woord weer gunnen aan de NRC. In mei 2004 zei Kamp "dat er 'bij de Nederlandse commandant en de militairen in Irak niets bekend is over mishandeling van gevangenen.' Dat kan achteraf nauwelijks meer voor waar worden gehouden." De NRC vervolgt: "Mogelijk wordt Kamp (...) door zijn ambtenaren niet meer verteld niet meer verteld wat er aan de hand is. Dan werd hij door zijn ambtenaren dus uit jokken gestuurd. Zijn positie is dan onhoudbaar geworden - net als die van zijn ambtenaren."

Verder noemt de krant het "laakbaar (...) dat Defensie deze kwestie destijds afhandelde alsof ze alleen van intern belang was - zonder enige ruchtbaarheid. (...) Politieke, publieke afhandeling is de norm in een open democratie. Nu al kan worden vastgesteld dat bij een zo'n gevoelige operatie, op zo'n delicaat tijstip, zulke fouten niet hadden mogen worden gemaakt. En zeker niet worden verzwegen. Dat stelt het vertrouwen van de burger in de leiding van het militaire apparaat ernstig op de proef."

De krant vraagt nog: "Welke andere feiten over het Nederlandse optreden in Irak of Afghanistan zijn er dan verzwegen, verkleind, weggedefinieerd of verstopt?" Dan komt de vinnig-ironische afsluiting: "Misschien moet de brandspuit toch m,aar in gebruik blijven - maar dan om Defensie te dwingen om correct publiek verantwoording af te leggen."

Het is niet niks wat hier staat. Het NRC constateert een doofpot, maakt Kamp hier, in ijzig beleefd proza, voor leugenaar uit, en eist openheid van zaken. De hardheid van dit oordeel betreft echter vooral de procedures, het gebrek aan openheid, meer dan de verhoormethoden zelf: die zijn "grof en hardhandig, maar is het zeer ernstig leed, dat wreed werd toegebracht?" Tijdens oorlog gebeuren die dingen nu eenmaal, maar het wàs volgens het NRC geen oorlog. Daar denk ik zelf anders over, evenals over de vraag of dit type grofheid in oorlogstijd wel toelaatbaar is. Maar juist vanwege de relatief gematigde uitgangspunten van het artikel is het relatief radicale oordeel van de NRC zo opmerkelijk.

Intussen zet de gevestigde politiek stappen richting doofpot. Het door GroenLinks en D66 aangevraagde spoeddebat in de Tweede Kemer nog voor verkiezingsdag; dat gaat niet door, net zo min als het PvdA-voorstel om dan donderdag zo'n debat te houden.
Het blijft in eerste instantie bij schriftelijke vragen.

Dat is erg spijtig - juist in verkiezingstijd had Kamp het gedraai en geaarzel en zijn gebrek aan informatie dat hij in Nederland Kiest vertoonde, nog eens mogen mogen laten zien. Dan hadden kiezers nog eens kunnen zien waarom hij, zijn partij en zijn coalitiepartner een verkiezingsnederlaag verdienen, en nog wel meer ook. Uitstel tot na de verkiezingen betekent de angel deels uit de zaak halen en de impact van het verhoorschandaal afzwakken.

Helaas
berust zelfs de SP hierin: "SP-Kamerlid Harry van Bommel kan leven met de uitkomst van de procedurevergadering van de Vaste Kamercommissie van Defensie om een debat over de vermeende mishandeling van Iraakse gevangenen tot nader order aan te houden." Juist van een pritij die als geen andere in de Tweede Kamer stelling nam tegen oorlog en oorlogsdeelname zag ik graag een hardere houding, juist nu.

De doofpotpolitici, Kamp en zijn politieke vrienden, hebben met het uitstel van het kamerdebat een ronde gewonnen. Maar de strijd is helemaal niet gestreden. Ik verwacht meer berichten, met meer details over de hardhandige verhoormethoden, en over wie wat wist en wanneer.

Maatschappelijke druk, gecombineerd met lastige journalisten en onderzoekers, zullen en zorg voor moeten dragen dat het beetje democratie dat we hebben het van de doofpot gaat winnen. Een stevige verkiezingsuitslag voor de SP - ondanks al haar onterechte tactische terughoudendheid de enige parlementaire partij die voor werkelijk tegengas tegen de oorlogsdeelname zorgt - kan deze druk extra weerklank verschaffen.

Goed nieuws uit de Gazastrook - eindelijk

Ongelofelijk maar toch: goed nieuws uit de Gazastrook. Meestal komt daar slechts nieuws van verschrikkingen zonder einde vandaan. Dag in dag duurt daar en op de Westelijke Jordaanoever het Israelische geweld tegen Palestijnen voort. Israelische soldaten doden Palestijnen, Israëlische piloten verwoesten Palestijnse huizen. Anja Meulenbelt vertelt droogjes hoe dat gaat, in wat zijn noemt "het gebruikelijke stramien, mensen zijn van tevoren gebeld, hallo met het Israelische leger, afdeling terrorisme, we gaan je huis bombarderen, je hebt een half uur om weg te komen. Dan is het rennen, met je kinderen, en de buren waarschuwen, want soms komt de aanval al na vijf minuten."

Opvallend is de extra, ogenschijnlijk overtollige, wreedheid bij dit soort acties. De overtolligheid is schijn want juist die extra wreedheid dient om de angst er stevig in te houden. "Voordat Riad Hutri, bewoner van Qalqilia, afgevoerd werd naar een onbekende plaats, dwongen Israelische soldaten om de man toe te kijken terwijl zijn huis verwoest werd (...) Ooggetuige Mohammad Salameh zei dat Israelische soldaten Hutri lieten weten dat hij zou worden neergeschoten als hij niet zwijgend toekeek." Aldus een
bericht op de website van het International Middle East Media Center (IMEMC), van zondag 19 november. Qalqilia is een plaatsje op de Westelijke Jordaanoever.

Vooral het Israelische geweld op de Gazastrook echter trekt nu en dan de aandacht - te weinig aandacht overigens, gezien het extreme karakter ervan. Enkele weken terug nog bereikte de Israelische staatsterreur een nieuw macaber dieptepunt met het Israëlische bombardement van een wijk in Beit Hanoun: 20 doden, waarvan 18 leden van één familie. Sinds de huidige militaire operaties vanaf juni werden opgevoerd, doodde het Israelische leger al 350 Palestijnen. Dagelijks zijn nieuwe gruwelen te lezen op websites zoals bovengenoemde.

Maar - en daar begint het goede nieuws - de geest van verzet laat zich niet breken. Dat was te merken op de begrafenis van slachtoffers in Beit Hanoun. Een moeder: "Ik verloor mijn hele familie, is er nog iemand die leeft? Iemand? Mijn echtgenoot, mijn zuster, mijn kinderen, mijn moeder". Ze ging verder: "Ik zweer in de naam van God dat we ons niet zullen overgeven, dit is ons land en hier zullen we leven en sterven" (zie Ramsy Baroud, "
Killing Hope in Beit Hanoun" op de website van de Palestine Chronicle).

Die geest leidt tot hardnekkig verzet, op allerlei manieren. Soms neemt dat de vorm aan van thuisgemaakte raketten die Palestijnse strijders afvuren. Zo'n raketbeschieting verwondde drie Israeli's in het stadje Sderot. De de gewapende vleugel van Hamas eiste de verantwoordelijkheid op, en noemden de actie een antwoord op het Israelische offensief op de Gazastrook.

Wie dit soort beschietingen aanvoert om op het enorme terroristische gevaar te wijzen en daarmee de Israelische terreur te rechtvaardigen moet ook eens naar de cijfers kijken. Sinds 2001 doodden dit type raketbeschietingen vanaf Gaza op aangrenzend Israelisch gebied welgeteld zeven Israelis, volgens aan
berichtgeving op IMEMC, zondag 19 november. Zeven Israelische doden sinds 2001, driehonderdvijftig Palestijnse doden alleen al sinds juni van dit jaar. Commentaar toch tamelijk overbodig.

Palestijnse raketten laten zien hoe boos en wanhopig Palestijnen zijn. Maar veel effect op de bezetter hebben ze niet. Dat is anders met een andere verzetsvorm waar de
Volkskrant vandaag over berichtte. "Israël heeft zaterdagavond een luchtaanval in het Noorden van de Gazastrook afgeblazen wegens een protest van honderden Palestijnen. Zij vormden een menselijk schild in een huis dat het Israëlische leger met de grond gelijk wilde maken." Als dat geen goed nieuws is, wat dan wel?

Meestal maken mensen zich bij dit soort militaire acties uit de voeten, Anja Meulenbelt vertelde dat al. Deze keer dus niet. Een ongelofelijk dapper staaltje van solidariteit is het. Hoe konden de honderden Palestijnen immers weten dat ze niet weggebombardeerd zouden worden, zoals zovele Libanezen nog deze zomer weggebombardeerd zijn vanuit Israelische vliegtuigen? Op deze houding, op deze moed, deze kracht, deze solidariteit, loopt uiteindelijk elke bezetting stuk.

zondag 19 november 2006

Foltering in de VS: geen nieuwswaarde?

En groep stakende schoonmakers in Houston, Texas demonstreert. De politie komt te paard, rijdt op de demonstranten in. De politie pakte 44 mensen op en verwondde er vier. Eén van de gewonden was een schoonmaker van 83 - ik herhaal, drieëntachtig - jaar oud. Hier zie je hoe het toeging. In totaal zijn al meer dan 80 actievoerders opgepakt bij politieoptreden tegen vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid rond de staking.. Eén van het beschrijft de grofheid van de politie: die schold demonstranten zij voor 'hoeren' en trapte bij iemand met gebroken arm het gips eraf.

De staking gaat over de arbeidsvoorwaarden van 5300 schoonmakers. Ze verdienen zo'n 20 dollar per dag. Meer over de staking, het politiegewels en komende solidariteitsacties lees je op de site van Houston Justice for Janitors.

Woedend over het kwaaadaardige politieoptreden? Het kan veel erger. Kijk hier eens naar, en luister vooral ook. Een student van Iraan-Amerikaanse afkomst op de UCLA, de Universiteit van Californië in Lso Angeles, kan zijn identiteitskaart niet aan de politie tonen. Tot vijf keer toe bewerkt de politie hem met een Taser, een soort geweer waarmee een tweetal elektrische draden met 50.000 volt op iemand wordt losgelaten. Het is regelrecht foltering. Hier kun je de gang van zaken nalezen.

Soms is het meer dan folterng alleen. De Amerikaanse Unie voor de Burgerrechten, ACLU, zegt: "Sinds 1999 stierven minstens 148 mensen in Canada en de VS na botsing met de politie die hen met Tasers een schok toebrachten. Meer dan de helft van deze doden viel het afgelopen jaar, waarvan 15 in noord- en midden-Californië." Het boven doorgelinkte stukje op Lenin's Tomb waar je de beelden van de Taser-marteling op UCLA kunt zien bevat nog een reeks hyperlinks naar beelden van agressieve arrestaties in de VS.

Het roept allemaal vragen op. Ik beperk me tot één ervan. Waar is de Nederlandse pers? Als een klein bloggertje in Tilburg dit bij elkaar kan vinden in een klein halfuurtje op een kille zondagmiddag, waarom kunnen Oscar Garschagen, Twan Huys en hoe die helden van onzee media maar mogen heten, dat dan niet? Of is zulk politiegeweld alleen maar voorpaginanieuws als het plaatsvindt in Wit-Rusland?

(gegevens mede bij elkaar gezocht met behulp van de websites cursor.org en labourstart.org. Tip aan journalisten van het NOS-journaal en de Volkskrant: kijk eens op deze twee sites. Als ik het kan, kunnen jullie het ook.)

zaterdag 18 november 2006

Het Nederlandse Abu Ghraib

Nederland is de Verenigde Staten, alleen iets kleiner. Het nieuws van de laatste dagen laat zien hoezeer dat geldt.

Eerst kwam er wat commotie ropnd een documentaire die filmmaker Vik Franke heeft gemaakt en die komende maandag op TV komt. Daaruit blijkt dat de situatie in Uruzgan veel grimmiger is dan het beeld dat het oorlogsministerie van kamp daarover naar buiten brengt. Sterker: de
informatie vanuit Afghanistan wordt systematisch gefilterd.

"De gegevens die wij van hieruit doorspelen worden terzijde geschoven. Daar wordt een politiek verhaal van gemaakt dat verkoopbaar is aan de Kamer. Militair gezien wordt er in Nederland ook al gepolderd." Dat zegt iemand van de Special Forces, de commandotroepen waarmee Franke op stap mocht. De militair wil kennelijk dat elke rem eraf kan, zijn kritiek op dit 'filteren'komt niet uit weerzin tegen de bezettingsoorlog, maar tegen de halfslachtigheid van de uitvoering. Het doet aan de waarde van zijn onthullende opmerking weinig af.

Deze mijnheer Franke is trouwens een apart geval. Toen een patrouille waarmee hij, embedded en al, op pad was, onder vuur kwam te liggen,
pakte ook hij en geweer en schoot. "Mede doorm mijn diensttijd weet ik nog hoe dat moest. Ik schoot op de plekken in het maïsveld waar ik dacht dat het vuur vbandaan kwam(...) Ik heb mijn steentje bijgedragen." Dat noemt zich dan "geen journalist, maar onafhankelijk filmmaker." Interessant concept van onafhankelijkheid, en trouwens ook van film maken. Participerende cinema, zullen we maar zeggen.

Het is weer eens wat anders dan Bennie Jolink
die de bezetting steunt door liedjes te komen zingen voor de Nederlandse bezettingstroepen. "Ze hadden een opkikkertje nodig", zei hij. Ik geloof het oinmiddellijk, ja. "Jolink wil Nederland overtuigen van het nut van het werk van de militairen in Aghanistan." Vrij vertaalt: Jolink helpt mee met de bezetting. Wie het moraal van de bezettingstroepen opvijzelt, krikt daarmee de effectiviteit van die bezetting op en helpt de verkeerde kant. Ik schreef daar eerder over. Ik neem daar niets van terug, alleen de woorden "collaborarerende optreden": dat is namelijk nog te licht, te vriendelijk. Jolink was tijdens zijn optreden niet zomaar medeplichtige aan de militaire missie, maar doodgewoon onderdeel.

Maar ik dwaal van de hoofdzaken af. De documentaire van Franke is interessant omdat zichtbaar wordt hoe ook in het Nederlandse militaire apparaat de informatievoorziening 0ondergeschikt is aan oorlogspropaganda. "The facts were fixed around the policy", heette zoiets in de zogeheten Downing Street Memo's, de Britse documenten waarmee aangetoond werd hoe Blair en Bush naar de Irak-oorlog toewerkten door informatie te manipuleren. "Defensie" in Nederland doet iets soortgelijks.

Informatieverwerving gaat uiteraard aan informatieverstrekking vooraf. En waar de manipulatie van informatie zowel in de VS als in Nederland plaatsvond, vertoont ook de verwerving ervan griezelige parallellen. De VS had haar Abu Ghraib. Nederland heeft inmiddels een vergelijkbaar folterschandaal. Alleen de foto's ontbreken - vooralsnog. Maar dezelfde trend kenmerkt beide schandalen: gewelddadige verhoormethoden.

De man, minister Kamp heeft inmiddels al weten te vertellen dat er "
geen strafbare feiten" zijn gebeurd, dat heeft de Marechaussee vastgesteld. Hard geluid, uit de slaap houden, met water bespuiten, het mag allemaal. Kennelijk is mishandeling niet bij voorbaat illegaal. En een paar pedagogische tikken ook wellicht? Arm achter de rug, even omhoogtrekken? Volgende stappen? Allemaal voor de goede zaak natuurlijk: zodat 'onze jongens' tijdig gewaarschuwd kunnen worden voor aanslagen...

Maar als dan vastgesteld is - door de Marechaussee, niet door het Openbaar Ministerie dat daarover geacht wordt te gaan - dat er geen onwettige dingen zijn gebeurt, wqaarom wil mijnheer Kamp dan toch snel een onderzoek? "
Defensie heeft de verdenking op zich geladen, dingen onder de pet te houden", zo concludeert Trouw.

Ik ga hier niet de precieze feiten ontrafelen. Maar één dingen valt nog wel op te merken: waarom is iedereen zo verbaasd? Je stuurt soldaten om een land te helpen bezetten. Die bezetting volgt op een botte en ook nog eens illegale invasie. Het geheel is niets meer en niets minder dan een koloniale onderneming. Nederland doet daar willens en wetens aan mee, Nederland heeft met koloniale overheersing dan ook 400 jaar praktijkervaring.

En uit die ervaring valt te leren dat bezetting, koloniale overheersing keer op keer tot verzet leidt. Op dat verzet antwoordt elke koloniale macht met onderdrukking. Arrestaties van mensen die verdacht worden het verzet te steunen horen daarbij, hardhandige verhoren van zulke verdachten eveneens. Wat opmerkelijk is, zijn niet de huidige berichten over martelingen in Irak, maar het feit dat zulke berichten niet al veel eerder naar buiten zijn gekomen.

Het hele folterschandaal laat zien dat een "schone, aardige" bezetting niet bestaat. Wie mishandeling van gevangenen in Irak of Afghanistan door Nederlandse militairen onaanvaardbaar vindt - en welk fatsoenlijk mens vindt dat niet?! - kan maar beter de wordtel van die mishandeling helpen opheffen: de bezetting zelf. Troepen terug uit Afghanistan dus, vóórdat we daarvandaan het volgende folterbericht krijgen.

donderdag 16 november 2006

Marx meets Disney, Solidarity Forever en andere vrolijkheden

Zo, het is tijd voor een verhoging van de algehele rode vrolijkheid. We doen eerst een mooie cartoon uit Harper's Magazine over wapenhandel. We doen er nog eentje, speciaal voor wie Bill Clinton op wil nemen in het Pantheon van Progressive Presidenten. Hier vind je nog meer van dit moois, zoals ik dat zelf ook deed.

Dat was het opwarmertje. Nu gaan we zingen, goed? Solidarity Forever, die gouwe ouwe uit de Amerikaanse arbeidersbeweging. Meezingen dringend gewenst, daarom hier de tekst, zelfs twee coupletten meer dan op het videootje. Ik kwam de video op het spoor via het weblog van Stephen Solz, "Psyche, Science, and Society" dat veel toegankelijker en relevanter is dan de wat wazige titel doet vermoeden.

En nu de uitsmijter: Walt Disney goes Marxist, een geïllustreerde versie van het Communistisch Manifest. Ik kreeg een rolling van ruim acht minuten. Ik kwam dit prachtigs tegen op Marxsite. Wie het werk in het Nederlands wil lezen, zonder illuistraties, kan terecht op de Nederlandstalige sectie van Marxists.org , om precies te zijn hier.