In mijn vorige bericht over de anti-oorlogsbetoging in Washington afgelopen zaterdag sprak ik voorzichtig van een deelnemersaantal van 100.000 mensen. Inmiddels wordt duidelijk dat het er minstens meerdere honderdduizenden zijn geweest. De Socialist Worker van deze week spreekt van een half miljoen betogers. En ook een IPS-verslag van Aaron Glantz (via Truthout.org) noemt dat aantal.
De Socialist Worker is een revolutionaire krant die werkt binnen de beweging tegen de oorlog. Het is voor mij een onmisbare bron van nieuws en analyse. Het blad opereert vanuit dezelfde marxistische beginselen als ik. Maar het feit dat een medium een geestverwant geluid brengt, is nog geen reden om elk getal wat erin genoemd wordt te geloven op het eerlijke gezicht van de kameradenm-auteurs.
Juist voor media die vanuit betrokkenheid en verbondenheid met de linkse beweging werken is de verleiding soms groot om aantallen demonstranten erg positief in te chatten, uit een te weinig door realisme getemperd enthousiasme. Soms degradeert berichtgeving tot peptalk die op gespannen voet met de waarheid staat. Soms speelt ook de behoefte om tegengas te geven tegen vaak schattingen die door gevestigde media en politie te laag ingeschatte aantallen demonstranten.
Zo'n reactie is, alhioewel begrijpelijk, toch verkeerd. Vroeg of laat val je ermee door de mand, en dan hebben tegenstanders van de demonstratie een leuke dag als ze zich verkneukelen in zowel de toch kleinere omvang van de demonstratie als in de kennelijk onbetrouwbare linkse media. Die lol moeten we ze niet gunnen. De waarheid, de harde feiten, zijn de beste bondgenoot van links - ook als ze ons soms niet goed uitkomen. Daarom ben ik op dit weblog geneigd om voorzichtig met cijfers om te gaan en niet bij voorbaat te hoogste aantallen als feit te presenteren.
Toch denk ik dat gevestigde media en politie wezenlijk meer de neiging hebben om informatie te vervalsen dan linkse media. Gevestigde media en de politie zijn deel van het establishment, van een gevestigde orde waarin enorme rijkdommen en macht op het spel staan. Die worden verdedigd, met alle mogelijke middelen inclusief systematische leugens. Links is de uitdager van die macht en heeft er alle belang bij die systematische leugens door te prikken. De machthebbers en hun vrienden verhullen, houden dingen onder de pet, liegen. Links ontmaskert, rukt petten af en kijkt wat er onder zit, en heeft er alle belang bij de waarheid te spreken, alleen de waarheid en niets dan de waarheid. Het wil niet zeggen dat links dat ook altijd doet. Maar de betrouwbaarheid van berichtgeving in linkse media is toch wezenlijk groter dan die van de rechtse spreekbuizen.
In dit specifieke geval bijvoorbeeld lijkt het cijfer van 500.000 me een stuk reëler dan de 100.000 van de eerdere berichten. Niet omdat de Socialist Worker dat zegt, maar omdat ook elders dat cijfer al genoemd is, zoals bijvoorbeeld in het genoemde IPS-verslag. De video die bij het IPS-stuk zit spreekt van 400.000. Met dit soort cijfers was er dan ook wel degelijk van een echt indrukwekkend formaat van demonstratie sprake. Met dit soort cijfers is trouwens ook de inschatting die de organisatie van te voren maakte - 300.000 deelnemers - verantwoord gebleken, en mijn opmerkingen erover dus niet terecht.
Mijn conclusie over de kloof tussen aantallen betogers en de werkelijk enorme steun die er bestaat voor veel van watr de betogers willen hou ik echter staande. Ook tussen 500.000 mensen en tientallen miljoenen mensen gaapt een afgrond - een die overbrugd dient te worden. Maar de demonstratie van 27 januari is in dat noodzakelijke proces een belangrijke stap geweest.
Wie wil kijken naar beelden kan terecht op diverse plekken. DC Indymedia heeft een aantal links naar foto's en video's verzameld. Via de foto-site Flickr.com zijn grote aantallen foto's te zien. En video's zijn beschikbaar via Youtube. Beide vond ik via de website van organiserend platform United for Peace and Justice. Daar staat het trouwens eveneens het aantal van 500.000 demonstranten...
dinsdag 30 januari 2007
zondag 28 januari 2007
Betogingen tegen Irak-oorlog
Pakweg 100.000 mensen waren in Washington bijeen voor een grote demonstratie tegen de Irak-oorlog. Ook in andere steden vonden demonstraties plaats. Het was een goede dag voor de strijd tegen de oorlog in Irak - en hopelijk slechts de aanzet voor veel meer protest.
De media-aandacht voor de demonstratie was opmerkelijk ruim en is wel eens veel negatiever geweest ook. Het NOS-journaal van 20 uur had er een vrij uitvoerig item van gemnaakt, het 22.00-uur-journaal opende zelfs met de betoging. Stukken van persbureaus en bijvoorbeeld CNN, BBC News, Aljazeera, de Guardian en de Washington Post geven een aardige indruk. De LA Times heeft een achttal foto's van de actie. Ik grasduin wat uitspraken van deelnemers bij elkaar.
De media gaven veel aandacht aan bekendheden, zoals deelnemende filmsterren. Die zeiden op zich prima dingen. "Ik heb in geen 34 jaar gesproken op een manifestatie tegen oorlog. Maar stilzwijgen is geen optie meer. Ik ben zo bedroefd dat we dit stil moeten doen, dat we de lessen van de Vietnam-oorlog niet geleerd hebben" , aldus actrice Jane Fonda. Collega Tim Robbins: "Wat we nodig hebben is moed, moed en overtuiging, en we moeten de stem van de mensen van Amerika vertegenwoordigen, een zeer duidelijke stem, een stem die zei: 'We hebben het gehad met deze oorlog.'" Sean Penn voegt de Congresleden toe: "Als ze niet opstaan een een resolutie maken die net zo bindend is als het tol in doden, dan gaan we niet achter die politici" , zo waarschuwt hij. De hoop op Democratisch verzet tegen de oorlog is doortrokken van een stevige dosis skepsis, van onvoorwaardelijk vertrouwen is gelukkig bepaald geen sprake.
Enkele Democratische politici lieten zich horen. Congreslid John Conyers: "George Bush heeft de gewoonte dat hij militaire leiders die hem vertellen dat de Irak-oorlog mislukt, te ontslaan. Hij kan jullie niet ontslaan. Hij kan ons niet ontslaan." Goed gesproken. "De grondleggers van ons land gaven ons Congreslid de macht van de portemonnee omdat ze precies een scenario voorzagen zoals dat waarin we ons nu in bevinden. Niet alleen hebben we de macht ertoe, het is ook onze plicht om Bush te stoppen." Misschien dat hij dat beter binnen aan zijn mede-Congresleden kan zeggen, want het schiet nog niet echt op, dat dichtdraaien van de geldkraan.
Jesse Jackson, prominent Democraat, legt intussen een relevant verband: "De oorlog in Irak veroorzaakt een oorlog tegen de armen thuis. We hebben niet meer troepen nodig in Irak. We hebben meer geld nodig thuis." Ware woorden. Maar ook bij hem geldt: ga het vertellen aan het Democratische partij-establishment. Nu klinkt het toch iets teveel als een poging om actievoerders te paaien.
Belangrijker dan de toespraken van Belangrijke Sprekers zijn de geluiden van de mensen aan de basis van de demonstratie, en van sprekers op meer activistische basis. Tassi McGee, militair: "Nadat we naar Irak gingen, begon ik door de leugens heen te kijken." Barbara Struna, een 59-jarige vrouw uit Massasuchets: "We zien veel waar we ons machteloos onder voelen. Maar dit is een verenigde macht. Dit is iets wat ik kan doen", zo beschrijft ze de waarde van de betoging voor haar. Haar dochter: "Het is mijn generatie die hiervoor gaat betalen." Ze zegt dat ze zo 'n twintig mensen kent die in Irak zitten.
Barbara Abrahams is 78 jaar. Ze maakt deel uit van de Raging Grannies, de woedende oma's, een zeer boze maar tevens zeer humoristische groepering in de beweging tegen de oorlog. Zij zegt: "Ik denk dat we ons uit Irak moeten terugtrekken. Ik denk dat de 20.000 soldaten, met al het geld, naar New Orleans gestuurd moeten worden." Heike Braxton, een 52-jarige moeder van een soldaat die in Irak zit, vindt "Ik geloof dat de militairen niet gebruikt moeten worden voor dit soort acties. Ik vind dat we het leger hebben om ons te verdedigen. Maar we verdedigen niets. We zijn binnengevallen."
Belangrijk was de betrokkenheid van soldaten in actieve dienst, veteranen en familieleden van soldaten. Belangrijk was ook de ondersteuning vanuit vakbonden waar Meredith Kolodner over bericht op MR Magazine. New York City Labor Against the War - een groepering die binnen de vakbond steun opbouwt voor protest tegen de oorlog - heeft een stevige verklaring uitgebracht, met steun aan de betoging, een oproepe tot terugtrekking uit Irak, een nee tegen agressie tegen Iran of Syrië "of wie dan ook" , een optroep om de financiële steun aan apartheidsstaat Israël stop te zetten. Ook wil de groep dat de geldstroom verschuift van oorlogsuitgaven naar sociale besteding en keert ze zich tegen de aantasting van burgerrechten en het racisme waarmee de oorlog gepaard gaat.
Ook onder studenten had de oproep steun. Het Campus Antiwar Network, leden van Students for a Democratic Society en World Can't Wait hadden opgeroepen tot een Verenigd Contingent van Jongeren en Studenten op de demonstratie (gevonden via Indymedia DC, dat ik weer vond op het weblog Dear Kitty). Hoeveel mensen daaraan deelnamen weet ik niet. Maar mobilisatie onder vakbondsleden had in ieder geval resultaat gehad. Volgens Henry Singleton waren er 55 bussen met demonstranten uit New York gekomen, van een groep leden van een vakbond van gezondheidswerkers.
Demonstraties waren er ook in andere steden. In Los Angeles namen enkele duizenden mensen deel aan een betoging. Eén van hen was Cindy Sheehan, bekend geworden als moeder van een in Irak omgekomen soldaat die zich fel tegen de oorlog gekeerd heeft. In de zomer van 2005 groeide zij uit tot symbool van protest tegen de oorlog toen ze een vredeskamp begon bij het zomerverblijf van president Bush in Crawford, Texas. In San Francisco waren tussen de 3000 en de 5000 mensen tegen de oorlog de straat op gegaan. Eén van hen was oorlogsveteraan John Shiveley, 79 jaar. Zijn mening: "Dit is de verkeerde oorlog. het is een oorlog voor nep-redenen. Het is een illegale oorlog."
Alles bijeen was 27 januari een goede dag voor de strijd tegen de Irak-oorlog, en hopelijk een soort aftrap voor veel meer en ook steviger acties. Maar voor euforie is geen reden. Ruim honderdduizend mensen op straat is moedgevend. Maar in San Francisco hadden organisatoren op meer gehoopt dan het aantal dat demonstreerde. En de Christian Science Monitor schrijft dat organisatoren in Washington zelfs op meer dan 300.000 betogers hadden gehoopt.De meeste berichten gaan niet boven de honderdduizend, en zelfs als dit een onderschatting is (zoals heel erg vaak gebeurt in de gevestigde media), dan nog is het verschil met 300.000 wel fors.
Maar zelfs als we dit soort verschillen - plus de onhandigheid van organisatoren: zulke schattingen kun je beter niet naar buiten brengen tenzij je ERG zeker van je zaak bent - weglaten, dan kunnen we een dubbele kloof constateren. Er is een enorme afstand tussen de urgentie om grootschalige en drukverhogende acties te voeren, en de bescheiden mate waarin dat tot nu toe lukt. Die urgentie vloeit voort uit de escalatie, pardon "surge"waartoe het Witte Huis heeft besloten, en de naderende aanvalsoorlog tegen Iran . De Masters of War komen met escalatie, daartegenover is escalatie nodig van de voorvechters van vrede. Dat werk moet nog voor een heel groot deel op gang komen.
Een tweede kloof is in cijfers zichtbaar. Aan de ene kant zijn er de opiniepeilingen. Aan de andere kant de aantallen actievoerders. Een peiling van de Los Angeles Times en Bloomsberg polls geeft aan dat 51 procent wil dat het Congres het sturen van extra troepen naar Irak blokkeert. Vijfenveeertig procent wil dat het Congres een deadline stelt waarbinnen alle troepen teruggetrokken moeten zijn. En bijna twee derde wil dat er een begin met terugtrekking gemaakt wordt in het komende jaar; 19 porocent wil zelfs onmiddellijke terugtrekking.
Ik denk hierom dat het niet onjuist is om te stellen dat 40 tot 50 procent van de bevolking van de VS het in grote lijnen eens is met de demonstranten van 27 januari: die escalatie moet niet doorgaan, de terugtrekking van troepen moet beginnen, de oorlog moet worden afgebouwd. Veertig procent van de 300 miljoen mensen in de VS. Dat zijn 120 miljoen mensen. Trek daar kleine kinderen en bejaarden van af. Trek er de langdurig zieken, de mensen in ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen, van af. Trek er de twee miljoen mensen die in gevangenissen zitten opgesloten van af (ook als ze tegen de oorlog zijn kunnen ze niet naar een demonstratie). Reken heel voorzichtig. Minder dan 80 miljoen mensen zul je toch niet overhouden? Zelfs de 19 procent voor onmiddellijke terugtrekking komt neer op 57 miljoen mensen. Laat er dezelfde aftrekprocedure als hierboven op los en je houdt tussen de 35 en 40 miljoen mensen over.
Hoe je het wendt of keert, de ornganisaties die acties opzetten tegen de oorlog hebben een gehoor van tientallen miljoenen mensen die het al goeddeels met de doelstellingen van zulke acties eens zijn. Ik snap ook dat die tientallen miljoenen mensen niet altijd in staat zijn om te demonstreren. mensen hebben andere verplichtingen. Maar het gat tussen bijvoorbeeld de genoemde 35 miljoen en de 100.000 demonstranten is wel heel erg groot. Het gat tussen de genoemde 8o miljoen en de 100.000 is afgrondelijk.
In deze kloof ligt een probleem besloten, een immense uitdaging. Hoe verandert de passieve steun aan de doelstellingen van de antioorlogsstrijd aan actieve deelname aan die strijd? Hoe veranderen sympathisanten in activisten? En wat staat activisten te doen om dit veranderingsproces te bevorderen? Er is nog een hele lange weg te gaan - en het vereiste tempo is hoog, erg hoog...
De media-aandacht voor de demonstratie was opmerkelijk ruim en is wel eens veel negatiever geweest ook. Het NOS-journaal van 20 uur had er een vrij uitvoerig item van gemnaakt, het 22.00-uur-journaal opende zelfs met de betoging. Stukken van persbureaus en bijvoorbeeld CNN, BBC News, Aljazeera, de Guardian en de Washington Post geven een aardige indruk. De LA Times heeft een achttal foto's van de actie. Ik grasduin wat uitspraken van deelnemers bij elkaar.
De media gaven veel aandacht aan bekendheden, zoals deelnemende filmsterren. Die zeiden op zich prima dingen. "Ik heb in geen 34 jaar gesproken op een manifestatie tegen oorlog. Maar stilzwijgen is geen optie meer. Ik ben zo bedroefd dat we dit stil moeten doen, dat we de lessen van de Vietnam-oorlog niet geleerd hebben" , aldus actrice Jane Fonda. Collega Tim Robbins: "Wat we nodig hebben is moed, moed en overtuiging, en we moeten de stem van de mensen van Amerika vertegenwoordigen, een zeer duidelijke stem, een stem die zei: 'We hebben het gehad met deze oorlog.'" Sean Penn voegt de Congresleden toe: "Als ze niet opstaan een een resolutie maken die net zo bindend is als het tol in doden, dan gaan we niet achter die politici" , zo waarschuwt hij. De hoop op Democratisch verzet tegen de oorlog is doortrokken van een stevige dosis skepsis, van onvoorwaardelijk vertrouwen is gelukkig bepaald geen sprake.
Enkele Democratische politici lieten zich horen. Congreslid John Conyers: "George Bush heeft de gewoonte dat hij militaire leiders die hem vertellen dat de Irak-oorlog mislukt, te ontslaan. Hij kan jullie niet ontslaan. Hij kan ons niet ontslaan." Goed gesproken. "De grondleggers van ons land gaven ons Congreslid de macht van de portemonnee omdat ze precies een scenario voorzagen zoals dat waarin we ons nu in bevinden. Niet alleen hebben we de macht ertoe, het is ook onze plicht om Bush te stoppen." Misschien dat hij dat beter binnen aan zijn mede-Congresleden kan zeggen, want het schiet nog niet echt op, dat dichtdraaien van de geldkraan.
Jesse Jackson, prominent Democraat, legt intussen een relevant verband: "De oorlog in Irak veroorzaakt een oorlog tegen de armen thuis. We hebben niet meer troepen nodig in Irak. We hebben meer geld nodig thuis." Ware woorden. Maar ook bij hem geldt: ga het vertellen aan het Democratische partij-establishment. Nu klinkt het toch iets teveel als een poging om actievoerders te paaien.
Belangrijker dan de toespraken van Belangrijke Sprekers zijn de geluiden van de mensen aan de basis van de demonstratie, en van sprekers op meer activistische basis. Tassi McGee, militair: "Nadat we naar Irak gingen, begon ik door de leugens heen te kijken." Barbara Struna, een 59-jarige vrouw uit Massasuchets: "We zien veel waar we ons machteloos onder voelen. Maar dit is een verenigde macht. Dit is iets wat ik kan doen", zo beschrijft ze de waarde van de betoging voor haar. Haar dochter: "Het is mijn generatie die hiervoor gaat betalen." Ze zegt dat ze zo 'n twintig mensen kent die in Irak zitten.
Barbara Abrahams is 78 jaar. Ze maakt deel uit van de Raging Grannies, de woedende oma's, een zeer boze maar tevens zeer humoristische groepering in de beweging tegen de oorlog. Zij zegt: "Ik denk dat we ons uit Irak moeten terugtrekken. Ik denk dat de 20.000 soldaten, met al het geld, naar New Orleans gestuurd moeten worden." Heike Braxton, een 52-jarige moeder van een soldaat die in Irak zit, vindt "Ik geloof dat de militairen niet gebruikt moeten worden voor dit soort acties. Ik vind dat we het leger hebben om ons te verdedigen. Maar we verdedigen niets. We zijn binnengevallen."
Belangrijk was de betrokkenheid van soldaten in actieve dienst, veteranen en familieleden van soldaten. Belangrijk was ook de ondersteuning vanuit vakbonden waar Meredith Kolodner over bericht op MR Magazine. New York City Labor Against the War - een groepering die binnen de vakbond steun opbouwt voor protest tegen de oorlog - heeft een stevige verklaring uitgebracht, met steun aan de betoging, een oproepe tot terugtrekking uit Irak, een nee tegen agressie tegen Iran of Syrië "of wie dan ook" , een optroep om de financiële steun aan apartheidsstaat Israël stop te zetten. Ook wil de groep dat de geldstroom verschuift van oorlogsuitgaven naar sociale besteding en keert ze zich tegen de aantasting van burgerrechten en het racisme waarmee de oorlog gepaard gaat.
Ook onder studenten had de oproep steun. Het Campus Antiwar Network, leden van Students for a Democratic Society en World Can't Wait hadden opgeroepen tot een Verenigd Contingent van Jongeren en Studenten op de demonstratie (gevonden via Indymedia DC, dat ik weer vond op het weblog Dear Kitty). Hoeveel mensen daaraan deelnamen weet ik niet. Maar mobilisatie onder vakbondsleden had in ieder geval resultaat gehad. Volgens Henry Singleton waren er 55 bussen met demonstranten uit New York gekomen, van een groep leden van een vakbond van gezondheidswerkers.
Demonstraties waren er ook in andere steden. In Los Angeles namen enkele duizenden mensen deel aan een betoging. Eén van hen was Cindy Sheehan, bekend geworden als moeder van een in Irak omgekomen soldaat die zich fel tegen de oorlog gekeerd heeft. In de zomer van 2005 groeide zij uit tot symbool van protest tegen de oorlog toen ze een vredeskamp begon bij het zomerverblijf van president Bush in Crawford, Texas. In San Francisco waren tussen de 3000 en de 5000 mensen tegen de oorlog de straat op gegaan. Eén van hen was oorlogsveteraan John Shiveley, 79 jaar. Zijn mening: "Dit is de verkeerde oorlog. het is een oorlog voor nep-redenen. Het is een illegale oorlog."
Alles bijeen was 27 januari een goede dag voor de strijd tegen de Irak-oorlog, en hopelijk een soort aftrap voor veel meer en ook steviger acties. Maar voor euforie is geen reden. Ruim honderdduizend mensen op straat is moedgevend. Maar in San Francisco hadden organisatoren op meer gehoopt dan het aantal dat demonstreerde. En de Christian Science Monitor schrijft dat organisatoren in Washington zelfs op meer dan 300.000 betogers hadden gehoopt.De meeste berichten gaan niet boven de honderdduizend, en zelfs als dit een onderschatting is (zoals heel erg vaak gebeurt in de gevestigde media), dan nog is het verschil met 300.000 wel fors.
Maar zelfs als we dit soort verschillen - plus de onhandigheid van organisatoren: zulke schattingen kun je beter niet naar buiten brengen tenzij je ERG zeker van je zaak bent - weglaten, dan kunnen we een dubbele kloof constateren. Er is een enorme afstand tussen de urgentie om grootschalige en drukverhogende acties te voeren, en de bescheiden mate waarin dat tot nu toe lukt. Die urgentie vloeit voort uit de escalatie, pardon "surge"waartoe het Witte Huis heeft besloten, en de naderende aanvalsoorlog tegen Iran . De Masters of War komen met escalatie, daartegenover is escalatie nodig van de voorvechters van vrede. Dat werk moet nog voor een heel groot deel op gang komen.
Een tweede kloof is in cijfers zichtbaar. Aan de ene kant zijn er de opiniepeilingen. Aan de andere kant de aantallen actievoerders. Een peiling van de Los Angeles Times en Bloomsberg polls geeft aan dat 51 procent wil dat het Congres het sturen van extra troepen naar Irak blokkeert. Vijfenveeertig procent wil dat het Congres een deadline stelt waarbinnen alle troepen teruggetrokken moeten zijn. En bijna twee derde wil dat er een begin met terugtrekking gemaakt wordt in het komende jaar; 19 porocent wil zelfs onmiddellijke terugtrekking.
Ik denk hierom dat het niet onjuist is om te stellen dat 40 tot 50 procent van de bevolking van de VS het in grote lijnen eens is met de demonstranten van 27 januari: die escalatie moet niet doorgaan, de terugtrekking van troepen moet beginnen, de oorlog moet worden afgebouwd. Veertig procent van de 300 miljoen mensen in de VS. Dat zijn 120 miljoen mensen. Trek daar kleine kinderen en bejaarden van af. Trek er de langdurig zieken, de mensen in ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen, van af. Trek er de twee miljoen mensen die in gevangenissen zitten opgesloten van af (ook als ze tegen de oorlog zijn kunnen ze niet naar een demonstratie). Reken heel voorzichtig. Minder dan 80 miljoen mensen zul je toch niet overhouden? Zelfs de 19 procent voor onmiddellijke terugtrekking komt neer op 57 miljoen mensen. Laat er dezelfde aftrekprocedure als hierboven op los en je houdt tussen de 35 en 40 miljoen mensen over.
Hoe je het wendt of keert, de ornganisaties die acties opzetten tegen de oorlog hebben een gehoor van tientallen miljoenen mensen die het al goeddeels met de doelstellingen van zulke acties eens zijn. Ik snap ook dat die tientallen miljoenen mensen niet altijd in staat zijn om te demonstreren. mensen hebben andere verplichtingen. Maar het gat tussen bijvoorbeeld de genoemde 35 miljoen en de 100.000 demonstranten is wel heel erg groot. Het gat tussen de genoemde 8o miljoen en de 100.000 is afgrondelijk.
In deze kloof ligt een probleem besloten, een immense uitdaging. Hoe verandert de passieve steun aan de doelstellingen van de antioorlogsstrijd aan actieve deelname aan die strijd? Hoe veranderen sympathisanten in activisten? En wat staat activisten te doen om dit veranderingsproces te bevorderen? Er is nog een hele lange weg te gaan - en het vereiste tempo is hoog, erg hoog...
zaterdag 27 januari 2007
Hoop in Washington
Vele tienduizenden tegenstanders van de oorlog in Irak houden vandaag een grote demonstratie. Daarmee zetten ze onder meer het in november gekozen Congress onder druk. Bij verkiezingen die maand wonnen Democraten, vooral omdat mensen via een stem daarop hun afwijzing van de oorlog en hun wil om troepen terug te zien komen, tot uiting brachten.
De demonstratie belooft één van de grootste sinds jaren te worden. Gangmaker is United for Peace and Justice (UFPJ), een brede coalitie van 1300 plaatselijke en landelijke actiegroepen en maatschappelijke en politieke organisaties. Daarnaast zijn Win Without War, Working Assets, True Majority, de National Organisation of Women en de RainbowPUSH Coalition betrokken.
De breedte van het protest is opmerkelijk en verheugend - maar gezien de opiniepeilingen waar Bush en zijn oorlog gestaag onder zeeniveau aan het wegzakken is, niet eens verbazingwekkend. De National Organisation of Women bijvoorbeeld is een ultra-gematigde groep. Dat die meedoet, laat zien hoe breed het protest gedragen wordt.
De focus is op de Democratische meerderheid van het Congres. Dat is zowel logisch als problematisch. "Mensen vroegen ons direct na deverkiezing, 'wel, wat gaat het Congres doen?' En we beseften snel dat de echte vraag was: 'wat gaan wij doen om dit Congres onder druk te zetten om te doen wat ze zeiden toen ze verkozen werden?" zegt Lesie Cagan van UFPJ. Die stootrichting, die druk op Congresleden, is op zichzelf zinnig. Het Congres kan de geldkraan dichtdraaien en daarmee de oorlog dwarsbomen.
Maar er is wel een probleem. De Democratische verkiezingszege is te danken aan een breed sentiment tegen de oorlog, en dat weten de Democratische politici dondersgoed. Maar de meeste van hen waren toen ze gekozen werden niet echt tegen de oorlog. Ze waren tegen de manier waarop Bush hem voert, ze wilden een cleanere oorlog, en eentje die wint. Druk op deze lieden is niet zozeer een kwestie van ze aan hun anti-oorlogs-beloften houden, want de meesten niet gedaan. Het is veeleer een poging om ze te laten voelen dat de kiezers van hen een anti-oorlogshouding eisen, dat Congresleden hun houding aan moeten scherpen, de escalatie van Bush niet moeten steunen en dergelijke.
Het is uit veel uitlatingen duidelijk dat Democratische kopstukken na de verkiezingen en de escalatieplannen van Bush inderdaad iets steviger uitspraken tegen de oorlog beginnen te doen. Op 24 januari nam de Senaatscommissie voor Buitenlandse zaken bijvoorbeeld een resolutie in die richting aan. Alle Democraten stemden voor, evenals een Republikein. Die had de resolutie zelfs mede ingediend, een teken hoe diep de verdeeldheid over de oorlog ook aan de top inmiddels is geworden. Maar zolang het Congres de geldkraan niet dichtdraait, kan het Witte Huis doorgaan, resoluties of niet. Zulkew uitspraken zijn precies dat: uitspraken, niet bindend, een gebaar.
Het is dan ook niet juist om de Democratische Partij te behandelen als een wat softere anti-oorlogspartij die soms een zetje nodig heeft. Slechts de breed gevoelde weerzin onder de bevolking, plus het feit dat de VS bepaald niet aan de winnende hand is, heeft delen van de partij doen draaien. Het feit dat de organisatie van de demonstratie een hele reeks Democratische politici op het podium haalt - mensen die als persoon inderdaad critici van de oorlog zijn - is begrijpelijk, maar geeft de Democraten als partij veel te veel anti-oorlogs-credits.
Zeer hoopgevend is de deelname van soldaten in actieve dienst aan de betoging. Jonathan Hutto, onderofficier in de Amerikaanse marine, is bijvoorbeeld spreker op de demonstratie, en verwacht dat enkele tientallen soldaten aan de betoging deelnemen. Hij maakt deel uit van Appeal for Redress, een groepering van 1200 mensen. Deze organisatie - opgezet door Hutto en Liam Madden, sergeant bij de marine, heeft zowel veteranen als mensen in actieve dienst aan boord. De groep wil dat de VS haar soldaten uit Irak terugtrekt. Soldaten tegen de oorlog, veteranen tegen de oorlog, familieleden van soldaten tegen de oorlog -bijvoorbeeld Cindy Sheehan - hebben devredesbeweging in de VS van een ruggengraat en een geloofwaardigheid onder brede lagen van de bevolking helpen voorzien. De deelname van soldaten - hoe weinig nog ook - aan protesten als dit, is van immens belang.
Naast de demonstratie komen en zijn er meer acties. Zo zijn anti-oorlogsmensen bezig met lobbyen bij Congresleden. Americans Against Escalation in Iraq wil hiervoor $ 9 miljoen inzetten en heeft al gesprekken met Democratische kopstukken Hillary Clinton en Barack Obama, geen van beiden principiële tegenstanders van de oorlog trouwens, en dat is zacht gezegd. Dat zulke solide en loyale voorvechters van de Amerikaanse hegemonie in de wereld zullen bijdraaien na een goed gesprek met wat welbespraakte loyalisten valt te betwijfelen.
Steviger werk zal na de demonstratie op gang komen, en dat is maar goed ook. Zo is er het Occupation Project aangekondigd. Hier doen onder andere CODEPINK, Voices of Creative Nonviolence en Veterans For Peace aan mee. Vanaf 5 februari gaat de campagne van start. Het idee is simpel en stevig. In de woorden van Jeff Leys, coördinator van Voices of Creative Nonviolence: "Afgevaardigden en Saenatoren: beloof in het openbaar dat jullie zullen stemmen tegen Zo niet dan bezetten we jullie kantoren. (...) Dit zal niet een enkele actie zijn op een enkele dag. We zullen terugkomen, keer op keer, tot jullie beloven tegen fondsen voor de Irak-oorlog te stemmen."
Soldaten die nee zeggen tegen de oorlog, toenemende ordeverstorende verzetsacties, tegen de achtegrond van een inmiddels heel breed draagvlak voor de eis tot terugtrekking uit Irak - dit soort dingen kan helpen voorkomen dat de grootse demonstratie van vandaag weinig meer wordt dan een relatief incidenteel krachtig gebaar, hoe welkom, nodig en hoopvol dat ook al is. Breedte en zichtbaarheid van protest zijn wezenlijk, maar gaan de oorlog als zodanig niet keren. Continuïteit en steviger drukmiddelen zijn nodig om werkelijk de stekker uit de oorlogsmachine te halen. De dag van vandaag is belangrijk - en smaakt naar meer, veel meer.
De demonstratie belooft één van de grootste sinds jaren te worden. Gangmaker is United for Peace and Justice (UFPJ), een brede coalitie van 1300 plaatselijke en landelijke actiegroepen en maatschappelijke en politieke organisaties. Daarnaast zijn Win Without War, Working Assets, True Majority, de National Organisation of Women en de RainbowPUSH Coalition betrokken.
De breedte van het protest is opmerkelijk en verheugend - maar gezien de opiniepeilingen waar Bush en zijn oorlog gestaag onder zeeniveau aan het wegzakken is, niet eens verbazingwekkend. De National Organisation of Women bijvoorbeeld is een ultra-gematigde groep. Dat die meedoet, laat zien hoe breed het protest gedragen wordt.
De focus is op de Democratische meerderheid van het Congres. Dat is zowel logisch als problematisch. "Mensen vroegen ons direct na deverkiezing, 'wel, wat gaat het Congres doen?' En we beseften snel dat de echte vraag was: 'wat gaan wij doen om dit Congres onder druk te zetten om te doen wat ze zeiden toen ze verkozen werden?" zegt Lesie Cagan van UFPJ. Die stootrichting, die druk op Congresleden, is op zichzelf zinnig. Het Congres kan de geldkraan dichtdraaien en daarmee de oorlog dwarsbomen.
Maar er is wel een probleem. De Democratische verkiezingszege is te danken aan een breed sentiment tegen de oorlog, en dat weten de Democratische politici dondersgoed. Maar de meeste van hen waren toen ze gekozen werden niet echt tegen de oorlog. Ze waren tegen de manier waarop Bush hem voert, ze wilden een cleanere oorlog, en eentje die wint. Druk op deze lieden is niet zozeer een kwestie van ze aan hun anti-oorlogs-beloften houden, want de meesten niet gedaan. Het is veeleer een poging om ze te laten voelen dat de kiezers van hen een anti-oorlogshouding eisen, dat Congresleden hun houding aan moeten scherpen, de escalatie van Bush niet moeten steunen en dergelijke.
Het is uit veel uitlatingen duidelijk dat Democratische kopstukken na de verkiezingen en de escalatieplannen van Bush inderdaad iets steviger uitspraken tegen de oorlog beginnen te doen. Op 24 januari nam de Senaatscommissie voor Buitenlandse zaken bijvoorbeeld een resolutie in die richting aan. Alle Democraten stemden voor, evenals een Republikein. Die had de resolutie zelfs mede ingediend, een teken hoe diep de verdeeldheid over de oorlog ook aan de top inmiddels is geworden. Maar zolang het Congres de geldkraan niet dichtdraait, kan het Witte Huis doorgaan, resoluties of niet. Zulkew uitspraken zijn precies dat: uitspraken, niet bindend, een gebaar.
Het is dan ook niet juist om de Democratische Partij te behandelen als een wat softere anti-oorlogspartij die soms een zetje nodig heeft. Slechts de breed gevoelde weerzin onder de bevolking, plus het feit dat de VS bepaald niet aan de winnende hand is, heeft delen van de partij doen draaien. Het feit dat de organisatie van de demonstratie een hele reeks Democratische politici op het podium haalt - mensen die als persoon inderdaad critici van de oorlog zijn - is begrijpelijk, maar geeft de Democraten als partij veel te veel anti-oorlogs-credits.
Zeer hoopgevend is de deelname van soldaten in actieve dienst aan de betoging. Jonathan Hutto, onderofficier in de Amerikaanse marine, is bijvoorbeeld spreker op de demonstratie, en verwacht dat enkele tientallen soldaten aan de betoging deelnemen. Hij maakt deel uit van Appeal for Redress, een groepering van 1200 mensen. Deze organisatie - opgezet door Hutto en Liam Madden, sergeant bij de marine, heeft zowel veteranen als mensen in actieve dienst aan boord. De groep wil dat de VS haar soldaten uit Irak terugtrekt. Soldaten tegen de oorlog, veteranen tegen de oorlog, familieleden van soldaten tegen de oorlog -bijvoorbeeld Cindy Sheehan - hebben devredesbeweging in de VS van een ruggengraat en een geloofwaardigheid onder brede lagen van de bevolking helpen voorzien. De deelname van soldaten - hoe weinig nog ook - aan protesten als dit, is van immens belang.
Naast de demonstratie komen en zijn er meer acties. Zo zijn anti-oorlogsmensen bezig met lobbyen bij Congresleden. Americans Against Escalation in Iraq wil hiervoor $ 9 miljoen inzetten en heeft al gesprekken met Democratische kopstukken Hillary Clinton en Barack Obama, geen van beiden principiële tegenstanders van de oorlog trouwens, en dat is zacht gezegd. Dat zulke solide en loyale voorvechters van de Amerikaanse hegemonie in de wereld zullen bijdraaien na een goed gesprek met wat welbespraakte loyalisten valt te betwijfelen.
Steviger werk zal na de demonstratie op gang komen, en dat is maar goed ook. Zo is er het Occupation Project aangekondigd. Hier doen onder andere CODEPINK, Voices of Creative Nonviolence en Veterans For Peace aan mee. Vanaf 5 februari gaat de campagne van start. Het idee is simpel en stevig. In de woorden van Jeff Leys, coördinator van Voices of Creative Nonviolence: "Afgevaardigden en Saenatoren: beloof in het openbaar dat jullie zullen stemmen tegen Zo niet dan bezetten we jullie kantoren. (...) Dit zal niet een enkele actie zijn op een enkele dag. We zullen terugkomen, keer op keer, tot jullie beloven tegen fondsen voor de Irak-oorlog te stemmen."
Soldaten die nee zeggen tegen de oorlog, toenemende ordeverstorende verzetsacties, tegen de achtegrond van een inmiddels heel breed draagvlak voor de eis tot terugtrekking uit Irak - dit soort dingen kan helpen voorkomen dat de grootse demonstratie van vandaag weinig meer wordt dan een relatief incidenteel krachtig gebaar, hoe welkom, nodig en hoopvol dat ook al is. Breedte en zichtbaarheid van protest zijn wezenlijk, maar gaan de oorlog als zodanig niet keren. Continuïteit en steviger drukmiddelen zijn nodig om werkelijk de stekker uit de oorlogsmachine te halen. De dag van vandaag is belangrijk - en smaakt naar meer, veel meer.
vrijdag 26 januari 2007
Guinee: staking, volksopstand, bloedbad
Veiligheidstroepen in Guinee hebben op 22 januari een bloedbad aangericht onder demonstranten: de onderdrukking kostte 59 mensenlevens; 267 mensen raakten gewond. Het wankele bewind van presicent Conte, onder grote druk door een algemene staking en massabetogingen, probeert klaarblijkelijk met grof geweld de macht te houden. Wel heeft de president inmiddels gezegd dat hij bereid is om een nieuwe premier te benoemen. Maar de oppositiekrachten willen meer zien. "Het volk van Guinea wil niet nog meer beloften. Ze willen iets concreets", zei vakbondsleider Abdoulaye Sow.
De betogingen van 22 januari brachten in de hoofdstad Conakry 30.000 mensen op de been, en nog eens tienduizenden in andere steden. "Mensen lijken te beseffen dat als duizenden mensen tegenover honderden of tientallen veiligheidstroepen staan, zelfs als er een handvol mensen doodgaan, dat ze dan het vermogen hebben om de macgt in eigen handen te nemen" , zegt Mike McGovern, West-Afrika-expert aan de Univeriteit van Yale.
Bram Postumus, een andere expert, denkt dat het kritieke punt waarop de macht van het bewind bedreigd wordt nog niet bereikt is, maar erkent wel: "Wat deze stakingen mij zeggen is dat de mensen in Guinee over de rand zijn geduwd. De staking zal doorgaan." De boosheid van mensen lijkt het te winnen van de angst. "Mensen zijn lang bang geweest, dat ze nu de straat op gaan is een enorme verandering" , zegt hij.
Postumus denkt dat de rol van het leger beslissend zal zijn, en dan kan kloppen. Maar dat kan op twee manieren: een staatsgreep 'om de orde te herstellen' - waarmee de beweging een reactionaire ontknoping zou krijgen - of de weigering van de soldaten om nog langer regeringsorders uit te voeren, muiterij, het overlopen van soldaten naar de protestbeweging - waramee de volksopstand een revolututie zou worden. Speculaties wijzen eerder in de richting van het eerste.
Intussen gaat de staking door. Ook donderdag vonden weer massaprotesten plaats: 15.000 demonstranten in de stad Kankan. Betogers waarschuwden vakbondsleiders voor de "sluwheid" van de president. Daarmee zien we wat eerder in de protestbeweging merkbaar was: delen van de bweging gaan verder, zijn radicaler, dan de vakbonds- en oppositieleiders. Zo trokken mensen op 20 januari op naar de woning van een plaatselijke bestuurder in Nzerekoe, volgens een ooggetuige om die te plunderen. Veiligheidstroepen en betogers raakten slaags: 3 doden, 12 gewonden. Vakbondsonderhandelaar Ousmane Souare erkent: "Dit is een volksopstand geworden. We hebben er geen greep op.".
Hoe gaat het verder? De staking duurt inmiddels meer dan twee weken, de volksopstand gaat door ondanks - of misschien wel dank zij - het botte geweld. Er is het , al genoemde, gevaar van een militaire staatsgreep. Er is het gevaar dat het bewind mensen van de ene bevolkingsgroep tegen mensen van de andere gaat opzetten. Zo deed president Conte kortgeleden op TV een beroep op eenheid van de militairen - in zijn eigen Susu-taal, iets wat bij andere bevolkingsgroepen minder goed kan vallen.
Maar de belangrijkste bedreiging van de volksopstand lijkt uitputting te zijn, en honger. De staking richt zich mede tegen de hoge prijzen, de onbetaalbaarheid van het dagelijks levensonderhoud. Maar met een lamgelegde economie stijgen nu de prijzen ook en onstaan er tekorten. De beweging staat voor een beslissende uitdaging: vooruit en doorbraken forceren , of terugwijken en met slechts beperkte concessies genoegen nemen. Op korte termijn lijkt de kracht van het volksverzet ongebroken. Maar de tijd die de beweging voorhet behalen van de zege heeft is niet onbeperkt.
Eerdere artikelen op dit weblog over de protestbeweging in Guinee: "Algemene staking in Guinee" (12 januari); "Guinee: van staking naar volksopstand?" (16 januari); "Guinee: begin van revolutie" (20 januari).
De betogingen van 22 januari brachten in de hoofdstad Conakry 30.000 mensen op de been, en nog eens tienduizenden in andere steden. "Mensen lijken te beseffen dat als duizenden mensen tegenover honderden of tientallen veiligheidstroepen staan, zelfs als er een handvol mensen doodgaan, dat ze dan het vermogen hebben om de macgt in eigen handen te nemen" , zegt Mike McGovern, West-Afrika-expert aan de Univeriteit van Yale.
Bram Postumus, een andere expert, denkt dat het kritieke punt waarop de macht van het bewind bedreigd wordt nog niet bereikt is, maar erkent wel: "Wat deze stakingen mij zeggen is dat de mensen in Guinee over de rand zijn geduwd. De staking zal doorgaan." De boosheid van mensen lijkt het te winnen van de angst. "Mensen zijn lang bang geweest, dat ze nu de straat op gaan is een enorme verandering" , zegt hij.
Postumus denkt dat de rol van het leger beslissend zal zijn, en dan kan kloppen. Maar dat kan op twee manieren: een staatsgreep 'om de orde te herstellen' - waarmee de beweging een reactionaire ontknoping zou krijgen - of de weigering van de soldaten om nog langer regeringsorders uit te voeren, muiterij, het overlopen van soldaten naar de protestbeweging - waramee de volksopstand een revolututie zou worden. Speculaties wijzen eerder in de richting van het eerste.
Intussen gaat de staking door. Ook donderdag vonden weer massaprotesten plaats: 15.000 demonstranten in de stad Kankan. Betogers waarschuwden vakbondsleiders voor de "sluwheid" van de president. Daarmee zien we wat eerder in de protestbeweging merkbaar was: delen van de bweging gaan verder, zijn radicaler, dan de vakbonds- en oppositieleiders. Zo trokken mensen op 20 januari op naar de woning van een plaatselijke bestuurder in Nzerekoe, volgens een ooggetuige om die te plunderen. Veiligheidstroepen en betogers raakten slaags: 3 doden, 12 gewonden. Vakbondsonderhandelaar Ousmane Souare erkent: "Dit is een volksopstand geworden. We hebben er geen greep op.".
Hoe gaat het verder? De staking duurt inmiddels meer dan twee weken, de volksopstand gaat door ondanks - of misschien wel dank zij - het botte geweld. Er is het , al genoemde, gevaar van een militaire staatsgreep. Er is het gevaar dat het bewind mensen van de ene bevolkingsgroep tegen mensen van de andere gaat opzetten. Zo deed president Conte kortgeleden op TV een beroep op eenheid van de militairen - in zijn eigen Susu-taal, iets wat bij andere bevolkingsgroepen minder goed kan vallen.
Maar de belangrijkste bedreiging van de volksopstand lijkt uitputting te zijn, en honger. De staking richt zich mede tegen de hoge prijzen, de onbetaalbaarheid van het dagelijks levensonderhoud. Maar met een lamgelegde economie stijgen nu de prijzen ook en onstaan er tekorten. De beweging staat voor een beslissende uitdaging: vooruit en doorbraken forceren , of terugwijken en met slechts beperkte concessies genoegen nemen. Op korte termijn lijkt de kracht van het volksverzet ongebroken. Maar de tijd die de beweging voorhet behalen van de zege heeft is niet onbeperkt.
Eerdere artikelen op dit weblog over de protestbeweging in Guinee: "Algemene staking in Guinee" (12 januari); "Guinee: van staking naar volksopstand?" (16 januari); "Guinee: begin van revolutie" (20 januari).
woensdag 24 januari 2007
Weer Amerikaans bombardement op Somalië
Opnieuw heeft de VS een luchtaanval op Somalië uitgevoerd. Functionarissen van de VS hebben dat inmiddels bevestigd. Doelwit, volgens één van hen: 'doelwitten' van de Somalische Raad van Islamitische Rechtbanken (SICC). Of deze keer wederom vooral tientallen weerloze herders zijn vermoord, zoals bij de Amerikaanse luchtaanvallen twee weken geleden, vertelt de berichtgeving nog niet.
Die vorige luchtaanvallen hadden de uitschakeling van drie kopstukken van Al Qaeda tot doel, waaronder Fazul Abdallah Mohammed. Maar al snel bleek dat dit niet gelukt was. Het vermoorden van willekeurige dorpsbewoners is natuurlijk ook een stuk eenvoudiger. En de impliciete boodschap van de VS - wee degene die ons weerstreeft - komt des te duidelijker over naarmatede slachtoffers weerlozer zijn. Een ieder is wederom gewaarschuwd.
Eerdere berichtgeving over Somalië op dit weblog: "VS terroriseert Somaliërs", 10 januari 2007.
Die vorige luchtaanvallen hadden de uitschakeling van drie kopstukken van Al Qaeda tot doel, waaronder Fazul Abdallah Mohammed. Maar al snel bleek dat dit niet gelukt was. Het vermoorden van willekeurige dorpsbewoners is natuurlijk ook een stuk eenvoudiger. En de impliciete boodschap van de VS - wee degene die ons weerstreeft - komt des te duidelijker over naarmatede slachtoffers weerlozer zijn. Een ieder is wederom gewaarschuwd.
Eerdere berichtgeving over Somalië op dit weblog: "VS terroriseert Somaliërs", 10 januari 2007.
dinsdag 23 januari 2007
zaterdag 20 januari 2007
Guinee: begin van revolutie
Steeds grimmiger verloopt de volksopstand waartoe de op 10 januari begonnen algemene staking in Guinee inmiddels is uitgegroeid. Aljazeera meldt dat er inmiddels vijf doden zijn gevallen. Autoriteiten pakken inmiddels ook vakbondslijders korte tijd op. Maar de stakende en demonstrerende arbeiders en jongeren voeren de druk verder op.
In een arbeiderswijk vochten stenengooiende jongeren langdurig met de politie, die met rubberkogels schoot. In Kissidougou en Kankan namen enkele duizende mensen aan straatprotest deel. De gouverneur van de hoofdstad heeft alle publieke bijeenkomsten verboden, en de politie treedt keer op keer grof op. Vakbondsleider Yamadou Touree kondigde aan: "We houden de staking en de demonstraties gaande in het hele grondgebied. We hebben de deur voor onderhandelingen niet dichtgedana, maar we hebben een rustige atmosfeer nodig. De autoriteiten hebben ons niet in de gelegenheid gesteld om onze problemen uit te leggen." (Aljazeera, 19 januari 2007).
Maar voor onderhandelingen zijn de boze betogers niet echt meer in de stemming, zo is de indruk die je uit berichtgeving krijgt. In Labe vielen duizenden mensen regeringsgebouwen aan. "Ze gingen naar het huis van de gouverneur en plunderden alles. Ik zag rook opstijgen. Daarna gingen ze naar de woning van de prefect waar ze een deel van de muur neerhaalden --- voor het leger begon ze te verspreiden" , aldus Matire Sylla, iemand die daar woont.
Op 17 januari legden bauxietarbeiders in het nationale bauxietbedrijf CBG het werk neer. Bauxiet is een van de belangrijkste exportprodukten van het land, en Guinee is ook nog eens één van de voornaamste leveranciers van bauxiet. Daarmee krijgt de beginnende revolutie in Guinee een rechtstreekse internationale economische dimense. CBG is deels eigendom van multinational Alcoa.
Intussen begint president Conte kennelijk wat nerveus te worden. Hij kondigde enkele toegevingen aan: lagere brandstofprijzen, hogere salarissen voor docenten en zo nog wat. Maar de protestbeweging eist dat hij zijn macht aan een nieuwe regering overdraagt (One News, 18 januari 2007).
Woensdagavond vond een ontmoeting tussen de president en vakbondsleiders plaats. Daar bleek de scherpte van de confrontatie. "Hij dreigde ons te doden als we de staking niet afbliezen" , zo vertelde vakbondsleider Rabiatou Serah Diallo naderhand. In de straten van de hoofdstad hing na een met traangas en kogels (niet alleen rubber) uiteengeschoten demonstratie: "Maak een eind aan het Conte Regime. We willen verandering" .
Diallo nogmaals: "De oplossing van de staking is in handen van President Conte en de in stellingen van de Republiek. We gaan door met de strijd tot onze eisen bevredigend zijn ingewilligd." (AllAfrica, 17 januari). Student Gassimu Issiage Camara was wat scherper in zijn bewoordingen: "We willen dat Conte vertrekt. Dat is het enige waar we allemaal voor vechten." Sommige arbeiders in goudmijn Anglo Gold Ashanti, Ltd, een Zuidafrikaans bedrijf, gingen niet aan het werk. "We hebben niet het gevoel dat er een snel einde aan de crisis ophanden is" , zo somberde een diplomaat. (Sydney Morning Herald, 19 januari 2007).
Steeds duidelijker wordt welke kant dit opgaat: revolutie. "De staking zou wel eens kunnen leiden tot een machtsverschuiving in de directe toekomst, en lijkt reeds af te gaan op een volksopstand in Labe, Pita(...) en mogelijk de oostelijke wijken van Conakry. Als andere steden in het binnenland, zoals Kankan, Guegedou en N'Zerekore die kant opgaan, dat zal de balans vri dramatisch zijn begonnen over te hellen". Dat zei Mike McGovern, West-Afrika-specialist aan de Universiteit van Yale, VS.
Vanuit de actievoerende bevolking klinken duidelijk geluiden: "We willen geen onderhandelingen, en ook geen compromis met Conte, en evenmin een paleisrevolutie van de generaals. Het volk van Guinee wil alleen een totale overwinning: het eind van het bewind en een overgangsregering van nationale eenheid" , zo berichtte een op straat verspreid pamflet, onder de titel "Het Oog van het Volk" ( Reuters, 19 januari 2007).
Dit soort taal laat zien dat actievoerenden bezig zijn om de nog vrij gematigde vakbondstop links in te halen. Het is een teken van hoopgevende radicalisering, een teken dat het voor de machthebbers niet mee gaat vallen om de buitengewoon vastberaden strijdende bevolking met een fooi af te schepen.
Eerdere berichtgeving op dit weblog, met achtergronden van de staking en wat economische gegevens: "Algemene staking in Guinee" (12 januari 2007) en "Guinee: van staking naar volksopstand? " , (16 januari 2007).
(verbeterd nav commentaar Dear Kitty 22 januari 2007)
In een arbeiderswijk vochten stenengooiende jongeren langdurig met de politie, die met rubberkogels schoot. In Kissidougou en Kankan namen enkele duizende mensen aan straatprotest deel. De gouverneur van de hoofdstad heeft alle publieke bijeenkomsten verboden, en de politie treedt keer op keer grof op. Vakbondsleider Yamadou Touree kondigde aan: "We houden de staking en de demonstraties gaande in het hele grondgebied. We hebben de deur voor onderhandelingen niet dichtgedana, maar we hebben een rustige atmosfeer nodig. De autoriteiten hebben ons niet in de gelegenheid gesteld om onze problemen uit te leggen." (Aljazeera, 19 januari 2007).
Maar voor onderhandelingen zijn de boze betogers niet echt meer in de stemming, zo is de indruk die je uit berichtgeving krijgt. In Labe vielen duizenden mensen regeringsgebouwen aan. "Ze gingen naar het huis van de gouverneur en plunderden alles. Ik zag rook opstijgen. Daarna gingen ze naar de woning van de prefect waar ze een deel van de muur neerhaalden --- voor het leger begon ze te verspreiden" , aldus Matire Sylla, iemand die daar woont.
Op 17 januari legden bauxietarbeiders in het nationale bauxietbedrijf CBG het werk neer. Bauxiet is een van de belangrijkste exportprodukten van het land, en Guinee is ook nog eens één van de voornaamste leveranciers van bauxiet. Daarmee krijgt de beginnende revolutie in Guinee een rechtstreekse internationale economische dimense. CBG is deels eigendom van multinational Alcoa.
Intussen begint president Conte kennelijk wat nerveus te worden. Hij kondigde enkele toegevingen aan: lagere brandstofprijzen, hogere salarissen voor docenten en zo nog wat. Maar de protestbeweging eist dat hij zijn macht aan een nieuwe regering overdraagt (One News, 18 januari 2007).
Woensdagavond vond een ontmoeting tussen de president en vakbondsleiders plaats. Daar bleek de scherpte van de confrontatie. "Hij dreigde ons te doden als we de staking niet afbliezen" , zo vertelde vakbondsleider Rabiatou Serah Diallo naderhand. In de straten van de hoofdstad hing na een met traangas en kogels (niet alleen rubber) uiteengeschoten demonstratie: "Maak een eind aan het Conte Regime. We willen verandering" .
Diallo nogmaals: "De oplossing van de staking is in handen van President Conte en de in stellingen van de Republiek. We gaan door met de strijd tot onze eisen bevredigend zijn ingewilligd." (AllAfrica, 17 januari). Student Gassimu Issiage Camara was wat scherper in zijn bewoordingen: "We willen dat Conte vertrekt. Dat is het enige waar we allemaal voor vechten." Sommige arbeiders in goudmijn Anglo Gold Ashanti, Ltd, een Zuidafrikaans bedrijf, gingen niet aan het werk. "We hebben niet het gevoel dat er een snel einde aan de crisis ophanden is" , zo somberde een diplomaat. (Sydney Morning Herald, 19 januari 2007).
Steeds duidelijker wordt welke kant dit opgaat: revolutie. "De staking zou wel eens kunnen leiden tot een machtsverschuiving in de directe toekomst, en lijkt reeds af te gaan op een volksopstand in Labe, Pita(...) en mogelijk de oostelijke wijken van Conakry. Als andere steden in het binnenland, zoals Kankan, Guegedou en N'Zerekore die kant opgaan, dat zal de balans vri dramatisch zijn begonnen over te hellen". Dat zei Mike McGovern, West-Afrika-specialist aan de Universiteit van Yale, VS.
Vanuit de actievoerende bevolking klinken duidelijk geluiden: "We willen geen onderhandelingen, en ook geen compromis met Conte, en evenmin een paleisrevolutie van de generaals. Het volk van Guinee wil alleen een totale overwinning: het eind van het bewind en een overgangsregering van nationale eenheid" , zo berichtte een op straat verspreid pamflet, onder de titel "Het Oog van het Volk" ( Reuters, 19 januari 2007).
Dit soort taal laat zien dat actievoerenden bezig zijn om de nog vrij gematigde vakbondstop links in te halen. Het is een teken van hoopgevende radicalisering, een teken dat het voor de machthebbers niet mee gaat vallen om de buitengewoon vastberaden strijdende bevolking met een fooi af te schepen.
Eerdere berichtgeving op dit weblog, met achtergronden van de staking en wat economische gegevens: "Algemene staking in Guinee" (12 januari 2007) en "Guinee: van staking naar volksopstand? " , (16 januari 2007).
(verbeterd nav commentaar Dear Kitty 22 januari 2007)
donderdag 18 januari 2007
Terreurhype: Socialistische Partij kiest verkeerde kant
De polderversie van de "Oorlog tegen Terrorisme" krijgt steeds merkwaardiger deelnemers en fans. Eerst was er de coördinatoer terrorismebestrijding, Tjibbe Joustra, die zich druk maakte over internet dat een "virtueel trainingskamp" wordt vanwege al die "radicale websites" waar mensen kunnen leren hoe je bommen maakt (informatie die je ook gewoon uit de Openbare Bibliotheek kunt halen, of uit de scheikundeles op de middelbare school. Dicht, die bibliotheek! Ontslaan, die scheikundedocent! Toch, mijnheer Joustra?).
Daarrna was er de benoeming van een hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme, een coproduktie van de Universiteit van Leiden en de al genoemde heer Joustra. Huurwetenschappers, noemt George Monbiot wetenschapslieden die door bijvoorbeeld Exxon Mobil betaald worden om de dreigende klimaatcatastrofe vanwege het broeikaseffect blijven ontkennen of wegrelativeren. Huurwetenschap is wel een mooie typering van het soort opgeleukt politieadvies dat de komende hoogleraar gaat geven.
Maar nu heeft zich een nieuwe bondgenoot in de Heilige Antiterroristische Oorlog gemeld: de Socialistische Partij, bij monde van kamerlid Jan de Wit. "NCTB moet doorzetten bij aanpak terreurpropaganda op internet", meldt een bericht op de SP-website. NCTB staat voor Nationaaal Coördinator Terrorismebestrijding, wederom Joustra dus. De Wit: "De Tweede Kamer heeft na de moord op Theo van Gogh al aangegeven dat websites die haat en geweld prediken tegen de Westerse aamenleving hard aangepakt moeten worden Inmiddels zijn veel beheerders van dergeijke sites naar het buitenland uitgeweken. De aanpak van deze sites is weliswaar moeilijker, maar niet onmogelijk. Ik denk dat we hier nog duidelijk werk te verzetten hebben."
Het gaat De Wit kennelijk om veel meer dan om sites waar bommenrecepten te vinden zijn. Het gaat om sites waarin opgeroepen wordt tot "haat en geweld tegen de Westerse samenleving" . Anders gezegd, het gaat om sites waar een bepaalde mening tot uiting wordt gebracht. Zolang die mening niet gepaard gaat met een specifiek, concreet dreigement, dienen de autoriteiten zich met zulke websites in het geheel niet te bemoeien. Meningen en ideologische uitingen, hoe weinig fraai je ze ook mag vinden - de staat dient ervan af te blijven.
De Wit denkt blijkbaar dat de aanpak van dit soort uitingen ingegeven wordt door een legitieme zorg om veiligheid. Dat lijkt me erg kortzichtig. Het punt van de antiterreurhype, waar de jacht op websites deel van is, is niet veiligheid. hetn punt is bangmakerij, angs zaaien voor Moslims, een verband suggereren tussen Islam en terrorisme. In de NOVA-reportages zagen we sites met menu's waar duidelijk het Islamitische referentiekader uit moest blijken: Johaad en dat soort termen. Net zo makkelijk hadden er White Power-symbolen in beeld gebracht kunnen worden, op een site met een hooge Bood &Honor gehalte. Maar dat gebeurde niet. Radicalisme is iets Islam-achtigs, niet iets nazi-achtigs, in deze beeldvorming. Dat maakt de ze hype islamofoob.
Daar komt iets bij. De strekking van de alarmkreet van Joustra is dat bevoegdheden van politie en justitie groter moeten worden. De strekking is een versterking van de staat, het vergroten van haar capaciteit en speelruimte om mensen te controleren, radicale oppositie te bestrijden, de bevolking er beter onder te houden. Met het soort repressieve bevoegdheden waar dit op uitdraait zou de regering de opkomst van de SP, in de tijd toen die partij nog revolutionaire geluiden voorbracht, stevig hebben kunnen dwarsbomen. Een werkelijk socialistische partij moet de gevestigde orde en haar staat op geen enkele manier steunen hierin, maar juist bestrijden in het najagen van dit soort repressieve ambities.
Is het de taak van socialisten om zich te keren tegen "haat en geweld tegen de Westerse samenleving" ? Is de kern van die samenleving werkelijk iets dat we zouden moeten verdedigen als legitiem, hooguit vatbaar voor vreedzame aanpassingen? Over wat voor maatschappij hebben we het eigenlijk? Wat voor erfenis gaat er achter dat begrip "Westerse samenleving" schuil?
De Westerse maatschappij is gegrondvest op roof. Koloniale plundering, het wegsleven van goud en zilver nadat Indiaanse dwangarbeiders dat in mijnen in Bolivia hadden mnoeten winnen, slavenhandel - dat was de grondslag van fortuinen die vervolgens in de handel en industrie van Westeuropa en Noord-Amerika werd gestoken. Die industrie kwam op gang door de lonen zo laag mogelijk te houden, en de werktijden zo lang mogelijk. De onderlinge rivaliteit van Westerse mogendheden leidde twee keer in de twintigste eeuw tot massaslachtingen die tientallen miljoenen mensenlevens eisten. De massamoord op zes miljoen joden en miljoenen anderen vond plaats in het hart van Europa, in die veelgeprezen Westerse maatschappij. De huidige oorlogen van Bush in het Midden-Oosten zijn slechts het meest recente symptoom van het immense bloedspoor dat de "Westerse samenleving" al eeuwenlang over deze planeet trekt.
Ja, tegen al deze toestanden kwam verzet, en herhaaldelijk met resultaat. Ook die strijd en de gevolgen daarvan - democratische verwordenheden, vakbondsrechten, hogere lonen, sociale zekerheid, afschaffing van slavernij, ontmanteling van koloniale rijken - is een aspect van de Westerse samenleving (en niet alleen van die maatschappij). Maar dat onderstreept alleen maar hoe absurd het is om "de Westese samenleving" als geheel in verdediging te nemen.
Sterker: een socialist moet juist de gewelddadige kern van de Westerse maatschappij - kapitalistische uitbuiting, imperialistische onderdrukking en haar voorlopers: kolonialisme en slavernij), racisme - afwijzen en bestrijden. Haat, jazeker, dat is wat ook socialisten prediken tegen een Westerse samenleving die dit soort verschrikkingen als basis van haar identiteit en macht heeft. Haat, geworteld in liefde voor al degenen - inclusief wijzelf - die onder deze maatschappij lijden en zich ertegen proberen te verweren. En die strijd kent keer op keer een gewelddadige dimensie, omdat de machthebbers slechts wijken voor keiharde druk. De vijanden van de Westerse samenleving hebben in de kern bepaald geen ongelijk, en als socialist reken ik mij op mijn manier tot deze vijanden.
Juist het Midden-Oosten is al vele tientallen jaren een roofobject van Westerse overheersing, koloniale opdeling en oliediefstal geweest, en is dat nog. De Westerse oorlogen tegen Afghanistan, Irak, Libanonen zeer binnenkort Iran zijn typerend, niet incidenteel. Dat veel mensen met een herkomst of band met de regio een intense haat voelen jegens een maatschappij die hen dit aandoet - een socialist zou dat moeten snappen.
Dat mensen hun woede en hun haat - maar ook hun hoop op verandering - verwoorden met religieuze taal waarmee ze vertrouwd zijn, behoeft ook geen verbazing. Woordvoerders van de Westerse hegemonie prijzen maar wat graag de seculariseringen en de democratie aan als typoisch Westerse deugden die soms via oorlog kracht bijgezte moeten worden. Afghanistan binnevallen om vrouwenrechten te bevorderen, daty soort zaken. Is het vreemd dat mensen die deze hegemonie bestrijden, ook de bijbehorende taal over seclularisering en democratie niet meer kunnen hóren en teruggrijpen op delen van hun religieuze erfenis? Zo bezien is Islamitisch geïnspireerd verzet niet onlogisch - zeker daar waar links zich niet minstens zo hard keert tegen de Westerse overheersing. Precies daarin kiest de SP, door mee te doen met de antiterrorisme-hype, de verkeerde kant. En momenteel zijn er geen eens parlemenstsverkiezingen of op handen zijnde regeringsdeelname die deze gezagsgetrouwe keuze zelfs maar tactisch begrijpelijk kunnen maken.
Juist de hype gericht tegen "Moslim-terrorisme" verschaft degenen die oorlogen tgen landen waar voornamelijk Moslims wonen - hetzelfde rijtje, Irak, ASfghanistan, Somalië, morgen Iran - extra ideologische steun. Het jagen op "radicale internetsites" geeft indirect krediet aan degenen die de als "War on Terror" verpakte rooftochten van Bush. De SP heeft een grote en overwegend positieve rol gespeeld in het verzet tegen deze oorlogen. De huidige SP-steun aan de antiterreur-hype ondermijnt haar eigen verzetshouding en geeft de voorstanders van dit soort oorlogen onverdiende ruggensteun. Daarvoor zou de SP zich diep dienen te schamen.
Daarrna was er de benoeming van een hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme, een coproduktie van de Universiteit van Leiden en de al genoemde heer Joustra. Huurwetenschappers, noemt George Monbiot wetenschapslieden die door bijvoorbeeld Exxon Mobil betaald worden om de dreigende klimaatcatastrofe vanwege het broeikaseffect blijven ontkennen of wegrelativeren. Huurwetenschap is wel een mooie typering van het soort opgeleukt politieadvies dat de komende hoogleraar gaat geven.
Maar nu heeft zich een nieuwe bondgenoot in de Heilige Antiterroristische Oorlog gemeld: de Socialistische Partij, bij monde van kamerlid Jan de Wit. "NCTB moet doorzetten bij aanpak terreurpropaganda op internet", meldt een bericht op de SP-website. NCTB staat voor Nationaaal Coördinator Terrorismebestrijding, wederom Joustra dus. De Wit: "De Tweede Kamer heeft na de moord op Theo van Gogh al aangegeven dat websites die haat en geweld prediken tegen de Westerse aamenleving hard aangepakt moeten worden Inmiddels zijn veel beheerders van dergeijke sites naar het buitenland uitgeweken. De aanpak van deze sites is weliswaar moeilijker, maar niet onmogelijk. Ik denk dat we hier nog duidelijk werk te verzetten hebben."
Het gaat De Wit kennelijk om veel meer dan om sites waar bommenrecepten te vinden zijn. Het gaat om sites waarin opgeroepen wordt tot "haat en geweld tegen de Westerse samenleving" . Anders gezegd, het gaat om sites waar een bepaalde mening tot uiting wordt gebracht. Zolang die mening niet gepaard gaat met een specifiek, concreet dreigement, dienen de autoriteiten zich met zulke websites in het geheel niet te bemoeien. Meningen en ideologische uitingen, hoe weinig fraai je ze ook mag vinden - de staat dient ervan af te blijven.
De Wit denkt blijkbaar dat de aanpak van dit soort uitingen ingegeven wordt door een legitieme zorg om veiligheid. Dat lijkt me erg kortzichtig. Het punt van de antiterreurhype, waar de jacht op websites deel van is, is niet veiligheid. hetn punt is bangmakerij, angs zaaien voor Moslims, een verband suggereren tussen Islam en terrorisme. In de NOVA-reportages zagen we sites met menu's waar duidelijk het Islamitische referentiekader uit moest blijken: Johaad en dat soort termen. Net zo makkelijk hadden er White Power-symbolen in beeld gebracht kunnen worden, op een site met een hooge Bood &Honor gehalte. Maar dat gebeurde niet. Radicalisme is iets Islam-achtigs, niet iets nazi-achtigs, in deze beeldvorming. Dat maakt de ze hype islamofoob.
Daar komt iets bij. De strekking van de alarmkreet van Joustra is dat bevoegdheden van politie en justitie groter moeten worden. De strekking is een versterking van de staat, het vergroten van haar capaciteit en speelruimte om mensen te controleren, radicale oppositie te bestrijden, de bevolking er beter onder te houden. Met het soort repressieve bevoegdheden waar dit op uitdraait zou de regering de opkomst van de SP, in de tijd toen die partij nog revolutionaire geluiden voorbracht, stevig hebben kunnen dwarsbomen. Een werkelijk socialistische partij moet de gevestigde orde en haar staat op geen enkele manier steunen hierin, maar juist bestrijden in het najagen van dit soort repressieve ambities.
Is het de taak van socialisten om zich te keren tegen "haat en geweld tegen de Westerse samenleving" ? Is de kern van die samenleving werkelijk iets dat we zouden moeten verdedigen als legitiem, hooguit vatbaar voor vreedzame aanpassingen? Over wat voor maatschappij hebben we het eigenlijk? Wat voor erfenis gaat er achter dat begrip "Westerse samenleving" schuil?
De Westerse maatschappij is gegrondvest op roof. Koloniale plundering, het wegsleven van goud en zilver nadat Indiaanse dwangarbeiders dat in mijnen in Bolivia hadden mnoeten winnen, slavenhandel - dat was de grondslag van fortuinen die vervolgens in de handel en industrie van Westeuropa en Noord-Amerika werd gestoken. Die industrie kwam op gang door de lonen zo laag mogelijk te houden, en de werktijden zo lang mogelijk. De onderlinge rivaliteit van Westerse mogendheden leidde twee keer in de twintigste eeuw tot massaslachtingen die tientallen miljoenen mensenlevens eisten. De massamoord op zes miljoen joden en miljoenen anderen vond plaats in het hart van Europa, in die veelgeprezen Westerse maatschappij. De huidige oorlogen van Bush in het Midden-Oosten zijn slechts het meest recente symptoom van het immense bloedspoor dat de "Westerse samenleving" al eeuwenlang over deze planeet trekt.
Ja, tegen al deze toestanden kwam verzet, en herhaaldelijk met resultaat. Ook die strijd en de gevolgen daarvan - democratische verwordenheden, vakbondsrechten, hogere lonen, sociale zekerheid, afschaffing van slavernij, ontmanteling van koloniale rijken - is een aspect van de Westerse samenleving (en niet alleen van die maatschappij). Maar dat onderstreept alleen maar hoe absurd het is om "de Westese samenleving" als geheel in verdediging te nemen.
Sterker: een socialist moet juist de gewelddadige kern van de Westerse maatschappij - kapitalistische uitbuiting, imperialistische onderdrukking en haar voorlopers: kolonialisme en slavernij), racisme - afwijzen en bestrijden. Haat, jazeker, dat is wat ook socialisten prediken tegen een Westerse samenleving die dit soort verschrikkingen als basis van haar identiteit en macht heeft. Haat, geworteld in liefde voor al degenen - inclusief wijzelf - die onder deze maatschappij lijden en zich ertegen proberen te verweren. En die strijd kent keer op keer een gewelddadige dimensie, omdat de machthebbers slechts wijken voor keiharde druk. De vijanden van de Westerse samenleving hebben in de kern bepaald geen ongelijk, en als socialist reken ik mij op mijn manier tot deze vijanden.
Juist het Midden-Oosten is al vele tientallen jaren een roofobject van Westerse overheersing, koloniale opdeling en oliediefstal geweest, en is dat nog. De Westerse oorlogen tegen Afghanistan, Irak, Libanonen zeer binnenkort Iran zijn typerend, niet incidenteel. Dat veel mensen met een herkomst of band met de regio een intense haat voelen jegens een maatschappij die hen dit aandoet - een socialist zou dat moeten snappen.
Dat mensen hun woede en hun haat - maar ook hun hoop op verandering - verwoorden met religieuze taal waarmee ze vertrouwd zijn, behoeft ook geen verbazing. Woordvoerders van de Westerse hegemonie prijzen maar wat graag de seculariseringen en de democratie aan als typoisch Westerse deugden die soms via oorlog kracht bijgezte moeten worden. Afghanistan binnevallen om vrouwenrechten te bevorderen, daty soort zaken. Is het vreemd dat mensen die deze hegemonie bestrijden, ook de bijbehorende taal over seclularisering en democratie niet meer kunnen hóren en teruggrijpen op delen van hun religieuze erfenis? Zo bezien is Islamitisch geïnspireerd verzet niet onlogisch - zeker daar waar links zich niet minstens zo hard keert tegen de Westerse overheersing. Precies daarin kiest de SP, door mee te doen met de antiterrorisme-hype, de verkeerde kant. En momenteel zijn er geen eens parlemenstsverkiezingen of op handen zijnde regeringsdeelname die deze gezagsgetrouwe keuze zelfs maar tactisch begrijpelijk kunnen maken.
Juist de hype gericht tegen "Moslim-terrorisme" verschaft degenen die oorlogen tgen landen waar voornamelijk Moslims wonen - hetzelfde rijtje, Irak, ASfghanistan, Somalië, morgen Iran - extra ideologische steun. Het jagen op "radicale internetsites" geeft indirect krediet aan degenen die de als "War on Terror" verpakte rooftochten van Bush. De SP heeft een grote en overwegend positieve rol gespeeld in het verzet tegen deze oorlogen. De huidige SP-steun aan de antiterreur-hype ondermijnt haar eigen verzetshouding en geeft de voorstanders van dit soort oorlogen onverdiende ruggensteun. Daarvoor zou de SP zich diep dienen te schamen.
woensdag 17 januari 2007
Mohammad Ali: lang zal hij leven
Mohammad Ali is vandaag jarig en wordt 65 jaar. De man was meervoudig wereldkampioen zwaargewicht boksen. Maar tegelijk nam hij moedig stelling tegen het racisme waar hij als zwarte man dagelijk tegenaan liep.
Toen hij bijvoorbeeld, na het behalen zijn eerste gouden medaille in 1960, een cheeseburger wilde nuttigen in een cafetaria in Louisville, weigerde het personeel hem te bedienen, iets wat in Zuidelijke staten van de VS zwarten dagelijks overkwam: faciliteiten voor zwarten en witten waren strikt gescheiden. De 18-jarige kersverse kampioen werd woedend en gooide zijn medaille in de Ohio-rivier.
In 1966 weigerde hij militaire dienst. "Ik heb geen ruzie met de Vietcong" , zei hij. Drie jaar lang mocht hij biet boksen, en zijn wereldtitel werd hem afgepakt. Later draaide het Hooggerechtshof dat terug. In de late jaren zestig sprak hij zich keer op keer uit tegen racisme en oorlog. "Ik heb niets te verliezen door op te komen voor waar ik in geloof. Dan ga ik maar naar de gevangenis, wat dan nog? Wij zitten al 400 jaar in de gevangenis."
In later jaren werd hij veel gematigder en hij liet zich in 2005 zelfs een medaille overhandigen door president Bush. Hij is nu geen bedreiging meer voor de gevestigde machten. Maar van zijn stellingname uit de jaren zestig gaat nog steeds inspiratie uit. Die getuigt ervan dat zijn werkelijke kracht niet zozeer in zijn vuisten school, maar vooral in een warm en moedig hart.
Ik ben uitgebreider op Mohammad Ali en zijn confrontatie met racisme en oorlog ingegaan op mijn nieuwe Engelstalige weblog "Red Rebel Ranter". Daar heb ik ook een handvol artikelen vermeld en doorgelinkt waaronder het prachtige stuk van David Zirin: "Revolt of the Black Athlete: The Hidden History of Muhammad Ali". Er is ook een officiële website over de man, maar daar is de scherpste politiek goeddeels naar de achtergrond geduwd. Je vindt hem op www.ali.com.
Toen hij bijvoorbeeld, na het behalen zijn eerste gouden medaille in 1960, een cheeseburger wilde nuttigen in een cafetaria in Louisville, weigerde het personeel hem te bedienen, iets wat in Zuidelijke staten van de VS zwarten dagelijks overkwam: faciliteiten voor zwarten en witten waren strikt gescheiden. De 18-jarige kersverse kampioen werd woedend en gooide zijn medaille in de Ohio-rivier.
In 1966 weigerde hij militaire dienst. "Ik heb geen ruzie met de Vietcong" , zei hij. Drie jaar lang mocht hij biet boksen, en zijn wereldtitel werd hem afgepakt. Later draaide het Hooggerechtshof dat terug. In de late jaren zestig sprak hij zich keer op keer uit tegen racisme en oorlog. "Ik heb niets te verliezen door op te komen voor waar ik in geloof. Dan ga ik maar naar de gevangenis, wat dan nog? Wij zitten al 400 jaar in de gevangenis."
In later jaren werd hij veel gematigder en hij liet zich in 2005 zelfs een medaille overhandigen door president Bush. Hij is nu geen bedreiging meer voor de gevestigde machten. Maar van zijn stellingname uit de jaren zestig gaat nog steeds inspiratie uit. Die getuigt ervan dat zijn werkelijke kracht niet zozeer in zijn vuisten school, maar vooral in een warm en moedig hart.
Ik ben uitgebreider op Mohammad Ali en zijn confrontatie met racisme en oorlog ingegaan op mijn nieuwe Engelstalige weblog "Red Rebel Ranter". Daar heb ik ook een handvol artikelen vermeld en doorgelinkt waaronder het prachtige stuk van David Zirin: "Revolt of the Black Athlete: The Hidden History of Muhammad Ali". Er is ook een officiële website over de man, maar daar is de scherpste politiek goeddeels naar de achtergrond geduwd. Je vindt hem op www.ali.com.
Red Rebel Ranter
In mijn stukje "Voornemens, voornemens..." vertelde ik dat over mijn plan om ook een ENgelstalig weblog te beginnen. Welnu, het is zover: "RedRebelRanter" is vandaag actief.
Waarschijnlijk zal de frequentie waarin ik daar stukken plaats aanzienlijk lager zijn dan hier. Maar misschien loopt het daaropeens sneller dan verwacht en gaat daardoor hier het temop omlaag. Sowieso ben ik van plan als ik daar wat uitvoerigs maak, dat hier kort te melden en eventueel samen te vatten. Andersom wellicht ook - maar mensen met Nederlands als voertaal zullen in het algemeen eerder Engelstalige stukken gaan lezen dan andersom, vermoed ik.
Het is trouwens niet onwaarschijnlijk dat ook dit weblog te zijner tijd verhuist naar dezelfde weblog-provider als RedRebelRanter. In die zin is het Engelstalige blog ook een verkenning van nieuw te ontginnen terrein. Hoe dan ook: op http://peterstorm.wordpress.com vind je de Red Rebel Ranter.
Waarschijnlijk zal de frequentie waarin ik daar stukken plaats aanzienlijk lager zijn dan hier. Maar misschien loopt het daaropeens sneller dan verwacht en gaat daardoor hier het temop omlaag. Sowieso ben ik van plan als ik daar wat uitvoerigs maak, dat hier kort te melden en eventueel samen te vatten. Andersom wellicht ook - maar mensen met Nederlands als voertaal zullen in het algemeen eerder Engelstalige stukken gaan lezen dan andersom, vermoed ik.
Het is trouwens niet onwaarschijnlijk dat ook dit weblog te zijner tijd verhuist naar dezelfde weblog-provider als RedRebelRanter. In die zin is het Engelstalige blog ook een verkenning van nieuw te ontginnen terrein. Hoe dan ook: op http://peterstorm.wordpress.com vind je de Red Rebel Ranter.
"War on Terror" op zijn Nederlands
De media in Nederland maken weer eens drukte over terrorisme, terreurdreiging, terreurbestrijding. Politiek en sinds kort ook "wetenschap" laten zich ook niet onbetuigd.
Het TV-programma NOVA besteedde in twee uitzendingen aandacht aan het feit dat er websites waarop je kunt vinden hoe je bommen maakt. De coördinator terrorismebestrijding Joustra "maakt zich zorgen omdat het slechts een kwestie van tijd is totdat handboeken en instructievideo's over explosieven in het Nederlands zijn vertaald" , lezen we in Het Parool van 16 januari. Hij klaagt ook dat het niet erg vlot met het sluiten van wat genoemd wordt "radicale websites". "Internet ontwikkelt zich tot een virtueel trainingskamp" , volgens hem.
Het is hype en bangmakerij. Wie echt een bom wil maken komt wel aan informatie. Het jagen op radicale websites lijkt me in politiehanden een vrijbrief om standpunten aan te pakken, zoals "het verheerlijken van aanslagen" of "het oproepen tot Jihad" . Het bestrijden van "radicalisering" is gevaarlijk voor elk standpunt dat buiten de brave hoofdstroom ligt.
Ondergetekende is al bijna dertig jaar geleden "geradicaliseerd" , en dat proces gaat nog steeds door. Dat mijn radicalisme tot andere keuzes leidt dan het plegen van bomaanslagen doet daar niets aan af; http://rooiravotr.blogspot.com is een "radicale website" , en daar is de maker trots op. Moet deze site ook van internet af? Elke uitbreiding van bevoegdheden van de politie die verder gaat dan het aanpakken van daadwerkelijke , helder omschreven strafbare feiten - een aanslag, maar niet het praten erover of het goedkeuren ervan; een gericht dreigement maar niet een ideologie - is een gevaarlijke aantasting van democratische rechten.
De staat krijgt hulp in haar Heilige Oorlog Tegen Terrorisme van onterecht onverdachte zijde: de "wetenschap" . De Universiteit van Leiden benoemt een heuse Hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme. Met serieus wetenschalppijk onderzoek naar het plegen en de plegers van aanslagen, gewapende opstandige groepen, hun aanhangers, hun ideologie, de context waarin zij werken - daarmee is niets mis. Met onderzoek naar het staatsbeleid om dit soort groepen te bestrijden evenmin. Maar de begrippen Terrorisme en Contraterrorisme zijn zo ideologisch geladen dat het mij problematisch lijkt om een onderzoeksterrein zo te omschrijven.
Veel van wat in de gangbare media "oorlog" genoemd wordt, voldoet naar mijn mening onder het begrip "terrorisme" : het nastreven van politieke doelen door geweld op onschuldige burgers uit te oefenen. Ook wat overheidswoordvoerders "contraterrorisme" noemen is vaak grootschalig terrorisme tegen de potentiële achterban van gewapende groepen die in verzet zijn tegen de staat.
Gaat de hooggeleerde heer - zijn naam is Bob de Graaff trouwens - echt deze invalshoek 'meenemen' in zijn onderzoek? In dat geval heb ik nog wel enkele relevante websites waar hij zijn studenten op kan wijzen. Er zijn er veel meer, maar je moet ergens beginnen, nietwaar?
Op http://www.whitehouse.gov bijvoorbeeld staan geregeld toespraken van de chef van een levensgevaarlijk terroristisch netwerk waarin een heilige oorlog aangekondigd of verdedigd wordt, de ene keer tegen Irak, de andere keer tegen Iran of Syrië. Op http://www.mindef.nl vinden we de Nederlandse bondgenoot van het terroristische netwerk, die vooral in Aghanistan actief is. Ik wacht gespannen af wanneer Tjibbe Joustra begint te klagen dat het niet meevalt om deze twee websites gesloten te krijgen en de hoofdverantwoordelijken erachter aan te pakken.
Of beperkt de komende hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme zich toch liever tot de gezagsgetrouwe definitie van terrorisme: datgene wat door Bush, Balkenende en Geert Wilders als "terrorisme" wordt aangemerkt? Ik vrees het ergste. De instelling van deze hoogleraarspost is namelijk geen puur academische aangelegenheid. "De leerstoel is een gezamenlijk initiatief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Tjibbe Joustra en de Leidse universiteit" , meldt Nieuws.nl . Dezelfde Joustra die zo'n drukte maakt over "radicale" internetsites.
Een hoogleraarschap mede op initiatief van de opperbaas van de Nederlandse tak van de "Oorlog tegen Terrorisme" : dit is geen wetenschap, dit is opgepimpt politiewerk. Het is een schandaal dat de universiteit van Leiden zich voor zoiets leent. Hopelijk zijn er wakkere studenten en medewerkers ter plekke die dat ook vinden en dat met woord en daad kenbaar maken ook.
Het TV-programma NOVA besteedde in twee uitzendingen aandacht aan het feit dat er websites waarop je kunt vinden hoe je bommen maakt. De coördinator terrorismebestrijding Joustra "maakt zich zorgen omdat het slechts een kwestie van tijd is totdat handboeken en instructievideo's over explosieven in het Nederlands zijn vertaald" , lezen we in Het Parool van 16 januari. Hij klaagt ook dat het niet erg vlot met het sluiten van wat genoemd wordt "radicale websites". "Internet ontwikkelt zich tot een virtueel trainingskamp" , volgens hem.
Het is hype en bangmakerij. Wie echt een bom wil maken komt wel aan informatie. Het jagen op radicale websites lijkt me in politiehanden een vrijbrief om standpunten aan te pakken, zoals "het verheerlijken van aanslagen" of "het oproepen tot Jihad" . Het bestrijden van "radicalisering" is gevaarlijk voor elk standpunt dat buiten de brave hoofdstroom ligt.
Ondergetekende is al bijna dertig jaar geleden "geradicaliseerd" , en dat proces gaat nog steeds door. Dat mijn radicalisme tot andere keuzes leidt dan het plegen van bomaanslagen doet daar niets aan af; http://rooiravotr.blogspot.com is een "radicale website" , en daar is de maker trots op. Moet deze site ook van internet af? Elke uitbreiding van bevoegdheden van de politie die verder gaat dan het aanpakken van daadwerkelijke , helder omschreven strafbare feiten - een aanslag, maar niet het praten erover of het goedkeuren ervan; een gericht dreigement maar niet een ideologie - is een gevaarlijke aantasting van democratische rechten.
De staat krijgt hulp in haar Heilige Oorlog Tegen Terrorisme van onterecht onverdachte zijde: de "wetenschap" . De Universiteit van Leiden benoemt een heuse Hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme. Met serieus wetenschalppijk onderzoek naar het plegen en de plegers van aanslagen, gewapende opstandige groepen, hun aanhangers, hun ideologie, de context waarin zij werken - daarmee is niets mis. Met onderzoek naar het staatsbeleid om dit soort groepen te bestrijden evenmin. Maar de begrippen Terrorisme en Contraterrorisme zijn zo ideologisch geladen dat het mij problematisch lijkt om een onderzoeksterrein zo te omschrijven.
Veel van wat in de gangbare media "oorlog" genoemd wordt, voldoet naar mijn mening onder het begrip "terrorisme" : het nastreven van politieke doelen door geweld op onschuldige burgers uit te oefenen. Ook wat overheidswoordvoerders "contraterrorisme" noemen is vaak grootschalig terrorisme tegen de potentiële achterban van gewapende groepen die in verzet zijn tegen de staat.
Gaat de hooggeleerde heer - zijn naam is Bob de Graaff trouwens - echt deze invalshoek 'meenemen' in zijn onderzoek? In dat geval heb ik nog wel enkele relevante websites waar hij zijn studenten op kan wijzen. Er zijn er veel meer, maar je moet ergens beginnen, nietwaar?
Op http://www.whitehouse.gov bijvoorbeeld staan geregeld toespraken van de chef van een levensgevaarlijk terroristisch netwerk waarin een heilige oorlog aangekondigd of verdedigd wordt, de ene keer tegen Irak, de andere keer tegen Iran of Syrië. Op http://www.mindef.nl vinden we de Nederlandse bondgenoot van het terroristische netwerk, die vooral in Aghanistan actief is. Ik wacht gespannen af wanneer Tjibbe Joustra begint te klagen dat het niet meevalt om deze twee websites gesloten te krijgen en de hoofdverantwoordelijken erachter aan te pakken.
Of beperkt de komende hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme zich toch liever tot de gezagsgetrouwe definitie van terrorisme: datgene wat door Bush, Balkenende en Geert Wilders als "terrorisme" wordt aangemerkt? Ik vrees het ergste. De instelling van deze hoogleraarspost is namelijk geen puur academische aangelegenheid. "De leerstoel is een gezamenlijk initiatief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Tjibbe Joustra en de Leidse universiteit" , meldt Nieuws.nl . Dezelfde Joustra die zo'n drukte maakt over "radicale" internetsites.
Een hoogleraarschap mede op initiatief van de opperbaas van de Nederlandse tak van de "Oorlog tegen Terrorisme" : dit is geen wetenschap, dit is opgepimpt politiewerk. Het is een schandaal dat de universiteit van Leiden zich voor zoiets leent. Hopelijk zijn er wakkere studenten en medewerkers ter plekke die dat ook vinden en dat met woord en daad kenbaar maken ook.
dinsdag 16 januari 2007
Guinee: van staking naar volksopstand?
De algemene staking in het Westafrikaanse land Guinee, waar ik op 12 januari over schreef, groeit uit tot een confrontantie met revolutionaire dimensies. De politioe treedt grof op tegen rebellerende jongeren, de vakbonden dreigen met massale demonstraties als de president geen nieuwe premier benoemt en weigert terug te treden.
Vakbonden, gesteund door oppositiepartijen en NGO's hadden de staking uitgeroepen uiot protest tegen het feit dat twee wegens corruptie veroordeelde politici door president Conte werden vrijgelaten. Maar de bonden bundelden met de staking - de derde binnen anderhalf jaar - vooral de woede wegens eindeloos stijgende prijzen en de armoede van veel mensen.
Maandag 15 januari meldde de BBC hoe in de hoofdstad Conakry jongeren met de politie vochten en volgens een hoge poltiechef zelf een politiebureau aanvielen. De politie schoot met rubber kogels en traangas. Het is een teken van de hoog opgelopen sociale spanning. AllAfrica meldde meer grof politiegeweld: "De militairen kwamen, ze sloegen me, verwoestten mijn huis en gooiden al mijn eten op te grond", vertelt een bewoner van de wijk Koloma. De zondag ervoor arresteerde de politie 80 mensen en blies een jongerenorganisatie een geplande manifestatie af.
De avond van 15 januari hielden de vakbonden een ontmoeting met de president en stelden hun ultimatum. "Als de president het voorstel niet respecteert, dan nodigt hij een algemene beweging uit en we nodigen ale Guineeërs uit om actief deel te nemen aan demonstraties" , aldus vakbondsleider Ibrahima Fofana. gezien de houding van de autoriteiten betekent dit zo ongeveer een volksopstand. De komende dagen zullen moeten uitwijzen of de beweging het bewind werkelijk zal weten te verslaan en daarmee het gevecht om meer sociale rechtvaardigheid een forse stap vooruit brengt.
Informatie uit:
"Guinea police clash with strikers", BBC, 15 januari 2007;
"Guinea: Conte Mulling Union Ultimatum as Security Forces Crack Down", UN Integrated Regional Information Networks, AllAfrica.com, 16 januari 2007 (let op: heeft tweede pagina);
Rooieravotr, "Algemene staking in Guinee", 12 januari 2007.
Volkskrant on-line: niets
NRC on-line: niets
Nieuws.nl: niets
Nu.nl: niets...
(verbeterd 22 januari nav commentaar Dear Kitty bij "Guinee: begin van revolutie" )
Vakbonden, gesteund door oppositiepartijen en NGO's hadden de staking uitgeroepen uiot protest tegen het feit dat twee wegens corruptie veroordeelde politici door president Conte werden vrijgelaten. Maar de bonden bundelden met de staking - de derde binnen anderhalf jaar - vooral de woede wegens eindeloos stijgende prijzen en de armoede van veel mensen.
Maandag 15 januari meldde de BBC hoe in de hoofdstad Conakry jongeren met de politie vochten en volgens een hoge poltiechef zelf een politiebureau aanvielen. De politie schoot met rubber kogels en traangas. Het is een teken van de hoog opgelopen sociale spanning. AllAfrica meldde meer grof politiegeweld: "De militairen kwamen, ze sloegen me, verwoestten mijn huis en gooiden al mijn eten op te grond", vertelt een bewoner van de wijk Koloma. De zondag ervoor arresteerde de politie 80 mensen en blies een jongerenorganisatie een geplande manifestatie af.
De avond van 15 januari hielden de vakbonden een ontmoeting met de president en stelden hun ultimatum. "Als de president het voorstel niet respecteert, dan nodigt hij een algemene beweging uit en we nodigen ale Guineeërs uit om actief deel te nemen aan demonstraties" , aldus vakbondsleider Ibrahima Fofana. gezien de houding van de autoriteiten betekent dit zo ongeveer een volksopstand. De komende dagen zullen moeten uitwijzen of de beweging het bewind werkelijk zal weten te verslaan en daarmee het gevecht om meer sociale rechtvaardigheid een forse stap vooruit brengt.
Informatie uit:
"Guinea police clash with strikers", BBC, 15 januari 2007;
"Guinea: Conte Mulling Union Ultimatum as Security Forces Crack Down", UN Integrated Regional Information Networks, AllAfrica.com, 16 januari 2007 (let op: heeft tweede pagina);
Rooieravotr, "Algemene staking in Guinee", 12 januari 2007.
Volkskrant on-line: niets
NRC on-line: niets
Nieuws.nl: niets
Nu.nl: niets...
(verbeterd 22 januari nav commentaar Dear Kitty bij "Guinee: begin van revolutie" )
zaterdag 13 januari 2007
Gedachten bij een raket in een Amerikaanse ambassade
Op donderdagochtend 12 november schoten activisten een antitankraket af op de Amerikaanse ambassade in de Griekse hoofdstad Athene. Mijn hart maakte een klein sprongetje van grimmige vrolijkheid toen ik het hoorde.
In de week dat de VS bommen ging gooien op Somalië, een dag nadat president Bush in een toespraak beloofde er een bloedig schepje bovenop te gaan doen in Irak, in een week waarin de VS Iraanse functionarissen in Irak oppakte - in zo'n week liet de raket richting Amerikaanse ambassade zien dat niet iedereen de Amerikaanse agressie alom passief laat gebeuren. Eindelijk mensen die wat doen! Ik weet absoluut zeker dat ik niet de enige was met zo'n gevoel, zo'n soort reactie.
Maar emoties zijn geen doorslaggevend argument om zo'n beschieting te beooordelen en er al dan niet waardering voor uit te spreken. Laten we eens wat beter kijken naar de gebeurtenis zelf, voordat we verder kijken.
De raket kwam in het toilet van hetgebouw terecht, waardoor er een brandje ontstond. Kennelijk, aldus de berichtgeving, was het embleem van de ambassade het doelwit van de beschieting, maar dat werd dus gemist. De Amerikaanse ambassadeur sprak van een "zinloze gewelddaad. We beschouwen het als een heel ernstige aanslag." Een Griekse politiechef sprak van een "terreurdaad" .
Kom kom, mijnheer de ambassadeur en mijnheer de politiechef, overdrijven is ook een vak. Er is geen dode of gewonde gevallen. Als het embleem, en niet bijvoorbeeld de kamer van de abassadeur, inderdaad het doelwit was, dan was het doden of verwonden van mensen kennelijk niet eens de bedoeling. Bij een "heel ernstige aanslag" denk ik toch echt aan iets anders dan aan deze wat hardhandige vorm van vernielingen aanrichten aan een overheidsgebouw.
En een "zinloze gewelddaad"? Dat lijkt mij ook niet. Ik vind het aantasten van de onaantastbaar geachte macht van de Verenigde Staten - de gevaarlijkste mogendheid ter wereld, en eentje die met alle noodzakelijke middelen weerstaan dient te worden - bepaald niet zinloos. Dat embleem van de ambassade is het embleem van een macht die honderdduizenden Iraakse doden in minder dan vier jaar op haar geweten heeft, en daar in enkele dagen tijd ruim honderd in Somalië aan heeft toegevoegd.
Dat embleem is meer dan ooit symbool van geweld en onderdrukking. Ik vind het beschadigen ervan prima, zoals ik ook het verbranden van Amerikaanse vlaggen door demonstranten - of die zich nu in Karachi, Amsterdam of New York bevinden - uitstekend vind. De Verenigde Staten - haar heersers althans, en haar officiële woordvoerders - , hebben al lang geleden ieder moreel recht verloren om bezwaar te maken tegen geweld tegen haar gebouwen, instellingen en ja, ook haar functionarissen.
Maar er wringt wel iets. Dat blijkt uit de manier waarop dat embleem kapot moest, gecombineerd met wat achtergrondinformatie opver gewapende acties in Griekenland. De NRC meldt dat dit de eerste belangrijke aanslag was sinds 1996. In dat jaar nam de groepering "17e juni" eveneens de Amerikaanse ambassade onder vuur. Maar de NRC ziet een handvol gebeurtenissen hierbij over het hoofd. De New York Times - via het weblog van World War 4 Report - noemt een bomaanslag op een gerechtsgebouw in Athene in 2003, en een poging om de cultuurminister om te brengen iets meer dan een jaar geleden. De bomaanslag van 2003 verwondde en tweetal mensen. Beide aanslagen zouden het werk zijn van een groepering die zich Revolutionaire Strijd noemt. Deze groep heeft ook de verantwoordelijkheid opgeëist voor de beschieting van de ambassade.
Als dat laatste klopt dan is de beschieting kennelijk onderdeel van een aanpak waarin wel degelijk ook geweld tegen personen een rol speelt. En ook de huidige beschieting nam minstens dat risico. Wisten de activisten wel zeker dat er in het toilet waar de raket belandde, geen mensen zouden zijn? Of in de kamers vlak bij waar het embleem hing?
Het lijkt mij dat dit type aanvallen het risico van slachtoffers op de koop toe neemt, misschien zelfs verwelkomt om angst te zaaien. Dat is wel degelijk een terroristische dimensie ervan. (Leon Trotski legde in 1909 uit waarom een strategie van geïsoleerde aanslagen niet werkt, in "Waarom marxisten individuele terreur afwijzen". Ik volg hier een mede door hem geïnspireerde gedachtengang.) Een strategie die het doden van doodgewone mensen - ambassademedewerkers, de mensen van de administratie in een rechtbank - acceptabel acht, is in strijd met de linkse idealen vanwaaruit de daders toch kennelijk denken te werken.
Ook het doden van hooggeplaatste individuen schiet niet op, hoezeer ze ook medeschuldig zijn aan de wandaden van de onderdrukker. Ambassadeurs en ministers zijn te vervangen, bovendien hebben ook dit soort schurken recht op een proces. Daar leren we nog meer van ook. Daarbij komt dat dit soort aanvallen de staat in de kaart spelen: het gezag ontleent er maar al te makkelijk een smoes aan om niet alleen de daders, maar ook iedereen die ook maar enigszins sympathie voor motieven en doelstellingen zou kunnen hebben, hard aan te pakken.
Bovendien is de geheime werkwijze van ondergronds verzet koren op de molen van geheime diensten. Het zou bepaald niet voor het eerst zijn dat gewapende strijdgroepen van afstand aangestuurd werden door de één of andere staatsmacht.
Sowieso is deze gewapende strijd als zodanig iets waar staten in gespecialiseerd zijn. Het is niet het sterke punt van links en het zal dat ook nooit zijn. In termen van wapens en militair opereren wint de staat altijd. ook dat maakt deze aanpak tot een doodlopende weg.
Slechts als onderdeel van een breedgedragen en diep onder de bevolking geworteld verzet is gewapende strijd zinnig - als onderdeel dat vroeg of laat weliswaar onmisbaar is, maar altijd ondergeschikt aan de massastrijd zoals die in stakingem, demonstraties, rellen en opstand tot uiting komt.
Dan is er nog het effect op brede lagen van de bevolking. Ja, veel mensen zullen enig leedvermaak hebben, en net als ik vrolijke opstandige kriebels voelen als ze horen van zo'n aanval. Maar maakt het mensen ook werkelijk sterker? Waardering en bewondering voor een kleine maar dappere groep heeft een keerzijde: de eigen passiviteit. Heimelijk applaudiseren neemt de plaats in van zelf in actie komen.
De actievorm van de stadsguerrilla, los van een bredere volksbeweging - want daarover hebben we het - isoleert kleine gewapende groepen doorgaans verder van bredere lagen van de bevolking. De actievorm vereist geheime voorbereiding, oefening, een ondergrondse werkwijze. Voor de overgrote meerderheid - mensen met een gezinsleven, een baan, mensen die naar school moeten - is het domweg geen optie om ondergronds te gaan.
En denk je bovendien eens in: als de maandenlange voorbereiding die dit soort acties in beslag nemen, nu eens benut was in het werven van sympathie voor anti-imperialistisch verzet onder bredere groepen? Dan was wellicht het moment niet ver meer dat datzelfde embleem van de Amerikaanse ambassade verwijderd zou worden door tienduizenden boze demonstranten.
De aanval op de ambassade is rechtmatig wat betreft de motieven, maar strategisch misplaatst. Blijft echter overeindd dat grimmige vreugdesprongetje van mijn hart. Alles beter dan de passiviteit, liever aanslagen dan niets doen! Maar ook die reactie heeft beperkingen: het is een houding die een zekere wanhoop weerspiegelt.
Vaak zie je inderdaad terroristische groepen vanuit links opkomen als de massastrijd wegebt of onvoldoende snelle resultaten lijkt te boeken. De Students for a Democratic Society, de belangrijkste linkse studentengroepring van de jaren zestig in de VS, bracht vanaf 1969 een bescheiden stadsguerrillagroep voort, de Weathermen, waaraan een documentaire is gewijd. Dat was - achter de ronkende verpakking waarin maoisme en andere invloeden tot hutspot vermengd waren - een uting van frustratie over een oorlog in Vietnam die maar doordreunde terrwijl teemaal per jaar honderdduizenden mensen ertegen betoogden, zonder merkbaar effect. Aan de opkomst van de Rote Armee Fraktion in Duitsland tussen 1968 en 1978, en de Rode Brigades in de jaren zeventig, lagen soortgelijk ongeduld en frustratie ten grondlag.
De staat maakte zonder al te veel problemen gehakt van deze groepen en brak in het voorbijgaan ook de kracht van flinke andere delen van links. Winnaar van de hele episode werd de staat, niet de gewapende strijders. Wanhoop en ongeduld zijn een slecht recept voor succesvol verzet.
Evengoed is het dan wel nodig dat er effectief verzet komt. Als de keus werkelijk zou gaan tussen stadsguerrilla en passief toekijken - dan hoop ik dat ik ergens de moed zou weten op te brengen om ondergronds te gaan, en de wapens op te nemen. En soms, heel soms, lijkt het alsof er verder niets gebeurt. Neem deze week, neem de gebeurtenissen - bommen op Somalië, escalatie in Irak, oorlogsdreiging Iran - nogmaals in ogenschouw. En kijk dan eens naar de reacties. Waar waren die? Het bleef vrijwel doodstil, vooral op straat. Een kleine rondgang langs de velden.
De Socialistische Partij, de enige parlementaire partij met een serieuze en verdiende anti-oorlogsreputatie. Ik check hun website. Niets over Somalië deze week. Niets over Iran, niets over de toespraak van Bush. Alleen iets over "teveel burgerslachtoffers" bij NAVO-acties in Aghanistan (wanneer zijn burgerslachtoffers trouwens "te veel"? Is er ook zoiets als "genoeg" burgerslachtoffers, een "aanvaardbaar niveau" ervan of zo?).
Ik kijk bij SP-webloggers. Gelukkig, een iets positiever beeld. Jan Marijnissen: "Jachtplaats: de wereld", waarin hij een krantenartikel over de aanval op Somalië publiceert, meteen op 9 januari. Ook het concentratiekamp Guantanamo Bay - deze week vijf jaar - en de extra troepen naar Irak krijgen aandacht bij hem. Harry Van Bommel schenkt ook aandacht aan die extra troepen, waarin hij terecht stelt dat er "een nieuw bloedbad aanstaande" is. Maar hij slaat Somalië over. Wel reproduceert hij een interview dat Vrij Nederland met hem hield. Daarin kwam vooral het nee tegen de Nederlandse oorlogsdeelname in Afghanistan aan de orde. Over Iran bij beide SP-kopstukken helaas geen woord. Anja Meulenbelt slaat op haar weblog alle fronten waar ik het nu over heb over, al maakt plaatsing van een artikel van de Israelische historicus Ilan Pappe over de etnische zuivering en apartheid waaraan palestijnen onderworpen worden en zijn, wel iets goed.
Kijken we eens even bij GroenLinks. Niets op de voorpagina (bekeken op de avond van 14 januari). Aangespoelde vogels en een groeiend ledental van de partij zijn ook veel belangrijker, wie zopu dat tegen durven te spreken? De Linkse Lente - het weblog van Femke Halsema: zelfde verhaal: niets over oorlog, niets over Irak, Somalië of Iran. Het is genant, het is beschamend.
Buitenparlementair links dan? De vredesbeweging? Op de website van het Platform tegen de Nieuwe Oorlog - ooit betrokken bij het opzetten van de grote demonstraties tegen de aanval op Afghanistan en Irak - pronkt nog steeds een demonstratie-oproep voor 18 maart 2006. Lieve mensen, als jullie de boel opheffen, zopu je dat dan tenminste kunnen laten weten aan de buitenwereld? Als jullie wel doorgaan, wordt het dan niet eens tijd om tegen twee, drie inderdaad nieuwe oorlogen stelling te nemen?
Het nieuwere initiatief Stop Oorlog doet het iets beter en kondigt een bijeenkomst aan die inderdaad belangrijk is, aanstaande zaterdag 20 januari, onder het motto: "Irak & Afghanistan: haal de troepen terug" en "Palestina & Libanon: geen vrede zonder gerechtigheid". Ongetwijfeld komen daar ook recente dreigingen en ontwikkelingen ter sprake, al blijft het jammer dat die hun weg naar de website nog niet weten te vinden.
De Internationale Socialisten, waar ik deel van uitmaak, hebben sinds kort artikelen over Somalië nu, de voorgeschiedenis en over de toespraak van Bush op de website staan. In dat laatste stuk wordt met nadruk gewezen op de dreiging die Bush vooral ook richting Iran uitte - iets dat veel te weinig aandacht elders kreeg tot nu toe (1).
Het houdt allemaal niet over, en dat is zowel frustrerend als zorgelijk. Wel zitten er goede aanzetten tussen wat betreft berichtgeving en analyse. Maar actie blijft vooralsnog uit. Internationaal is het beeld weinig anders. Ook na het wekelijkse vrijdagmiddaggebed in de moskeeën - vaak het startpunt voor demonstraties tegen de meest recente Westerse agressie - bleef het afgelopen vrijdag, voor zover ik gemerkt heb - doodstil, net als elders. Ik hoop maar dat het de stilte is voor een storm van protest. Of laat de wereld zich inderdaad door Washington passief richting grotere, alsmaar grotere en bloediger oorlogen sturen? Is het dan gek dat een raket op een ambassade begroet wordt met grimmige vreugde?
(1). Zie het nieuwsoverzicht in de rechterkolom. Ik heb de stukken niet rechtstreeks doorgelinkt; ze verhuizen na enkele weken naar het nieuwsarchief, en staan dan met een andere URL online. Als ik ze nu dus doorlink, is de URL over drie weken ongeldig.
In de week dat de VS bommen ging gooien op Somalië, een dag nadat president Bush in een toespraak beloofde er een bloedig schepje bovenop te gaan doen in Irak, in een week waarin de VS Iraanse functionarissen in Irak oppakte - in zo'n week liet de raket richting Amerikaanse ambassade zien dat niet iedereen de Amerikaanse agressie alom passief laat gebeuren. Eindelijk mensen die wat doen! Ik weet absoluut zeker dat ik niet de enige was met zo'n gevoel, zo'n soort reactie.
Maar emoties zijn geen doorslaggevend argument om zo'n beschieting te beooordelen en er al dan niet waardering voor uit te spreken. Laten we eens wat beter kijken naar de gebeurtenis zelf, voordat we verder kijken.
De raket kwam in het toilet van hetgebouw terecht, waardoor er een brandje ontstond. Kennelijk, aldus de berichtgeving, was het embleem van de ambassade het doelwit van de beschieting, maar dat werd dus gemist. De Amerikaanse ambassadeur sprak van een "zinloze gewelddaad. We beschouwen het als een heel ernstige aanslag." Een Griekse politiechef sprak van een "terreurdaad" .
Kom kom, mijnheer de ambassadeur en mijnheer de politiechef, overdrijven is ook een vak. Er is geen dode of gewonde gevallen. Als het embleem, en niet bijvoorbeeld de kamer van de abassadeur, inderdaad het doelwit was, dan was het doden of verwonden van mensen kennelijk niet eens de bedoeling. Bij een "heel ernstige aanslag" denk ik toch echt aan iets anders dan aan deze wat hardhandige vorm van vernielingen aanrichten aan een overheidsgebouw.
En een "zinloze gewelddaad"? Dat lijkt mij ook niet. Ik vind het aantasten van de onaantastbaar geachte macht van de Verenigde Staten - de gevaarlijkste mogendheid ter wereld, en eentje die met alle noodzakelijke middelen weerstaan dient te worden - bepaald niet zinloos. Dat embleem van de ambassade is het embleem van een macht die honderdduizenden Iraakse doden in minder dan vier jaar op haar geweten heeft, en daar in enkele dagen tijd ruim honderd in Somalië aan heeft toegevoegd.
Dat embleem is meer dan ooit symbool van geweld en onderdrukking. Ik vind het beschadigen ervan prima, zoals ik ook het verbranden van Amerikaanse vlaggen door demonstranten - of die zich nu in Karachi, Amsterdam of New York bevinden - uitstekend vind. De Verenigde Staten - haar heersers althans, en haar officiële woordvoerders - , hebben al lang geleden ieder moreel recht verloren om bezwaar te maken tegen geweld tegen haar gebouwen, instellingen en ja, ook haar functionarissen.
Maar er wringt wel iets. Dat blijkt uit de manier waarop dat embleem kapot moest, gecombineerd met wat achtergrondinformatie opver gewapende acties in Griekenland. De NRC meldt dat dit de eerste belangrijke aanslag was sinds 1996. In dat jaar nam de groepering "17e juni" eveneens de Amerikaanse ambassade onder vuur. Maar de NRC ziet een handvol gebeurtenissen hierbij over het hoofd. De New York Times - via het weblog van World War 4 Report - noemt een bomaanslag op een gerechtsgebouw in Athene in 2003, en een poging om de cultuurminister om te brengen iets meer dan een jaar geleden. De bomaanslag van 2003 verwondde en tweetal mensen. Beide aanslagen zouden het werk zijn van een groepering die zich Revolutionaire Strijd noemt. Deze groep heeft ook de verantwoordelijkheid opgeëist voor de beschieting van de ambassade.
Als dat laatste klopt dan is de beschieting kennelijk onderdeel van een aanpak waarin wel degelijk ook geweld tegen personen een rol speelt. En ook de huidige beschieting nam minstens dat risico. Wisten de activisten wel zeker dat er in het toilet waar de raket belandde, geen mensen zouden zijn? Of in de kamers vlak bij waar het embleem hing?
Het lijkt mij dat dit type aanvallen het risico van slachtoffers op de koop toe neemt, misschien zelfs verwelkomt om angst te zaaien. Dat is wel degelijk een terroristische dimensie ervan. (Leon Trotski legde in 1909 uit waarom een strategie van geïsoleerde aanslagen niet werkt, in "Waarom marxisten individuele terreur afwijzen". Ik volg hier een mede door hem geïnspireerde gedachtengang.) Een strategie die het doden van doodgewone mensen - ambassademedewerkers, de mensen van de administratie in een rechtbank - acceptabel acht, is in strijd met de linkse idealen vanwaaruit de daders toch kennelijk denken te werken.
Ook het doden van hooggeplaatste individuen schiet niet op, hoezeer ze ook medeschuldig zijn aan de wandaden van de onderdrukker. Ambassadeurs en ministers zijn te vervangen, bovendien hebben ook dit soort schurken recht op een proces. Daar leren we nog meer van ook. Daarbij komt dat dit soort aanvallen de staat in de kaart spelen: het gezag ontleent er maar al te makkelijk een smoes aan om niet alleen de daders, maar ook iedereen die ook maar enigszins sympathie voor motieven en doelstellingen zou kunnen hebben, hard aan te pakken.
Bovendien is de geheime werkwijze van ondergronds verzet koren op de molen van geheime diensten. Het zou bepaald niet voor het eerst zijn dat gewapende strijdgroepen van afstand aangestuurd werden door de één of andere staatsmacht.
Sowieso is deze gewapende strijd als zodanig iets waar staten in gespecialiseerd zijn. Het is niet het sterke punt van links en het zal dat ook nooit zijn. In termen van wapens en militair opereren wint de staat altijd. ook dat maakt deze aanpak tot een doodlopende weg.
Slechts als onderdeel van een breedgedragen en diep onder de bevolking geworteld verzet is gewapende strijd zinnig - als onderdeel dat vroeg of laat weliswaar onmisbaar is, maar altijd ondergeschikt aan de massastrijd zoals die in stakingem, demonstraties, rellen en opstand tot uiting komt.
Dan is er nog het effect op brede lagen van de bevolking. Ja, veel mensen zullen enig leedvermaak hebben, en net als ik vrolijke opstandige kriebels voelen als ze horen van zo'n aanval. Maar maakt het mensen ook werkelijk sterker? Waardering en bewondering voor een kleine maar dappere groep heeft een keerzijde: de eigen passiviteit. Heimelijk applaudiseren neemt de plaats in van zelf in actie komen.
De actievorm van de stadsguerrilla, los van een bredere volksbeweging - want daarover hebben we het - isoleert kleine gewapende groepen doorgaans verder van bredere lagen van de bevolking. De actievorm vereist geheime voorbereiding, oefening, een ondergrondse werkwijze. Voor de overgrote meerderheid - mensen met een gezinsleven, een baan, mensen die naar school moeten - is het domweg geen optie om ondergronds te gaan.
En denk je bovendien eens in: als de maandenlange voorbereiding die dit soort acties in beslag nemen, nu eens benut was in het werven van sympathie voor anti-imperialistisch verzet onder bredere groepen? Dan was wellicht het moment niet ver meer dat datzelfde embleem van de Amerikaanse ambassade verwijderd zou worden door tienduizenden boze demonstranten.
De aanval op de ambassade is rechtmatig wat betreft de motieven, maar strategisch misplaatst. Blijft echter overeindd dat grimmige vreugdesprongetje van mijn hart. Alles beter dan de passiviteit, liever aanslagen dan niets doen! Maar ook die reactie heeft beperkingen: het is een houding die een zekere wanhoop weerspiegelt.
Vaak zie je inderdaad terroristische groepen vanuit links opkomen als de massastrijd wegebt of onvoldoende snelle resultaten lijkt te boeken. De Students for a Democratic Society, de belangrijkste linkse studentengroepring van de jaren zestig in de VS, bracht vanaf 1969 een bescheiden stadsguerrillagroep voort, de Weathermen, waaraan een documentaire is gewijd. Dat was - achter de ronkende verpakking waarin maoisme en andere invloeden tot hutspot vermengd waren - een uting van frustratie over een oorlog in Vietnam die maar doordreunde terrwijl teemaal per jaar honderdduizenden mensen ertegen betoogden, zonder merkbaar effect. Aan de opkomst van de Rote Armee Fraktion in Duitsland tussen 1968 en 1978, en de Rode Brigades in de jaren zeventig, lagen soortgelijk ongeduld en frustratie ten grondlag.
De staat maakte zonder al te veel problemen gehakt van deze groepen en brak in het voorbijgaan ook de kracht van flinke andere delen van links. Winnaar van de hele episode werd de staat, niet de gewapende strijders. Wanhoop en ongeduld zijn een slecht recept voor succesvol verzet.
Evengoed is het dan wel nodig dat er effectief verzet komt. Als de keus werkelijk zou gaan tussen stadsguerrilla en passief toekijken - dan hoop ik dat ik ergens de moed zou weten op te brengen om ondergronds te gaan, en de wapens op te nemen. En soms, heel soms, lijkt het alsof er verder niets gebeurt. Neem deze week, neem de gebeurtenissen - bommen op Somalië, escalatie in Irak, oorlogsdreiging Iran - nogmaals in ogenschouw. En kijk dan eens naar de reacties. Waar waren die? Het bleef vrijwel doodstil, vooral op straat. Een kleine rondgang langs de velden.
De Socialistische Partij, de enige parlementaire partij met een serieuze en verdiende anti-oorlogsreputatie. Ik check hun website. Niets over Somalië deze week. Niets over Iran, niets over de toespraak van Bush. Alleen iets over "teveel burgerslachtoffers" bij NAVO-acties in Aghanistan (wanneer zijn burgerslachtoffers trouwens "te veel"? Is er ook zoiets als "genoeg" burgerslachtoffers, een "aanvaardbaar niveau" ervan of zo?).
Ik kijk bij SP-webloggers. Gelukkig, een iets positiever beeld. Jan Marijnissen: "Jachtplaats: de wereld", waarin hij een krantenartikel over de aanval op Somalië publiceert, meteen op 9 januari. Ook het concentratiekamp Guantanamo Bay - deze week vijf jaar - en de extra troepen naar Irak krijgen aandacht bij hem. Harry Van Bommel schenkt ook aandacht aan die extra troepen, waarin hij terecht stelt dat er "een nieuw bloedbad aanstaande" is. Maar hij slaat Somalië over. Wel reproduceert hij een interview dat Vrij Nederland met hem hield. Daarin kwam vooral het nee tegen de Nederlandse oorlogsdeelname in Afghanistan aan de orde. Over Iran bij beide SP-kopstukken helaas geen woord. Anja Meulenbelt slaat op haar weblog alle fronten waar ik het nu over heb over, al maakt plaatsing van een artikel van de Israelische historicus Ilan Pappe over de etnische zuivering en apartheid waaraan palestijnen onderworpen worden en zijn, wel iets goed.
Kijken we eens even bij GroenLinks. Niets op de voorpagina (bekeken op de avond van 14 januari). Aangespoelde vogels en een groeiend ledental van de partij zijn ook veel belangrijker, wie zopu dat tegen durven te spreken? De Linkse Lente - het weblog van Femke Halsema: zelfde verhaal: niets over oorlog, niets over Irak, Somalië of Iran. Het is genant, het is beschamend.
Buitenparlementair links dan? De vredesbeweging? Op de website van het Platform tegen de Nieuwe Oorlog - ooit betrokken bij het opzetten van de grote demonstraties tegen de aanval op Afghanistan en Irak - pronkt nog steeds een demonstratie-oproep voor 18 maart 2006. Lieve mensen, als jullie de boel opheffen, zopu je dat dan tenminste kunnen laten weten aan de buitenwereld? Als jullie wel doorgaan, wordt het dan niet eens tijd om tegen twee, drie inderdaad nieuwe oorlogen stelling te nemen?
Het nieuwere initiatief Stop Oorlog doet het iets beter en kondigt een bijeenkomst aan die inderdaad belangrijk is, aanstaande zaterdag 20 januari, onder het motto: "Irak & Afghanistan: haal de troepen terug" en "Palestina & Libanon: geen vrede zonder gerechtigheid". Ongetwijfeld komen daar ook recente dreigingen en ontwikkelingen ter sprake, al blijft het jammer dat die hun weg naar de website nog niet weten te vinden.
De Internationale Socialisten, waar ik deel van uitmaak, hebben sinds kort artikelen over Somalië nu, de voorgeschiedenis en over de toespraak van Bush op de website staan. In dat laatste stuk wordt met nadruk gewezen op de dreiging die Bush vooral ook richting Iran uitte - iets dat veel te weinig aandacht elders kreeg tot nu toe (1).
Het houdt allemaal niet over, en dat is zowel frustrerend als zorgelijk. Wel zitten er goede aanzetten tussen wat betreft berichtgeving en analyse. Maar actie blijft vooralsnog uit. Internationaal is het beeld weinig anders. Ook na het wekelijkse vrijdagmiddaggebed in de moskeeën - vaak het startpunt voor demonstraties tegen de meest recente Westerse agressie - bleef het afgelopen vrijdag, voor zover ik gemerkt heb - doodstil, net als elders. Ik hoop maar dat het de stilte is voor een storm van protest. Of laat de wereld zich inderdaad door Washington passief richting grotere, alsmaar grotere en bloediger oorlogen sturen? Is het dan gek dat een raket op een ambassade begroet wordt met grimmige vreugde?
(1). Zie het nieuwsoverzicht in de rechterkolom. Ik heb de stukken niet rechtstreeks doorgelinkt; ze verhuizen na enkele weken naar het nieuwsarchief, en staan dan met een andere URL online. Als ik ze nu dus doorlink, is de URL over drie weken ongeldig.
vrijdag 12 januari 2007
Algemene staking in Guinee
Vakbonden in het Westafrikaanse land Guinee zijn een algemene staking van onbepaalde duur begonnen. Daarmee protesteren zij allereerst tegen inmenging in de rechtsgang door president Conte. Die heeft ervoor gezorgd dat twee ex-ministers die gevangen zaten wegens corruptie werden vrijgelaten.
Maar achter de woede over deze bescherming van corrupte politici gaat een diepere onvrede van arbeiders schuil. Vorig jaar hielden vakbonden ook al twee keer een algemene staking, uit protest tegen de steeds hogerer prijzen. Bij één daarvan, in juni, schoten veiligheidstroepen volgens AllAfrica 11, volgens AngolaPress zelfs 20, mensen dood.
Guinee is een potentieel rijk land, maar met veel arme mensen. Het land heeft grote voorraden bauxiet - bijna de helft van alle voorraden ter wereld, aldus de CIA die het kan weten... - , goud en ijzererts. Maar de bevolking ziet weinig van die rijkdom. Het leven wordt alsmaar duurder. De inflatie is 25 procent; 40 prtocent van de mensen leeft beneden de armoedegrens. Een zak rijst kost nu meer dan vijf keer zoveel als in 2000.
De huidige staking krijgt niet alleen steun van de vakbonden, maar ook van oppositiepartijen en Non Gouvernementele Organisaties. Vanaf 15 januari volgen ook acties van burgerlijke ongehoorzaamheid en demonstraties, zo hebben partijen en NGO's aangekondigd. De staking is een rbede sociale beweging tegen het bewind van president Conte. "Heel het land is moe van dit bewind dat de laatste jaren zijn onbekwaamheid heeft laten zien op alle niveaus" , aldus vakbondsleider Ibrahima Fofana.
Professor Mike McGovern, Guinee-specialist op de Universiteit van Yale, in de VS, legt uit hoe het komt dat juist de vakbonden zo vooraan komen te staan in de strijd om verandering: "De oppositiepartijen hebben laten zien dat ze erop uit zijn de macht te grijpen, maar ze hebben geen geloofwaardigf programma gepresenteerd waarmee ze laten zien hoe ze anders zouden regeren dan de zittende regering. Als mensen in Guinee 'politiek'zeggen, dan bedoelen ze smerige politiek, waar het spel erom gaat om bovenaan te komen, maar de vakbonden praten over het bredere terrein van de politiek waar sociale, economische en culturele factoren meespelen. De vakbonden praten over de levenskansen van mensen, dus als zij zeggen dat het ze alleen om het welzijn van m,ensen te doen is, dan heeft dat enorme kracht." Waar McGovern het eigenlijk over heeft (waarschijnlijk zonder zich dat goed te realiseren), is de kracht van een arbeidersbeweging die zich tot spreekbuis weet te maken van bredere groepen mensen die zuchten onder armoede en onderdrukking, en hopen op wat beters.
Het valt te bezien hoe dit afloopt. Gaat het bewind proberen de beweging te onderdrukken - en zo ja, zal het daarin slagen? Militairen en mensen vanuit de protesterende organisaties voeren overleg om botsingen te voorkomen. Maar soldaten zijn volgens de berichtgeving nadrukkelijk aanwezig in de hoofdstad. En als de machthebbers zich door de beweging werkelijk bedreigd gaan voelen, dan zal overleg met vakbondsleiders ze niet afhouden van bloedvergieten. Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken waarschuwt Amerikaanse burgers al om voldoende in te kopen, en uit de buurt van betogingen te blijven.
Al met al zijn de gebeurtenissen van grote betekenis. Ze laten zien dat ook in ASfrika arbeiders hardnekkig voor hun rechten op komen. Nu maar hopen dat de staking een drastische doorbraak brengt in de strijd om een beter bestaan van de massa van de bevolking van Guinee.
Op basis van:
"Guinee: Civil Society Cristallizing Around Unions", UN Integrated regional Information Networks, AllAfrica.com , 12 januari 2007 (let op: bevat tweede pagina);
"Trade unions threaten indefinite strike in Guinea", AngolaPress, 5 januari 2007;
"General Strike in Republic of Guinea: Workers'discontent reaches climax", website van de International Trade Union Confederation, 11 januari 2007;
"Warden Message: Guinea General Strike January 10", Overseas Security Advisory Council, 4 januari;
"The World Factbook: Guinea", CIA, updated 19 december 2006.
(verbeterd nav commentaar Daer Kitty (zie: "Guinee: begin van revolutie"), 22 januari)
Maar achter de woede over deze bescherming van corrupte politici gaat een diepere onvrede van arbeiders schuil. Vorig jaar hielden vakbonden ook al twee keer een algemene staking, uit protest tegen de steeds hogerer prijzen. Bij één daarvan, in juni, schoten veiligheidstroepen volgens AllAfrica 11, volgens AngolaPress zelfs 20, mensen dood.
Guinee is een potentieel rijk land, maar met veel arme mensen. Het land heeft grote voorraden bauxiet - bijna de helft van alle voorraden ter wereld, aldus de CIA die het kan weten... - , goud en ijzererts. Maar de bevolking ziet weinig van die rijkdom. Het leven wordt alsmaar duurder. De inflatie is 25 procent; 40 prtocent van de mensen leeft beneden de armoedegrens. Een zak rijst kost nu meer dan vijf keer zoveel als in 2000.
De huidige staking krijgt niet alleen steun van de vakbonden, maar ook van oppositiepartijen en Non Gouvernementele Organisaties. Vanaf 15 januari volgen ook acties van burgerlijke ongehoorzaamheid en demonstraties, zo hebben partijen en NGO's aangekondigd. De staking is een rbede sociale beweging tegen het bewind van president Conte. "Heel het land is moe van dit bewind dat de laatste jaren zijn onbekwaamheid heeft laten zien op alle niveaus" , aldus vakbondsleider Ibrahima Fofana.
Professor Mike McGovern, Guinee-specialist op de Universiteit van Yale, in de VS, legt uit hoe het komt dat juist de vakbonden zo vooraan komen te staan in de strijd om verandering: "De oppositiepartijen hebben laten zien dat ze erop uit zijn de macht te grijpen, maar ze hebben geen geloofwaardigf programma gepresenteerd waarmee ze laten zien hoe ze anders zouden regeren dan de zittende regering. Als mensen in Guinee 'politiek'zeggen, dan bedoelen ze smerige politiek, waar het spel erom gaat om bovenaan te komen, maar de vakbonden praten over het bredere terrein van de politiek waar sociale, economische en culturele factoren meespelen. De vakbonden praten over de levenskansen van mensen, dus als zij zeggen dat het ze alleen om het welzijn van m,ensen te doen is, dan heeft dat enorme kracht." Waar McGovern het eigenlijk over heeft (waarschijnlijk zonder zich dat goed te realiseren), is de kracht van een arbeidersbeweging die zich tot spreekbuis weet te maken van bredere groepen mensen die zuchten onder armoede en onderdrukking, en hopen op wat beters.
Het valt te bezien hoe dit afloopt. Gaat het bewind proberen de beweging te onderdrukken - en zo ja, zal het daarin slagen? Militairen en mensen vanuit de protesterende organisaties voeren overleg om botsingen te voorkomen. Maar soldaten zijn volgens de berichtgeving nadrukkelijk aanwezig in de hoofdstad. En als de machthebbers zich door de beweging werkelijk bedreigd gaan voelen, dan zal overleg met vakbondsleiders ze niet afhouden van bloedvergieten. Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken waarschuwt Amerikaanse burgers al om voldoende in te kopen, en uit de buurt van betogingen te blijven.
Al met al zijn de gebeurtenissen van grote betekenis. Ze laten zien dat ook in ASfrika arbeiders hardnekkig voor hun rechten op komen. Nu maar hopen dat de staking een drastische doorbraak brengt in de strijd om een beter bestaan van de massa van de bevolking van Guinee.
Op basis van:
"Guinee: Civil Society Cristallizing Around Unions", UN Integrated regional Information Networks, AllAfrica.com , 12 januari 2007 (let op: bevat tweede pagina);
"Trade unions threaten indefinite strike in Guinea", AngolaPress, 5 januari 2007;
"General Strike in Republic of Guinea: Workers'discontent reaches climax", website van de International Trade Union Confederation, 11 januari 2007;
"Warden Message: Guinea General Strike January 10", Overseas Security Advisory Council, 4 januari;
"The World Factbook: Guinea", CIA, updated 19 december 2006.
(verbeterd nav commentaar Daer Kitty (zie: "Guinee: begin van revolutie"), 22 januari)
donderdag 11 januari 2007
Vier fronten in Bush´ oorlog
De Congresverkiezingen van november in de VS gaven een signaal af: streeds meer mensen beschouwen de oorlog in Irak als mislukking, een verloren of sowieso een verkeerde zaak. De stembusuitslag werd alom opgevat als een kiezersuitspraak tegen de oorlog. De Republikeinen van Bush verloren hun meerderheid, zijn Democratische rivalen namen het heft in het Congres in handen.
Maar wie dacht dat het Witte Huis, onder druk hiervan, stappen zou zetten om de oorlog af te bouwen en de troepen daar weg te halen, vergist zich. Alle tekenen wijzen op verdere escalatie, op een groter en grover bloedbad in Irak. In Afghanistan gaat de strijd in volle hevigheid verder. Bovendien opent de VS de aanval in Somalië en voert het land, samen met Israël, de druk op Iran steeds verder op. Niet minder dan vier fronten kent de zogeheten "Oorlog tegen terrorisme" op deze manier inmiddels.
Irak staat een nieuwe intocht van meer Amerikaanse troepen te wachten. De toespraak van Bush op 10 januari maakte dat duidelijk. De adviezen van de Iraq Study Group - heel even wat extra troepen sturen op Iraakse soldaten te trainen, vervolgens terugtrekking van veel fronttroepen, gecombineerd met diplomatie richting Syrië en Iran - schoof hij terzijde. Een `surge´ van extra soldaten moet die veiligheid en stabiliteit in vooral Bagdad brengen die al die eerdere militaire acties van al die eerdere militairen niet hebben weten te brengen. Pal na de toespraak van Bush kondigde minister van buitenlandse zaken Condoleeza Rice nog eens aan dat van overleg met Syrie en Iran over Irak geen sprake zal zijn. Aangezien echter de militaire rol van de VS zelf het geweld aanjaagt, valt van meer soldaten alleen maar meer geweld te verwachten. Het elf uur durende gevecht in een wijk van Bagdad, waar duizend Amerikaanse en Iraakse militairen met luchtsteun van straaljagers en helicopters huishielden, 50 opstandelingen (of mensen die van de VS dat etiket kregen) doodden en er 21 gevangen namen, liet al zien aan wat voor toekomst er voor de Iraakse hoofdstad in petto is (gegevens uit de Washington Post, 10 januari 2006, gevonden in het weblog Today in Iraq.
Intussen woedt ook in Afghanistan de oorlog tussen de NAVO-troepen aan wie de VS een deel van nun oorlog hebben uitbesteed, en gewapende groepen - doorgaans, maar zonder overtuigend bewijs, allemaal als "Taliban" aangeduid - in volle hevigheid verder. Vandaag berichtte de Volkskrant dat NAVO-troepen in de oorstelijke provincie Paktika 150 strijders gedood zouden hebben toen die vanuit Pakistan het land binnen wilden gaan. Hierbij is belangrijk dat de Taliban vooral onder Pathanen steun vindt, en die Pathanen wonen aan beide kanten van de grens. Het zou dan ook misplaatst zijn om deze strijders als een soort indringers te typeren die niets te zoeken hebben in Afghanistan. Dit alles ervan uitgaande dát het hier om Taliban-mensen ging en dát het verhaal dat ze uit Pakistan binnen aan het komen warebn, sowieso wel klopt. Het NAVO-hoofdkwartier, dat met het bericht kwam, kan immers nauwelijks een betrouwbare nieuwsbron genoemd worden.
In Somalië richten de Verenigde Staten en bondgenoot Ethiopië een bloedbad aan met bommen en granaten. Het is eigenlijk belachelijk om hier nog van oorlog te spreken: in een oorlog zijn er twee strijdende partijen, hier is sprake van het uit de lucht platgooien en neermaaien van kansloze en weerloze mensen. De Volkskrant meldde vandaag veel slachtoffers van de bombardementen. "Stam- of clanoudsten in Zuid-Somalië verzekerden donderdsag dat er minstens honderd burgers in de afgelopen dagen zijn gedood bij de bombardementen en beschietingen door Ethiopië en de VS. Een plaatselijk voorman, Sjeik Andullahi Ali Malabon, zie dat in de straak van het dorp Afmadow (...)zeker honderd doden vielen en talrijke mensen gewond zijn geraakt. `De stoffelijke resten van bijna dertig mensen zijn gevonden.´ Een ooggetuige, Absuge Mohammed Weli, zei dat hij op het platteland talrijke lijken heeft gezien. `Ook onder het vee dat de slachtoffers er hoedden, zijn veel doden gevallen. Ze hebben de veehoeders en hun dieren willekeurig en over een groot gebied gebombardeerd.´" Intussen blijkt Fazul Abdullah Mohammed, doelwit van de Amerikaanse aanvallen, niet tot de slachtoffers te behoren, zo erkende de Amerikaanse ambassadeur in Kenia.
Een bericht op Raw Story, van het persbureau DPA, geeft meer details van over een aanval. "De dorpen Butiye en Hagisrowa in het zuidelijke Afmadow-district werden allemaal tot doelwit gemaakt van het AC130 vliegtuig, zeiden getuigen. Sommige leden van de Islamitische milities hadden het dorp Hayow weten te bereiken nadat ze Butiye ontvlucht waren, maar het vliegtuig achtervolgde hen, zo berichtten dorpelingen. `De Islamitische militiemensen kwamen en het vliegtuig begon ze aan te vallen. Zes van de militieleden werden toen ter plekke gedood´, zei Hussein Dahir Yare, een doktersassistent. `De lichamen liggen nog steeds op de grond. We kunnen ze niet begraven omdat we bang zijn dat de regering ons bestookt als aanhangers´, zei Yare." Het artikel meldt dat vijf traditionele dorpsoudsten door het luchtvoertuig gedood zijn, kennelijk aangezien voor aanhangers van de militie. (in het artikel is sprake van een 'gunship'; ik heb dat vertaald als 'vliegtuig', maar wellicht is 'vliegend fort' een passender woord.
Bij dit alles past wat uitleg. De milities, de zogeheten Islamitische rechtbanken, die vanaf zomer 2006 een groot deel van het land beheersten, zijn door de Ethiopische invasie eind vorig jaar verdreven. Zowel Ethiopië als de VS noemen de milities "terroristisch" en reppen van een Al Qaeda-connectie. Voor dat laatste is geen bewijs, sterker nog, "Van de naar schatting elf verschillende rechtbankmilities waren er slechts twee die neigden naar extremisme, maar zij onderhielden geen banden met Al-Qaeda. Wel kregen ze steun uit Saudi-Arabie en Eritrea. De CVS en Ethiopie belagen verwoed de overblijfselen van deze milties en `andere terroristen´" , aldus het eerder aangehaalde Volkskrant-artikel. In mijn artikel van gisteren over Somalie vertel ik iets meer.
In drie landen vergiet de VS al bloed. Een volgend doelwit wordt Iran, als de tekenen niet bedriegen. Voorwendsel in het Iraanse kernwapenprogramma, volgens de VS bedoeld om kernwapens te ontwikkelen. Voorop in de pressie op Iran loopt Israël, dat zelf als kernmacht geen enkele uitdager tolereert en ook nog eens als onderaannemer voor Amerikaans optreden tegen Iran te werk dreigt te gaan. De Sunday Times kwam op 7 januari met het bericht dat Israel een aanval op de Iraanse kernfaciliteiten overweegt - en daarbij tactische kernwapens zou willen inzetten. Het is ondenkbaar dat zoiets zonder voorkennis, instemming en vormen van medewerking vanuit de VS zou gebeuren. Het is schokkend dat het bericht dat Israël overweegt een kernoorlog te starten, met als voorgewend doel de bestrijding van kernwapens, niet tot meer internationale woede heeft geleid.
De VS is zelf ook actief voorbereidingen aan het treffen voor ooorlog tegen Iran. Zo woredt de commandant van Central Command (Centcom), generaal John Abizaid, binnenkort vervangen door admiraal Richard Fellon. Onder Centcom vallen de Amerikaanse troepen in het Midden-Oosten. Abizaid was geen voorstander van extra troepen naar Irak, en had zich een voorstander betoond van regionale diplomatie als aanvulling op militair geweld in Irak. Hij kan dus vertrekken. Zijn vervanger is, als gezegd, admiraal. Hij is gespecialiseerd in gecombineerde lucht- en zeeoperaties - precies het soort operaties die centraal komen te staan als de VS Iran of Syrië gaat aanvallen, zo betoogt Michael Klare.
Feitelijk is het militaire geweld tegen Iran al begonnen. Vandaag vielen Amerikaanse soldaten in de Iraaks-Koerdische stad Arbil een Iraans consulaat binnen. Dat zeiden Iraanse functionarissen.Volgens een Amerikaanse functionaris was het aangevallen gebouw echter geen Iraans consulaat. Hoe het ook zij, Amerikaanse soldaten namen vijf Iraanse functionarissen (volgens Iran), dan wel zes individuen (volgens de VS) gevangen gevangen en namen spullen in beslag. De gevanbgen mensen "werden vastgehouden op verdenking van `nauwe banden met activiteiten die Iraakse en Coalitietroepen tot doelwit maakten´" , volgens het Amerikaanse leger dan. Iran ontkent dat de activiteiten van haar mensen illegaal was, en protesteert tegen de aanval. Alzazeera bracht verslag uit. Feitelijk behandelt de VS Iran al enigszins als deel van haar vijand in Irak. De escalatie naar een grote regionale oorlog neemt hiermee steeds griezeliger vormen aan.
Maar wie dacht dat het Witte Huis, onder druk hiervan, stappen zou zetten om de oorlog af te bouwen en de troepen daar weg te halen, vergist zich. Alle tekenen wijzen op verdere escalatie, op een groter en grover bloedbad in Irak. In Afghanistan gaat de strijd in volle hevigheid verder. Bovendien opent de VS de aanval in Somalië en voert het land, samen met Israël, de druk op Iran steeds verder op. Niet minder dan vier fronten kent de zogeheten "Oorlog tegen terrorisme" op deze manier inmiddels.
Irak staat een nieuwe intocht van meer Amerikaanse troepen te wachten. De toespraak van Bush op 10 januari maakte dat duidelijk. De adviezen van de Iraq Study Group - heel even wat extra troepen sturen op Iraakse soldaten te trainen, vervolgens terugtrekking van veel fronttroepen, gecombineerd met diplomatie richting Syrië en Iran - schoof hij terzijde. Een `surge´ van extra soldaten moet die veiligheid en stabiliteit in vooral Bagdad brengen die al die eerdere militaire acties van al die eerdere militairen niet hebben weten te brengen. Pal na de toespraak van Bush kondigde minister van buitenlandse zaken Condoleeza Rice nog eens aan dat van overleg met Syrie en Iran over Irak geen sprake zal zijn. Aangezien echter de militaire rol van de VS zelf het geweld aanjaagt, valt van meer soldaten alleen maar meer geweld te verwachten. Het elf uur durende gevecht in een wijk van Bagdad, waar duizend Amerikaanse en Iraakse militairen met luchtsteun van straaljagers en helicopters huishielden, 50 opstandelingen (of mensen die van de VS dat etiket kregen) doodden en er 21 gevangen namen, liet al zien aan wat voor toekomst er voor de Iraakse hoofdstad in petto is (gegevens uit de Washington Post, 10 januari 2006, gevonden in het weblog Today in Iraq.
Intussen woedt ook in Afghanistan de oorlog tussen de NAVO-troepen aan wie de VS een deel van nun oorlog hebben uitbesteed, en gewapende groepen - doorgaans, maar zonder overtuigend bewijs, allemaal als "Taliban" aangeduid - in volle hevigheid verder. Vandaag berichtte de Volkskrant dat NAVO-troepen in de oorstelijke provincie Paktika 150 strijders gedood zouden hebben toen die vanuit Pakistan het land binnen wilden gaan. Hierbij is belangrijk dat de Taliban vooral onder Pathanen steun vindt, en die Pathanen wonen aan beide kanten van de grens. Het zou dan ook misplaatst zijn om deze strijders als een soort indringers te typeren die niets te zoeken hebben in Afghanistan. Dit alles ervan uitgaande dát het hier om Taliban-mensen ging en dát het verhaal dat ze uit Pakistan binnen aan het komen warebn, sowieso wel klopt. Het NAVO-hoofdkwartier, dat met het bericht kwam, kan immers nauwelijks een betrouwbare nieuwsbron genoemd worden.
In Somalië richten de Verenigde Staten en bondgenoot Ethiopië een bloedbad aan met bommen en granaten. Het is eigenlijk belachelijk om hier nog van oorlog te spreken: in een oorlog zijn er twee strijdende partijen, hier is sprake van het uit de lucht platgooien en neermaaien van kansloze en weerloze mensen. De Volkskrant meldde vandaag veel slachtoffers van de bombardementen. "Stam- of clanoudsten in Zuid-Somalië verzekerden donderdsag dat er minstens honderd burgers in de afgelopen dagen zijn gedood bij de bombardementen en beschietingen door Ethiopië en de VS. Een plaatselijk voorman, Sjeik Andullahi Ali Malabon, zie dat in de straak van het dorp Afmadow (...)zeker honderd doden vielen en talrijke mensen gewond zijn geraakt. `De stoffelijke resten van bijna dertig mensen zijn gevonden.´ Een ooggetuige, Absuge Mohammed Weli, zei dat hij op het platteland talrijke lijken heeft gezien. `Ook onder het vee dat de slachtoffers er hoedden, zijn veel doden gevallen. Ze hebben de veehoeders en hun dieren willekeurig en over een groot gebied gebombardeerd.´" Intussen blijkt Fazul Abdullah Mohammed, doelwit van de Amerikaanse aanvallen, niet tot de slachtoffers te behoren, zo erkende de Amerikaanse ambassadeur in Kenia.
Een bericht op Raw Story, van het persbureau DPA, geeft meer details van over een aanval. "De dorpen Butiye en Hagisrowa in het zuidelijke Afmadow-district werden allemaal tot doelwit gemaakt van het AC130 vliegtuig, zeiden getuigen. Sommige leden van de Islamitische milities hadden het dorp Hayow weten te bereiken nadat ze Butiye ontvlucht waren, maar het vliegtuig achtervolgde hen, zo berichtten dorpelingen. `De Islamitische militiemensen kwamen en het vliegtuig begon ze aan te vallen. Zes van de militieleden werden toen ter plekke gedood´, zei Hussein Dahir Yare, een doktersassistent. `De lichamen liggen nog steeds op de grond. We kunnen ze niet begraven omdat we bang zijn dat de regering ons bestookt als aanhangers´, zei Yare." Het artikel meldt dat vijf traditionele dorpsoudsten door het luchtvoertuig gedood zijn, kennelijk aangezien voor aanhangers van de militie. (in het artikel is sprake van een 'gunship'; ik heb dat vertaald als 'vliegtuig', maar wellicht is 'vliegend fort' een passender woord.
Bij dit alles past wat uitleg. De milities, de zogeheten Islamitische rechtbanken, die vanaf zomer 2006 een groot deel van het land beheersten, zijn door de Ethiopische invasie eind vorig jaar verdreven. Zowel Ethiopië als de VS noemen de milities "terroristisch" en reppen van een Al Qaeda-connectie. Voor dat laatste is geen bewijs, sterker nog, "Van de naar schatting elf verschillende rechtbankmilities waren er slechts twee die neigden naar extremisme, maar zij onderhielden geen banden met Al-Qaeda. Wel kregen ze steun uit Saudi-Arabie en Eritrea. De CVS en Ethiopie belagen verwoed de overblijfselen van deze milties en `andere terroristen´" , aldus het eerder aangehaalde Volkskrant-artikel. In mijn artikel van gisteren over Somalie vertel ik iets meer.
In drie landen vergiet de VS al bloed. Een volgend doelwit wordt Iran, als de tekenen niet bedriegen. Voorwendsel in het Iraanse kernwapenprogramma, volgens de VS bedoeld om kernwapens te ontwikkelen. Voorop in de pressie op Iran loopt Israël, dat zelf als kernmacht geen enkele uitdager tolereert en ook nog eens als onderaannemer voor Amerikaans optreden tegen Iran te werk dreigt te gaan. De Sunday Times kwam op 7 januari met het bericht dat Israel een aanval op de Iraanse kernfaciliteiten overweegt - en daarbij tactische kernwapens zou willen inzetten. Het is ondenkbaar dat zoiets zonder voorkennis, instemming en vormen van medewerking vanuit de VS zou gebeuren. Het is schokkend dat het bericht dat Israël overweegt een kernoorlog te starten, met als voorgewend doel de bestrijding van kernwapens, niet tot meer internationale woede heeft geleid.
De VS is zelf ook actief voorbereidingen aan het treffen voor ooorlog tegen Iran. Zo woredt de commandant van Central Command (Centcom), generaal John Abizaid, binnenkort vervangen door admiraal Richard Fellon. Onder Centcom vallen de Amerikaanse troepen in het Midden-Oosten. Abizaid was geen voorstander van extra troepen naar Irak, en had zich een voorstander betoond van regionale diplomatie als aanvulling op militair geweld in Irak. Hij kan dus vertrekken. Zijn vervanger is, als gezegd, admiraal. Hij is gespecialiseerd in gecombineerde lucht- en zeeoperaties - precies het soort operaties die centraal komen te staan als de VS Iran of Syrië gaat aanvallen, zo betoogt Michael Klare.
Feitelijk is het militaire geweld tegen Iran al begonnen. Vandaag vielen Amerikaanse soldaten in de Iraaks-Koerdische stad Arbil een Iraans consulaat binnen. Dat zeiden Iraanse functionarissen.Volgens een Amerikaanse functionaris was het aangevallen gebouw echter geen Iraans consulaat. Hoe het ook zij, Amerikaanse soldaten namen vijf Iraanse functionarissen (volgens Iran), dan wel zes individuen (volgens de VS) gevangen gevangen en namen spullen in beslag. De gevanbgen mensen "werden vastgehouden op verdenking van `nauwe banden met activiteiten die Iraakse en Coalitietroepen tot doelwit maakten´" , volgens het Amerikaanse leger dan. Iran ontkent dat de activiteiten van haar mensen illegaal was, en protesteert tegen de aanval. Alzazeera bracht verslag uit. Feitelijk behandelt de VS Iran al enigszins als deel van haar vijand in Irak. De escalatie naar een grote regionale oorlog neemt hiermee steeds griezeliger vormen aan.
Abonneren op:
Posts (Atom)