maandag 1 januari 2007

Een jaar van Bob Dylan (jaaroverzicht, deel 8, augustus 2006)

2006 was weer eens Bob Dylan-jaar. Nu kennen mensen me wellicht als lichtelijk verslaafd aan de songs van de man; voor mij is elk jaar misschien een beetje Dylan-jaar. Maar dit jaar toch meer dan andere jaren.

In de eerste plaats werd de man op 24 mei 65 jaar, voorwaar toch een mooie mijlpaal. In Tilburg is daar zowaar bij stilgestaan ook. Het Theatelier - een cultureel initiatief waar ik nu en dan optreed - heeft twee avonden en een Paasmiddag optredens gehad met veel uitvoeringen van Bob Dylan s werk. Op de derde avond was daar zelfs burgemeester Vreeman, die een rockabilly-versie van "I Don 't Believe You" ten gehore bracht, in zijn keurig nette pak. Geen gezicht, geen gehoor, maar het pleit voor de sportiviteit van de man dat hij zich niet liet kennen. En alle tijd die hij steekt in het zingen van Dylan s werk kan hij niet steken in ordehandhaving en andere kwalijkheden, dus vooruit maar weer... Zelf heb ik op alle drie de gelegenheden ook gespeeld, onder andere "Desolation Row" , en het relatief onbekende "Ballad of Donald White" werden de klos.

Sowieso was het afgelopen jaar muzikaal voor mijzelf ook de moeite waard. Eigenlijk het eerste hele jaar dat ik geregeld voor (kleinschalig) publiek optreed (het begon een jaar ervoor), niet alleen op dat Theatelier, maar ook een tweetal keren op de achtergrond bij Restaurant de Imme, en bij Kafee Lambiek, zo ongeveer bij mij om de hoek. Heel leuk was ook het optreden met mijn jonge broer op zijn werkplek in Amersfoort, op een soort van open dag. Ik met gitaar en zang, hij pontificaal met een grote contrabas ernaast... Ik ben geen samenspeler qua muziek, zo heb ik ontdekt. Maar voor zoiets maak ik heel graag uitzonderingen.

2006 was ook weer een jaar van muzikale ontdekkingen voor mij. Doorgaans gaat het dan om oudere muziek die tot nu toe aan mijn aandacht was ontsnapt. Zo ben ik in de zomer in het werk van country-zanger Hank Williams gedoken. We zitten dan lin delate jaren veertig - vroege jaren viojftig van de vorige eeuw. Hartverscheurende liefdesballades, nèt niet verzuipend in melodrama en suikerstroop, maar op de rand - en juist dat maakt het mooi.

Heel anders is weer de muziek van Tom Paxton, singer-songwriter en tijdgenoot van Bob Dylan. Van hem kende ik een enke liedje, maar de aanschaf van een dubbel-CD met oud werk was voor mij een ontdekkingsreis. Venijnige politieke liedjes - over de Vietnamoorlog, over de burgerrechtenbeweging, over de gevestigde media - wisselen af met breekbare liefdesliedjes. De muziek is folksy, gitaar en zang en soms eenvoudige begeleiding erbij, een stuk zoeter dan Dylan, net als zijn stem trouwens. Maar het klopt allemaal bij de songs. Mooi.

Nog weer een heel ander hoofdstuk vormde mijn revatief onverwachtse verdiepte kennismaking met Pink Floyd. Natuurlijk kende ik een handvol songs van die band "Another Brick in the Wall" , "Money" , "Wish You Were Here" , "Mother" . Maar het geval wilde dat ik op een regenachtige zomerdag bij een vriend op bezoek was die me tracteerde op het aanschouwen van een DVD met een concert van Roger Waters, frontman van de band. Die speelde - met andere begeleiding weliswaar - het ene Floyd-nummer na het anbdere, en ondertitels maakten het makkelijk om meteen de teksten te volgen. Een deel van de uitvoeringen was me te bombastisch. Maar veel van zijn songs zijn gewoon prachtige, sombere maatschappijkritische observaties, en dat geldt ook voor veel van zijn solowerk. "The Bravery of Being Out of Range" - alleen al de titel kwam in de zomer van Israels bommen op Libanon voor mij tot leven. "Comfortably Numb" heb ik inmiddels in mijn repertoire opgenomen. Dank, Eric, for sharing...

Nu we toch met bedanken bezig zijn, ook mijn kennismaking met de muziek van Jack Johnson heb ik aan een hele goede vriend te danken. Die begon mij via msn zijn liedjes toe te sturen - en het waren stuk voor stuk juweeltjes. "Talk of the Town" kende ik van radio (maar zonder de naam van de artiest). Maar "Wrong Turn" - over een niet verder aangeduide pijnlijke gebeurtenis die de relatie tussen de ik-persoon en een "jij" op het spel zet, is ontroerend. "Supposed to Be" - over het leven zelf, en het aanvaarden van wat nu eenmaal is . op een andere manier ook. Jakck Johnson bewijst dat het genre van de singer-songwriter een springlevend genre is. Danjewel, wederom, Jermain...

Terug naar één van de grondleggers van het genre, de man waarmee we begonnen: Bob Dylan. Hij bracht in augustus 2006 voor het eerst in vijf jaar weer een nieuw album uit: "Modern Times". En het is een indrukwekkend stuk werk, al deel ik niet de euforie van sommigen die er maar meteen één van de drie beste albums van Bob Dylan in zien. Maar tegen meesterwerken als "Blonde on Blonde" , "Highway 61 Revisited" , "Bringing it All Back Home" , "Blood on the Tracks" , "John Wesley Harding" , valt ook moeilijk op te boksen. En dat geeft ook niets, de man hoeft niets te bewijzen, het is al prachtig dat hij stuk doorgaat met zijn muziek, en dat hij blijft verrassen ook.

Want verrassen doet hij, zeker muzikaal gesproken. Wie had gedacht dat Dylan zou excelleren als jazzy crooner in western swing style? In "When The Deal Goes Down" klinkt hij bijna als Louis Armstrong in "Wonderful World"... Het lied zelf is een liefdeslied, met een mooie melodie. Hoe moeilijk het leven ook is, hoe op hol geslagen deze wereld, "I´ll be with you when the deal goes down" .

Veel van de songs gaan over de liefde, het verlangen naar de geliefde, de problemen die dat oplevert. Afgezien van de jazzy songs - naast het bovengenoemde vooral ook "Beyond the Horizon" krijgen we veel blues voorgeschoteld, lekker zompig doordreunend zoals in het openingsnummer "Thunder On The Mountains" , of meer gestresst en gejaagd zoals in "Rollin´ and Tumblin´" en "The Levee´s Gonna Break" .

De liefde is doortrokken met twijfel, en soms verandert zijn gevoel abrupt in platte lust, met de vrouw als lustobject - gevolgd door verwijten aan de vrouw dat die hem het hoofd op hol bracht. In "Rollin´and Tumblin´" : "I got troubles so hard, I can´t stand the strain/ Some young lazy slut has charmed away my brains" . En ook: "This woman so crazy, I swear I ain´t gonna touch another one for years" . Dit soort oprispingen van plat seksisme nemen toe naarmate Dylan ouder wordt, en het siert de man niet. Maar verderop in hetzelfde lied: "Let s forgive each other darling, let's go down to the greenwood glen/ Let´ s put our heads together now, let´s put all old matters to an end" . Dit soort contrasten maken Dylan s lovesongs zo sterk. Immers: de liefde is zelden eenvoudig, en mensen ontsporen daarin keer op keer.

Al deze liefdestoestanden worden geschetst tegen een achtergrond waar voortdurend dreiging, noodlot op de loer ligt. Naarmate die wereld angstaanhagender is, wordt de drang naar liefde - maar ook naar beheersing van de geliefde, die dan opeens weinig meer is dan lusobject - kennelijk groter: "I want some real good woman to do just what I say/ Everybody got to wonder what ´s the matter with this cruel world today" ("Thunder on the Mountain"), en , in hetzelfde lied, verwensingen richting die boze wereld: " Shame on your greed, shame on your wicked schemes".

In "Nettie Moore" moet de op hol geslagen technologie het ontgelden: "Well, the wordl of research goes berserk/ Too much paperwork/ Albert´s in the graveyard, Frankie´s raising hell/ I´m beginning to believe what the scriptures tell". Ga ik te ver als ik vermoed dat Albert hier de achternaam Einstein draagt, en dat Frankie beter bekend is als het monster van Frankenstein? En dan steeds het refrein dat hij opent met "I miss you Nettie Moore, and my hapïnes is o´er" en afsluit met " the world ´s gone black before my eyes" . Geen grote vrolijkheid alom, dat is duidelijk.

Ik kan nog een tijd doorgaan over dit toch wel bijzondere album. Over "Workingman´s Blues # 2" bijvoorbeeld, waarin de zanger zich weer eens aan zijn geliefde vastklampt, in een wereld die niet deugt. Interessant is hier de verwijzing naar de economische realiteit. Meteen al in het eerste couplet: "the buying power of the proletariat´s gone down/ Money´s gone shallow and weak/Well, the place I love best is a sweet memory/ it s a new path that we trod/ They say low wages are a reality/ If we want to compete abroad" . Meestal is "they say..." geen aanbeveling als Bob Dylan het zingt. Ze zeggen immers zoveel, nietwaar?

Het hele lied is getoonzet op een melodie die op het eerste gehoor vrij zouteloos en voorspelbaar is, en uitgevoerd in de sfeer van valk voor sluitingstijd in café Cheers, van de gelijknamige comedyserie uit de jaren negentig. Maar precies dat maakt de song toch ijzersterk in zijn totaliteit: dat gevoel van vergane zekerheid, een verleden dat niet terugkomt, en eenn leven dat desondanks geleeft moet worden, en als het enigszins kan: niet alleen. "Liefde in de tijd van het neoliberalisme" zo zou de schrijver Garcia Lopez dit lied, en wellicht het hele album, hebben kunnen noemen...

Het mooiste lied is tevens de afsluting van het album, precies zoals het hoort. "Ain´t Talking" , een raadselachtige non-ontmoeting in "The Mystic Garden" - de Hof van Eeden? Wederom grimmige verwijzingen naar een dolgedraaide wereld: "Well, the whole world is filled with speculation/ The whole world which people say is round/ They will tear your mind away from contemplation/ They will jump on your misfortune when you´re down" . En een - ironische? Bij Dylan weet je dat nooit zeker - verwijzing naar religieuze verlossing: "Well, it´s bright in the heavens and the wheels are flyin´/ Fame and honor never seem to fade/ The fire gone out but the light is never dyin´/ who says I can ´t get heavenly aid?" Maar verderop weer: "The suffering is unending/ every nook and cranny has its tears..." En veel hoop is er niet: "Excuse me ma´am, I beg you pardon/ There´s no one here, the gardener is gone" - gevolgd door het laatste refrein: " Ain´t talkin´, just walkin´/Up the road, around the bend/ Heart burnin´still yearnin´/In the last outback at the world´s end" . Daar kunnen we het dan weer mee doen. Maar ik hoop dat een volgend album minder lang op zich laat wachten dan vijf jaar...

Geen opmerkingen: