Op 19 september wierp het leger van Thailand de via verkiezingen gevormde regering van premier Thaksin omver. Daarmee kreeg een lange politieke crisis een hoogst antidemocratische ontknoping. Destijds gaf ik de gebeurtenissen hier geen aandacht. Dat doe ik dus alsnog alhier.
Thaksin was twee keer met grote meerderheid gekozen. Zijn populariteit dankte hij aan zijn retorische stellingname tegen het door het IMF na de Aziatische economische crisis van 1997 opgelegde neoliberale beleid. Ook verstrekte hij goedkope kredieten en toegankelijke gezondheidszorg aan de plattelandsbevolking. Maar Thaksin was rijk geworden als zakenman, en al snel verspreidde zijn regering een walm van corruptie. Dat werd zijn ondergang.
Nadat de premier de TV-zender van zijn voormalige vriend Sondhi uit de lucht liet halen nadat daar kritische berichtgeving was te zien, begon Sondhi een campagne van wekelijke protestbijeenkomsten tegen de premier. In januari bleek Thaksin zijn telecomberdijf voor 2 miljard aan een Singaporees staatsbedrijf te hebben verkocht - zonder dat hij over de transactie belasting betaalde. Dat was de druppel voor de stedelijke middenklasse in Bangkok. Grote massabijeenkomsten van soms 100.000 deelnemers die om het aftreden van Thaksin riepen, vonden plaats in februari en maart.
De protesten waren deels gewoon een produkt van afgunst binnen ondernemerskringen op iemand die het met dubieuze middelen wat al te goed gemaakt had, deels een oprecht protest tegen corruptie, deels ook wel degelijk een uiting van verlangen naar een democratie die niet zomaar door corrupte zakenlieden als Thaksin gemanipuleerd kon worden. Ook vakbondsmensen, die zich keerden tegen privatisering namen aan de protesten deel. De beweging leek democratisering, strijd tegen corruptie en inzet voor een beter bestaan van arbeiders te combineren.
Maar de krachten die de beweging leidden , gaven de protesten een conservatieve dynamiek. De achterban van Thaksin - arme boeren die hele goede redenen hadden om Thaksin te steunen - werd afgedaan als achterlijk en omkoopbaar. Dat was niet echt de manier om de protestbeweging op principiëel democratische basis uit te breiden naar het platteland. Bovendien eiste de protestbeweging niet rechtstreks aan Thaksin dat hij aftrad. Nee, de eis was geadresseerd aan het hof van koning Bhumibol: ontslaat U alstublieft premier Thaksin.
Met deze houding vergrootte de oppostitie alleen maar de geloofwaardigheid van een ongekozen autoritair machtscentrum: de Thaise monarchie. Met een principieel democratische houding had dit weinig te maken. De beweging keek gezagsgetrouw en vol verwachting naar boven, in plaats van krachten voor verandering te helpen activeren aan de onderkant van de maatschappij - waar de meerderheid zich bevindt en waar werkelijke democratie het van moet hebben.
Intussen kondigde Thaksin verkiezingen aan voor 2 april. Die won hij, maar in de steden kreeg de oproep van de oppositie om niet te gaan stemmen massaal gehoor. Thaksin trad af en maakte plaats voor zijn vice-premier. De koning dringt er bij gerechtshoven op aan om een oplossing voor de impasse te vinden, het Consitutionele Hof noemt de verkiezing vervolgens "ongrondwettig", waarna de regering verkiezingen voor 15 oktober aankondigde. Zover kwam het dus niet: een krappe maand ervoor pleegde het leger zijn staatsgreep, en kreeg daarvoor de zegen van het hof.
Die kreeg buiten Thailand een onterecht vriendelijke bejegening. Overal viel te lezen hoe "geweldloos" de coup was - alsof het gedwongen opzij schuiven van een regering geen geweld inhoudt. De enige reden dat er geen talloze doden en gewonden vielen en geen golf van arrestaties plaatsvonden was gelegen in de afwezigheid van grootschalig verzet tegen de militaire machthebbers. Waarom, zo konden de generaals redeneren, mensen in een stadion bijeendrijven en doodmartelen als mensen netjes gehoorzamen? Dat geeft maar slechte PR... De afwezigheid van openlijke grove repressie is bepaald geen bewijs voor de welwillendheid van de nieuwe machthebbers.
Democraten in Thailand likken intussen hun wonden, maar hier en daar vonden ook al protesten plaats tegen de dictatuur. Hopelijk worden er enkele harde lessen geleerd; die zullen wezenlijk zijn wil ene volgende golf van protest niet een soortgelijke treurige afloop krijgen.
1. Democraten die naar boven kijken, naar een ongekozen hof in een paleis met een koning als hoofdbewoner, moeten niet verbaasd zijn als dat hof zijn eigen spel speelt. De strategie die de oppositie koos, maakte de autoritaire ontknoping wellicht niet onvermijdelijk, maar werkte één of andere oplossing van bovenaf wel erg waarschijnlijk. De beweging droeg daarmee bij aan haar eigen nederlaag.
2. Democraten die deze naam waardig willen zijn, dienen niet neer te kijken op de meerderheid van de bevolking. Thaksin was democratisch gekozen, als waren de verkiezingen niet smetteloos. De bevolking van de talloze boerendorpen van Thailand stemden voor betaalbare gezondheidszorg en bestrijding van de armoede - en Thaksin bracht concrete verbeteringen. Dat hij dit deed uit machtsversterking en machtsbehoud doet daat niets aan af. Slechts een oppositie die betere middelen tot armoedebestrijding koppelt aan steviger democratisering, verdient het om de arme agrarische meerderheid als bondgenoot te winnen. Door haar neerbuigende houding tegenover Thaksin's arme achterban bleef de oppositie overwegend wat ze was: een elitaire arrogante minderheid. De Thaise arbeiders en boeren verdienen een beter soort oppositie.
Informatie/ achtergronden
Kasian Tejapira, "Toppling Thaksin", New Left Review 39, mei-juni 2006. IJzersterk achtergrondstuk, veel over de veranderingen in het politieke systeem tegen de achtergrond van sociaal-economische veranderingen. Ook goed beeld van de recente oppositiebeweging.
Aljazeera, "Timeline: Thailand's Political Instability" ,21 juli 2006.
Alan Platt, "Letter from Thailand - People Power, Thai Style", Direland, 3 april 2006. En wel erg blijmoedig beeld van de straatprotesten tegen Thaksin.
Alan Platt, "Thailand: Letter from a Velvet Coup", Direland, 21 september 2006. Een wel heel vriendelijke analyse van de coup - bijna een rechtvaardiging. Mede daardoor toch lezenswaardig.
Nick Cumming-Brace, "Thailand: a coup for democracy? ", Open Democracy, 20 september 2006.
Nick Cumming-Bruce, "Thailand's high-stake gamble", Open Democracy, 9 oktober 2006.
Walden Bello, "A Siamese Tragedy", Znet, 3 oktober 2006. Het medicijn van de coup is erger den de kwaal die een corrupte Thaksin vormde, betoogt Bello.
Satyar Sagar, "Thailand: Paradoxes in Paradise". Znet, 27 september 2006.
Satyar Sagar, "Thai Coup In Hot Soup", Znet, 17 oktober 2006. Schets van beginnend verzet, en pleidooi voor een serieuze linkse partij in Thailand.
Nick Fredman/ Ji Giles Ungpakorn, "Thailand: New Socialist Group Emerging", Green Left Weekly, 17 november 1993. Interview met Ungpakorn, van de revolutionair socialistische groepering Workers Democracy.
Giles Ji Ungpakorn(*), "Thailand: a Confused Response to Corruption", Socialist Review, april 2006. Unbgpakorn's analyse van de protestbeweging tegen Thaksin.
Giles Ji Ungpakorn, "Een verklaring over de coup in Thailand", Internationale Socialisten, 20 september 2006.
(*)Ja, hier staat Ji achter Giles; in de verwijzing ervoor staat Giles achter Ji. Ik heb de schrijfwijzen overgenomen van de stukken zelf...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten