zaterdag 13 januari 2007

Gedachten bij een raket in een Amerikaanse ambassade

Op donderdagochtend 12 november schoten activisten een antitankraket af op de Amerikaanse ambassade in de Griekse hoofdstad Athene. Mijn hart maakte een klein sprongetje van grimmige vrolijkheid toen ik het hoorde.

In de week dat de VS bommen ging gooien op Somalië, een dag nadat president Bush in een toespraak beloofde er een bloedig schepje bovenop te gaan doen in Irak, in een week waarin de VS Iraanse functionarissen in Irak oppakte - in zo'n week liet de raket richting Amerikaanse ambassade zien dat niet iedereen de Amerikaanse agressie alom passief laat gebeuren. Eindelijk mensen die wat doen! Ik weet absoluut zeker dat ik niet de enige was met zo'n gevoel, zo'n soort reactie.

Maar emoties zijn geen doorslaggevend argument om zo'n beschieting te beooordelen en er al dan niet waardering voor uit te spreken. Laten we eens wat beter kijken naar de gebeurtenis zelf, voordat we verder kijken.

De raket kwam in het toilet van hetgebouw terecht, waardoor er een brandje ontstond. Kennelijk, aldus de berichtgeving, was het embleem van de ambassade het doelwit van de beschieting, maar dat werd dus gemist. De Amerikaanse ambassadeur sprak van een "zinloze gewelddaad. We beschouwen het als een heel ernstige aanslag." Een Griekse politiechef sprak van een "terreurdaad" .

Kom kom, mijnheer de ambassadeur en mijnheer de politiechef, overdrijven is ook een vak. Er is geen dode of gewonde gevallen. Als het embleem, en niet bijvoorbeeld de kamer van de abassadeur, inderdaad het doelwit was, dan was het doden of verwonden van mensen kennelijk niet eens de bedoeling. Bij een "heel ernstige aanslag" denk ik toch echt aan iets anders dan aan deze wat hardhandige vorm van vernielingen aanrichten aan een overheidsgebouw.

En een "zinloze gewelddaad"? Dat lijkt mij ook niet. Ik vind het aantasten van de onaantastbaar geachte macht van de Verenigde Staten - de gevaarlijkste mogendheid ter wereld, en eentje die met alle noodzakelijke middelen weerstaan dient te worden - bepaald niet zinloos. Dat embleem van de ambassade is het embleem van een macht die honderdduizenden Iraakse doden in minder dan vier jaar op haar geweten heeft, en daar in enkele dagen tijd ruim honderd in Somalië aan heeft toegevoegd.

Dat embleem is meer dan ooit symbool van geweld en onderdrukking. Ik vind het beschadigen ervan prima, zoals ik ook het verbranden van Amerikaanse vlaggen door demonstranten - of die zich nu in Karachi, Amsterdam of New York bevinden - uitstekend vind. De Verenigde Staten - haar heersers althans, en haar officiële woordvoerders - , hebben al lang geleden ieder moreel recht verloren om bezwaar te maken tegen geweld tegen haar gebouwen, instellingen en ja, ook haar functionarissen.

Maar er wringt wel iets. Dat blijkt uit de manier waarop dat embleem kapot moest, gecombineerd met wat achtergrondinformatie opver gewapende acties in Griekenland. De NRC meldt dat dit de eerste belangrijke aanslag was sinds 1996. In dat jaar nam de groepering "17e juni" eveneens de Amerikaanse ambassade onder vuur. Maar de NRC ziet een handvol gebeurtenissen hierbij over het hoofd. De New York Times - via het weblog van World War 4 Report - noemt een bomaanslag op een gerechtsgebouw in Athene in 2003, en een poging om de cultuurminister om te brengen iets meer dan een jaar geleden. De bomaanslag van 2003 verwondde en tweetal mensen. Beide aanslagen zouden het werk zijn van een groepering die zich Revolutionaire Strijd noemt. Deze groep heeft ook de verantwoordelijkheid opgeëist voor de beschieting van de ambassade.

Als dat laatste klopt dan is de beschieting kennelijk onderdeel van een aanpak waarin wel degelijk ook geweld tegen personen een rol speelt. En ook de huidige beschieting nam minstens dat risico. Wisten de activisten wel zeker dat er in het toilet waar de raket belandde, geen mensen zouden zijn? Of in de kamers vlak bij waar het embleem hing?

Het lijkt mij dat dit type aanvallen het risico van slachtoffers op de koop toe neemt, misschien zelfs verwelkomt om angst te zaaien. Dat is wel degelijk een terroristische dimensie ervan. (Leon Trotski legde in 1909 uit waarom een strategie van geïsoleerde aanslagen niet werkt, in "Waarom marxisten individuele terreur afwijzen". Ik volg hier een mede door hem geïnspireerde gedachtengang.) Een strategie die het doden van doodgewone mensen - ambassademedewerkers, de mensen van de administratie in een rechtbank - acceptabel acht, is in strijd met de linkse idealen vanwaaruit de daders toch kennelijk denken te werken.

Ook het doden van hooggeplaatste individuen schiet niet op, hoezeer ze ook medeschuldig zijn aan de wandaden van de onderdrukker. Ambassadeurs en ministers zijn te vervangen, bovendien hebben ook dit soort schurken recht op een proces. Daar leren we nog meer van ook. Daarbij komt dat dit soort aanvallen de staat in de kaart spelen: het gezag ontleent er maar al te makkelijk een smoes aan om niet alleen de daders, maar ook iedereen die ook maar enigszins sympathie voor motieven en doelstellingen zou kunnen hebben, hard aan te pakken.

Bovendien is de geheime werkwijze van ondergronds verzet koren op de molen van geheime diensten. Het zou bepaald niet voor het eerst zijn dat gewapende strijdgroepen van afstand aangestuurd werden door de één of andere staatsmacht.

Sowieso is deze gewapende strijd als zodanig iets waar staten in gespecialiseerd zijn. Het is niet het sterke punt van links en het zal dat ook nooit zijn. In termen van wapens en militair opereren wint de staat altijd. ook dat maakt deze aanpak tot een doodlopende weg.

Slechts als onderdeel van een breedgedragen en diep onder de bevolking geworteld verzet is gewapende strijd zinnig - als onderdeel dat vroeg of laat weliswaar onmisbaar is, maar altijd ondergeschikt aan de massastrijd zoals die in stakingem, demonstraties, rellen en opstand tot uiting komt.

Dan is er nog het effect op brede lagen van de bevolking. Ja, veel mensen zullen enig leedvermaak hebben, en net als ik vrolijke opstandige kriebels voelen als ze horen van zo'n aanval. Maar maakt het mensen ook werkelijk sterker? Waardering en bewondering voor een kleine maar dappere groep heeft een keerzijde: de eigen passiviteit. Heimelijk applaudiseren neemt de plaats in van zelf in actie komen.

De actievorm van de stadsguerrilla, los van een bredere volksbeweging - want daarover hebben we het - isoleert kleine gewapende groepen doorgaans verder van bredere lagen van de bevolking. De actievorm vereist geheime voorbereiding, oefening, een ondergrondse werkwijze. Voor de overgrote meerderheid - mensen met een gezinsleven, een baan, mensen die naar school moeten - is het domweg geen optie om ondergronds te gaan.

En denk je bovendien eens in: als de maandenlange voorbereiding die dit soort acties in beslag nemen, nu eens benut was in het werven van sympathie voor anti-imperialistisch verzet onder bredere groepen? Dan was wellicht het moment niet ver meer dat datzelfde embleem van de Amerikaanse ambassade verwijderd zou worden door tienduizenden boze demonstranten.

De aanval op de ambassade is rechtmatig wat betreft de motieven, maar strategisch misplaatst. Blijft echter overeindd dat grimmige vreugdesprongetje van mijn hart. Alles beter dan de passiviteit, liever aanslagen dan niets doen! Maar ook die reactie heeft beperkingen: het is een houding die een zekere wanhoop weerspiegelt.

Vaak zie je inderdaad terroristische groepen vanuit links opkomen als de massastrijd wegebt of onvoldoende snelle resultaten lijkt te boeken. De Students for a Democratic Society, de belangrijkste linkse studentengroepring van de jaren zestig in de VS, bracht vanaf 1969 een bescheiden stadsguerrillagroep voort, de Weathermen, waaraan een documentaire is gewijd. Dat was - achter de ronkende verpakking waarin maoisme en andere invloeden tot hutspot vermengd waren - een uting van frustratie over een oorlog in Vietnam die maar doordreunde terrwijl teemaal per jaar honderdduizenden mensen ertegen betoogden, zonder merkbaar effect. Aan de opkomst van de Rote Armee Fraktion in Duitsland tussen 1968 en 1978, en de Rode Brigades in de jaren zeventig, lagen soortgelijk ongeduld en frustratie ten grondlag.

De staat maakte zonder al te veel problemen gehakt van deze groepen en brak in het voorbijgaan ook de kracht van flinke andere delen van links. Winnaar van de hele episode werd de staat, niet de gewapende strijders. Wanhoop en ongeduld zijn een slecht recept voor succesvol verzet.

Evengoed is het dan wel nodig dat er effectief verzet komt. Als de keus werkelijk zou gaan tussen stadsguerrilla en passief toekijken - dan hoop ik dat ik ergens de moed zou weten op te brengen om ondergronds te gaan, en de wapens op te nemen. En soms, heel soms, lijkt het alsof er verder niets gebeurt. Neem deze week, neem de gebeurtenissen - bommen op Somalië, escalatie in Irak, oorlogsdreiging Iran - nogmaals in ogenschouw. En kijk dan eens naar de reacties. Waar waren die? Het bleef vrijwel doodstil, vooral op straat. Een kleine rondgang langs de velden.

De Socialistische Partij, de enige parlementaire partij met een serieuze en verdiende anti-oorlogsreputatie. Ik check hun website. Niets over Somalië deze week. Niets over Iran, niets over de toespraak van Bush. Alleen iets over "teveel burgerslachtoffers" bij NAVO-acties in Aghanistan (wanneer zijn burgerslachtoffers trouwens "te veel"? Is er ook zoiets als "genoeg" burgerslachtoffers, een "aanvaardbaar niveau" ervan of zo?).

Ik kijk bij SP-webloggers. Gelukkig, een iets positiever beeld. Jan Marijnissen: "Jachtplaats: de wereld", waarin hij een krantenartikel over de aanval op Somalië publiceert, meteen op 9 januari. Ook het concentratiekamp Guantanamo Bay - deze week vijf jaar - en de extra troepen naar Irak krijgen aandacht bij hem. Harry Van Bommel schenkt ook aandacht aan die extra troepen, waarin hij terecht stelt dat er "een nieuw bloedbad aanstaande" is. Maar hij slaat Somalië over. Wel reproduceert hij een interview dat Vrij Nederland met hem hield. Daarin kwam vooral het nee tegen de Nederlandse oorlogsdeelname in Afghanistan aan de orde. Over Iran bij beide SP-kopstukken helaas geen woord. Anja Meulenbelt slaat op haar weblog alle fronten waar ik het nu over heb over, al maakt plaatsing van een artikel van de Israelische historicus Ilan Pappe over de etnische zuivering en apartheid waaraan palestijnen onderworpen worden en zijn, wel iets goed.

Kijken we eens even bij GroenLinks. Niets op de voorpagina (bekeken op de avond van 14 januari). Aangespoelde vogels en een groeiend ledental van de partij zijn ook veel belangrijker, wie zopu dat tegen durven te spreken? De Linkse Lente - het weblog van Femke Halsema: zelfde verhaal: niets over oorlog, niets over Irak, Somalië of Iran. Het is genant, het is beschamend.

Buitenparlementair links dan? De vredesbeweging? Op de website van het Platform tegen de Nieuwe Oorlog - ooit betrokken bij het opzetten van de grote demonstraties tegen de aanval op Afghanistan en Irak - pronkt nog steeds een demonstratie-oproep voor 18 maart 2006. Lieve mensen, als jullie de boel opheffen, zopu je dat dan tenminste kunnen laten weten aan de buitenwereld? Als jullie wel doorgaan, wordt het dan niet eens tijd om tegen twee, drie inderdaad nieuwe oorlogen stelling te nemen?

Het nieuwere initiatief Stop Oorlog doet het iets beter en kondigt een bijeenkomst aan die inderdaad belangrijk is, aanstaande zaterdag 20 januari, onder het motto: "Irak & Afghanistan: haal de troepen terug" en "Palestina & Libanon: geen vrede zonder gerechtigheid". Ongetwijfeld komen daar ook recente dreigingen en ontwikkelingen ter sprake, al blijft het jammer dat die hun weg naar de website nog niet weten te vinden.

De Internationale Socialisten, waar ik deel van uitmaak, hebben sinds kort artikelen over Somalië nu, de voorgeschiedenis en over de toespraak van Bush op de website staan. In dat laatste stuk wordt met nadruk gewezen op de dreiging die Bush vooral ook richting Iran uitte - iets dat veel te weinig aandacht elders kreeg tot nu toe (1).

Het houdt allemaal niet over, en dat is zowel frustrerend als zorgelijk. Wel zitten er goede aanzetten tussen wat betreft berichtgeving en analyse. Maar actie blijft vooralsnog uit. Internationaal is het beeld weinig anders. Ook na het wekelijkse vrijdagmiddaggebed in de moskeeën - vaak het startpunt voor demonstraties tegen de meest recente Westerse agressie - bleef het afgelopen vrijdag, voor zover ik gemerkt heb - doodstil, net als elders. Ik hoop maar dat het de stilte is voor een storm van protest. Of laat de wereld zich inderdaad door Washington passief richting grotere, alsmaar grotere en bloediger oorlogen sturen? Is het dan gek dat een raket op een ambassade begroet wordt met grimmige vreugde?

(1). Zie het nieuwsoverzicht in de rechterkolom. Ik heb de stukken niet rechtstreeks doorgelinkt; ze verhuizen na enkele weken naar het nieuwsarchief, en staan dan met een andere URL online. Als ik ze nu dus doorlink, is de URL over drie weken ongeldig.

Geen opmerkingen: